Vandaag in Buitenhof: diplomadevaluatie

Zometeen in Buitenhof een discussie over de waarde van de VO diploma’s
Het relevante deel van de uitzending is hier te zien.

18 Reacties

  1. Hulde voor Ad Verbrugge
    Ik wist niet dat hij zou meediscussieren, dat stond niet vermeld, maar Hulde!
    Ik heb hem nooit zo ontzettend to the point en assertief meegemaakt.
    De wijsheid en het gelijk was er altijd, nu ook de felheid.

    Het gelijk van BON wordt nu overal erkend.

    Helaas blijven de Jan van Zijls nog even capo di capi.

  2. Vooral de lerares Nederlands kwam goed uit de verf met…
    ..haar opmerking over een vacature voor Nederlands en twintig brieven, waarbij niet één in onberispelijk Nederlands. De collega’s hebben de uren maar onder elkaar verdeeld. Dat voorbeeld deed de toehoorders de oren spitsen, meer nog dan Ad Verbrugge, van wie ik overigens blij was dat hij daar zat.

  3. De lerares Nederlands sprak zelf niet helemaal foutloos…
    Een aantal zijn –> een aantal is
    Nagezocht –> opzoeken/nakijken

    Verder vond ik het vreemd dat Verbrugge niets zei over het keuren van eigen vlees –> particuliere instellingen met eigen examens riekt naar fraude. Waarom niet de aloude staatsexamens van stal gehaald? Zo is het Luzac ooit begonnen. Slechte beurt Verbrugge!

    • Hoezo: eigen vlees keuren?
      Mogelijk is het anders, maar naar mijn weten doen de leerlingen van Stebo, Luzac e.d. gewoon mee met het Centraal Schriftelijk Eindexamen. En wat dat keuren van eigen vlees betreft: dat gebeurt bij het Schoolexamen op ‘gewone’ scholen toch ook? Daarin hoeft een particuliere school niet te verschillen van een bekostigde school.

      • ” eige “
        De helft van het examen is wel “eige” (toch)
        En dat riekt vaak naar fraude en vooral fraude-uitlokkend.

        En in het onderwijs wordt dit veelal en vaak geinterpreteerd als fraude-dwingend.

        (” de anderen doen het toch ook” , ” de politiek wil het” , ” het Nederlandse onderwijs is toch prima” )

        • Heeft niets met particulier te maken
          Ik begrijp dat die “eigen helft” riekt naar fraude. De suggestie van Havist was echter dat dat exclusief voor particuliere scholen zou gelden. Ik weet ook dat bij de particuliere scholen de verschillen tussen schoolexamen en centraal schriftelijk het grootst zijn, maar die verschillen komen in alle onderwijsvormen voor.

      • Verschil
        Er wordt verwezen naar de informatie dat er vaak verschillen tussen cijfers van het schoolexamen en het centraal schriftelijk zijn, maar dat deze verschillen op de particuliere scholen het grootst zijn.

        Voor mij is dit overigens nog geen uitgemaakte zaak, want er worden in vele gevallen echt andere zaken getoetst op het schoolexamen dan op het CS.

  4. Canon van de woordenschat
    Goede uitzending, waarin Verbrugge het best uit de verf kwam.

    Wat ik nooit snap is het volgende.
    Iedereen klaagt voortdurend over de geringe woordenschat van onze leerlingen. Ik ook. En terecht.
    Maar waarom maken leraren Nederlands niet gewoon een lijst met een paar duizend normale woorden (afhankelijk van het schooltype) die elke leerling moet leren? Een canon van de woordenschat dus, met uiteraard ook een berg gangbare uitdrukkingen.
    Bij Frans en Engels moet je toch ook woordjes leren?

    Ik heb er op mijn school wel eens naar gevraagd. Ze doen daar inderdaad vrijwel niets aan.
    De gemiddelde leerling heeft het niet zo druk met zijn schoolwerk (zwaar understatement), dus dat kan er best wel bij.

    • De lijst van Cohen
      Tot mijn verbijstering is Amserdam een paar maanden geleden met een dergelijke lijst voor het basisonderwijs gekomen. Argument: de docenten wisten niet wat voor woorden de kinderen in welke groepen eigenlijk moesten kennen.
      Je begrijpt: de verbijstering was niet zozeer om het feit dat die lijst er kennelijk (nu) is, maar om het feit dat dat niet al 40 jaar geleden bekend was. Als je als school aan taal doet, dan toch ook aan woordenschat, dan wil je toch weten hoe ver de kinderen zijn? Wellicht heerst ook hier de religie dat kinderen dat allemaal wel vanzelf leren. Onbegrijpelijk, vooral in Amsterdam, waar het merendeel van de kinderen thuis onvoldoende Nederlands te horen krijgen.

      • De lijst bevat allemaal
        De lijst bevat allemaal woorden die men 40 jaar geleden blijkbaar wel op een natuurlijke manier leerde. Ik kan mij niet herinneren dat ik voor nederlands op de basisschool actief woordjes heb geleerd. Misschien is het dan toch de manier waarop. Hierover een annekdote. Ik was met mijn kids in de dierenboerderij toen een meisje mij vroeg wat de uitdrukking “met de kippen op stok gaan” betekende. Zij was met school een tijdje in diezelfde dierenboerderij. Mijn antwoord: “dat betekent dat je vroeg naar bed gaat”, schreef ze dankbaar op. Deze werkvorm doet de uitdrukking natuurlijk beter beklijven, omdat het ingroepsverband en in context wordt geleerd. De kippen pikten immers lustig naar graantjes in hun hok. Wat later kwam ze bij me terug. Ik had het verkeerd voorgezegd volgens de juf. Het betekent gewoon “naar bed gaan” corrigeerde zij mij. Als je iets aan iemand anders uitlegt dan onthoud je het nog beter.

      • lagere school
        Ik heb nog een schrift van de lagere school, met plaatjes van uitdrukkingen en gezegdes. Elke week een plaatje, en wij moesten dan bedenken/er bij opschrijven welk gezegde bij het plaatje hoorde.

        Helaas betrapte ik mezelf vandaag toch ook nog op ’n taalfoutje 🙁

      • Van mijn lagere school
        Van mijn lagere school herinner ik mij dat we spreekwoorden leerden. De meester vertelde een verhaaltje, waarin het spreekwoord vrijwel letterlijk naar voren kwam. De kuil werd daadwerkelijk gegraven. Of er ook een verband werd gelegd met de overdrachtelijke betekenis weet ik niet meer.

        Op mijn middelbare school leerden we, in ieder geval in de eerste twee klassen, “moeilijke” woorden. We moesten die in ons schrift schrijven, met de gedicteerde betekenis erachter. En leren uiteraard.

  5. spreekwoorden
    Wij hadden een schrijfschrift waarin je zo netjes mogelijk tien keer “de appel valt niet ver van de boom” en dergelijke over moest schrijven. Op elke pagina een nieuw spreekwoord. Ik ga er vanuit dat we het dan ook over de betekenis van het betreffende spreekwoord hadden, maar dat weet ik niet zeker meer. We hebben het hier over de jaren ’80.

Reacties zijn gesloten.