Ik citeer uit een bericht over de integratie van buitenlanders in Duitsland.
‘Ik denk dat het Duitse onderwijssysteem adequater is: scholieren in lagere vakopleidingen leren een echt ambacht. Ze gaan ook als gezel in de leer. Terug naar de ambachtsschool dus.’
komt uit Elsevier
Kijk hier in Elsevier
Duitsland
Wij hebben de afgelopen decenia de jonge mensen in de steek gelaten door ze voor te spiegelen dat een ‘witteboordenbaan’ het beste was wat je na kon streven. Een minachting voor het handwerkberoep. We plukken nu de zure vruchten. Inderdaad ga je in Duitsland vaak als leerling naar een bedrijf om te beginnen met je werkzame leven en één dag in de week naar school . Daar leer je dat je nog iets moet leren. Op het MBO komt menig ‘student’ binnen om de leraar te vertellen dat hij blij moet zijn dat hij (de leerling) überhaupt komt, anders zou hij (de leraar) geen werk hebben. Wij creeeren dure opleidingen van 3 of zelfs 4 jaar, veel management, veel open leer centrum, veel theorie, veel uitval, veel verveling enz.In Alkmaar is er nu een opleiding tot sportvisser, maak van je hobby je beroep staat op de folder. Een stewardessopleiding bij een ROC duurt vier jaar, onbegrijpelijk! Wat kost dat allemaal, die ouders betalen soms bijna 250 euro in de maand aan reiskosten om hun kinderen urenlang in een openleercentrum te laten zitten met vage opdrachten onder leiding van een docent die 60 studenten in de gaten moet houden. . Ze vervelen zich vaak kapot die jonge mensen.
Maar, wat komen ze anders terug als ze stage gelopen hebben. Dan zijn het andere mensen die weten dat ze nog veel moeten leren. Ze vinden het dan niet zo leuk dat ze weer een half jaar in de schoolbanken moeten, maar zijn wel meer gemotiveerd. Het ligt echt niet aan de jonge mensen, meer aan het systeem wat wij gecreeerd hebben en waar we heel veel geld voor betalen.
voorstel voor een ‘kwaliteitsimpuls”.
De onderwijsmanagers in Nederland zoeken alleen maar naar middelen om het eigenlijke lesgeven zo goedkoop mogelijk te maken. Binnende organisatie is dat een gezond economisch standpunt. Er is immers geen externe eindproductcontrole en de scholen zorgen ervoor dat ze elkaar niet beconcurreren. Bij veel opleidingen had je vroeger aan het eind van een opleiding een afsluitend examen met externe examinatoren of gecommitteerdeden. De overheid zou voor een echte ‘kwaliteitsimpuls” (een woord uit het vocabulaire van de andere kant) zorgen als zij dat weer invoerde. Dan veranderen immers ook de prioriteiten binnen de onderwijsorganisatie.
Seger Weehuizen