Rekenkamer: raden van toezicht niet te controleren

Na de ellende met woningbouwverenigingen en zorggiganten, begint het er op te lijken dat ook bestuurlijk Nederland wakker wordt en zich realiseert dat niemand de raden van toezicht controleert.
De rekenkamer heeft hierover een rapport geschreven en dat wordt in Elsevier besproken.

Een citaat uit Elsevier:
Het rapport bevat daarom vooral tips voor het opstellen van een goed jaarverslag. Het gebruikelijke diepgraven blijft nog even uit. Gezien de oogst aan leemten in de verslagen mag dat niet te lang wachten. Want de toezichthouder zelf kent geen toezichthouder, en als die het zelf niet goed doet kan niemand ingrijpen.

Een citaat uit het document van de rekenkamer:
Een tweede algemeen punt dat uit onze analyse naar voren kwam, is dat raden van toezicht in het onderwijs, vooral in de sector beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bve), zich in het verslag op een aantal punten minder goed verantwoorden dan de raden van toezicht van zorginstellingen en zelfstandige bestuursorganen. Dit geldt vooral voor verslaggeving over goedkeuring van de jaarrekening en het jaarverslag, samenstelling raad van toezicht (informatie over hoofd- en/of nevenfuncties, deskundigheidsgebied, datum eerste benoeming, benoemingstermijn) en over bezoldiging van de raad van toezicht. Een mogelijke verklaring voor de betere verantwoording van zorginstellingen is dat zij sinds dit jaar (verslag 2007) hun verslaglegging opbouwen volgens het model Jaardocument Zorg, zoals verplicht in de Wet toelating zorginstellingen (wtzi).

De RvT’s van het onderwijs (mn MBO’s) verantwoorden zich nog slechter dan die van de zorginstellingen. Gezien de ellende dáár (Ijsselmeerziekenhuizen, Philedelphia en nu laatst weer die moloch Meavita waar Chavannes over schrijft), er ontbreekt elke effectieve controle, staat het onderwijs nog wel wat te wachten

Bijlage: het rekenkamer rapport (incl bijlage)