Homo geworden?

Ik was nog een basisschoolkind toen het me voor het eerst opviel. ‘Mama, ze zingen ‘homo” fluisterde ik met het schaamrood op de kaken tegen mijn moeder. Die reageerde met een ‘Ssst!.. ‘, want tijdens de kerkdienst mag je niet praten. Toch was mijn interesse gewekt. De beginregel van de geloofsbelijdenis was ‘Credo in unum Deum’ en de eerste zin van de tekst ernaast was ‘Ik geloof in één God’. De conclusie was gauw getrokken: dat moest een vertaling zijn, want ‘in’ zou vast ‘in’ betekenen, ‘unum’ ongetwijfeld ‘één’, enzovoorts. Alleen ‘ik’ leek vergeten in de oorspronkelijke tekst.

In 1984 kreeg ik voor het eerst Latijn op school. Vanaf dat moment werd het een sport om tijdens preken over bijvoorbeeld de nieuwe bestemming van de pastorie (sáááái!) de Nederlandse vertalingen met de hand af te dekken en dan te proberen zelf het Latijn te vertalen. In mijn voetbalelftal vertelde ik liever maar niet over dit soort eigenzinnigheden, want ik had zo het vermoeden dat dit niet erg goed zou vallen.

Natuurlijk wist iedereen wel dat ik gymnasium deed en ik kreeg vaak negatieve reacties: ‘Wat is de overeenkomst tussen de Grieken en de Romeinen? Ze zijn allemaal dood!’. Ja, grappig, en zo’n mop werd dan gevolgd door de opmerking dat het toch geen zin had om Grieks of Latijn te leren. Op dat moment was bij mij toen echter al een liefde voor de Romaanse talen geboren. In atlassen en encyclopedieën speurde ik naar het voorkomen van deze talen. Bij het bekijken van de kaart van de verspreiding van het Spaans bedacht ik me dat kennis van het Spaans de sleutel zou zijn tot een heel werelddeel. En hoe moeilijk kon dat Spaans nu werkelijk zijn? Julio Iglesias had in die tijd een liedje ‘Soy un truhán, soy un señor’. ‘Soy un señor’: señor is een woord dat ook in Nederland erg bekend is. Un is gemakkelijk te raden. Blijft over soy en zou dat niet hetzelfde zijn als suis dat we toen al geleerd hadden bij Frans? Het klónk in ieder geval hetzelfde! Het ontbrekende persoonlijk voornaamwoord was allang geen raadsel meer, want de Romeinen deden ook niet aan persoonlijke voornaamwoorden (‘Credo in unum Deum‘, zie je hier ergens een persoonlijk voornaamwoord?). De vertaling van ‘Soy un señor’ zou dus hoogstwaarschijnlijk ‘Ik ben een heer’ zijn. Dit klopt ook, weet ik nu.

In 1993 liep ik stage in Frankrijk, in 1997 deed ik een afstudeeropdracht in Nicaragua. Het was pijnlijk om twee maanden geleden te horen dat ik waarschijnlijk niet als promovendus aan de Universidade do Minho in Portugal mag starten. Toch vond ik het leren van Portugees, waar ik december vorig jaar mee begon, heerlijk om te doen.

Extern adviseur van het BON-bestuur is voormalig voorzitter van de Vrienden van het Gymnasium Louk Vencken. Ik zie het als een voorrecht dat ik met de heer Vencken kennis mocht maken. Ik vind het gymnasium nog steeds helemaal niet duf of sullig en het leren van Grieks, Latijn of beide heeft in mijn ogen beslist zin. Soms denk ik echter dat het vechten tegen de bierkaai is. Op zaterdag 7 juni 2008 stond in NRC Handelsblad een artikel genaamd ”Met zwakke prestaties in klassieke talen heeft het gymnasium geen bestaansrecht meer“. Strekking van het verhaal is dat het gymnasium nog steeds populair is, maar dat dit niet geldt voor de vakken Grieks en Latijn. Men kan zich zodoende afvragen of hier geen sprake is van een oneigenlijk gebruik van deze schoolsoort. Misbruikt een bepaalde groep ouders het gymnasium om hun kroost af te zonderen van kinderen uit minder gegoede kringen?

Dat kennis van de klassieke talen niet door iedereen gewaardeerd wordt, blijkt ook uit het weblog van Fadoua Oilad van 28 oktober 2007. ‘Een vrouw die Latijn kent, vindt nooit een man en komt slecht terecht‘, schrijft Oilad. Hoewel zij dit onderwerp in deze bijdrage presenteert als een specifiek gender-issue, wordt hier opnieuw duidelijk dat het leren van Latijn bij sommigen weerstand oproept. Woorden schieten te kort om aan te geven hoe jammer ik dit vind.

Tenslotte: wat gebeurde er met mijn verwondering over die toch wel aparte zin uit het Credo? Onze docent klassieke talen leerde ons dat het Latijnse homo iets anders betekent dan het Griekse homo. Het Griekse homo komt van een woord dat gelijk betekent. Een homoseksueel is iemand die erotische gevoelens heeft voor iemand van hetzelfde geslacht. In die zin uit onze geloofsbelijdenis wordt hierop echter niet gezinspeeld. ‘Et homo factus est’ betekent geenszins dat Christus homoseksueel is geworden. Het Latijnse homo betekent mens: Christus is mens geworden..

2 Reacties

  1. Tmesis in Gym+ en Atheneum+
    Een dochter van mij is als gevolg van een verhuizing van een brede scholengemeenschap terecht gekomen op een zelfstandig Gymnasium. Zij merkte onmiddellijk dat voor alle vakken aan de leerlingen hogere eisen gesteld werden dan aan de leerlingen op de Gymnasiumklas van de school waar zij vandaan kwam. Gelukkig wist zij dat te appreciëren. Er is dus wel degelijk vraag naar VWO-scholen die voor alle vakken diepgang aanbieden en hoge eisen stellen. Omdat er een groot tekort is aan leraren klassieke talen is het dringend gewenst dat er “moeilijke” zelfstandige VWO-scholen komen voor leerlingen die wel aan hoge eisen willen voldoen maar het leren van klassieke talen niet zien zitten. Ik vrees echter dat zulke scholen er niet zullen komen en de Zelfstandige Gymnasia de last van onvoldoende in klassieke talen geïnteresseerde leerlingen zullen moeten blijven dragen.
    De vakken Latijn en Grieks zijn door de Gymnasiumhaters steeds verder uitgekleed. Als je voor elke regel Latijn die je vertaalt gemiddeld 3 aantekeningen moet gebruiken verdwijnt het plezier van vertalen en leer je er nog maar weinig van. De eisen voor Latijn en Grieks moeten dus flink omhoog en Gymnasia met een numerus clausus moeten leerlingen die onvoldoende op het gebied van klassieke talen presteren van school verwijderen. Latijn en Grieks op een zelfstandig Gymnasium verwaarlozen is op zichzelf al oneigenlijk gebruik van deze schoolsoort.
    Om het leren van L&G op te leuken start men al vroeg met verhaaltjes in die talen. Dat maakt het echter moeilijk om die talen overzichtelijk en systematisch aan te leren en zelf ontdekken is in de mode. Veel didaktici denken dat alle leerlingen het vervelend vinden om een stuk grammatica onder de knie te krijgen door het vertalen van onderling inhoudelijk niet met elkaar in verband staande zinnetjes gewijd aan dat stuk grammatica. Het is echter net puzzelen.
    Seger Weehuizen

  2. Het feit dat zelfstandige
    Het feit dat zelfstandige gymnasia zo populair zijn heeft denk ik met name te maken dat dit vaak relatief kleine scholen zijn. Omdat ook docenten daar graag op werken kunnen ze de besten kiezen bij sollicitaties, wat de kwaliteit van de school ook versterkt.

    Zelf heb ik (als beta) tot 4 VWO Latijn geleerd. Absoluut een verrijking, de verhalen voor je culturele ontwikkeling en de grammatica en woordenschat zijn absoluut een voordeel bij andere talen. Als puber niet zo gezien natuurlijk maar met terugwerkende kracht is mijn waardering voor klassieke talen enorm toegenomen.

Reacties zijn gesloten.