Harry Gankema

Maak kennis met de ideeën van Gankema, iemand die zijn sporen in het onderwijs ruimschoots verdiend heeft.

Gankema werkt als adviseur bij de KPC-groep; voordien werkte hij in het bedrijfsleven.

Hij is de ontwerper van de middelbare school Slash 21 (inmiddels ter ziele) en de basisschool Wittering.nl.
Beide scholen vertegenwoordigen zeer extreme varianten van ‘Het Nieuwe Leren’.
Onlangs waren dan ook zeer lovende woorden van de Onderwijsinspectie voor Wittering.nl.
*Hier* lezen we: “De nieuwe basisschool Wittering.nl in Rosmalen laat kinderen “intuïtief leren’. Ze moeten teamspelers leren worden.”

Sinds een aantal jaren werkt Gankema aan de verbouwing van het MBO.
Zo heeft hij het begrip “Just-in-Time and in-case ondersteuning in kennis en vaardigheden” ingevoerd, ideaal bij projectmatig onderwijs.

Hij heeft ook een leertheorie op zijn naam staan: het ‘brainbased cognitie model’.
John van Dongen (ook KPC groep) vertelt er *hier* over.

Hij ziet het als een voordeel dat hij uit het bedrijfsleven komt, want onderwijsvernieuwingen kun je echt niet overlaten aan docenten. Hiervoor haalt hij o.a. Minzberg aan, zie *Professioneel of Professional* :

  • Zal een Stoomspoorwegmaaatschappij de overstap op elektronisch transport maken als de stoker een dominante plaats heeft in het managementteam ?
  • Om te vernieuwen zijn list, geduld en bedrog nodig.

De KPC Groep steunt hem hierin, zie *Nieuw Onderwijs*
Om de ideeen kracht bij te zetten wordt Thijs Chanowski (maker van de fabeltjeskrant) erbijgesleept:

  • Het is onwaarschijnlijk dat mensen uit het onderwijs in staat zijn het onderwijs revolutionair te vernieuwen.
  • We leven in een overgangsperiode; de periode van de boekdrukkunst is twintig jaar geleden afgesloten met de introductie van de pc.
  • Als leerdoelen door docent en leerling samen worden vastgesteld, die aansluiten bij de belevingswereld en capaciteiten van de leerling, dan is de essentie dat het eindresultaat niet meer te vergelijken is met een ander. De consequentie is dan dat de verantwoordelijkheid voor ‘slagen’ niet meer bij de leerling thuishoort, maar dat het begrip ‘onvoldoende’ slaat op de prestaties van de leerkracht.

We weten al langer hoe de KPC Groep denkt over docenten, die niet slaafs de door hun gewenste richting ingaan.

Gankema:

  • We moeten het onderwijs opnieuw uitvinden, herontwerpen. Anders nemen we in nieuwe oplossingen oude problemen mee.
  • De leerlingen van Wittering.nl gaan zelf op zoek naar antwoorden op hun intrinsieke vragen. De informatie die de kinderen vinden wordt door hen beoordeeld in het licht van de vraag; er treedt automatisch reflectie op. Deze reflectie van kinderen, die in het huidig onderwijs vaak ontbreekt, leidt juist tot leren. Inzicht geeft een fundament om ook feitenkennis gemakkelijk te leren. Kernconcepten vormen de basis van het leermodel van Wittering.nl. Dit zijn fundamentele begrippen waarmee de leerling zichzelf en zijn omgeving leert ordenen en begrijpen.

Gankema heeft heel originele meningen over taal en kent een aversie tegen boeken. Op de eerder genoemde *Powerpoint* schrijft hij (blz 23 in alarmerend groot lettertype):
“De boekdrukkunst heeft flink bijgedragen aan niveau-verschillen tussen leerlingen.”

Na 500 jaar komt dat dan toch naar buiten.

Nadat Hans van Aalst (ook KPC groep) boeken al bekritiseerd heeft lezen we *hier*:
Harry Gankema kan zich volledig vinden in de woorden van Van Aalst. Zelf predikt hij het adagium dat er vanaf de uitvinding van de boekdrukkunst iets misging met het leren. Gankema, geestelijk vader van het onderwijsconcept Slash 21, gaat als schoolontwerper een stap verder dan de huidige vernieuwers. Bij hem staat kennis noch kind, doch inzichtontwikkeling centraal. De verwezenlijking van het laatste vraagt om een omslag in het curriculum en de begeleiding door volwassenen.
Je moet het concept ‘school’ eerst ontdoen van al z’n franje en vervolgens opnieuw ontwerpen aan de hand van vier dimensies: tijd, ruimte, expertsystemen en inhoud. In de traditionele situatie is het lesrooster bepalend voor de dimensie tijd, het klaslokaal voor de ruimte, de leraar voor het expertsysteem en het lesboek voor de inhoud. Laat je deze invulling echter los, dan ontstaat er een scala van nieuwe mogelijkheden.

*Hier* vertelt Gankema over Gestalten:
” Een Gestalt is het minimale om te snappen waar het over gaat. Zodra je een Gestalt hebt weet je wat je nog niet weet. Bij constructivistisch leren worden deze Gestalten gevormd. De leerling construeert zijn eigen kennis, een activiteit van de leerling zelf. Hij past aangeboden kennis in bij al aanwezig kennis. Omdat Gestalten opgeslagen worden in non-verbale delen in de hersenen, is taal weinig geschikt voor het overbrengen van deze kennis. Beeldmateriaal werkt veel sterker. Daarom juist zou een elektronische leeromgeving zo nuttig kunnen zijn. Uit het hoofd leren van formules en definities levert schijnkennis die niet gebruikt kan worden.”

In *De nieuwe basisschool* schrijft Gankema:

  • Waar we voor moeten oppassen is dat we bij deze onderwijsvernieuwing weer starten bij de docent. “Dat gebeurt veel te vaak. Je zegt toch ook niet tegen een drogist die een nieuw parfum introduceert: ‘hoe zullen de verkoopsters het vinden?’ Maar: ‘hoe vindt de klant het?’ Zo moeten we bij de nieuwe basisschool vooral kijken wat de leerling ervan vindt.
  • Als je het constructivisme onderschrijft en beseft dat het leren vanuit het kind plaatsvindt, is de interactie tussen leerling en leerkracht niet het belangrijkst.

En *hier* schrijft Gankema dat onderwijsvernieuwers nog te veel vast zitten in oude patronen. “Die hebben misschien nog wel het meeste last van hun eigen denkmodellen en concepten. Neem bijvoorbeeld authentiek leren. Als je écht authentiek wilt laten leren, dat moet je niet proberen de werkelijkheid in categorieën in te delen want de authentieke werkelijkheid is oneindig veel gevarieerder.”

Voor onderwijsverniewing gebruikt Gankema de term ‘Business proces redesign’, naar analogie van innovatie in het bedrijfsleven. Scholen moeten van scratch opnieuw ontworpen worden. Zo kunnen systeemfouten eruit gehaald worden.
*Hier*: “Vergeet elke vanzelfsprekendheid. De klant is in feite de enige vanzelfsprekendheid die je hebt.”

Zijn inbreng vanuit het bedrijfsleven blijkt ook *hier*:
“De motivatie van mensen hangt samen met basale prikkels rond kill, eat, mate, flight (reptielenhersenen). Zoogdier de mens is tot zijn twaalfde intern gemotiveerd.
De PR en Marketingwereld heeft dit alles al lang ontdekt. Zij werken met attention-interest-desire-action.”

Nog een aantal uitspraken van Gankema:

  • Kinderen wordt op school de vrijheid van zintuigen en hersenen ontnomen.
  • In een school als Slash/21 is het onderwijs in de moderne vreemde talen van drie jaar terug gebracht naar twee maanden door het principe van tijdsintensieve inslijping te gebruiken.
  • Er hebben zich de laatste jaren forse doorbraken voorgedaan op het terrein van de leerpsychologie. In het bijzonder het constructivisme heeft het verschil tussen authentiek leren en het schoolse leren aan het licht gebracht. Dat heeft er toe geleid dat anders wordt aangekeken tegen de school: in plaats van ‘instituut voor kennisoverdracht’ is school nu een ‘plaats waar leerlingen gefaciliteerd worden te leren’.
  • Leren in welke vorm dan ook komt alleen tot stand als er sprake is van een persoon met een leervraag.
  • Neurale kennis verschilt wezenlijk van geformaliseerde kennis.
  • De omslag naar competentiegericht onderwijs impliceert een wezenlijk andere benadering van wat kennis is.
  • Sinds de uitvinding van de boekdrukkunst bestaat het misverstand dat wat je aan kennis communiceert ook de kennis is die je bij de toepassing gebruikt.
  • In de neuropsychologie wordt leren opgevat als: ‘een neurale aanpassing van de hersenen op een betekenisvolle ervaring’. Het begrip ‘betekenisvol’ wordt intrinsiek bepaald door het cognitieve systeem van de lerende. De beleving er van kan extern worden gemanipuleerd, niet worden opgelegd. De aard van de betekenisgeving en dus het kenmerk van de neurale aanpassing wordt zelfs door het individu niet op bewust niveau beleefd, laat staan dat een extern persoon daar invloed op kan hebben.
  • Er zijn vier stadia van bewustzijn: het fysiologische zijn, het gevoelde zijn, het verwoorde zijn en het maatschappelijke zijn. Het onderwijs is te talig. Er is te weinig aandacht voor het tweede stadium: de gevoelde betekenis. Einstein wist al wat de relativiteitstheorie betekende voordat hij het precies kon vertellen. Intelligentie verstilt in het onbewuste.
  • Een school moet tegenwoordig niet alleen kennis overdragen, maar moet nu ook een resultaat in de hersens van het kind bereiken. Dit bereik je met zintuiglijke ervaringsoverdracht, met ICT, drama, gaming, modellen, simulaties. Het gelijktijdig werken aan niet talig begrip en talige communicatie over dat begrip is een noodlottig leerproces voor alle dyslectici, veel hoogbegaafden en de meeste jongens.
  • Inzicht is iets dat je zelf opbouwt, terwijl kennis vaak iets is wat een ander je aanreikt. De school is er om de leerlingen zelfinzichten te doen ontwikkelen. De school als manager van problemen, contexten en uitdagingen, maar niet van voorgedefinieerde kennis.

KPC hartstikke bedankt. Zodra de bankencrisis verwerkt is kunnen we misschien weer tientallen miljarden vrijmaken om dan de inmiddels noodzakelijke onderwijssanering aan te pakken.

7 Reacties

  1. Het belang van Gankema
    Er wordt hier wel veel werk van die Gankema gemaakt! Vroeger werd zo iemand nog wel eens dringend aangeraden om een tijdje rust te nemen in een bosrijke omgeving.
    Is deze man een bedreiging (voor anderen dan zichzelf, bedoel ik)? Wat is dat KPC eigenlijk (Katholiek Pedagogisch Centrum?) en hoe ver gaat hun invloed?

    • KPC (en CPS APS)
      KPC is een van de drie grote pedagogische (studie)centra in Nederland.
      Deze drie centra hebben samen het gehele basisonderwijs onder de hoede. Dus: groot, veel invloed, veel geld, veel vernieuwingsdrang. Omdat er een aantal jaren geleden marktwerking is ingevoerd: de scholen hebben geld dat ze moe(s)ten besteden aan ondersteuning. In het verleden krege ndie instituten geld en verxzorgden daarvoor voor scholen goedkope of gratis ondersteuning. Nu ligt het geld dus bij de scholen en die drie centra moeten dus zo veel mogelijk verkopen.

      Basisscholen zijn pas sinds kort aan een lump sum, daarvoor hadden ze scholingsgelden en die waren gelabeld: dat moest aan scholing besteed worden. Hoe het nu is, weet ik niet. Scholing staat wel in de CAO’s, maar of dat ook financieel gelabeld is, weet ik niet.

    • En niet alleen van Gankema
      De wittering is te bezoeken. Toegangsticket kost 50 euro per persoon, voor groepen van 6 tot 12 personen is er een groepsprijs van 400 euro. De directeur komt op vraag uw studiedag een kleurtje geven voor een eurootje of 700 en op aanvraag is er de mogelijkheid om een “workshop”te verzorgen voor de dumpingprijs van 500 euro.
      Wat moeten we hiervan denken. Krijgt de school niet genoeg subsidies? Is de directeur een winkeltje “onderwijsvernieuwing” begonnen? Al bij al, Jomanda en andere zweefliegers zijn goedkoper.
      Enfin, geinteresseerden kunnen de tarieven en mogelijkheden vinden op www.wittering.nl
      Heeft Dijksma ook entreegeld moeten betalen? Het lijkt wel de kermis van vroeger, moest je ook betalen voor “de vrouw met de vijf borsten” of “het kind met de twee hoofden”.

      • In Almere op de Klaverweide was er iets dergelijks
        Rondleidingen verzorgd door leerlingen zelfs. Gratis krachten. Alles was geweldig, maar met lezen was er plotseling een achterstand van een jaar of zo.

        Grootste probleem van het “tiem” hoe verkopen we dit aan de ouders

  2. Spijt
    Tjonge wat heb ik een spijt dat ik dit weer net voor het slapen gaan gelezen heb.
    Mijn nachtmerrie heet vandaag Gankema.
    Welterusten

  3. Een hetze tegen het boek :
    Een hetze tegen het boek : gewoon een barbaar.
    Het geschreven woord is niet alleen ons verleden, maar ook basis van vooruitgang (toekomst).

  4. Ora et labora
    Kinderen leren vanuit hun intrinsieke behoeften zoals volwassenen werken vanuit hun intrinsieke behoeften? Of is daar toch een zekere sociale en maatschappelijke noodzaak in het spel?
    Harry heeft wel meer moois geproduceerd. Op de site van het KPC staat de volgende onbegrijpelijke loftuiting op het KPC: “Dat geeft ons een voorsprong op puur zakelijke en meer ‘zachte’ dienstverleners, die we ten allen tijde moeten bevechten en koesteren.”
    Hahnemann, van de eindeloos verdunde homeopathen, kon er ook wat van; en die heeft ook onbegrijpelijk veel navolgers en adepten.

Reacties zijn gesloten.