Tips voor leerkrachten: de Mac Burger

Op mijn bureau lag vanmiddag tussen een enorme berg nog af te handelen werk een nieuw stukje leesvoer. Het betrof hier een aantal blaadjes met tips over hoe om te gaan met autistische leerlingen. Op het eerste blad viel direct een onderstreepte regel in het oog: de docent moet zich aan de leerling aanpassen. Nu krijg ik de indruk dat ik mij al dertig jaar lang aan de leerling aanpas, en dat van enige aanpassing andersom steeds minder sprake is, maar blijkbaar kan er nog een schepje bovenop.
Waar een leerling vroeger kon kiezen uit een keur van onderwijstypes, afgestemd op en ingericht voor diens capaciteiten, worden nu alle leerlingen al weer geruime tijd in enkele grote pedagogisch verantwoorde en didactisch onderbouwde gehaktmolens gegooid, waar na enige jaren moeizaam draaien een grauwe doorsnee McDonalds-weghapmassa uit komt. De Mac Burger, klaar voor de consumptiemaatschappij, is geboren. De docent is degene die aan de zwengel mag slingeren, onder toeziend oog van schoolbesturen die het liefst een zo groot mogelijke productie zien.

Het is natuurlijk heel lief dat deskundigen op het gebied van bijvoorbeeld autisme met ons meedenken, maar de adviezen die zij ons opleggen zijn met de beste wil van de wereld niet in de dagelijkse schoolpraktijk te verwezenlijken; de steeds doormalende gehaktmolen laat daar gewoon geen ruimte toe. Het aangeboden vlees is tè divers van smaak en kwaliteit om daar nog met de beschikbare bescheiden middelen nog een stukje haute cuisine van te maken.

Zo heb ik hier in een reguliere MBO-klas leerlingen die dus lijden aan dyslexie, dyscalculie, zelfmutilatie, borderline, autisme, Gilles de la Tourette, epilepsie, ADHD , suïcidale neigingen, ongecontroleerde woedeaanvallen en tussen al deze te beklagen wezens zitten dan ook nog enkele leerlingen waarvan je er vroeger standaard een klas vol had, de ‘normale’ leerling zeg maar, die tegenwoordig langzamerhand een abnormaal verschijnsel dreigt te worden. Tussen alle uitingen van genoemde ziektebeelden door wordt de docent geacht ook nog iets van lesstof aan de leerlingen bij te brengen.

Ik citeer even wat stukjes : “De schoolse vaardigheden komen op de tweede plaats —-beperk groepsactiviteiten en samenwerking ( Daar kan ik me trouwens wel in vinden )—maak in het klaslokaal een ruimte voor werken en een ruimte voor spelen ( ….. ) —ondersteun de stappen van een opdracht met zelfinstructiekaartjes —leer wachten op bijvoorbeeld een wachtkruk aan — zo min mogelijk overdrachtelijk taalgebruik en ook geen uitdrukkingen of spreekwoorden — houd toezicht tijdens de pauzes — luisteren en tegelijk aantekeningen maken is te complex — geef de leerling een prikkelarme werkplaats, eventueel een tafel met zijschotten en koptelefoon”

Ik zie mijn geest al dwalen: een lokaal vol tafels met zijschotten en koptelefoons, hier en daar een speelplaats en een wachtkruk waarop een leerling met zelfinstructiekaartjes in de weer is. En, hééél sporadisch, een enkele leerling die nog gewoon z’n werk probeert te doen, namelijk iets leren. En voor die klas een docent die zijn dolgeworden kop tegen de muur staat te bonzen…..

Hoe failliet kan het huidige onderwijs verder nog raken….. ik wil graag probleemkinderen helpen, hen begeleiden naar een diploma, want elk probleemkind is op zijn manier een stukje haute-cuisine en een Michelin-ster waard. Ik wil er voor zorgen dat ze hun plekje in de maatschappij kunnen vinden. Ik weet alleen niet meer hoe.

2 Reacties

  1. Zeer herkenbaar
    Wat een herkenbaar verhaal Rein Bijlsma. Alsof je de mogelijkheden hebt om voor iedere leerling een aparte instructie én een aparte werkvorm aan te bieden (ongestructureerd en zelfstandig, op basis van eigen vragen omdat het moet van de directie, gestructureerd omdat het moet van de autisme-deskundige) veel leeswerk (=zelfstandig) omdat het moet van de methode en het management, versus weinig leeswerk vanwege de dyslexiejuf. Ga zo maar voort.

    Natuurlijk hebben we al die goedbedoelde adviezen ergens in ons achterhoofd, maar het is wederom de maakbaarheidsillusie die hier parten speelt.

  2. De mens past zich aan
    Dat een leraar zich aanpast aan zijn (al of niet autistische) leerling is toch logisch? Straks, wanneer die leerling een aangepast diploma heeft (ik hoop toch wel dat eventuele dyslexie daar netjes op staat aangegeven), dan krijgt hij werk bij een werkgever die zich ook de hele dag door aan hem aanpast. Merkt u dat zelf dan niet, mijnheer Bijlsma, hoe uw werkgever zich continu aan u aanpast? Nou dan! Mijn verpleegster spoot me laatst een tienmaal zo grote dosis in als de dokter bedoeld had. Sorry, dyscalculie. Ik heb me meteen aangepast (heb nu uitslag over mijn hele lichaam).

Reacties zijn gesloten.