NRC vandaag : mw Bronneman, vanuit haar beschermde positie (Sociaal Cultureel Planbureau) over Dijsselbloem :
kijk, dit is nou typisch nederlands-valt-wel-mee polderen ;
=========================================
NRC artikel : ‘Leraren moeten niet zeuren’
SCP-onderzoeker: rapport-Dijsselbloem kijkt te veel naar politiek
Gepubliceerd: 14 juni 2008 09:34 | Gewijzigd: 14 juni 2008 09:53
Door onze redacteur Japke-d. Bouma
Den Haag, 14 juni. Volgende week spreekt de Tweede Kamer met het kabinet over Dijsselbloem en onderwijsvernieuwing. „De commissie wilde een stevig standpunt.”
Toen Ria Bronneman voor het eerst de conclusies van de parlementaire onderzoekscommissie Dijsselbloem onder ogen kreeg dacht ze „nou nou, dat is wel heel heftig”.
Bronneman is onderzoeker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau en in opdracht van de commissie Dijsselbloem schreef ze een van de vijf onderliggende studies op grond waarvan de commissie haar conclusies getrokken heeft over de onderwijsvernieuwing van de afgelopen twintig jaar. De hoofdconclusie was dat „de overheid haar kerntaak, het zekerstellen van de kwaliteit van het onderwijs, de afgelopen jaren ernstig heeft verwaarloosd”. „Die vond ik wel erg stevig”, zegt Bronneman.
Té stevig?
„Het rapport van de commissie Dijsselbloem is een degelijk rapport geworden. Maar er wordt wel erg veel nadruk gelegd op de rol van de politiek. De commissie vertelt daarmee niet het hele verhaal. Er is in het rapport onvoldoende aandacht voor de omstandigheden waarin het beleid tot stand is gekomen. De commissie had kennelijk behoefte aan een stevig standpunt.”
De commissie heeft de politiek te zwartgemaakt?
„Nee, de conclusies over de politiek kloppen, al zijn ze dus wat stevig. Maar er zijn ook andere oorzaken waardoor het onderwijsbeleid slecht heeft uitgepakt.”
Wat is Dijsselbloem vergeten?
„Er is bijvoorbeeld amper aandacht voor het feit dat de economische omstandigheden begin jaren negentig slecht waren en er bezuinigd moest worden. Dat de motivatieproblemen onder scholieren toenamen, en er dus een andere didactische aanpak noodzakelijk was. Dat het opleidingsniveau van ouders steeg, waarmee ook de kritiek op het onderwijs toenam. Dat door de toegenomen immigratie een nieuwe en moeilijke doelgroep bediend moest worden. Kortom: dat onderwijsvernieuwingen noodzakelijk waren.”
Wat mist u verder in het rapport?
„Het probleem dat de politiek amper meer zicht heeft op wat er in het onderwijs op de werkvloer gebeurt. Het veld heeft zich onvoldoende laten horen.”
Dijsselbloem signaleert ook dat de politiek het zicht op de werkvloer kwijt is.
„Ja, maar hij wijt dat aan het feit dat de organisaties hun achterbannen niet meer goed vertegenwoordigen. Hij beschouwt de leraren en de scholen als slachtoffer van het vernieuwingsbeleid. De leraar moet weer meer centraal komen te staan, zo luidt het credo op dit moment. Dat gebeurt echter niet vanzelf. Leraren moeten niet zeuren, maar zichzelf organiseren. Ze hebben nooit een eigen beroepsvereniging opgericht. Dat zou je ze kwalijk kunnen nemen. Bestuurders, schoolleiders, leraren, leerlingen en ouders zouden meer met elkaar in gesprek moeten gaan. Al was het maar om te voorkomen dat er situaties ontstaan waarin ze als het ware tegen elkaar worden uitgespeeld, denk aan de ‘gratis schoolboeken’ en de ‘urennorm’.”
Denkt u dat de commissie deze factoren bewust genegeerd heeft?
„Ik weet het niet. Ze heeft in ieder geval geen gebruik gemaakt van dat deel van mijn achtergrondstudie waarin ik de maatschappelijke, economische en bestuurlijke context heb geschetst. De commissie heeft teruggeredeneerd vanuit het huidige crisisgevoel over het onderwijs. Er was een heel sterk gevoel van: ‘hoe zijn we in deze ellende beland’. Dat vormde het vertrekpunt. De commissie had echter ook een andere benadering kunnen volgen, door meer reconstruerend te werk gaan. In dat geval wordt er vooruitgekeken met de ogen van de beleidsactoren van destijds. Er is dan meer aandacht voor de context, de oorzaken, het waarom van het gevoerde beleid.”
Waarom heeft de commissie louter teruggekeken?
„Hoe groter de maatschappelijke onrust, hoe meer men geneigd is te kiezen voor de terugkijkende benadering. Bij een reconstruerende benadering loopt men namelijk het risico dat men uitkomt bij een zekere legitimatie van wat er is geschied. Met dergelijke conclusies zou het rapport vermoedelijk zeer kritisch ontvangen zijn.”
Een genuanceerd rapport was kritisch ontvangen?
„Ja. Zo’n negatief oordeel viel bijvoorbeeld in 2004 de commissie Blok ten deel, die had onderzocht waarom dertig jaar integratiebeleid onvoldoende was geslaagd. In dat rapport is volgens de reconstruerende benaderingswijze te werk gegaan. De conclusie was dat de integratie van veel allochtonen geheel of gedeeltelijk geslaagd was. De Tweede Kamer was zeer teleurgesteld. Met het rapport is verder weinig gedaan.”
De commissie Dijsselbloem wilde dat er naar haar geluisterd werd.
„Dat mag ik aannemen. Het rapport heeft tot dusver wel de politieke functie vervuld die ermee werd beoogd. Er is onomstotelijk vastgesteld dat er in de verschillende beleidsprocessen van alles fout is gegaan. De schuldige partijen zijn aangewezen. Er kan een punt worden gezet achter een periode van groeiende maatschappelijke onrust over de onderwijsvernieuwingen uit de jaren negentig. Er kan een nieuwe start worden gemaakt.”
Maar nu zitten we dus met een onvolledig rapport.
„De opdracht aan de commissie was misschien te beperkt. Ik vraag me dan ook af of de aanbevelingen van de commissie wel tot beter beleid zullen leiden, indien er niet tegelijkertijd iets wordt gedaan aan de dieper liggende oorzaken die ik net heb geschetst. Als dat niet gebeurt, kunnen dezelfde fouten opnieuw gemaakt worden.”
Gemakkelijk verwijt aan de leraren
Leraren moeten zichzelf organiseren. Kennelijk is dat wat er mis is gegaan. Maar Mw. Bronneman gaat volledig voorbij aan het feit dat leraren een zeer diverse groep vormen. Alle huisartsen hebben ongeveer dezelfde opleiding en kunnen zich organiseren. Bij leraren lopen de opleidingen uiteen van praktijkdocent op een VMBO tot academicus op VO en hoger. En dan het ik het nog niet eens over allerlei varianten van on en onderbevoegden. De belangen lopen nogal uiteen. Met het samengaan van Abop met NGL zijn de belangen van de verschillende groepen feitelijk te grabbel gegooid, ten faveure van de belangen avn de bond en haar mensen.
Wat dat aangaat is de vergelijking met een VO raad treffend. Ook zij vertegenwoordigen feitelijk zeer verschillende besturen en hebben daarmee (verdeel en heers) een eigen macht, onafhankelijk van de quasi achterban.
Misschien valt ons kwalijk te nemen dat we dat hebben laten gebeuren, maar eerlijk gezegd is dat wijsheid achteraf. De verantwoordelijkheid voor de ellende ligt bij de overheid. Die heeft de macht aan de bestuurders geschonken en daarna, in samenspraak met de bond de bevoegdheden afgeschaft. Inderdaad: de bevoegde leraar is slachtoffer van, zoals von der Dunk het ooit verwoordde, de perfide combinatie van links gelijkheiddenken en rechtse marktwerking.
karel I is de sigaar
Reactie op 45 (hierboven) en vele anderen :
ref “leraren moeten zich organiseren”
Natuurlijk moeten ze dat, hadden ze allang moeten doen, het siert ze dat ze het niet hebben gedaan, geen kudde dieren maar individuen met een eigen, vaak afwijkende mening ; dat laatste lijk me een essentiele onderwijs-eigenschap.
Het ontbreekt mw Ria Bronneman aan de soort hersens die nodig zijn om dat te begrijpen (“sterk geformuleerd”, haar cit.).
Doet me denken aan Karel I, op weg naar het schavot om opgehangen te worden (geschiednis canon), die zijn laatste woorden sprak :
“Karel I is dé sigaar”
Bestaat dat merk sigaren nog ? Eigenlijk zei RB : de leraren hebben hun eigen kop in de strop gestoken.
maarten
Inzake Karel I van Engeland
Beste maarten / sassoc, het Karel I sigarenmerk bestaat sinds 1975 niet meer.
De Engelse Karel I werd echter niet opgehangen, maar onthoofd, hoewel aan de familie werd toegestaan het hoofd naderhand weer aan de romp te bevestigen (detail voor de fijnproever). Ik lees in de Wikipedia dat voor het merk Karel I werd gekozen omdat deze vorst het roken stimuleerde (omwille van de accijnzen).
Karel I & ikzelf
Bernard, mea culpa, ik was te snel. Dat van de strop & leraren, daar blijf ik bij. Sigaren roken kan leraren weliswaar ook de das om doen, maar het touw is sneller. Hoofdzaak : niet je kop in de strop duwen, terug vechten als t nodig is.
maarten
Hoe?
Dat zou goed zijn, dat leraren zich organsieren. Dat dacht ik 10 jaar geleden ook al. Nog los van de vele soorten leraren in verschillende situaties en met verschillende belangen….en wat dan het gemeenschappelijk is dat je organiseert….is er de grote vraag: Hoe? Waarmee? Waarvan?
Stel dat ik 10 diverse collega’s bereid vindt om deze kar te trekken en een organisatie op te richten…..wanneer moeten we dat doen….in het weekend? (Ik heb voorbereidingswerk, nakijkwerk, wil mijn vak bijhouden…heb een gezin…wil ook eens even een avondje niets of eens wandelen…) In de 3 weken zomervakantie…dat ik niet met school bezig ben…? En wie bekostigt dat?
Ik wil mijn werk goed doen en krijg het daardoor alleen maar drukker. En er komt – sluipend – ook steeds meer op mijn bordje.
Ik werd weer lid van een vakbond…hoopte dat die onze belangen behartigde. Die regelt ons belang samen met de VO-raad. Sjoerd S. heeft alles in de melk te brokkelen en zegt mij te vertegenwoordigen. En die heeft ook alweer een dikke vinger in de pap in de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (= lerarenweb): zeg maar een organisatie voor leraren “die bij voorbaat trouw is aan het gezag en er van uitgaan dat de VO-raad en schoolleiders het beste met hen voor hebben” en die controlesystemen opzet om te zorgen dat leraren in de pas lopen van de macht. Uiteindelijk komen alle touwtjes uit bij de enige echte marionettenspelers van het onderwijs, die alle touwtjes bedienen…inderdaad dhr. Sjoerd Slagter en zijn collega’s voor het PO, MBO en HBO.
Ik ben een voorstander van onafhankelijke bewuste leraren, die een macht en een kracht zijn om in Nederland te zorgen voor en waken over goed onderwijs. Nu is er alleen BON.
zich organisaren – maar op welke nivo ?
Ref: weknow. Een grotere organisatie (van leraren) opzetten, dat vraagt nogal wat trekkracht. Ik kan me voorstellen dat niet iedereen daartoe geneigd is. Vandaar ook dat bonden en instituties (zoals de VO raad, en andere) allang zijn gekaapt (Sj. Sl., Joncherius zijn er voorbeelden van, onder veel anderen). Wat er vervolgens gebeurt, wordt levendig op dit forum bediscussieerd.
Het kan ook anders : beginnen op lokaal of regionaal nivo. De kans daarop wordt door de lokale situatie bepaald, de kans is overzichtichtelijker, ligt overal anders. Nog steeds behoorlijk veel werk voor de initiatievelingen, maar veel overzichtelijker.
Wat gebeurt er dan ? Op lokaal of stedelijk, of regionaal nivo vinden enkelen elkaar, en bouwen een onderlinge kring van vertrouwen op. Dat duurt een tijdje. Internet is een goed middel, zo nu en dan de kroeg ook.
Als een dgl. kring ergens voldoende sterk is (eensgezind), laten ze weten wat hun doelstellingen zijn. Ze vertellen het zittende directorium hoe ze de zaken voortaan geregeld willen zien.
De kring heeft ondertussen natuurlijk gezorgd, de instemming te hebben van een vertrouwensgroep van ouders (uit meerdere klassen), met de MR overlegd, en er is gezorgd voor publiciteit. Zover als mogelijk worden bestuursleden, door overleg, betrokken bij de veranderingen die men wil.
Knappe directeuterjes die, in het licht van die situatie, de helft van de leraren laat gaan of weg stuurt, en in een krisis raakt, die de ouders niet willen.
maarten
ja, zoiets
als jij beschrijft, kan een verschil maken. Klein, plaatselijk, kwetsbaar (vanwege allerlei ontwikkelingen en regelingen die het moeilijk maken; kwetsbare menselijke verhoudingen e.d.) maar soms is veel mogelijk.
Dat is de weg die ik ook kies en probeer en waarbij BON en ook dit forum een achtergrond, inspiratiebron, toetssteen en hulpmiddel tot scherper-zien vormen.
Op mijn middelgrote school met een 1600 leerlingen – vlak bij Belgie – ken ik een collega die ook lid van BON is (maar het niet volgt) en vele collega’s die ik soms “BON-taal” hoor spreken. En temidden van allerlei tegenstellingen en conflicten en tegengestelde belangen, lukt het soms – met veel moeite – om een vuist te vormen en samen voor iets te staan. Om hierin steeds weer te proberen bewust te maken, te mobiliseren, te behouden wat goed is tegen allerlei bedreigingen, te bouwen aan beter….dat is zo een beetje een dagtaak.
Dus, “ja” zoiets als jij beschrijft is de beste weg…moeizaam…maar een weg!
Zebeken
…en toch kan ik dit geen onredelijk verwijt vinden. Voor mensen die zeggen dat ze ‘hoog opgeleid’ zijn en van wie je dus enig inzicht in hun eigen situatie mag verwachten, zijn leraren opvallend lijdzaam.
Ik herinner me dat bij de afgelopen staking in Den Haag Marijnissen aan onze voorman vroeg: Nou, Ad, waar zijn nu al je leraren? (We hebben het onlangs immers weer eens aardig laten afweten en onze vereniging behoorlijk voor schut gezet.)
Nu geef ik toe: het is ook wel heel erg ingewikkeld en moeilijk om een kaartje te kopen naar een station in een andere stad.
Nee, docenten komen niet op voor zichzelf. Bestuurders verdienen zometeen 37% meer. En de docenten? Zaten er bij en keken er naar. Vinden het schijnbaar prima. Fuwa? Zaten er bij en keken er naar. Vernieuwingen? Zebeken. Hos? Zebeken. Grotere scholen? Zebeken? Werkdruk? Zebeken.
Eeuwig en altijd zebeken, zebeken. -Laten we eerlijk zijn: je hebt geenklap aan docenten. Er wordt geklaagd over de werkdruk. Zijn er docenten die werk weigeren of die tonen dat ze het er niet mee eens zijn? Welnaa…
Nou, Ad, waar zijn al die docenten van je nou? -Zebeken, Jan, zebeken.
zebeken?
De strekking kan ik volgen…maar “zebeken”ken ik niet…Google helpt me ook niet verder………..
We benaderen hetzelfde van een andere kant, Simon. Jij trommelt op je borst en roept dat leraren dat meer moeten doen. Ik benadruk de machteloosheid van de individuele leraar. En dan jij weer: “ze moeten op hun borst trommelen”. Dat schiet niet op!
Als je wilt zeggen dat het mogelijk is om macht te hebben als leraar of leraren samen, zou ik graag weten: Hoe dan? Geloof maar dat elke goede suggestie die je daarvoor hebt, mijn/ons probleem zou oplossen. Want daarin heb ik al van alles geprobeerd en daarover breek ik mijn hoofd al lange tijd! En dat geef ik nog niet op. Ik heb al een zekere reputatie opgebouwd in proberen bij te dragen aan verbetering (en al een flinke prijs betaald!). Ben daardoor zeer relaistisch in mijn optimisme dat het beter moet en dus “kan”.
Dat geschamper op “Ad”(Verbrugge) vind ik wat flauw en onrealistisch. De oprichting van BON gaf een stem aan en verbond het ongenoegen en het zoeken naar beter van vele individuele – machteloze! – mensen in en rond het onderwijs en dat is een grote verdienste. Maar BON is niet veel meer dan dat: een goede analyse en een behoorlijk goed doordachte weg naar verbetering, waarbij vele mensen zich “thuis”voelen, maar die afhankelijk is van de vrijwillige inzet van individuen. Aan jou de keuze om daaraan mee te doen en daarin mee te denken. Nu sta je aan de kant te klagen, dat BON het ook niet “doet”….en dan is er weer mijn verhaal….”hoe en waarmee?” Ook met jou? Of trommel je liever stoer op je borst, dat jij beter en sterker bent dan die slappelingen van BON?
Kritiek is terecht
Mijn borst is niet stoer: geen haar wil er groeien en de omvang is niet om over naar huis te schrijven.
Feit is dat leraren redelijk bekwaam zijn in het ophangen van lange verhalen, maar desondanks niet komen opdagen als je ze vraagt om even hun gezicht te laten zien. Leraren laten alles maar gewoon gebeuren. Zitten er bij en kijken er naar.
Ooit meegemaakt dat docenten op een school zich verzetten als een collega wordt weggewerkt? Ooit -behalve het gebruikelijke zuchten en steunen- meegemaakt dat docenten zich hebben verzet tegen invoering van de fuwa? -Ooit een -actieve!- (zie ook commentaar Mark79 in deze draad over beroepsvereniging) beroepsvereniging gezien?
Er is onlangs een vereniging voor eerstegraadsdocenten opgericht: ik vermoed dat die een enorm ledental hebben?
Docenten zijn alleraardigst, maar als wij onszelf willen wijsmaken dat de kritiek in het artikel niet terecht is, is ons beeld van de werkelijkheid wel erg verwrongen.
Weknow: bij de laatste manifestatie in DH waren er pakweg 300 leraren. Niet veel, vind je ook niet? -Om je te schamen, als ik eerlijk ben. Waar piepen al die docenten over? Ze zijn natuurlijk niet echt boos, want anders hadden ze zich wel laten zien: denk je ook niet?
Het geschamper op Ad kwam van Jan Maijnissen en was uiteraard terecht: die 5000 docenten die aangesloten zijn bij BON vinden het niet de moeite waard om echt iets te doen. En dat is ook al niet aardig ten opzichte van onze voorzitter die mocht spreken voor een handjevol mensen op een halfvol plein.
Nee hoor, Weknow, jij en ik weten wel hoe docenten zijn: en je maakt mij niet wijs dat die kritiek op dit punt onterecht is.
Sterker nog
Afgelopen vrijdag was er ook een protestactie in Den Haag. Opkomst: hooguit 50 man. Toen hebben mijn collega en ik geconcludeerd dat de nood klaarblijkelijk niet zo hoog is: was het echt kommer en kwel in het onderwijs, dan had het Plein vol gestaan, OOK op vrijdagmiddag, OOK vlak na de examens, OOK kort voor het voetballen.
nog sterker
Brood en spelen, maar het liefst de spelen. Ging het Romeinse rijk daar niet aan ten onder ?
library.thinkquest.org/22866/Dutch/Broodspelen.html
Voor kinderopvang inde pauze ook perfect : www.broodenspelen.info/
maarten
Vrijdagmiddag
Vrijdagmiddag kregen mijn leerlingen de uitslagen.
Ondanks al m’n gezucht en gesteun liet ik toch dat voorgaan.
Ik vind ’t het leukste moment van het jaar. Dat laat ik me niet ook nog ‘ns afnemen, ook al is het dan voor het goede doel.
Inzake eigen afko’s
Zaten Er Bij En Keken Er Naar, neem ik aan.
U bent niet de enige die zich bedient van afkortingen van eigen makelij. Maar het wordt op die manier wel lezen met hindernissen.
dichtslibben
In de propaedeuse (van een hogeschool die zich tegenwoordig universiteit noemt) leerden we bij het college geologie, hoe, door erosie van water, een vlakte zich langzaam opbouwt en vol slibt. Kristalzuiver water, een waterval die van de gletscher naar beneden over de rotsen dondert, slijpt het gesteente in fijne deeltjes, stof, brokken, die, als het water tot rust komt, sedimenteren in wisselende lagen van grint, zand en klei.
De hoogleraar, bij zijn uitleg van de fysieke krachten van erosie en sedimentatie, repte van een rivier die “geregeld uit haar bed stapt”. Hilarisch, het was vroeg in de jaren zestig ; vóór 1968, Parijs.
Overdrachtelijk gezien : mw Bronneman verwoordt hier op de meest wrijvende, typische manier, ons Nederlanders eigen, hoe het aanvankelijk geweld (Dijsselbloem, opzienbarend rapport), dat mensen als té verontrustend ondervinden, in kabbelend gepraat gekanaliseerd en geneutraliseerd wordt.
Enige intelligentie kan men mw Bronneman niet ontzeggen, ze noemt zaken die redelijk lijken, ook de hoek van waaruit ze spreekt (SCP) brengt redelijkheid mee, ja respect. Precies daar gaat het fout. Na haar ontboezeming, immers, neigen we tot de mening dat “het wel meevalt” ; zó werkt collectieve meningsvorming – polderen. Op dit punt laten haar en onze perceptie ons collectief in de steek. Want :
[1] het is, breed gezien, een zootje in het onderwijs ; afhankelijk van de sector (zelfs de individuele school) valt het mee of tegen ; er zit behoorlijk veel fout (Dijsselbloem), maar mét mw Bronneman gaan we nu denken dat het “wel mee valt” ;
[2] de noodzaak tot sanering in behoorlijk veel plekken in het onderwijs wordt gebagatelliseerd en bezegeld met de imprimatuur SCP.
[3] de structuur van mega organisaties (VO en BO) is door-en-door ziek ; die in het HBO is ongezond ; de universitaire structuur is twijfelachtig ; het gedoe met kleuters zal verkeerd uitpakken ; maar “het valt allemaal wel mee”.
maarten
De boeren hebben het moeilijk op dit moment….
…en de vervoersector en de zorgverleners en….
Eigen schuld, hadden ze zich maar beter moeten organiseren, zegt Ria Bonneman
Dag mevrouw Bonneman, houd eens op met rapportjes schrijven en steek je handen uit de mouwen, want er is nog veel te doen in zorg en in onderwijs, want daar wordt echt gewerkt.
onaanvaardbaar excuus
Als er een hersenvliesontsteking zou uitbreken en de helft van onze kinderen zou daardoor zwakzinnig worden dan is als gevolg van de toenemende denkproblemen bij de scholieren een heel andere didaktische aanpak voor alle scholieren noodzakelijk. Zo’n uitspraak doet mevrouw Bronnenberg in feite, maar dan met betrekking tot motivatieproblemen. Maar net zo min als er reden is om aan leerlingen die aan de hersenvliesontsteking ontsnapt zijn een ander soort onderwijs te gaan geven hoeft men een tot nog toe goed werkend educatief systeem niet af te breken omdat er leerlingen bijgekomen zijn waarvoor het niet goed werkt, hier de ongemotiveerde leerlingen. In het belang van de welgemotiveerde leerlingen kan men voor de laatstgenoemde beter een aparte onderwijsweg bedenken. Dat geldt in het bijzonder wanneer men veranderingen wil doorvoeren die voor de wel gemotiveerde leerlingen nadelig zouden kunnen zijn en waarvan nog niet vastgesteld is dat ze de ongemotiveerde leerlingen verder zullen helpen. Het excuus dat mevrouw Bronnenberg aan de politici geeft is onaanvaardbaar.
Seger Weehuizen
En mvr Jongerius
het hoofd van het hoofd van de AOB vindt dat mannen eerder kinderen moeten krijgen(?).
Dus heren leraren, in opdracht van de dames van het CPB en het FNV: niet zeuren; gaat heen en vermenigvuldigt U.
de mannen van mw Jongerius
Kan binnenkort ook parthenocarp, onder voorbehoud (Rouvoet & maten) :
2008.botanyconference.org/engine/search/index.php?func=detail&aid=41
(cit. wiki)
Parthenocarp betekent letterlijk maagdelijk fruit; Het woord is afgeleid van het Griekse parthenos wat maagd betekent.
Bij komkommers en bananen is het al zo ver. In de politieke kommer&kwel wordt het binnenkort verwacht : parthenocarpe blaaskaakjes, stemvee. woordvoerders, manasjers incluso.
Determinatie kenmerken : geen hersens, gaan nooit dwars liggen, betalen de vakbondscontributie vooruit, geprogrammeerd voor alle Cito toetsen. Ook heel geschikt als kanonnenvoer.
maarten
1+1=3
Gynaekologen adviseren vrouwen om gezondsheidsredenen niet “te lang” te wachten met kinderen krijgen. En zorgen dat je kinderen krijgt doe je, zoals ik in de opera heb horen zingen, niet alleen.
Seger Weehuizen
papa- – & Seger
“papa ,papapa, papapapa, papapaga,
papa, papapa, papapapa, papageno, – – ”
pappenaufdeutsch : http://www.youtube.com/watch?v=OL7YF0Djruk&feature=related
halverwege – papageno in een tweede taal, jong geleerd : http://www.youtube.com/watch?v=9dIgBhXeBbY&feature=related
pour les francophiles : http://www.youtube.com/watch?v=87UE2GC5db0&feature=related
het is gelukt, drie kleine papagenootjes :
http://www.youtube.com/watch?v=ql2A9fgklQ4&feature=related
De laatste keer, in de opera in Berlijn, Barenboim, daar hadden ze (papageno & papagena) 28 kindertjes.
Kan je een basisschool mee beginnen, maar zover is Mozart nooit gekomen.
Overigens : die kindertjes kwamen allemaal van de lagere school, want > 6 jaar, waar ze gründlich Musikunterricht kregen, zo te zien met plezier.
maarten
bronneman
Bronneman schreef het zwakste deelrapport. Ik heb me er destijds met groeiende tegenzin doorheen geworsteld. Het bevat niets dat de krantenlezer niet al wist en is beroerd geschreven bovendien. In de inleiding wordt apologetisch opgemerkt dat de beschikbare tijd te kort was. Belachelijk amateuristisch. Terecht besteedde Dijsselbloem er in het eindrapport pijnlijk weinig aandacht aan.
Nu slaat deze mevrouw terug met mosterd na de maaltijd opmerkingen waarvoor we het SCP helemaal niet nodig hebben. Iedere Jan Tat kan zelf bedenken dat leraren zich onvoldoende organiseren. Een waarheid zo plat als een koeienvlaai. De onderwijsredactie van NRC H vindt het goed genoeg.
Dat leraren zich onvoldoende organiseren kan niet aan hun individualistische inslag worden toegeschreven. Zijn mensen die zich organiseren soms kuddedieren? Nee, leraren hebben lak aan het publieke domein, daar komt het op neer.
Willem Smit
Leraren, ze kijken maar doen niets!
Het verwijt wat ook hier weer te horen of beter te lezen is dat leraren niets doen. Het is eigenlijk erg vreemd dat leraren en schoolbesturen niet hetzelfde nastreven en het is ook de vraag of dat wel het geval is.
Als de leraar schaars wordt moet je iets doen. Als de leerling niet meer te motiveren is moet je wat doen. De keuzes die nu gemaakt worden zijn volledig tegengesteld. De besturen hebben het al lang geleden opgegeven om vast te houden aan de oude niveaus. Zij kiezen voor de wel nog beschikbare lager geschoolde docenten die de leerlingen bezighouden op een leuke manier zonder nog echt ergens te willen uitkomen. Tegelijk creëren zij ruimte voor zaken die vooral henzelf ten goede komen en waarom niet. Als je een zak met geld krijgt en de prestatie wordt niet omschreven waarom dan al dat geld in onderwijs stoppen. Haal een lector binnen en promovendi en het buitenland denkt dat je een universiteit bent. De politiek heeft deze praktijk mogelijk gemaakt en de ouders zien dat hun kinderen van straat af zijn. Kritiek op de onderwijsinhoud wordt weerlegd in het competentieonderwijs waar alles met alles compenseerbaar is waardoor oude toetsen niets zeggen over de huidige kwaliteit. BON vertegenwoordigt dan een groep die vast wil houden aan kwaliteitseisen die op inhoud gericht zijn. In de ogen van de besturen zijn zij lastig omdat dit vasthouden aan een gepasseerd station alleen maar deconstructief is en ze hierbij ook nog veel te veel geld kosten.
Wat doet dus de meerderheid, die zwijgt en telt de dagen af totdat zij met pensioen mogen. Ze verloochen zichzelf elke dag doordat zij voldoendes uitdelen voor zaken die 10 jaar geleden nog niet eens ingeleverd hadden mogen worden en daar ga je dan weer zuur van kijken waardoor het allemaal nog moeilijker wordt.
Over 7 jaar is deze groep weg en dan is er geen tegenwicht meer in de school en dan betalen we vreselijk veel geld voor onze kinderopvang.
Het was veel eerlijker geweest de opleidingstijden te verkorten om de situatie het hoofd te bieden. Halveer het hbo en mbo en er is nergens meer een tekort aan, het kost veel minder en het bedrijfsleven kan zelf bedenken wat zij zelf nog moeten aanvullen.
Corgi
incompetentie en dwigelandij in Nederland
Wat mij als minvermogende ouder dwars zit is de onmogelijkheid om je aan de onderwijskermis te onttrekken. Als belastingbetaler heb je voor je kind een gratis toegangskaartje gekregen maar je mag het niet inruilen voor geld waarmee je het naar een serieuze instelling voor de overdracht van kennis en cultuur kan sturen. Voor de kinderen van jan Modaal is onderwijs op het niveau van een commerciële TV-zender verplicht. Nederland een gidsland op het gebied van tolerantie? Ik zie het niet.
Seger Weehuizen
Huizen met hoeders en vagebonden
Er zijn natuurlijk veel leraren die maandelijks voor hun huis een flinke hypotheekrente moeten opbrengen of verantwoordelijk zijn voor het welzijn van hun kinderen. Zij schuwen begrijpelijkerwijs risico’s . Maar er zijn ook leraren die, omdat ze een opleiding gevolgd hebben met goede perspectieven op een baan of een leervak mogen doceren waar veel vraag naar is, wel degelijk risico’s kunnen nemen. Zij zouden contact met elkaar kunnen opnemen, dan plannen met elkaar moeten maken en vervolgens initiatieven kunnen nemen (Mijn Tiers-D voorstel was een voorbeeld van een mogelijk initiatief). Seger Weehuizen
Artikel in het NRC
Iets anders:
‘Er is bijvoorbeeld amper aandacht voor het feit dat de economische omstandigheden begin jaren negentig slecht waren en er bezuinigd moest worden. Dat de motivatieproblemen onder scholieren toenamen, en er dus een andere didactische aanpak noodzakelijk was. Dat het opleidingsniveau van ouders steeg, waarmee ook de kritiek op het onderwijs toenam. Dat door de toegenomen immigratie een nieuwe en moeilijke doelgroep bediend moest worden. Kortom: dat onderwijsvernieuwingen noodzakelijk waren’.
Laat U deze fraseologie van ‘cause’ en ‘effet’ eens goed tot U door dringen. In iedere zin een ‘constatering’ gevolgd door ‘dus..’. Er klopt niets van. Vanaf 1945 waren de economische omstandigheden nog veel moeilijker en toch werd de babyboom goed opgevangen… Waren de generaties in de ’90-jaren bovendien niet kleiner? In 1991 waren de echt moeilijke jaren voorbij. Motivatieproblemen en didactiek: Moest de kennisoverdracht daar noodzakelijkerwijs onder lijden? Opleidingsniveau van de ouders: Die delen de lakens toch niet uit en wat voor soort kritiek werd te berde gebracht? Een school moet zijn ‘un asile inviolable où les querelles des hommes ne pénètrent pas’, zegt men hier. Moeilijke doelgroep: Het is een vorm van racistische minachting dat als een excuus voor niveauverlaging op te voeren, juist die groep is gebaat bij veeleisend onderwijs… Men wil zo graag ‘international’ zijn, waarom kijkt men niet hoe het in het buitenland gaat?
Beroepsvereniging
Bronneman zegt:
Leraren moeten niet zeuren, maar zichzelf organiseren. Ze hebben nooit een eigen beroepsvereniging opgericht. Dat zou je ze kwalijk kunnen nemen.
Dit is onkunde of een leugen. De leraren in het VO zijn al decennia per vak georganiseerd en het VVVO (de koepel van deze organisaties) bestaat ook al jaren.
Ik verbaas me er steeds maar weer over dat `experts’ op onderwijsgebied wegkomen met onkunde/leugens.