‘Uit de school geklapt’

Ik kap ermee. In het kielzog van de vele leerkrachten die het onderwijs verlieten en verlaten, behoor ik binnenkort ook tot hen die het bijltje er voortijdig bij neergooien. Het schooljaar wordt weliswaar keurig afgemaakt, plichtsgetrouw als ik nu eenmaal ingesteld ben. Maar per 1 september aanstaande wacht de grote vrijheid. Het zwarte gat, zal de zwartgallige somberman tegenwerpen. Een door mezelf gecreëerd vroegtijdig pensioen; een door mezelf gefinancierde, vervroegde uitreding.

In 1978, op mijn eenentwintigste jaar, begon ik als jong onderwijzertje aan een dorpsschooltje in Pijnacker. Wat de meester zei, was waar, was het credo in die tijd en in dat dorp. Kom daar nu nog maar eens om. Na acht jaar op deze basisschool en nog eens acht jaar op een andere school besloot ik in het Voortgezet Onderwijs verder te gaan. Inmiddels had ik ijverig een bevoegdheid Economie in de avonduren behaald, zodat ik deze stap eenvoudig kon maken. Nu zitten er veertien jaren op. Dertig jaar schoolmeester, een mooi eindpunt.

De redenen dat ik stop, liggen niet bij de doelgroep. Er is niets mis met de leerlingen, althans niet meer of minder dan dertig jaar geleden. ‘De jeugd van tegenwoordig’, is een verzuchting die ik nooit of te nimmer slaak. Goed, de jeugd is misschien veranderd, maar dat ben ik ook en dat geldt tevens voor de hele maatschappij. Het primaire proces van kennisoverdracht is nog steeds een leuke en boeiende professie, maar daarmee komen de ware redenen om de hoek kijken. Het primaire proces van lesgeven wordt steeds meer geweld aangedaan.

Lees de media en volg de politiek, dan moge duidelijk zijn dat het Nederlands onderwijs er grosse modo niet op vooruit is gegaan. Wanneer we als criteria het taalniveau en de rekenvaardigheden nemen, dan is het schrikbarend wat leerlingen op het VWO beheersen. Dan zwijg ik nog maar over mindere niveaus. Ik heb de laatste decennia met lede ogen deze fikse onderwijsdevaluatie waar mogen nemen. Sterker; ik voel mij enigszins medeplichtig, alhoewel ik voor mijn eigen geweten altijd de lat zo hoog mogelijk heb gelegd.

Dit laatste werd dan weer niet altijd geapprecieerd door directies. Goede resultaten en goede cijfers zijn namelijk de meetpunten waarop een school wordt beoordeeld. De beeldvorming naar buiten is steeds meer tot speerpunt van de schoolleidingen geworden. Het afglijden naar een fraaie verpakking met een matige inhoud. Daardoor is de kwaliteit nu ook niet bepaald toegenomen. Het creëren van heel grote scholen door directies en besturen was niet ingegeven door pedagogische of didactische motieven, maar louter door economische drijfveren. Schaalvergroting spaarde geld, maar leidde niet tot beter onderwijs.

De politiek is natuurlijk ook debet aan deze flagrante kennisinflatie. Onderwijsvernieuwingen werden getolereerd of zelfs geïnitieerd, terwijl de uitvoerders, de docenten, daar niet of nauwelijks affiniteit mee hadden. De pedagogische studiecentra, bevolkt door tal van onderwijskundige theoretici, kwamen met vele onzalige ideeën, plannen en theorieën en deelden de scholen in vier scenario’s in. Ik ervoer een aantal ervan als het ultieme doemscenario, welke tot nog meer kwaliteitsverlies zou gaan leiden.

Weliswaar kwam dit jaar er eindelijk een parlementair onderzoek, waar datgene uit kwam, wat ik al jaren beweerde. Voor mij geen reden toch te blijven, daar dat wat afgebroken is vele jaren zal beslaan om de zaak ten goede te keren. De kwaliteit van het onderwijs is voor een belangrijk deel afhankelijk van de kwaliteit van de man of vrouw voor de klas. Het is te hopen dat op kort termijn er weer op alle niveaus mensen voor de klas staan die de basisprincipes van de Nederlandse taal beheersen. Op de basisschool hoop ik ook op rekenvaardige juffen.

Wat nu met mij? Rentenieren zal niet gaan, daar ik me niet financieel onafhankelijk heb gedoceerd. Niets doen en teren op het inkomen van mijn vriendin, een goede basisschooljuf van groep acht, ligt ook niet in de rede. Postbode leek me mijn hele leven al zo’n mooi beroep. Wie weet. Ik wil graag met schrijven m’n brood verdienen, maar ja, dat willen er zo velen. Of toch maar een eigen zaak beginnen? Welk product echter kan ik aan de man brengen? Ik heb nog wel even respijt, dus maak me nog niet ongerust. Het gevoel dat bij mij overheerst, blijft opluchting. Ik ben niet langer schuldig. Slechts vrijwillig werkeloos.

Simon Trommel.
Toekomstig ex-docent Economie.

9 Reacties

  1. Jammer maar begrijpelijk
    Jammer dat weer een waarschijnlijk goede leraar het lesgeven zo onmogelijk gemaakt is dat hij ermee ophoudt. Maar ik kan me je beslissing indenken, ik moet er zelf niet aan denken in het huidige Nederlandse voortgezet onderwijs te werken.

  2. Simon,..
    Toch jammer, maar je bent één van velen.
    Ik zou je brief maar naar de media sturen. Een signaal!
    Moge het je verder goed gaan.

  3. Niche
    Beste Simon,

    Met veel aandacht en sympathie je verslag gelezen.
    Blijkbaar heb je kwaliteit te bieden!

    Zou er een markt zijn voor “bijles”…kleinschalig goed economieonderwijs…waarin je – voor de mensen die het willen en kunnen betalen – veel waarde toevoegt die in het reguliere onderwijs niet meer “gegeven” wordt?
    VO – HBO…….?

    Misschien niet genoeg om van te leven, misschien wel om je voldoening te schenken en het financieel te overbruggen?

    Wie heeft er ervaring mee, of zo een onafhankelijk voor-jezelf-beginnen haalbaar is?

    • im Osten
      Ik herinner mij dat een aantal jaren geleden een paar Duitsers op meerdere plaatsen in Duitsland bijlesinstituten aan het oprichten waren op franchise- en inkoop-basis. De bedoeling was om ’s middags parallel met wat op de scholen gebeurde de leerstof met groepjes leerlingen door te lopen. Op de Duitse scholen wordt ’s middags geen les gegeven en je kunt dan goedkoop de instructielokalen van een rijschool huren.
      Seger Weehuizen

    • Ik heb bij 3 goed
      Ik heb bij 3 goed aangeschreven scholen geprobeerd een huiswerk- en bijlesfaciliteit aan school op te richten. Als men je al uitnodigt voor een gesprek hoef je nergens op te rekenen. Vaak zijn er al allerlei formele en semi-formele samenwerkingsverbanden met bestaande instituten. Daar kom je niet tussen.

  4. De brui aan het onderwijs geven …………………………..
    ik kan het mij voorstellen.

    Na 20 jaar bedrijfsleven dacht ik kinderen iets te gaan leren op een Katholieke Basisschool, gedurende 2 1/2 jaar ben ik geintimideerd door mijn manager, maar ik had mijn zaakjes altijd voor elkaar, daarna heeft hij mijn dossier maar vervalst, daar is hij in september 2006 al mee begonnen.

    In 2007 werd het vertrouwen maar in mij opgezegd, terwijl ik de beste resultaten had en dito referenties van ouders, vanaf juli 2007 tot maart 2008 heb ik een gevecht gehad met het schoolbestuur via mijn advocaat.

    Inmidddels heb ik een “beroepsverbod” voor mijn schoolbestuur en wacht ik al bijna twee maanden op mijn (gouden/zilveren/bronzen) handdruk, na een maand WW (daar ben ik dus gewoon ingetrapt door mijn schoolbestuur, de inquisitie bestaat nog steeds) sta ik nu “tijdelijk” weer voor de klas.

    Ik ben op zoek naar en kleine school in een klein dorpje en hoop dat daar het adaptieve onderwijs/nieuwe leren of wat dan ook nog niet is doorgedrongen.

    Wat de toekomst brengen gaat weet ook ik niet, dus ik ken het gevoel……………..

Reacties zijn gesloten.