domme volksvertegenwoordigers

Domme volksvertegenwoordigers

Het onderwijsgebouw verkeert in slechte staat van onderhoud. Weliswaar is door de salarismaatregelen van Plasterk de stroomvoorziening provisorisch hersteld maar het is er nog verre van comfortabel.
Geen wonder, na meer dan twintig jaar bezuinigen! Te weinig lessen voor de leerlingen, te veel lessen voor de leraren, te weinig toezicht op de leerlingen, te veel extra taken voor de leraren, te weinig faciliteiten maar wel te grote klassen, te veel bureaucratie en te weinig aandacht voor kwaliteit.
In het Tweede Kamer debat over het rapport Dijsselbloem werd nog eens schrijnend duidelijk dat geen van de politieke partijen in de jaren negentig tégen de grote onderwijsvernieuwingen heeft gestemd. Kamerbreed werden de voorstellen gesteund. Dit betekent – dit moet betekenen – dat geen van die partijen aanspraak kan maken op enigerlei vertrouwen van de leraren.
Steeds weer blijkt dat de zg. onderwijsspecialisten in de Tweede Kamer te weinig in huis hebben om het onderwijsbeleid goed te beoordelen en te controleren. Dat geldt, met een andere verantwoordelijkheid, ook voor Dijksma en Bijsterveldt. Mensen als Rinnooy Kan en Dijsselbloem hebben een veel scherper inzicht getoond maar zij zijn geen ‘onderwijsspecialisten’. Zodra ze uit het zicht verdwenen zijn , staat een klein leger van onderwijskundigen, soigneurs, bestuurders en managers, die zo heerlijk hun gang konden gaan in de afgelopen decennia, gereed met nieuwe behandelplannen voor het onderwijs .
Dijsselbloem heeft nog wel een waardevol advies achtergelaten: ‘Hij constateert dat de Kamer zich te veel verlaat op officiële vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, hoewel die niet altijd dezelfde mening vertolken als hun achterban.’De kamer moet een voortdurend wantrouwen aan de dag leggen’, aldus Dijsselbloem.
Inderdaad, het is nu wel bewezen dat de besturen van de onderwijsbonden en de vertegenwoordigers van de managers niet vertrouwd kunnen worden. En de leraren zelf hebben boter op het hoofd voor zover zij te lang en te goedgelovig vertrouwen hebben gehad in hun vertegenwoordigers. Maar ze kunnen nu niet meer schuilen achter het excuus dat ze een dergelijk verraad niet konden verwachten.
Als ze passief blijven zal er niet veel aan hun arbeidsomstandigheden veranderen. Dan is er nog geen behoorlijk inkomen voor de beginnende leraar, domweg omdat een volledige baan te zwaar is, dan is er geen plaats voor intelligente en creatieve mensen omdat programma’s en schema’s dat niet toestaan, in wezen omdat ze niet passen in het systeem, dan worden er middelmatige prestaties geleverd omdat naar middelmatigheid gestreefd wordt. En, eerlijk is eerlijk, dat hoeft ook niet goed beloond te worden.

Cornelis Verhage