Plaatjeswoordenboek

Plaatjeswoordenboek

Van Dale brengt een nieuw woordenboekje uit, speciaal voor het VMBO. Een woordenboekje met weinig uitleg, geen moeilijke woorden en véél plaatjes, een dun woordenstripboek of een stripwoordenboek dus. Niet dat het ooit door de schoolgaande jeugd gebruikt zal worden, omdat ze zelfs het woord “woordenboek” al moeten opzoeken op google, maar ik vraag mij in gemoede af welke school een uitgekleed woordenboek met plaatjes aanschaft.
Met dit soort hersenspinsels kan ik mij uren amuseren. Welke verwrongen geest is er op het idee gekomen om over te gaan tot de volledige debilisering van de VMBO leerling, excusé le mot, maar anders kan ik het noemen. Wanneer ben je als volwassene zover heen dat je bij jezelf denkt “die jongelui snappen het niet meer, laat ik een plaatjesboek bedenken, in plaats van een woordenboek.” Volgens mij ben je dan al een heel eind gevorderd op de weg die Alzheimer voor jou heeft uitgestippeld.

Bedenk je daar dan ook een docentenhandleiding bij, of ga je van de veronderstelling uit dat de docent genoeg geschoold is om de werking van een plaatjeswoordenboek te begrijpen? Hoeveel mensen hebben er meegewerkt aan de ontwikkeling van het boekje en zijn de tekenaars van Fokke en Sukke ook gevraagd een kleine bijdrage te leveren?
Hoe teken je jump-style, cono, fok you, sjacho, slimbo en snakko?
Had Einstein ook zo’n plaatsjesboek? En van het Reve, Gezelle, Elschot, Bomans?
Zijn allemaal vragen die bijna onmiddellijk opborrelen bij het lezen van zo een berichtje.

Een antwoord verzin ik niet, ik weet dat de wegen van de onderwijsvernieuwers ondoorgrondelijk zijn en dat er naar alle waarschijnlijkheid een groot en duur onderzoek aan vooraf is gegaan. Dat onderzoek stelt op zichzelf niet veel voor, het dient om naar te verwijzen, “onderzoek heeft uitgewezen…” is een zinsnede die in elk kattebelletje van een onderwijsvernieuwer te vinden is en garant staat voor een extra donatie vanwege de overheid.

De openbare basisschool “de Krullevaar” pakt het anders aan. Zij zijn samen met de stichting “de school vol verhalen” de enige en goeie weg op het herstel van taalkennis ingeslagen. Hun website begint met “Kent u hem nog, die meester die zo prachtig kon vertellen?”. Ik weet dat u nu bij uzelf denkt, “Ja, dat was meester Rob, of Juf Annie, of bij ons was het de directeur.” En je kan je de verhaaltjes herinneren, je hebt ze jaren later ook aan jouw kinderen verteld, weliswaar niet zo goed als meester Rob of Juf Annie of de directeur, maar je hebt het geprobeerd.

Verhalen, vertelselkes, gedichten, liedjes en versjes, zijn samen met de kunst van voordragen en vertellen verdwenen uit de klaslokalen van de basisschool. Op het altaar van adaptief, cognitief, natuurlijk en anderszins leren, geofferd aan de nieuwe Goden van de snelle veranderende samenleving waar het boek het aflegt tegen het plaatje. Het verhaal heet tegenwoordig een spreekbeurt en moet “ergens over gaan”, maakt niet uit wat, als het maar ergens over gaat. De meest vreselijke ziekten en milieuproblemen blijven dan ook niet onaangeroerd bij het kleine grut en ook de huisdieren van vis tot boa constrictor mogen zich verheugen onderwerp te zijn van menige spreekbeurt.

Ik had hier graag een pleidooi gehouden voor het in ere herstellen van gedicht en lied op de basisschool maar bij nader inzien doe ik dat toch maar niet. Ik kan me namelijk voorstellen wat er gebeurt in een klas als de meester of juf met gedragen stem begint aan “Jantje zag eens pruimen hangen”. Aangezien de helft van de kinderen niet eens weet wat pruimen zijn laat staan dat deze als een vrucht in de boom hangen, komt de rest van de boodschap al niet meer over. Het vervolg “o als eieren zo groot” doet de andere helft van de klas afhaken, eieren? In een boom? Hebben eieren een steeltje? Zijn een aantal mogelijke vragen die onmiddellijk worden afgevuurd op de nu ietwat verbijsterde meester. Bij de volgende zin is de verwarring compleet “’t scheen dat Jantje ze wou plukken, schoon zijn vader ’t hem verbood”. Meester kan nu wel ophouden, de kinderen begrijpen er niks meer van, scheen, schoon, verbood, vreselijk moeilijke woorden en maak daar maar eens een plaatje van.

Hetzelfde voor de liedjes, wat dacht u van, “Komt ooit de vijand naken, is ’t vaderland in nood”. Té rechts, té nationalistisch, té Nederlands en alle kinderen slaan dubbel van het lachen, een blote vijand is weer eens wat anders dan een tot de tanden toe gewapende fighter van de computergame. Met “Zeg kwezelken wilde gij dansen” komt de juf of meester ook al niet verder dan het eerste woord, hij of zij wordt onmiddellijk verdacht van paddo-gebruik, wiet vergiftiging of snuiven van de lijmpot, dus ….toch maar niet doen.

Ik weet het, ik weet het, nostalgie, verleden tijd, het kan niet meer, te ouderwets, spruitjeslucht en ’s ochtends een ontbijtje.
Ergens in mijn achterhoofd hoor ik de sonore basstem van meester Jan
“ En toen, na jaren,
Melaats, een zwerver
Ter poorte klaagde
Uw zoon keert weer….
Zag zij hem aan en
Vond gene tranen
Voor zoveel vreugde, geen tranen meer.”

Sjeekspier

www.eenschoolvolvanverhalen.nl

8 Reacties

  1. mooi woordenboek
    Ik heb hem gezien vandaag, dat woordenboek. Ik vond het mooi. Het is zéker niet dun en er zitten zo nu en dan plaatjes bij (helemaal niet zo veel als hierboven gesuggereerd). Wat vooral anders is, is de lay-out: letters van een fatsoenlijke grootte met enig wit tussen de regels. Da’s anders dan bij een ‘normaal’ woordenboek. Ook het gezoek met allerlei formules is verbeterd. Niet meer: (m) of (v), maar gewoon ‘de’ of ‘het’. Het meervoud voluit geschreven i.p.v. -eren. Ik vind het prima: een echte verbetering.
    Het zou toch te gek zijn als de woorden VMBO en MBO in de titel als negatief worden bestempeld. Dat lijkt me geen recht doen aan het boek.

  2. 1 Beeld zegt meer dan 1000 woorden is het gezegde
    maar dan moet je vocabulaire wel 1000 woorden omvatten, buiten “wauw”, “vet”, “gaaf” “cool” en nog een 1000 tal van deze oer uitdrukkingen die gebruikt worden als zijnde woorden…………….

  3. Over taalvaardigheden gesproken
    Vandaag voor op de Volkskrant: een ‘zwarte school’ uit Arnhem (het Mozaïek) die zich vooral toespitst op de basisvaardigheden (w.o. lezen, lezen, lezen) geheel gelukkig met de uitstekende uitslag van de Citotoets. We zouden die school allemaal een gelukwens moeten sturen. Zó dapper om recht tegen de mode in te gaan. Heerlijk voor de school dat ze zo beloond worden!

  4. Kinderliedjes en- versjes
    Heel mooi stukje sheekspier en ik voel met je mee. Kinderen kunnen best geconfronteerd worden met wat moeilijkere, “poetische’ teksten. Daar krijgen ze niets van. Neem nu bijv. het bekende “zie de maan schijnt door de bomen, makkers staakt u wild geraas”. Godfried Bomans schreef hierover eens een stukje naar ik mij herinner waarin hij zegt dat de betrekkelijke onbegrijpelijkheid van de tekst voor kinderen juist fascinerend is. Ze kunnen fantaseren over de tekst, de betekenis voor zichzelf invullen, luisteren naar ritme en muzikaliteit, de beeldspraak ervaren. En het lied paste in de context van die speciale Sinterklaastijd. Het is maar een voorbeeld. Waar ik dat stuk van Bomans gelezen heb ben ik even kwijt en ik zou er niet meer voor willen instaan of hij dit allemaal precies zo beweerde. Misschien weet iemand het nog ? In ieder geval is te hopen dat er nog zo iets als een klassiek gedeeld reperetoire overblijft zowel voor kinderen als volwassenen zoals het gedicht dat je aanhaalt van Geerten Gossaert. En er is zo veel materiaal dat direct bij de hand is. Iemand als Gerrit Komrij heeft heel veel voorwerk verricht dat zo gebruikt kan worden. Waarom gebeurt dat in het onderwijs niet ?

    • Waarom niet?
      omdat
      – cultuurdragers uit het onderwijs zijn verdwenen;
      – cultuurrelativisten het in Nederland voor het zeggen hebben gekregen;
      – cultuur geassocieerd wordt met elitair en elitair geassocieerd wordt met fout
      maar het belangrijkste van alles is
      omdat het waanzinnige idee heeft postgevat dat alle leren ervaringsleren zou moeten zijn, vanuit de belevingswereld van het kind.

Reacties zijn gesloten.