Van de tering en de nering
Elke maand knoop ik de spreekwoordelijke financiële eindjes aan elkaar. Niet dat het zuchten en steunen is, maar toch. Het lerarenbestaan is geen aaneenschakeling van uitspattingen, gouden of platina creditkaarten, design dingetjes aanschaffen en eeuwigdurende verbouwingen. Integendeel het is sappelen, sparen, soms bezuinigen en een enkele keer “in het rood”. Zeuren bij de baas helpt niet omdat schaal 11 en 12 zijn afgeschaft. Er zit niets anders op dan de tering naar de nering zetten, en ik verdien genoeg voor de dingen die ik nodig heb. Niet dat ik meer zou willen, maar ja…ach, het slijk der aarde.
Daarom verbaast het mij zo dat een aantal schoolleiders blijven roepen dat de overheid de vergelijking met een kruidenier goed kan doorstaan. Om niet te zeggen dat onze minister en staatsecretaressen enige vorm van krenterigheid zelfs gierigheid niet ontzegd kan worden.
Nu hebben de schoolleiders aangekondigd om met zijn allen burgerlijk ongehoorzaam te zijn. Na de tweede fase, het nieuwe leren en het competentiegericht onderwijs komen ze met de actie “maximale kwaliteit in minimaal aantal lesuren”, weg met de “ophokuren” en niets voor in de plaats want daar hebben we het geld niet voor.
“Daar hebben we het geld niet voor, want de bekostiging wordt berekend op basis van foutieve variabelen.” Ik wil het graag geloven, maar ik weet dat het niet zo is. Hoe ik dat weet? Door de spreekwoordelijke financiële eindjes aan elkaar te knopen.
Als “goede huisvader” heb ik er voor gezorgd dat mijn eerste levensbehoeften als eerste mijn banksaldo op negatieve manier beïnvloeden. De huur, gas en electriciteit, ziektekostenverzekering, autoverzekering, en gemeentelijke lasten zorgen in het begin van elke maand voor een financiële terroristische aanslag op de bankrekening. De restanten van deze aanslag houden de caissière van de supermarkt, de benzinepompbediende, de slager, de biologische groenteboer en nog een aantal kleine ondernemers overeind, en zo hoort het. Eerst dat wat je nodig hebt, dan de leuke dingen.
Schoolleiders zijn een eigenaardig soort wezens, ze doen het net andersom. Delen cadeautjes uit, paaien de docenten met taakuurtjes, zetten eerst een groot deel van het budget opzij om leuke dingen voor het management mee te doen en gaan dan eens kijken wat er over blijft voor de primaire behoefte, het leerproces. Met verbazing hoorde ik deze week een schoolleider uitleggen wat er fout zat met de bekostiging, hij was nog geen twee stappen ver en de oren vielen al van mijn hoofd.
“Wij hebben gekozen voor een leerling-leraar-ratio van één op twintig.” Is eenzelfde uitspraak als “ ik heb gekozen voor een villa in Blaricum”. De schoolleider weet dat de bekostiging hierin niet voorziet, maar wel in een ratio van één op drieëntwintig. Zoals mijn loon niet toereikend is voor een villa in Blaricum maar voor een doorzonwoning op een vinex locatie.
“De bekostiging van twee docenten, kunnen we niet mee rekenen voor lessen, want hier doen we andere dingen mee” is hetzelfde als “elke maand haal ik vijf procent van mijn rekening, vóór de grote aanslag plaatsvindt, want hier doe ik andere dingen mee dan huur betalen enz…” Niet dat het niet kan, maar ik weet tenminste dat ik dan ergens anders zal moeten bezuinigen. De schoolleider weet dat blijkbaar niet. Hij roept onmiddellijk “Ik heb geld te kort en dat is de schuld van de overheid.”
Zo zijn er nog wel een aantal uitspraakjes van schoolleiders waarvan ik denk, als ik het zo doe als “goede huisvader”, is het zwerversleven aanstaande.
We durven het niet te zeggen maar we kennen met zijn allen de voorbeelden van dit financiële wanbeleid. On- en onderbevoegde maar “bekwame” docenten zijn goedkoop. Ophokuren onder leiding van een uitzendkracht zijn goedkoper dan een lesuur van een bevoegde docent. Aftands schoolmeubilair omdat het nieuwe gebouw net iets duurder uitviel dan begroot. Koffie in kartonnen bekertjes. Zeven aanvraagformulieren voor de aanschaf van twee sponsen om het bord schoon te maken. Het steekt allemaal schril af met de designmeubeltjes in het kantoor van de directeur. De tripjes naar het buitenland, omdat het management wel eens wil weten hoe het daar gaat met het onderwijs. De koffiejuffrouw die het hooggeeerde bezoek en de schoolleider koffie inschenkt in het hotelporselein met opdruk. De gigantische reclamekampanjes voor “leuk, zelfstandig en competentiegericht nieuw leren” De bestuurder van de school die gaat voor de “auto met chauffeur”, kan hij lekker de stukken doornemen op de snelweg!
Laat ik de minister en de staatsecretaressen een handje helpen.
“Heren schoolleiders, de overheid kan u geven wat u NODIG HEBT, ze kan u NIET geven wat u WIL.
Sjeekspier
Jammer Jeronimoon,…
…maar de leraar c.q. school zal toch – hoop ik – iets willen omdat dat nodig is!
Ze willen iets omdat het NODIG is?????
Was HNL ook nodig? Was de fuwa nodig? Zijn nieuwe schoolgebouwen waarin lesgeven onmogelijk is nodig? Zijn managementslagen en coordinatoren nodig? Zijn mega bestuurskolossen met bijbehorende verspillende bureaucratie nodig? was de wet BIO nodig? Is de ingeroepen hulp van de APS goeroe nodig?
Hoop verder, zou ik bijna zeggen. Als ik je niet kende als een kritisch en uiteraard gewaardeerd lid van dit forum 😉
heel goed,
hulde!
Toch nog maar eens…
Ik weet dat het een vrijwel kansloze missie is, maar toch een poging tot relativering.
Wellicht zijn er veel, misschien zelfs wel erg veel, slechte schoolleiders. Maar ik ken er niet veel.
En al helemaal geen schoolleiders die hun eigen belang boven het schoolbelang stellen.
Mijn schoolleiders werken hard, hebben het beste met de school voor, zijn zelf “gewoon” leraar geweest, en worden door het merendeel van mijn collega’s gewaardeerd. Ik ben het niet altijd, en misschien zelfs wel in enigszins afnemende mate eens met hun beleid. Maar ik twijfel niet aan hun integriteit.
Ik vind het een zwaktebod als je altijd alle schoolleiders over één kam scheert en als een stelletje zakkenvullers neerzet. Daarmee verklein je de kans dat ik je andere berekeningen en beweringen serieus neem.
Verder vind ik dat je de argumenten van mensen met een andere mening (over de 1040 uur) niet serieus neemt. Net als een te groot deel van onze volksvertegenwoordigers.
Dit wilde ik toch nog maar eens even kwijt….
Beste H2SO4
Sjeekspier is er de man niet naar om de krokodillen te voederen in de hoop dat hij als laatste wordt opgevreten, en wat de schoolleiders betreft : “hij of zij die het schoentje past, trekke het aan”.
Passende schoenen
Stel dat ik een hele klas uitkaffer omdat er zes leerlingen irritant zitten te kletsen.
Mag ik me dan naderhand ook verdedigen met: “Wie de schoen past trekke hem aan…”?
Ik heb trouwens nog niet eens goudvissen, laat staan krokodillen…
Mijn schooltas is ook niet van krokodillenleer, maar (heel ouderwets) gewoon van koe.
@H2SO4
Mee eens.
@H2SO4 en WMS
De eerste schoolleider die luid en duidelijk, zodat wij het ook kunnen horen zegt “Er is genoeg geld om die zaken te doen die écht nodig zijn in het onderwijs” moet nog altijd opstaan.
De eerste schoolleider die luid en duidelijk, zodat wij het ook kunnen horen zegt “Ja, we moeten onze bezuinigingen op het primaire proces terugdraaien” moet nog altijd opstaan.
De dag dat hij opstaat ben ik de eerste om te zeggen dat hij de uitzondering op de regel is.
schoolleider
Ik denk dat de actie van de 20 rectoren erg veel lijkt op wat je (jeronimoon) vraagt. De 1040 zijn niet meer heilig, de kwaliteit wel. Als je kijkt naar een aantal van die scholen, dan zie je dat daar niet veel geld aan management besteed wordt. Zij doen de zaken die echt nodig zijn (in te grote klassen) en kunnen niet meer bezuinigen buiten het primaire proces.
Geef scholen voldoende geld en stel duidelijke eisen aan zowel de wekelijkse lestijden als aan de kwaliteit van die lessen. Als die 1040 lessen onverkort gehandhaafd blijft zal onze school (1400 leerlingen) te klein blijken te zijn en is een fusie onvermijdelijk.
Begroten
Eerst het primair proces, dan …. en toen was er voor ons nauwelijks geld over. Helaas hebben wij, leiding, *hier ons onderkomen*.
Dat is beter dan *zo*.