Hierbij mijn Kamervragen over de kwestie op het Commanderij College.
Update: de vragen moeten binnen drie weken schriftelijk worden beantwoord.
Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de minister van OCW over de schorsing van een docent aan het Commanderij College te Gemert.
1
Wat is uw oordeel over de schorsing van een docent op het Commanderij College vanwege zijn reactie op een ingezonden stuk van de voorzitter van het College van Bestuur? (1)
2
Hoe oordeelt u over het artikel van de voorzitter van het College van Bestuur, waarin hij beweert dat de wijze van lesgeven van eerstegraads leraren “leerlingen niet meer kan boeien” en dat docenten die klassikaal lesgeven “een risicofactor” voor het onderwijs zijn?
3a
Vindt u het aanvaardbaar dat de docent wordt geschorst omdat zijn artikel in een dagblad is geplaatst, terwijl het een reactie is op een eerder geplaatst artikel van de voorzitter van het College van Bestuur? In hoeverre wordt hier met twee maten gemeten?
3b
Op wat voor wijze biedt u bescherming aan leraren die hun visie op onderwijs naar buiten brengen?
4
Hoe verhoudt de schorsing van een ervaren docent zich tot de wens om meer leraren te behouden voor het onderwijs, mede gezien het aanzwellende lerarentekort?
5
Deelt u de mening dat de positie van de leraar versterkt moet worden als het gaat om dit soort kwesties en om het onderwijsbeleid? Zo ja, wat voor maatregelen gaat u nemen?
6
Hoe staat het met de klokkenluiderregeling van de VO-raad, die u noemt in antwoord op eerdere vragen? Wanneer wordt deze gepubliceerd? (2)
7
Bent u bereid te bemiddelen in het conflict op het Commanderij College? Zo nee, wat voor signaal geeft dit aan het onderwijsveld en hoe verhoudt zich dit tot uw opmerking dat u het onderwijs wilt teruggeven aan de leraar? (3)
(1) www.eindhovensdagblad.nl/helmondregio/article1909350.ece?pageNavType=all
(2) Vragen van het lid Vergeer (SP), 11 januari 2007, nr. 601
(3) Vrij Nederland, 30 juni 2007
Update MAP 29 oktober: hieronder de antwoorden.
Antwoorden op de schriftelijke vragen van het kamerlid Jasper van Dijk van de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan de minister van Onderwijs,Cultuur en Wetenschap (ingezonden d.d. 3 oktober 2007 kenmerk 2070801100)
1. Vraag: Wat is uw oordeel over de schorsing van een docent op het Commanderij College vanwege zijn reactie op een ingezonden stuk van de voorzitter van het College van Bestuur van deze school?
Antwoord: De schorsing van de heer Giebels is een arbeidsrechtelijke aangelegenheid. Een arbeidsconflict is een aangelegenheid tussen de school en de leraar. Ik beschik niet over de bevoegdheid om in deze kwestie te treden en onthoud mij derhalve van een oordeel. Voor de heer Giebels staat beroep open tegen zijn schorsing Commissie van Beroep.
2. Vraag: Hoe oordeelt u over het artikel van de voorzitter van het College van Bestuur, waarin hij beweert dat de wijze van lesgeven van eerstegraads leraren “leerlingen niet meer kan boeien” en dat docenten die klassikaal lesgeven “een risicofactor” voor het onderwijs zijn?
Antwoord: Op zich ben ik van mening dat op een school een open debat moet kunnen worden gevoerd over onderwijskwaliteit en de kwaliteit van leraren. Een inhoudelijk debat moet op het scherpst van de snede kunnen worden gevoerd. Daarbij is het natuurlijk wel de kunst om te voorkomen dat men over en weer in karikaturen vervalt. Juist in het maatschappelijke debat van de afgelopen maanden is de urgentie van de lerarenproblematiek volop op de politieke agenda gezet. Het advies Leerkracht van de Commissie Leraren onder leiding van dr.Rinnooy Kan zie ik in dit proces een belangrijke mijlpaal.
3. Vraag: Vindt u het aanvaardbaar dat de docent wordt geschorst omdat zijn artikel in een dagblad is geplaatst, terwijl het een reactie is op een eerder geplaatst artikel van de voorzitter van het College van Bestuur van dezelfde school? In hoeverre wordt hier met twee maten gemeten?
Op welke wijze biedt u bescherming aan leraren die hun visie op het onderwijs naar buiten brengen?
Antwoord: Zie mijn antwoord op vraag 1.
4. Vraag: Hoe verhoudt de schorsing van een ervaren docent zich tot de wens om meer leraren te behouden voor het onderwijs, mede gezien het aanzwellende lerarentekort?
Antwoord: Er is sprake van een arbeidsconflict waarin ik geen relatie zie met het lerarentekort.
5. Vraag: Deelt u de mening dat de positie van de leraar versterkt moet worden als het gaat om dit soort kwesties en om het onderwijsbeleid? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen?
Antwoord: Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 1 staat voor een docent die wordt geschorst de mogelijkheid van beroep open bij een Commissie van Beroep. De positie van de docent is daarmee voldoende gewaarborgd. Een centrale positie van de leraar als professional bij de ontwikkeling van het onderwijsbeleid binnen de school vind ik van groot belang. Maatregelen om deze positie te versterken zullen onderdeel zijn van de beleidsreactie naar aanleiding van het advies Leerkracht! van de Commissie Leraren onder leiding van dr. Rinnooy Kan.
6. Vraag: Hoe staat het met de klokkenluiderregeling van de VO-raad, die u noemt in antwoord op eerdere vragen? Wanneer wordt deze gepubliceerd?
Antwoord: In de Code Goedbestuur van de VO-raad is opgenomen dat de toezichthouder erop
toeziet dat er een klokkenluiderregeling is (onder artikel 3.6 van de code). De tekst in deze code luidt als volgt: De toezichthouder ziet er op toe dat er een klokkenluiderregeling is. Een klokkenluiderregeling maakt het werknemers mogelijk zonder benadeling van hun belangen onregelmatigheden binnen de instelling te melden. Uiteindelijk is de toezichthouder hiervoor het aanspreekpunt. De toezichthouder draagt zorg voor een correcte afwikkeling.Naar verwachting zal deze klokkenluiderregeling in mei 2008 aan de leden van de VO-raad worden aangeboden.
7. Vraag: Bent u bereid te bemiddelen in het conflict op het Commanderij
College? Zo neen, welk signaal geeft dit aan het onderwijsveld? Hoe verhoudt zicht dit tot uw opmerking dat u het onderwijs wilt teruggeven aan de leraar?
Antwoord: In deze situatie is sprake van een arbeidsconflict. Een arbeidsconflict is een zaak van de betrokkenen. Bemiddeling in een arbeidsconflict valt niet binnen mijn bevoegdheid. Daarbij ben ik niet bereid mij zonder meer in een arbeidsconflict te mengen. Indien beide partijen bemiddeling wenselijk vinden kunnen zij een beroep doen op een professionele bemiddelaar.
[[M79:: de antwoorden staan ook hier op de BONsite en op die plek is de voortzetting van deze discussie.]]
Ben benieuwd
naar het antwoord. Kunnen we die ter zijner tijd ook krijgen Jasper?
Perfect Jasper
Ik ben zeer benieuwd hoe de minster hier op zal antwoorden. Deze kamervragen moeten wel een ontzettende opsteker zijn voor de geschorste docent.
ook voor alle andere docenten
Ja, en ook een opsteker voor alle andere docenten van wie het verhaal niet in de krant is gekomen, maar die wel zijn geschorst en inmiddels zijn ontslagen en waarvan de meesten nooit meer zullen teurgkeren naar het onderwijs, zolang de situatie zo blijft zoals het nu is
Complimenten
Jasper van Dijk: Wat een prachtige scherpe vragen. Geheel to the point, de koe bij de horens, de vinger op de zere plek enz. Mijn complimenten!
Dan nu maar duimen dat dit ook iets op gaat leveren en dat de minister (of staatssecretaris) tegen de gevestigde macht en vóór de vrijheid van meningsuiting zal kiezen.
Commanderij College
Ik zou het wel weten als ik rector van een in de buurt gelegen scholengemeenschap met lerarentekort was: er loopt een geschorste leraar rond met liefde voor het vak, voor het vak lesgeven en voldoende lef! Meteen bellen! Niet meer laten gaan.
Giebels
Giebels is helaas slechts een topje van de “vuile was – berg”. Ben zelf al ruim 25 jaar werkzaam als 1e graad docent en gelijk velen het eigenlijk spuugzat. Spuugzat dat eerst het ministerie haar docenten nooit fatsoenlijk wilde behandelen (salariair) en nu, afgeschoven middels het prachtige woord “decentralisatie”, wordt het allemaal nog veel erger. Nee, helaas kan ik niet meer de moed opbrengen zoals collega Giebels. Ik adviseer mijn leerlingen al jaren weg te blijven uit het onderwijs, als docent wel te verstaan. De houding van de bedoelde rector is mij niet vreemd. ´Kan` wordt al snel overboord gegooid, er zal dus niks veranderen in het onderwijs, althans in het voordeel van de docenten. Maar ere wie ere toekomt, hulde aan Giebels en inderdaad, ik zou hem ook graag willen hebben als collega, maar veel managers in het onderwijs vandaag de dag, willen geen lastposten, willen geen kritische lieden, zij zoeken meelopers en via intimidatie lukt dat heel, heel vaak.
Advies
Fin schrijft: Ik adviseer mijn leerlingen al jaren weg te blijven uit het onderwijs, als docent wel te verstaan.
Ik heb mijn leerlingen nooit iets in deze trant geadviseerd en aan nestvervuiling heb ik nooit gedaan. Gelukkig kunnen leerlingen tegenwoordig op alle mogelijke manieren geïnformeerd worden. *Lees verder…*, en *hier* over de educatieve sector.
‘Managers’ zou ik ze niet
‘Managers’ zou ik ze niet noemen, veelal ex-docenten die geen les meer willen en/of kunnen geven. Veel teamleiders, middenmanagers, coördinatoren zijn ‘afgeserveerde’ docenten. Zij geven nu leiding, omdat het ‘uitdagend’ is, met inhoud en toegevoegde waarde heeft het niets te maken. De kwaliteit van het schoolmanagement is vaak matig tot slecht, simpelweg omdat de professionaliteit en inzichtelijkheid ontbreekt. Lieden met echte managementkwaliteiten gaan uiteraard niet in het onderwijs werken.
Generalisatie
Veel managers halen inderdaad niet het gewenste niveau. Veelal kunnen ze niet delegeren en is er een zucht naar dominantie en het zichzelf centraal stellen. Sociale vaardigheden zijn ook niet altijd aanwezig in de juiste mate. Het geval van Diesen is een te vaak voorkomend verschijnsel. Toch ken ik er ook die met hart en ziel zich willen inzetten voor het belang van goed onderwijs en die door de mensen op handen gedragen worden. Laten we deze mensen niet tegen het hoofd stoten met dit soort generalisaties.
Corgi
Dat is juist, echter het
Dat is juist, echter het algemene ‘managementniveau’ in het onderwijs is matig tot slecht. Vrijwel altijd komt dit probleem aan de orde als men spreekt over de verbetering van het onderwijs. Wederom blijkt vandaag dat veel scholen de 1040 norm niet halen. Vergaderen, ziekteverzuim, geen personeel e.d. zijn veelal de oorzaken. Gebrek aan daadkracht, (lange termijn)visie en ‘gevoel’ voor de werkvloer bij het management zijn hier, mijns inziens, debet aan.
Afgeserveerde docenten.
Interessante omschrijving. Binnen het basisonderwijs ’n ook voorkomend verschijnsel. Cursusje op kosten van de “baas” en hup weer ’n manager.
Blijft voor mij echter de vraag, waarom die docenten en leerkrachten “afserveren”. Persoonlijk denk ik, ’n combinatie van diverse dingen. Die zijn ondertussen wel bekend. Over de (volgens mij) belangrijkste reden, hoor en lees ik bijna niets. De uit de bocht gevlogen mondigheid van kinderen, om ’t netjes uit te drukken.
Vanmorgen nog met ’n collega gefilosofeerd over wanneer en op welke basisschool ’t eerste kind ’n ander overhoop steekt.
Stukje geschiedenis
Vanavond:
Profiel: Elly Hählen – Schooljuf in Amsterdam West
IKON woensdag 3 oktober 22:50 – 23:30 Nederland 2
Elly heeft zich gedurende haar hele onderwijsloopbaan altijd onvermoeibaar ontwikkeld. Als er aktes of certificaten behaald moeten worden voor nieuwe zaken als ‘informatiekunde’ of ’taalcoördinatie’ is ze er als eerste bij. Want in de veertig jaar die volgen verandert alles in het Amsterdamse onderwijs. Niet alleen komen er jongens op de school en doet de computer zijn intrede in de klas. De leerlingenpopulatie verschiet van kleur en wordt van christelijk islamitisch.
*Lees verder…*
Schorsing
Geweldig goed, een kamerlid dat zich hierover druk maakt, komt het toch nog op de juiste plek, hoop ik!
Waar is de vrijheid van meningsuiting?
Oud-docente verhaalt over haar tijd op Commanderij College
Bron: hier
Ria Smit: voormalig docent Duits Commanderij College Gemert
“Commanderijdocent Giebels vermeldde onlangs in deze krant dat onbevoegde docenten werden aangesteld en dat enkelen een eerstegraads salaris kregen. Dat kan ik beamen. Wij kregen een leraar, die nog niet zo lang studeerde. Hij had niets met het onderwijs te maken gehad en was hondsbrutaal. Onze directeur had een grote bewondering voor deze man, die bijna meteen coördinator werd. Hij had lef, maar vloekte en gebruikte aan één stuk door schuttingwoorden.
Ik had toen een eerste klas met een vaak onhandelbare leerling. Op een dag moest ik haar weer een keer verwijderen en de leerling moest zich bij de coördinator melden. Ik vroeg hem de volgende dag of hij een gesprek met deze leerling had gehad.
Ja hoor: Weet jij hoe oud mevrouw Smit is, René? Nee, zei René. Ja, mevrouw is al heel oud.
Oh, zei René. Ja, mevrouw Smit is echt al heel oud. Ja, mevrouw Smit komt uit een andere tijd, zij houdt van normen en waarden en ze wil graag met u en mevrouw aangesproken worden.
Hij gaf aan mij tot de fossielen te rekenen en hij had er voor gezorgd dat de leerling bij een volgend conflict de klas uit zou rennen onder het roepen van ‘lelijke oude heks’. En zo gebeurde dat een maand later. Hij heeft flauwtjes zijn excuses aangeboden; hij had er echt niet bij stilgestaan dat hij iemand schade had kunnen berokkenen.
Een Oostenrijkse lerares kreeg op een dag van een leerling een passer naar haar hoofd gegooid, die net haar slaap niet raakte.
Ze wilde eerst helemaal niets zeggen, maar ik heb haar bijna meegesleurd naar de directeur. Er is geen aangifte bij de politie gedaan, zeer tegen mijn zin in. ”