de “klagen is van alle tijden” mythe

Zojuist las ik het voor de zoveelste keer: “leraren klagen al eeuwen dat het niveau daalt”. Dit keer werd zelfs vermeld dat de Griekse leraren dat al deden.
Het is een buitengewoon flauw argument. Geen argument eigenlijk. Het slaat elke discussie dood.

Maar als ik terug denk aan mijn eigen leraren. Lagere school, VWO, universiteit, kan ik me geen enkele klagende leraar voor de geest halen. Ik heb nooit gehoord dat de leerlingen/studenten van vroeger meer wisten/konden dan ik. Sterker nog: ik herinner me juist opmerkingen dat “wij” als VWO-ers tot de top zoveel procent van NL hoorden (statistiek en het begrip percentiel was destijds geen onderdeel van de schoolwiskunde). Herinnerde me dat wij de talen Frans, Duits en Engels zoveel beter uitspraken dan onze voorgangers van de HBS, dat wij leerden denken in die vreemde taal en dat onze voorgangers “slechts” vertaalden.

En nu zeg ik tegen mijn studenten dat ze even slim zijn als die van dertig jaar geleden, maar helaas slechter onderwijs hebben gehad en dat het dus begrijpelijk is als ze eenvoudige vergelijkingen niet kunnen oplossen. En ik raad van der Craats aan om dat manco op te vullen.

Maar ja, deze argumentatie bevestigt natuurlijk het verhaal van de sprookjesvertellers. Die ouwe leraren zeiden dat natuurlijk wel, alleen heb ik dat weggedrukt uit mn geheugen. Ik ben het vergeten, want ik wil zo graag geloven dat vroeger alles beter was.

Heeft iemand enig inzicht in historisch materiaal waaruit zou moeten blijken dat leraren van alle tijden klagen over de leerlingen en het onderwijs van nu?

7 Reacties

  1. vertalen en begrijpen
    Wat betreft je vraag aan het einde van je tekst kan ik je niet veel verder helpen. Ik denk dat het juist is dat de huidige VWO-leerlingen in het mondeling communiceren in een vreemde taal beter zijn dan de prae-mammoetters. Maar de bewering dat als je “slechts” vertaalt uit een vreemde taal daardoor niet in de vreemde taal leert denken vind ik aanvechtbaar. Misschien geldt het voor oppervlekkige onderwerpen maar zodra het over iets ingewikkelders gaat wordt de precieze betekenis van woorden en uitdrukkingen belangrijker. Proberen om voor die woorden of uitdrukkingen de goede Nederlandse aequivalenten te vinden helpt om alles uit de tekst t halen wat er in zit. Bovendien helpt vertalen je om je in goed Nederlands uit te drukken. Ik (geen leraar talen) vind dus dat het talenonderwijs vroeger beter was. vale

    • praemammoetters
      Ik geloof er niets van dat de huidige generatie VWO-leerlingen dank zij hun zogenaamde COMMUNICATIEVE opleiding nu beter Frans of Duits spreken dan de premmammoeters. Zelfs de de (M)ULO-leerlingen wisten zich voor de Mammoetperiode beter in deze 2 vreemde talen te redden dan de meeste VWO-leerlingen die nu het Studiehuis verlaten. Dit geldt natuurlijk niet voor het alom aanwezige Engels.

      • voor de duidelijkheid
        Ik wilde enkel beweren dat ik niet uit eigen ervaring weet dat leraren altijd klaagden over het niveau van hun leerlingen in vergelijking met “vroeger”.

        Ik ken de discussie over het talenonderwijs nu in vergelijking met dat van voor de mammoet.
        Ik denk dat mijn talen onderwijs destijds (1e generatie VWO) goed was. We lazen redelijk veel boeken in Frans, Duits en Engels en de uitspraak was beter dan de uitspraak van Nederlanders die je op TV of radio in die talen hoorde praten. Dat we niet vertaalden had inderdaad de door Seger genoemde nadelen. Maar omdat het Nederlands destijds wel degelijk enig niveau had, was dat nadeel niet zo pregnant als dat het nu is.

        Juist het talenonderwijs is kapot gemaakt NA de invoering van de mammoet. Het leren zonder grammatica, zonder rijtjes, dat was de doodsteek, denk ik. Niet het stoppen met het vertalen.

        De halve talen en het studiehuis hebben dat beetje dat er nog van over was om zeep geholpen.

  2. Klok en klepel ?
    Omdat ik de veroorzaker ben van deze blog (sic) hier wat researchwerk:
    De veronderstelling in een tijd van crisis en verval te leven is van alle tijden. Van Socrates die mopperde op ‘onze jeugd van tegenwoordig’ die ‘van luxe houdt’ en ‘geen manieren en respect heeft’ tot Descartes die klaagde over ‘onze tijd van zedenbederf’ en meer recente zwartkijkers als Schopenhauer en Heidegger: altijd is hetzelfde cultuurpessimistische lied gezongen. Toch lijkt dit lied in onze tijd luider dan ooit te klinken. Vele hedendaagse cultuurfilosofen omschrijven onze westerse cultuur als een cultuur in crisis en noemen als manifestaties van deze crisis bijvoorbeeld de milieuvervuiling, de toenemende kloof tussen arm en rijk, de geestelijke armoede, de commercialisering en de nucleaire problematiek. In het onderstaande wordt ingegaan op een van deze aspecten, namelijk de geestelijke armoede. Daarbij wordt betoogd dat het door Huizinga geïntroduceerde begrip ‘puerilisme’ in hoge mate geschikt is voor het karakteriseren van onze huidige cultuur. Lees verder…
    En deze:
    Een opvallende paradox van onze maatschappij is dat er enerzijds sprake is van een toename aan onderwijsinstellingen, studentenaantallen, kenniseconomie en informatietechnologie. Anderzijds zijn velen overtuigd van een onomkeerbare vervlakking. Paul Valéry bespeurt in 1925 ‘een crisis van de intelligentie: de mensen zijn dommer geworden, eenvormiger, er is geen geduld, niets mag nog moeilijk zijn, niets wordt gemaakt voor de eeuwigheid, men is verslaafd geraakt aan gebeurtenissen, alles moet nieuw, groter, sneller en functioneel zijn’. Onthutst is hij over de oppervlakkigheid van zijn tijd: ‘Wat een hoop vermaak! Nog nooit zoveel spelletjes! Maar wat een zorgen! Nog nooit zoveel paniek.’ Lees verder…

  3. Niveau
    Stukje van een discussieplatform:
    “Het staat je uiteraard vrij dit te stellen, maar het *is* zo dat het niveau bij ons op de opleiding is gezakt en nog steeds zakkende is. Dit heb ik zelf vastgesteld (vakken die makkelijker worden gemaakt en zo). Universiteiten gaat het niet meer om niveau, maar alleen om het quota te halen. Ik heb het hier ook over gehad met docenten (wetenschappelijk medewerkers) en die beamen dit (of iig het tweede).”

    Antwoord: “Daar klaagde Socrates al over en Nietzsche schreef in 1872 dat kwantiteitsverhoging en kwaliteitsverbetering niet samen gaan. Zou het iets van alle tijden zijn?”
    Lees verder…

    Zie ook de links onderaan de mail.

    • Link
      Het artikel van Wierenga waar Hals naar verwijst is een reactie op een artikel van Koppens en Van de Ven dat hier op de BONsite besproken is.

Reacties zijn gesloten.