Goed artikel, voor een niet-onderwijsgevende inzichtelijker op het punt van salarissschalen, FUWA’s etc. Die discussie is voor mij als vrije beroeper nl niet te volgen, en zo onstaat voor een buitenstaander inderdaad het beeld dat docenten en leerkrachten verzuurde notaire mopperkonten zijn.
Ik herinner me inderdaad nog wel “lerarenwijken” Varierend van rijtjeshuizen, halfvrijstaande huizen, en een startersflat. In die laatste woonden vaak pas getrouwde leraren met soms al hun eerste kind.
Het waren wel hele burgerlijke brave wijken, dat wel.
Dank … … voor dit artikel.
Truijens snapt het helemaal Prachtig en messcherp verhaal. Dat brengt mij op het volgende idee.
Als je nu werkelijk eens de status van de leraar wilt verhogen, dan zou het goed zijn om een fotoboek te maken van de huizen van leraren.
We beginnen in de jaren ’50, en dan steeds 10 jaar verder. Ik denk dat je dan een onthutsend beeld van verarming te zien krijgt.
Willen wij vaststellen of het voornemen van minister P. werkelijk vrucht draagt, maak dan over zo’n 5 jaar weer een nieuwe fotorapportage. Daar kunnen we aan zien of politieke praatjes daadwerkelijk gaatjes vullen.
lerarenhuizen Ik herinner me menig onderwijzer en leraar te hebben gehad die in kapitale panden woonden. Panden die heden ten dage bewoond worden door de burgemeester, tandarts,specialist,de snelle jongens uit het zakenleven en mogelijk ook een “slimme” leraar die zijn schooltas aan de wilgen heeft gehangen omdat hij, bij gebrek aan orde in de klas misschien wel, snel het management ingedoken is.
Zelf woon ik in een aardige vooroorlogse twee-onder-een-kap waarvoor ik me niet hoef te schamen. Het pand is gelegen in een nette wijk; enig minpuntje is dat in dezelfde straat aan het begin een zestal armoedige huisjes staan met een trapje-op bij de voordeur. Als ik er voorbij fiets moet ik nog regelmatig denken aan het schoolreisje van enige jaren geleden. Ik zat in de bus naast een moeder van een van mijn leerlingen. We keuvelen wat, ze vraagt waar ik woon, ik noem de straatnaam….”Oh, in een van die huisjes vooraan met die trapjes zeker”, antwoordt ze. Het moet voor haar onvoorstelbaar zijn geweest dat een leraar een gewone twee-onder-een-kap zou kunnen opbrengen.
Reacties zijn gesloten.
Copyright & kopiëren; 2025|WordPress thema door MH Themes
Goed
artikel, voor een niet-onderwijsgevende inzichtelijker op het punt van salarissschalen, FUWA’s etc. Die discussie is voor mij als vrije beroeper nl niet te volgen, en zo onstaat voor een buitenstaander inderdaad het beeld dat docenten en leerkrachten verzuurde notaire mopperkonten zijn.
Ik herinner me inderdaad nog wel “lerarenwijken” Varierend van rijtjeshuizen, halfvrijstaande huizen, en een startersflat. In die laatste woonden vaak pas getrouwde leraren met soms al hun eerste kind.
Het waren wel hele burgerlijke brave wijken, dat wel.
Dank …
… voor dit artikel.
Truijens snapt het helemaal
Prachtig en messcherp verhaal. Dat brengt mij op het volgende idee.
Als je nu werkelijk eens de status van de leraar wilt verhogen, dan zou het goed zijn om een fotoboek te maken van de huizen van leraren.
We beginnen in de jaren ’50, en dan steeds 10 jaar verder. Ik denk dat je dan een onthutsend beeld van verarming te zien krijgt.
Willen wij vaststellen of het voornemen van minister P. werkelijk vrucht draagt, maak dan over zo’n 5 jaar weer een nieuwe fotorapportage. Daar kunnen we aan zien of politieke praatjes daadwerkelijk gaatjes vullen.
lerarenhuizen
Ik herinner me menig onderwijzer en leraar te hebben gehad die in kapitale panden woonden. Panden die heden ten dage bewoond worden door de burgemeester, tandarts,specialist,de snelle jongens uit het zakenleven en mogelijk ook een “slimme” leraar die zijn schooltas aan de wilgen heeft gehangen omdat hij, bij gebrek aan orde in de klas misschien wel, snel het management ingedoken is.
Zelf woon ik in een aardige vooroorlogse twee-onder-een-kap waarvoor ik me niet hoef te schamen. Het pand is gelegen in een nette wijk; enig minpuntje is dat in dezelfde straat aan het begin een zestal armoedige huisjes staan met een trapje-op bij de voordeur. Als ik er voorbij fiets moet ik nog regelmatig denken aan het schoolreisje van enige jaren geleden. Ik zat in de bus naast een moeder van een van mijn leerlingen. We keuvelen wat, ze vraagt waar ik woon, ik noem de straatnaam….”Oh, in een van die huisjes vooraan met die trapjes zeker”, antwoordt ze. Het moet voor haar onvoorstelbaar zijn geweest dat een leraar een gewone twee-onder-een-kap zou kunnen opbrengen.