Het onderstaande artikel stond in De Volkskrant van 9 maart 2007.
========================================
Volgens Hans Wansink (Forum, 27 februari) is schooluitval vooral te wijten aan het vigerende schoolregime. Het stellen van harde diploma-eisen zou een maatregel zijn die het probleem aan het verkeerde einde probeert op te lossen. Wansink betrekt deze stelling na een betoog over het ongelukkige verloop van een aantal onderwijshervormingen, zoals de basisvorming en de tweede fase in het middelbaar onderwijs en de samenvoeging van mavo en vbo tot het vmbo. Vermoedelijk doelt hij ook op de introductie van het ‘leren leren’-concept (met als uitwerking daarvan in het middelbaar onderwijs het studiehuis) naast het competentiegerichte leren in het beroepsonderwijs.
Met zijn conclusie dat harde en uniforme exameneisen geen panacee vormen, ben ik het graag eens. Of het vigerende schoolregime het probleem is zoals hij het schetst, waag ik te betwijfelen. Laten we de gang van zaken sinds ongeveer 1993 eens de revue laten passeren.
Indertijd heb ik als voorzitter van de HBO Raad de voorbereiding meegemaakt van de herinrichting van het middelbaar onderwijs. Na een brede basisopleiding moesten leerlingen uit enkele afstudeerprofielen kiezen. De gedachte was dat ze zo beter voorbereid werden voor hbo en wetenschappelijk onderwijs. Er was, ook toen, onvrede over wat havo en vwo presteerden. Vanaf het begin was het duidelijk dat deze hervorming alleen kon slagen als aan enkele voorwaarden werd voldaan.
Er werd toen al gewezen op de noodzaak flexibel om te gaan met het keuzemoment. Docenten moesten daarom niet alleen pedagogisch goed onderlegd zijn, maar ook beschikken over een uitstekende vakkennis en weten wat voor het volgen van een hbo- of een wetenschappelijke opleiding nodig is. Konden de hbo-lerarenopleidingen daarin wel voorzien?
Succes was alleen verzekerd als eerst de lerarenopleidingen werden aangepakt. Dat is onvoldoende gebeurd. En daar bleef het niet bij. Het nieuwe concept beoogde op de individuele leerling gericht onderwijs. Hadden de scholen voldoende budget en kon de schoolleiding deze ingrijpende veranderingen goed besturen? Nee dus! De krokodillentranen die men nu plengt in de media en in de Kamer over het mislukken van deze onderwijshervorming, komen bij mij nogal hypocriet over. Gelukkig hebben enkele journalisten en politici wel recht van spreken, maar naar hen werd jarenlang niet geluisterd.
Dan het competentiegerichte leren. In het kielzog van het humanresourcemanagement, dat competenties vaststelt en personeel selecteert dat daarover beschikt, kwam in het beroepsonderwijs een beweging opzetten die iets dergelijks wilde doen met de leerlingen.
De onderwijsautoriteiten hebben zich onvoldoende gerealiseerd dat zonder docenten met een uitmuntende vakkennis en zonder leerprocessen waarin leerlingen zeer gedisciplineerd zich deze kennis eigen maken, het ondoenlijk is ‘competente’ afgestudeerden te kweken. Te vaak werd competentie vereenzelvigd met niet-vakmatige vaardigheden. Maar vaardigheden én kennis maken een jongere een competente medewerker in een organisatie.
Het ‘leren leren’ berust op de illusie dat jongeren al snel het verantwoordelijkheidsbesef, de discipline en de basiskennis hebben om zelfstandig zich allerlei zaken eigen te maken die nodig zijn om een competente beroepsbeoefenaar te worden of om verder te studeren aan een hbo-instelling of een universiteit. Deze illusie leidt tot spijbelen en schooluitval.
Ik vrees dat alleen door krachtig ingrijpen van bovenaf, waarbij de autonomie van de schoolbesturen wordt beperkt, de malaise in het middelbaar- en beroepsonderwijs is te keren. Ik zou er voor zijn als we weer de beschikking kregen over enkele rijksscholen, verspreid over het land – ook bij havo en vwo -, die de standaard aangeven. Het is goed dat de Tweede Kamer een onderzoek instelt naar het falen van de onderwijshervormingen. Maar mijn gewaardeerde oud-collega’s in de Kamer maken mij niet wijs dat ze niet gewaarschuwd waren!
De auteur, Arie van der Hek, is oud-Kamerlid voor de PvdA, oud-voorzitter van de HBO Raad en van het College van Bestuur van de Universiteit Twente.
=================================================
Goed betoog
De juiste aanpak, lijkt me. Nu maar hopen dat hij regelmatig met partijgenoot Plasterk om de tafel zit.
genieten
Wat een genot om dit verhaal te lezen na de kwetsende woorden van Lector (!!!) Leo Lenssen. Ik heb ook een paar lectoren ontmoet, wel van een heel ander niveau.