Een goede balans tussen kennis bijbrengen en zelfstandig werken aan eigen opdrachten. Een goede balans door een docerende leerkracht, maar ook begeleidende en sturende leerkracht. Balans zoeken is evenwicht vinden in de door nu gestelde zaken als ‘het nieuwe leren’ en het ouderwetse onderwijs van vroeger.
De maatschappij veranderd, is steeds in beweging, maar daarin moeten we als leerkrachten blijven afwegen wat goed is voor een kind en wat niet, dat kan ook nog eens voor elk kind anders zijn.
Voortdurend blijven zoeken, balans vinden, om de juiste weg in te slaan.
Reacties zijn gesloten.
opnieuw dat misverstand
Wie kan er nu tegen een goede balans zijn?
Nou.. de enige goede balans tussen gestructureerd onderwijs met hoog opgeleide docenten enzerzijds en HNL-achtige frutsels anderzijds is de balans die volledig doorslaat naar goed onderwijs.
En bij goed gestructureerd onderwijs is er sinds jaar en dag in alle vakken en op alle schooltypen voor de leerlingen de gelegenheid (zelfs de plicht) tot zelfstandig werken, zelfstandig denken, gezamenlijk denken, zelfstandig informatie vergaren en gezamenlijk informatie verzamelen.
Essentieel is dat er een vakleerkracht is, die stuurt (rekening houdend met de leerling) en die kennis van zaken heeft. Bij HNL stuurt het kind en is er een coach zonder enige kennis van zaken. Dat is het verschil.
HNL heeft dus helemaal NIETS goeds en zoeken naar een balans met HNL is dan ook zinloos. Je kunt ze hooguit uit stategische overwegingen. omdat je met die HNL-ers later door één deur moet, een kluifje toewerpen, zodat ze een schaamlap hebben in plaats van de keizerlijke kleren.
Dat de maatschappij veranderT, dat weet iedereen. Dat is de meest gebruikte platitude van de HNL-ers. Vaak komt daar nog iets bij als dat de hersentjes van de kinderen tegenwoordig ook zo veel anders zijn. Ik heb ooit een baas gehad die serieus beweerde dat studenten tegenwoordig het beste konden studeren met een biertje in de ene hand en de telefoon/afstandbediening in de andere hand. En de voeten op de salontafel. Hij meende het werkelijk. Gash… ik krijg nog krampen als ik er aan denk.
En natuurlijk zoek ik elke dag bij elke groep studenten opnieuw naar de juiste balans. Maar dat heeft gelukkig helemaal niets te maken met en HNL-balans. Het is de balans tussen uitleggen en zelf laten ontdekken, de balans tussen grappen en grollen en stilte, de balans tussen financieel rekenen en de belangrijke zaken van het leven, de balans tussen opleidingsorganisatie en de wensen van de studenten. Ik neem gelukkig nooit HNL mee in die balans.
Balanceren op een draad die er niet is
Inderdaad. Het midden zoeken tussen vrede en terrorisme zou inhouden dat je in plaats van 5000 nog maar twee en een halfduizend slachtoffers accepteert. Het midden tussen goed onderwijs (een 8) en geen onderwijs (0) is een 4, een behoorlijke onvoldoende. Het midden tussen rechts houden in het verkeer en links spookrijden houdt in dat je over de middenstreep rijdt.
Het is dus absurd om een balans te zoeken tussen inspirerend, zinvol onderwijs, waarbij een leerling met hulp van een ervaren docent verder komt en onderwijs waarbij die leerling op drift is en niet weet wat en waar hij het zoeken moet.
Zelfs geen kluifje
Mooie vergelijkingen Philippens. Ik neem dat terug van dat kluifje. Uitroeien die onzin, met wortel en tak. Soms polder ik meer dan me lief is. 😉
Voorbeeld: constructivisme
1945, je schrijft ‘HNL heeft dus helemaal NIETS goeds’. Ik ben het hier niet met je eens. Mark79 heeft het al eens heel goed onder woorden gebracht in een posting over constructivisme, een typerend onderdeel van de HNL-leer:
Samengevat: de ideeën van het constructivisme zijn goed mits in redelijkheid toegepast – en hoewel ze door de propageerders van HNL worden geclaimd als HNL worden ze in de praktijk al decennia door de betere docenten toegepast. Wat mij betreft is het dus niet zo simpel als ‘HNL heeft NIETS goeds’ ….
HNL poogt beoogt een verandering te zijn
Een paradigma shift zelfs in de opgepompte woorden van de aanhangers.
Natuurlijk kunnen ze niet alles veranderen. Ook bij HNL gaan de kinderen nog overdag naar school en niet plotseling ‘snachts. Ook bij HNL bestaan er nog steeds schoolgebouwen.
Het lijkt me dan ook logisch dat ik me in mijn betoog richt op de veranderingen die HNL propageert, niet op de zaken die ze hetzelfde laten. Alle veranderingen van HNL zijn in mijn ogen werkelijk en absoluut verslechteringen.
Maar het is helaas nog een graadje erger. Men claimt onderwijs waarbij de docent de leerling zelfstandig laat werken als zijnde HNL en zegt daarmee impliciet dat dat kennelijk vroeger niet gebeurde. Jij en ik weten dat dat niet waar is. Dat zelfstandig werken wat ik tijdens mn eigen middelbare schooltijd ook heb gedaan kan geen afgeleide zijn van HNL, want dat was er gelukkig toen niet.
Als het nieuwe voetballen nu gaat claimen dat voetballen vooral met een bal moet geschieden, dan kan ik dat moeilijk als iets positiefs van het nieuwe voetballen zien. Het is wederrechterlijk toegeëigend in een poging het oude voetballen te overvleugelen en aan de kant te zetten als niet meer van deze tijd.
Ik kan niet anders dan bij mijn statement blijven: elke verandering die HNL ons brengt is een verslechtering. HNL heeft dus niets goeds gebracht, Ergo, HNL is op alle fronten inferieur en het is waanzin om in een soort balans gedachte iets te gaan zeggen als dat men hier en daar wel een punt heeft.
Ik reageer daar zo fel op omdat ik het een debating truc vind: schilder eerste het reguliere onderwijs af als oude mannen met gele tanden, uilenbrillen een rottinkje die enkel in staccato drillend hun overbodige en verouderde kennis in de levers van de onnozele ganzen pompen, kom dan met een aantal waanzinnige wijzigingen van het onderwijsconcept en win de discussie door het beeld dat je creëert van het huidige onderwijs.
Positieve kanten van het Constructivisme
Laten we oppassen voor misverstanden.
Ik ben het niet eens met het idee dat er een beetje constructivisme of een bepaald percentage aan constructivisme zou bestaan. Degenen die dit begrip van stal halen om hun didactiek te legitimeren, hebben – althans voor zover ik ze tot nu toe geraadpleegd heb – altijd een absoluut idee daarvan. De leerling is constructivist en “creëert zijn eigen kennis”, zoals de fameuze Sjoerd Slagter dat zo treffend formuleerde. De leraar is in die absolutie optiek uitgeschakeld, staat terzijde en kan wel nog de leerling bij de procedures om die kennis te verzamelen hier en daar een hint geven, maar is niet de deskundige op kennisgebied.
Constructivisme is als zwangerschap: je bent het helemaal en je bent dus niet een beetje zwanger.
Constructivisten geloven daarom altijd in de meest fundamentalistische vorm van HNL.
Dat veel leraren, en daar hoor ik ook bij, leerlingen stimuleren om zelfstandig te werken, is een andere zaak. Daar heeft nog altijd de docent de sturende rol. Hij hoort “boven de stof” te staan en hij kan daarom steeds nieuwe werkvormen ontwikkelen.
Tussen de meest vergaande vorm van frontaal lesgeven (“luisterrrren, koppen dicht”), de Bint-vorm en de meest extreme HNL-vorm zijn er allerlei varianten. Daarin kun je soms ver gaan, as dinsdagmiddag bijvoorbeeld gaan vijftien ex-leerlingen (6vwo) van mij mijn huidige 160 5vwo-leerlingen coachen, terwijl er maar een leraar in de buurt is. Maar zodra we de “constructivistische” grens overgegaan zijn, komen we in het mythische gebied, waar de leraar (bijna permanent) uitgeschakeld is.
Constructivisme
Als aanvulling op het citaat van mij door Mark Peletier.
Het extremistische constructivisme zoals dat beleden wordt door onderwijskundigen is tegenstrijdig met onderwijs: onderwijs en extreem constructivisme sluiten elkaar uit.
De milde vorm van constructivisme biedt het onderwijs niets nieuws.
Conclusie: constructivisme is in het onderwijs ofwel niet nodig ofwel schadelijk, laten we het dus buiten de deur van de school houden.
Constructivisme heeft ons iets opgeleverd
Ik ben het daar toch niet mee eens. Constructivisme heeft ons goede dingen gebracht, en die moeten we niet onderschatten, ook al is er in naam van het constructivisme ook veel lelijks gebeurd.
Mark79 schrijft ‘De milde vorm van constructivisme biedt het onderwijs niets nieuws’. Het feit dat goede leraren het ‘milde constructivisme’ niet nodig hebben (en hadden) om goed les te geven is geen reden om dat milde constructivisme als waardeloos te zien.
Ik zelf heb echt wel iets opgestoken van dat milde constructivisme. Voorbeeld: het feit dat het soms goed werkt om hetzelfde concept op verschillende manieren uit te leggen is goed te begrijpen vanuit datzelfde constructivisme (namelijk: leerlingen nemen slechts ‘projecties’ waar van de conceptuele structuren in het hoofd van de docent; meerdere projecties van dezelfde structuren maken een betere reconstructie mogelijk, en daarmee een betere overdracht van het concept).
Het milde constructivisme is onomstreden, zoals Mark zegt, maar daarom nog niet voor elke docent evident, en ik ben ervan overtuigd dat het in handen van een verantwoordelijk docent een positieve bijdrage geeft aan het onderwijs.
Wij verwijten onze tegenstanders zwart-witdenken en fundamentalisme. Laten we zelf het goede voorbeeld geven.
Mild constructivisme?
Merkwaardige term, dat “mild constructivisme”. Het inzicht dat leerlingen projecties waarnemen, is niet door het constructivisme, welke soort dan ook, naar voren gebracht. Het is een inzicht dat we al langer hebben uit de psychologische verwerkingstheorieën. Ik leerde het mijn studenten voordat het constructivisme uberhaupt opkwam.
Waarom worden dat soort inzichten aan het constructivisme toegeschreven?
woordenspel
Hiermee komen we in een definitiediscussie terecht die, denk ik, niet veel oplevert. Of je het A of B noemt maakt niet veel uit. De kern van mijn standpunt is dat je theorieën over leren en onderwijzen niet moet afschrijven vanwege wat voor rare grappen sommige mensen mee uithalen. Natuurkunde en scheikunde zijn gebruikt om mensen te folteren, maar daarom vinden we ze het niet minder waard onderwezen te worden.
constructivisme
Toen ik de eerste keer van het contructivisme hoorde meende ik dat het een woord was voor een begrip dat ik al lang kende. Iedereen construeert kennis in zn eigen hoofd, door nieuwe kennis en plaats tegeven binnen het construct dat je al hebt gemaakt, of door het construct in je hoofd te veranderen zodat de nieuwe kennis een plaats kan vinden. De termen die daar bij horen zijn assimileren en accomoderen. Ik begreep het begrip subjectieve werkelijkheid dus vanuit die vorm van (overdrachtelijke) subjectiviteit.
Daarom meende ik dat dat constructivisme het kader bood om mijn eigen vorm van didavtiek te kunnen plaatsen. Op hetzelfde moment had de goeroe van het constructivisme (Alex van Emst) het over de subjectiviteit van toetsen. Ook dat lijkt bijna een open deur. Als je een toets als meetinstrument van kennis/vaardigheid opvat, dan is het een uitermate belabberd meetinstrument.
Latere ervaringen leerde mij ook hier dat men het veel concreter bedoelde: zo concreet dat het onzin werd. Het werkelijke leren lag niet in kennis maar in meta kennis. En alles was subjectief.
Het is een hele inleiding om tot de conclusie te komen dat die dingen die ik waardevol vind, niet specifiek constructivistisch zijn, maar dat er vanuit het constructivisme veel wordt beweerd wat een bijl plaatst in de basis van de manier waarop we met kennis omgaan. Dat vind ik maatschappelijk onverantwoord.
Misschien is dat alles een strategiekwestie, maar ik zou de strategie pas willen vaststellen nadat de waarheid van de verschillende stromingen in ieder geval voor oins zelf (bonners) helder is. Dat heeft iets met fundamentalisme te maken. Iedere discussie is mogelijk en ik word graag wijzer door de mening van anderen. Maar ik ga geen standpunten opgeven zonder dat dat ook inhoudelijk het juiste is.
Onderwijs Opgevende Constructivisten
Ik wil nog even terugkomen op de opmerkingen van Mark Peletier.
Niet zo lang geleden, tijdens mijn vu-docentschap heb ik mijn studenten colleges “cognitieve psychologie” gegeven. Nu ik even terugzoek in de recente onderwijskundige literatuur valt me op dat de meest spraakmakende constructivisten, de “Sociaal-constructivisten” veel van de grote namen hebben ingelijfd. Het is dus voor hen een zeer brede stroming geworden, een brede golf en zij zetelen natuurlijk zelf op de schuimkop van die golf.
De “cognitieve leerpsychologie” heeft ons, en dat ben ik met Peletier eens, bijzonder waardevolle inzichten geschonken. Voor mij is daarin essentieel dat we didactisch moeten aansluiten bij het ontwikkelingsniveau dat leerlingen bereikt hebben en dat we onze begrippenstructuren daaraan moeten hechten. Daarnaast kan het nuttig zijn de leerlingen te verbazen. Als ze ontdekken dat hun analysekader niet adequaat is, zijn ze eerder geneigd een nieuwe kijk te ontwikkelen. Ik noemde hiervoor niet voor niets het woord “begrippenstructuren: daaraan moeten we in het onderwijs bouwen- waar dat kan- . Die hebben leerlingen nodig om te analyseren.
Verveel leerlingen niet met eindeloze reeksen feitjes, zoek intelligente aansluitende structuren om feiten te duiden. Laat tegelijk zien dat analysekaders keuzes zijn, dat er verschillende mogelijkheden zijn. Maar behandel die niet uitputtend (wat in het rekenonderwijs in het basisonderwijs nu aan het gebeuren is), want dat leidt tot verwarring.
De sociaal-constructivisten van nu (de term vinden we in Piet van der Ploegs artikel “Pabo’s varen blind op constructivisme” VELON Tijdschrift jrg 26(2) 2005 en lees ook het zwakke antwoord daarop in datzelfde blad “Over vermeende tegenstellingen die irrelevant zijn”) maken zich te breed. Dat leidt tot verwarring.
Laten we het daarom over de “onderwijs opgevende” sociaal-constructivisten hebben, als we de extreme vorm van HNL bedoelen. De term komt van Piet van der Ploeg.
balans
Niets nieuws onder de zon.Al tientallen jaren geleden waren er docenten die naar een juiste balans zochten. Ook toen werd er, als dat nodig was, zelfstandig gewerkt. Een goede leraar is altijd al op zoek geweest naar de juiste mix om zijn leerlingen zo goed en plezierig mogelijk te helpen. Helaas wordt hem dat sinds een paar jaar onmogelijk gemaakt door het Nieuwe Lerenfundamentalisme.
Een nieuwe balans?
Natuurlijk is er altijd al een zoektocht geweest naar balans. Maar als er uitschiedetrs zijn, zoals het Nieuwe Leren, waar ik ook mijn vraagtekens bij heb, ga je zoeken naar een nieuwe balans. Waarom? Omdat ook het Nieuwe Leren goede elementen heeft. Het gaat erom hoe je aan je kennis komt en wat je er mee kunt doen, meer toepassen dus. Dat er dan geen docerende leerkracht meer aan te pas kan komen, vind ik te ver doorslaan aan de andere kant. Je zult ook een basis, een soort input, moeten hebben, waarmee we het Nieuwe Leren kunnen toepassen. Maar echt, er zitten ook goede dingen in. Zeker in een maatschappij waarin wij en onze kinderen al veel breder georiënteerd zijn.
Ik vind bovenstaande reacties erg negatief.
leerkracht basisonderwijs groep 3
RT-er
studerend voor IB-er
De HNL Bagwan
Sorry, ik begrijp niets van je redenering. Eerlijk gezegd vind ik m gewoon fout.
We zijn altijd op zoek geweest naar balans binnen het onderwijs. Daarbij zijn altijd alle pedagogische, sociale, cognitieve, menselijke, maatschappelijke en weet ik veel wat voor andere factoren meegenomen. Die balans vinden we zo goed en zo kwaad als het kan, raken m bij een bepaalde klas weer ven kwijt en proberen de volgende dag opnieuw.
Plotseling komt er een goeroe en die brabbelt dat leren heel anders moet. Die goeroe verandert NIETS aan de kinderen, NIETS aan de maatschappij, NIETS aan welke factoren die we altijd al bij het balanceren betrekken.
OMDAT die goeroe er nu schijnt te wezen, DAAROM moeten we de balans aanpassen? Kul natuurlijk.
OMDAT de Bagwan kwam, moesten we daarom het onderwijs veranderen? Natuurlijk niet. Hooguit ga je eens met kinderen praten over mensen in oranje kleding.
Je kiest een andere balans omdat je van mening bent dat een andere balans op grond van argumenten en feiten beter is dan de huidige balans. Niet omdat iemand HNL roept en daar zijn vele Rolls Royces mee bekostigt
Interessant die balans
Welke elementen van HNL vind je zo interessant? Welke onderdelen neem je over in je lespraktijk en waarom doe je dat? Welke goede dingen zitten erin die je niet allang toepaste?