Door: Iris Breetvelt.
Is het hoger onderwijs nog wel zo doelmatig voor Nederlanders nu een substantieel percentage van de studenten buitenlands is en de onderwijstaal veelal Engels? Internationalisering van het universitair onderwijs levert niet alleen economisch gewin maar ook verdringing van en ontoegankelijkheid voor Nederlanders. De Wet internationalisering in balans verandert daar onvoldoende aan.
In studiejaar 2024/25 studeerden er 131.000 internationale diplomastudenten in het Nederlands hoger onderwijs. Aan de universiteiten is het aandeel internationale studenten 27% en in het hbo is dit bijna 9%. De inkomende studentenmobiliteit is ruim 5 keer zo groot als de uitgaande. Studiemigratie vertoont dus een disbalans.
Van de universitaire masteropleidingen wordt ruim 70% in het Engels gegeven. De universitaire bacheloropleidingen worden voor 33% in het Engels gegeven. De verengelsing van opleidingen is doorgeschoten en om dat voor wat betreft de bacheloropleidingen te redresseren is het wetsvoorstel Wet internationalisering in balans in behandeling. De Toets anderstalig onderwijs die afwijking van het Nederlands als onderwijstaal mogelijk maakt wanneer aan specifieke doelmatigheidscriteria voldaan wordt, zal niet worden toegepast op het bestaande opleidingsaanbod maar alleen op nieuwe bacheloropleidingen. Het bestaande bachelor-opleidingsaanbod wordt in afspraken tussen de universiteiten (UNL) en de minister enigszins ingeperkt wat betreft het Engels als onderwijstaal en de toelating van internationale studenten. Daarmee is een belangrijk sturingsinstrument aan de wet ontvallen. De vraag is wat er van dit wetsvoorstel terecht komt.
Meer lezen en/of download hier het gehele artikel van Iris Breetvelt

Laat een reactie achter
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.