De onderwijsmaffia laat natuurlijk niet na bij elke vernieuwing die zij afdwingt te verkondigen dat ze in het belang van de leerlingen is of de belangen van leerlingen op haar minst niet schaadt. Enkele veranderingen die doorgevoerd zijn hebben een nevenaspect dat ik niet bewust in de litteratuur over de veranderingen ben tegengekomen.
Bij Klassieke Talen verschuift het zwaartepunt van het onderwijs naar klassieke Cultuur en namen het aantal lesuren af. Leraren klassieke talen kregen van de uitgever vertalingen en commentaren toegestuurd zoals wiskundeleraren vroeger een antwoordenboekje voor wiskundige berekeningen toegestuurd kregen. Het onderwijs in de klassieke talen is daardoor niet alleen voor leerlingen gemakkelijker geworden maar er hoeven nu ook niet meer zo hoge eisen aan de leraren gesteld worden. Een belangrijke winst bij de opleiding van leraren klassieke talen want in vergelijking met vroeger starten zij hun studie met een veel lager niveau van kennis en vertalingsroutine dan in de tijd van het premammouthale Gymnasium-α. En minder opleiding betekent goedkoper in het verbruik. Ja u leest het goed want onderwijs geven gaat immers steeds meer lijken op verbruiken, opgebruiken.
Bij de moderne vreemde talen is het vertalen afgeschaft. Voor goed vertalen is meer eruditie vereist dan voor de nu gebruikelijke tekstverklaring en actief taalgebruik. Vroeger moesten de betreffende leraren ook nog halve Neerlandici zijn. Dat scheelt toch in het niveau van eisen dat je aan de leraar moderne vreemde talen moet stellen. Dus weer minder geld voor leraren en meer voor de maffia. Bij Nederlands leren de leerlingen tegenwoordig veel meer praktische zaken. Daar kun je ook goedkopere leraren voor gebruiken. En dan de wiskunde: Er zijn leerlingen die het juist leuk vinden om op een hoog niveau van abstractie te werken en echte bewijzen te leveren. Die leerlingen worden in het onderwijs niet meer bediend en dus het wordt ook goedkoper om aan voldoende bruikbare wiskundeleraren te komen. Vernieuwingen in het onderwijs gaan te verdacht veel samen met mogelijke bezuinigingen op leraren om in het fabeltje dat onderwijsveranderingen vrijwel altijd onderwijsverbeteringen zijn te geloven.