De bodemloze put van het Middelbaar Beroeps Onderwijs.
Een tiental jaren geleden was Nederland bezaaid met MBO scholen. Scholen die leerlingen met de overheidsslogan “een slimme meid is op haar toekomst voorbereid” in gedachte opleidde voor een arbeidzaam leven. Opleidingen die uitblonken in het overdragen van vakkennis en dank zij de vakleerkracht up to date bleven wat betreft nieuwigheden en moderniseringsslagen binnen het vakgebied. Leerlingen gingen hooguit twee weken op stage en dat pas in het derde jaar van hun vierjarige opleiding. De kennis kwam ten goede aan de maatschappij in de vorm van goed opgeleidde verpleegsters, juffen, meesters, metselaars, kapsters,werktuigbouwkundigen enz…Het MBO werd door zowel leerkrachten als leerlingen gezien als een mogelijke opstap naar het Hoger Beroeps Onderwijs, wat eigenlijk alleen was weggelegd voor de bollebozen en doorzetters.
Het bleek echter niet goed te zijn, niet efficiënt en geldverslindend. Om aan te kunnen geven waar in het huidige ROC de bodemloze put zich bevindt is het zaak om eerst aan te geven hoe de vroeger MBO school zijn budget gebruikte. Dan pas worden de verschillen duidelijk tussen de vroegere MBO school en de huidige ROC-mastodonten. Een huiveringwekkende vergelijking.
In het ‘oude’ MBO waren er naast het onderwijspersoneel ( OP) drie andere functies het onderwijsondersteunend personeel (OOP): Concierge, Technisch Onderwijs Assistenten ( TOA’s), en een enkele leerkracht die vrijgesteld was van lesgeven en als coördinator de directeur ondersteunde. Er was de administratie bestaande uit een klein aantal adminstratieve krachten die inschrijf-, uitschrijf-, verwijs-,mutatie-, en andersoortige formulieren bijhielden en administreerden. En dan was er de directeur die in grote scholen werd ondersteund door een onderdirecteur. Deze twee directeuren werden ondersteund in hun werkzaamheden door één directiesecretaresse.
In het ‘nieuwe’ MBO is het aantal functies bijna niet meer te tellen. Het OOP is niet alleen meer de conciërge die is ondertussen aangevuld met beveiligingsmedewerkers, ICT medewerkers, Toezichthouders (bewakers)in Open Leer Centra of Multi mediale centra, Psycho sociale medewerkers, stagebureau’s, examen bureau’s, onderwijsontwikkelaars, communicatiedeskundigen, volledige personeelsdiensten met personeelsmanagers, personeelsmanagementsadviseurs, dan zijn er nog de kwaliteitsbewakers die middels zelfontworpen, nattevingerige vragenlijsten de kwaliteit meten en op peil houden. Al deze onderwijs ondersteunende diensten worden ondersteund door hun eigen administratie met bijhorende manager waar natuurlijk ook weer een secretaresse bij hoort. De directeur is vervangen door een eerste lijn manager met boven zich een sectordirecteur, locatiedirecteur, dagelijks bestuur en raad van toezicht. Elke directeur heeft zijn eigen administratie met eigen secretaresse.
Intern lijkt de school van vroeger meer en meer op een ontplofte confettiefabriek van functies en ondersteuners van deze functies. De uitgaven tussen onderwijs en niet onderwijs, het primaire proces en de aanhangsels, wordt verbloemd door vele functies te bombarderen tot OOP terwijl ze in feite op geen enkele manier het primaire proces ondersteunen. Ook door het uitbesteden van een aantal werkzaamheden, denk aan de volledige ICT huishouding, worden budgetten opgepoetst of aangepast, het is maar wat het centraal bestuur kwijt wil aan de buitenstaander.
Niet alleen intern is er een splinterbom ontploft. Ook extern spelen heel wat clubjes een toontje mee in de symfonie van het graaien uit de onderwijspot. Een bloemlezing te beginnen met de MBO raad vertegenwoordiger van de onderwijswerkgever en op tijd van een tiental jaren uitgegroeid tot een adviesdienst die zich ledig houdt met : 850 uren norm, Bewegen en sport, evc, beroepskolom, examinering, goed bestuur, FSR, internationalisering, een leven lang leren, stage, zorg, veiligheid, inburgering, HRM en arbeidsmarkt, beloningscode voor besturen, Mexicaanse griep en scholen enz.,enz., enzoverder. De MBO raad geeft zijn eigen glossy uit getiteld backstage en met enige regelmaat rollen publicaties van de meest uiteenlopende onderwijsprojecten van de persrollen. De MBO raad is de giftige spin in het web tussen bedrijfsleven en onderwijs met tientallen zo niet honderden personeelsleden en natuurlijk een hiërarchisch opgebouwd personeelsbestand met medewerkers, eerste lijn managers, adjunct directeuren, directeuren, sectordirecteuren en een centrale raad van bestuur.
Maar het houdt niet op bij de MBO raad. De invoering van het competentiegericht onderwijs heeft heel wat clubjes de nodige onderwijsmiljoenen opgeleverd. Het vergt weken van opzoekwerk om het hele netwerk bloot te kunnen leggen. Laten we ons dus beperken tot de grootste spelers. Het APS, KPC, en andere onderwijsadviesdiensten zorgen voor de implementatie van de vernieuwingen door scholing en training van het onderwijzend personeel met daarbij natuurlijk nog twee jaar toezicht op de implementatie. Het COLO een vereniging van zeventien kennisscentra’s steekt wat betreft bemoeienissen met het primaire proces de MBO raad naar de kroon. Een bijna zelfstandig opererend orgaan dat dank zij overheidssubsidies alsmaar verder uitdijt. Een greep uit hun bezigheden: Beroepeninformatie en -oriëntatie, Stage- en arbeidsmarktinformatie, Praktijkleren, Kwalificaties en Examineren, Erkenning Verworven Competenties, Internationale Diplomawaardering, Bestrijding jeugdwerkloosheid, Campagne & stagiair, Stagemarkt.nl, Kom in het Leerbedrijf, Prijs Beste Leerbedrijf, Stagebox, Ondersteuning Leerbedrijven.
Consortium stichting beroeps onderwijs, Kennisnet, MBO marktplaats.nl, Stagemarkt.nl, Aequor, Calibris, Ecabo, Fundeon, Cog, Innovam, kenwerk, een kleine greep uit het mandje van stichtingen, samenwerkingsverbanden, verenigingen die allen rechtsreeks of onrechtstreeks een vinger in de pap hebben bij MBO onderwijs, allen worden rechtstreeks of onrechtstreeks gefinancierd met Onderwijsgeld.
Om het rijtje “meevreters” te sluiten wil ik nog wijzen op de bijna onmogelijk in kaart te brengen bedrijfjes en bedrijven waarvan MBO scholen eigenaar zijn, of mede participant. Een rijtje van heuse hotels, cateringbedrijven, kapperszaken, klusbedrijven, bouwondernemingen, restaurants, koffiecorners enz… Bedrijfjes die gerund worden door stagairs en die ondanks deze goedkope werkkrachten zonder een jaarlijkse donatie vanwege de school naar alle waarschijnlijkheid niet levensvatbaar zijn.
Conclusie. Zowel binnen het onderwijs als in de dikke schil van bedrijfjes en verenigingen in de periferie van het onderwijs zijn de laatste jaren honderden miljoenen over de balk gegooid. In de periferie houdt iedereen zich bezig met zijn eigen toko en allen doen ze hetzelfde nog eens dunnetjes over, allen hebben ze websites, communicatiedeskundigen en een hele hoop managers en bestuurderen die graag hun handjes wassen in de vetpot van het ministerie van onderwijs. Deze schil goed in kaart brengen en alle overtolligheid wegsnijden levert jaarlijks een bezuiniging van honderden miljoenen op.
J. Jeronimoon
Een BON lid wees mij na het verschijnen van bovenstaande column op onderstaande link. Voor de nieuwsgierigen onder ons, neem een paar weekjes vakantie, verbaas en verbijster uzelf. www.minocw.nl/onderwijs/hyperlinks/index.html
Doe er een jaarrekening bij
van bijvoorbeeld het Albeda College in Rotterdam, nu 22.000 studenten, wat veel meer moet zijn dan de Erasmus Universiteit telt.
Link
Het jaarverslag van het Albeda Collega is HIER te vinden.
Piet Boekhoud kan wel huilen
Dit jaarverslag was getekend door Piet Boekhoud, destijds bestuursvoorzitter van het Albeda College.
Na zijn afscheid van het Albeda College kreeg hij nog 7 ton ‘salaris’ mee, formeel als adviseur.
Zijn commentaar over de ophef, zie www.mboraad.nl/Asset.aspx?q=Wo7AGN%2fHtz6P%2fxmpxhsRIJcRYAat8QxYnN42iP41MASsbYtA10e8VpWar4YV227J5IJhJ5%2b97dLA8omH3cjKgVeHPUtfVgn%2bVOr%2fytorYfNQT%2bTa5zfmZxU1Rqh5ycwf :
“Dit zijn de spelletjes zoals ze gespeeld worden. Hier moet ik de komende jaren gewoon voor werken. Graaigedrag? Het zijn leugens. Daar kan ik wel om gaan huilen, maar het gaat niet om de schade die mij wordt aangedaan, het gevaar is dat de school er de dupe van wordt. Voor mij telt wat mijn vrienden zeggen, wat de wethouders vinden.”
Jaarverslag
Dit jaarverslag laat zien dat het personeelsbeslag in de overhead, hier ‘secundair proces’ genoemd, ongeveer 33% is. Dit vind ik geen idioot hoog percentage. Ik kan zo snel niet zien of hier bepaalde uitgavenposten buiten beschouwing zijn gebleven. Bijvoorbeeld de bijdrage aan de MBO-raad.
Interessant is dat het Albeda-College veel geld heeft uitgegeven aan samenlevingszaken die niet tot het primair proces horen, en daardoor gedwongen was tot een fose personeelsreductie in 2008. Opvallend is dan: de overhead na de reorganisatie is procentueel gelijk aan die voorafgaand aan de reorganisatie. Heeft het Albeda-College of de CMR hier kansen laten liggen om het primair proces er relatief sterker uit te laten komen?
In het uitvoerige jaarverslag komen veel zaken voorbij. Welke zou Jeronimoon willen schrappen? Waarom heeft de CMR dat niet al gedaan?
Toerekenen
Het ligt er maar aan hoe je taken toerekent. Op mijn universiteit is er pas geleden een onderzoek gehouden naar tijdsbesteding. Moest iedereen op de universiteit invullen hoeveel uur hij aan wat besteed hebben. Uit de toelichting blijkt dat vrijwel alles aan het primair proces toegerekend moet worden. Rooster maken: ondersteuning onderwijs. Mentortaken: ondersteuning onderwijs. Wordt allemaal gerekend tot het primaire proces.