Wethouders G4 in bed met VO-raad en PO-raad

De wethouders van de 4 grote steden laten zich voor het karretje spannen van de PO-raad en de VO-raad. Zie dit bericht in de NRC en vooral de link naar de brief van de wethouders. Enkele citaten uit de brief:

Maar wij staan met lege handen als schoolbesturen, met een verwijzing naar hun autonomie, zich onttrekken aan een gemeenschappelijke aanpak met andere schoolbesturen en gemeente en in feite niet bereid zijn tot het maken van afspraken.

en

Daarbij zijn wij bereid met de PO-Raad en de VO-Raad gezamenlijk een kwaliteitsagenda voor grote steden op te stellen.

Onwillige schoolbesturen moeten volgens de wethouders dus gedwongen worden zich te onderwerpen aan de PO-raad en de VO-raad.

15 Reacties

  1. Gaat U allemaal maar weer rustig slapen
    Staatssecretaris Van Bijsterveldt werkt aan een wet die de overheid meer bevoegdheden moet geven om slechte schoolbesturen te ontslaan.
    ???Over hoeveel besturen gaat het eigenlijk???

  2. die raden horen geen partij te zijn
    De scholen hebben gelijk. Waarom zouden ze zich aan afspraken moeten houden die Sjoerd gemaakt heeft?
    Als een school niet voldoet dan moet de inspectie optreden. ALs het om bestuurlijk juridische zaken gaat de rechter. ALs dat vanwege de wetgeving niet lukt, dan is dat een duidelijk argument mo de wetgeving te veranderen.

    Overigens is deze onzin wel in lijn met allerlei bedrijfsverenigingen. De politiek maakt al sinds jaar en dag afspraken met bedrijfsverenigingen waar een induvidueel bedrijf zich dan aan moet houden. Bv afspraken met de horeca of wat dan ook.

    Voor de politiek lekker makkelijk en het creëert die vermalijde kleilaag die bestaat uit ons-kent-ons bestuurders die regelmatig van stoel wisselen. Telkens met een salarisverhoging, maar dit terzijde.

    De overheid neemt zijn verantwoordelijkheid niet en heeft een regiment aan slippendragers die feitelijk de macht hebben overgenomen. En dan gaat het niet over de ambtenaren.

  3. BON … toch?
    Wethouders in 4 grote steden signaleren dat het onderwijs vaak onder de maat is, en zij willen de mogelijkheden hebben/krijgen om hier wat aan te doen.
    Wat is daar tegen?

    Ik snap dat sommige (veel?) BONners allergisch reageren als zij ‘VO-raad’ of ‘PO-raad’ zien staan.
    Maar het enkele feit dat die twee begrippen in een brief voorkomen diskwalificeert toch niet die hele brief?

    • Als ik slecht autorijd, gaat de overheid dan met de anwb praten?
      Als ik regelmatig te hard rijd, dan krijg ik regelmatig een bon. Als het de spuigaten uit loopt, dan wordt mijn rijbewijs afgenomen.

      Als scholen slecht functioneren, dan moet de overheid daartegen optreden. Daar is nou de inspectie voor.

      De VO raad daar tussen zetten is zo iets als dat de overheid afspraken maakt met de ANWB over mijn rijgedrag. Het gevolg daarvan is, is dat een absoluut onwenselijke organisatie (in geval de VO raad), in een uitermate belangrijke positie wordt gebracht. Die krijgt nog meer macht dan men al heeft. En daarmee zijn de bijwerkingen van de therapie (als de therapie al zou helpen) erger dan kwaal zelf.

      • Inspectie
        Twee citaten uit de brief:

        De rijksinspectie maakt geen vuist, ministeriële sancties blijven uit.
        en
        Wij vragen het kabinet het toezicht op (zeer) zwakke scholen door middel van de inspectie veel krachtiger in te zetten en waar nodig ministeriële sancties toe te passen.

        De wethouders geven in hun brief blijk van een grote bezorgdheid over de kwaliteit van (veel te) veel scholen, en over de onmacht van gemeenten hier iets aan te doen.
        Ze stellen een aantal maatregelen voor om op te kunnen treden.
        En in de laatste alinea stellen ze dat ze bereid zijn met de PO-Raad en de VO-Raad gezamenlijk een kwaliteitsagenda voor grote steden op te stellen.

        Ik blijf bij mijn vraag: wordt de hele, volgens mij integere, brief gediskwalificeerd door die laatste alinea?

        • integere zorg, verkeerde oplossing
          Ik denk dat de wethouders zich werkelijk zorgen maken. Ik denk ook dat zeer dat terecht is. Ik zie alleen geen enkele heil in het betrekken van de VO- en PO-raad bij dit probleem. Dat zijn geen uitvoeringsorganen van de overheid, het zijn geen boodschappenjongens van de overheid. Gebruik je als overheid die raden wel zo, dan loop je enorme risico’s en breng je de oplossing geen stap dichterbij.
          Verder constateer ik dat dergelijke “oplossingen” tot het standaard repertoire van de overheid hoort. Of men stelt een commissie in, Of men pleurt een bak subsidie, of met praat met raden en andere componenten van de kleilaag. Maar men neemt, lijkt het wel, nooit de verantwoordelijkheid die in het geval van het onderwijs zo ongelooflijk duidelijk bij diezelfde overheid ligt.

          Dat mechanisme is uiterst laakbaar. Niet onbegrijpelijk dat de wethouders dat nu ook toepassen, want het is een tweede natuur geworden, maar daarom niet minder verkeerd.

          Ik weet ook wel dat de individuele wethouders niet in hun eentje die cultuur kunnen veranderen. Ingrijpen door de wethouders is in sommige gevallen (Rotterdam) teruggedraaid door de rechter. Maar ik merk in de politiek (nog steeds) geen enkele werkelijke neiging tot het zelf nemen van die verantwoordelijkheid. Het is allemaal een slappe hap. Een beetje masseren hier, een postbus 51 spotje daar (hoe dommer hoe veter) een overlegje zus en een afspraakje zo. Allemaal evenzovele malen het afschuiven van de eigen verantwoordelijkheid en daarmee het schoonpoetsen van het eigen straatje: men heeft allen geprobeerd, met alle “stakeholders” overlegd, alle bevriende adviesbureautjes ingeschakeld. Als dat allemaal resultaat heeft, dat is de wethouder het mannetje die toch zo goed in allerlei overleg alle neuzen dezelfde kant op heeft gekregen. Verbetert er helemaal niks, maar blijft het achteruit kachelen, dan heeft diezelfde wethouder toch uitgebreid overlegd en was iedereen het toch eens met de gekozen richting.

          Het is treurig dat nu bij de kredietcrisis plotseling alles mogelijk lijkt te zijn. De miljarden vliegen meerdere malen per dag alle richtingen op. Er zijn kennelijk geen belemmeringen en daadkracht wordt geëtaleerd op nooit vertoond niveau. Maar als de helft van de kinderen in de vier grote steden rampzalig onderwijs krijgt….. plas glas en de vo raad kreeg weer meer macht, bleef het maar zoals het was.

          Kortom: ik diskwalificeer de intentie niet, maar ik neem de politiek wel heel erg veel kwalijk. En de wethouders van de grote steden zitten voldoende dicht bij de landelijke politieke macht dat men er veel en veel eerder voor had kunnen zorgen dat deze ellende niet zou gebeuren. Men kiest iedere keer voor de weg van de minste weerstand. Als een laffe leraar in een onwillige klas.

          • Over fluisterstille wasmachines
            Ter ondersteuning van 1945’s betoog breng ik in herinnering dat de staatssecretaris ook bij haar besluit t.a.v. de te verbeteren examinering in het vo, de VO-raad als haar eerste gesprekspartner koos en de AOB/CNV direct daarna. Daaruit verklaar ik het dan ook dat zij een bijzonder halfhartige beslissing neemt (nl. ‘een gemiddeld voldoende CE’) in plaats van een werkelijke verbetering en aanscherping van de exameneisen. Het werd haar door VO-raad en bonden ingefluisterd met het argument dat er anders meer jongetjes en meisjes zouden zakken.

            Als de overheid haar taak ‘de kwaliteit van het onderwijs te bewaken’ serieus wil nemen, kan zij maar beter een eigen definitie van die kwaliteit hebben, in plaats van deze voortdurend, als eerste en vaak als enige, te laten influisteren door gremia met andere belangen dan de belangen van de samenleving die de overheid vertegenwoordigt.

            Als ik een wasmachine koop, en de was blijkt er bevlekt uit te komen, ga ik niet met de verkoopmedewerker onderhandelen over de kwaliteit van wasmachines in het algemeen (‘kleding met vlekken is eigenlijk heel origineel en momenteel bijzonder ‘in’ en het bespaart energie en waspoeder’) maar houd ik mijn eigen definitie aan en eis domweg een machine die schoon wast.

          • Eerst “Hoera…”
            Dank voor je reactie. Inhoudelijk als altijd.

            Waar ik in eerste instantie op reageerde was de zin van Mark79: “Onwillige schoolbesturen moeten volgens de wethouders dus gedwongen worden zich te onderwerpen aan de PO-raad en de VO-raad.”
            Na het lezen van de brief van de wethouders leek me dat op zijn minst een tendentieuze weergave van de brief. En misschien wel omdat Mark79 doorgaans verstandige zingen schrijft leek het mij zinvol hierin enige nuance aan te brengen.

            Natuurlijk kun je elk artikel waar de woorden VO-raad en PO-raad in voorkomen aangrijpen voor een tirade over beide instellingen. Maar dat lijkt mij niet zo verstandig. Bewaar die tirades voor de gevallen dat de twee raden zelf weer eens met iets naar buiten komen, en verschiet je kruit niet te vroeg.

            Ik deel je zorg dat de VO- en andere raden als een deel van de oplossing gezien worden, en soms zelfs als een essentieel deel van een oplossing. Anderszijds is het ook niet zo dat louter het verdwijnen van al die raden de kwaliteit van het onderwijs zou verhogen.
            Daar zou ‘de politiek’ inderdaad zijn verantwoordelijkheid moeten nemen, maar ‘de politiek’ wordt ook geacht ‘het volk’ te vertegenwoordigen. Dus ‘het volk’ moet doorkrijgen dat het onderwijs de verkeerde kant op wordt gestuurd. En daar is dan weer de belangrijke functie van BON: zorgen dat ‘het volk’ ‘de politiek’ gaat dwingen een andere koers te gaan varen.
            En eerlijk gezegd vind ik dat die wethouders een aardige poging doen om het probleem bij de verantwoordelijken duidelijk op tafel te leggen. Laten we daarvoor eerst “Hoera!” roepen, en hen daarna vertellen dat ze die raden beter links kunnen laten liggen.

          • Boos
            Je hebt natuurlijk een punt H2SO4. Toen ik de kop in de NRC las dacht ik: mooi, weer een overwinning voor BON. Na het lezen van de brief van de wethouders (en vooral die laatste paragraaf over de VO-raad en PO-raad) kwam bij mij het schrikbeeld op van degelijke scholen die door de VO-raad en de wethouders gedwongen worden over te gaan op Het Nieuwe Leren. Het is vast een overreactie, maar bij ieder teken van slecht onderwijs lijkt de overheid zijn toevlucht te zoeken bij de veroorzakers ervan (zie bijvoorbeeld ook het Freudenthal Instituut dat verdomme lijkt te gaan profiteren van de door hen veroorzaakte malaise in het rekenonderwijs).

        • Diskwalificatie
          De brief en de intentie van de wethouders staat niet ter discussie, ook niet als zij in de VO- en PO- Raad een gesprekspartner zien. Feitelijk is het begrijpelijk dat je als wethouder met een overkoepelende organisatie wilt praten en niet met alle scholen afzonderlijk.
          Waar het hier om gaat is dat het ministerie de gesprekspartner moet zijn en dat de normen vast hadden moeten liggen en voor een deel ook vastliggen maar niet gehandhaafd worden.

          • Rechten, plichten, prioriteiten en leveringsvoorwaarden
            Dat is inderdaad de kern van de zaak. In het wasmachine-voorbeeld (zie boven): als mijn gezinsleden te klagen hebben over vlekken op hun kleren of over gekreukte was, moeten ze dat bij mij doen als gezinshoofd, en niet zelf eerst naar de wasmachineverkoper lopen. Want de verkoopmedewerker zal de vlekken bagatelliseren en hun een nog duurdere machine aansmeren die ‘kreukvrij wast’, terwijl ik als gezinshoofd mag besluiten dat vlekken niet door de beugel kunnen maar we thuis wel onze eigen was strijken.

            (Met als rolverdeling:
            overheid = gezinshoofd
            wethouders = gezinsleden
            VO-raad = verkoopmedewerker)

            Kortom, de definitie van kwaliteit is het onvervreemdbare recht c.q. de plicht van de hoofdverantwoordelijke instantie. Teveel gepolder en wederzijds begrip bevlekt de kwaliteit van het product en van de beslissingen daarover. Pas als de hoofdverantwoordelijke duidelijk op zijn netvlies heeft wat hij onder ‘kwaliteit’ wil verstaan, wordt het tijd om met de leverancier te praten; en dan vooral over de leveringsvoorwaarden, niet over de kwaliteitseisen.

          • je haalt twee zaken door elkaar (denk ik)
            De wethouder hoeft niet met alle scholen tegelijk te praten. De wethouder moet praten met de slechte scholen. Of beter nog: de inspectie moet optreden tegen de slechte scholen. Praten met alle scholen is zinloos.

            Misschien bedoel je: “de wethouder kan niet met alle slechte scholen tegelijk praten”. Dat klinkt als afgrijselijk: er zijn kennelijk zoveel slechte scholen in een stad dat het de wethouder niet lukt met al die scholen te praten. Hoe lang heeft hij liggen slapen dan? Waar moet hij zijn tijd anders aan besteden?

            Wellicht kan de overheid praten met gremia als het gaat om algemene regels. Het is goed te horen wat bonden, raden, docenten van bepaalde zaken vinden. Maar het gaat niet aan om diezelfde raden in te schakelen bij het tot de orde roepen van rampscholen.

    • Nuance
      Beste Zwavelzuur, waarom zichzelf sieren met de naam van een agressief zout, als men dit beeld even zo gemakkelijk teniet doet door in de praktijk de zaken niet aan te vreten maar te nuanceren.

      Waarom moeilijk doen als het gemakkelijk kan?

      De letters ‘VO’ moeten altijd worden gewantrouwd. Dit is een maxime. Bij mij gaat dat inmiddels zo ver dat ik ook gewone woorden als ‘voortgang’, of, ‘vooruit’,of, ‘vormen’, niet meer kan lezen zonder te schuimbekken. Dan, inderdaad, staat het zoutzuur me op de lippen 😉

      • Als scheikundige heb ik
        Als scheikundige heb ik misschien wel juist geleerd zwavelzuur genuanceerd te gebruiken, en niet willekeurig in het rond te spuiten. Zoals een chirurg ook subtiel met zijn messen moet omgaan.
        Ik sier mezelf niet met de naam H2SO4 omdat ik agressief wil zijn, maar omdat een gewaarde collega mij regelmatig met deze naam aanduidde.

        Zwavelzuur is overigens geen zout, maar een zuur.

        Tenslotte: een gedachtenwisseling zonder nuance is doorgaans vruchteloos, hoogstens hilarisch.
        Heb je trouwens bij ‘voorruit’ dezelfde vervelende verschijnselen als bij ‘vooruit’? Dan moet je bij het autorijden wel dubbel voorzichtig zijn.

  4. Verkrijgen van resultaten
    Op een congres heb ik een keer een defenitie horen geven van het begrip privatisering en die luidde dat een overheid gaat privatiseren als het haar ambtenaren niet meer onder controle heeft. De marktwerking moet dan zorgen voor de gewenste output. Het idee is dan dat in de markt geen van de partijen het zich kan permiteren om de door een andere partij gewenste output niet te leveren. Al de genoemde partijen in het artikel worden echter betaald uit belastinggelden en daar geldt dit niet voor. Het ministerie is blij met de raden want dat is voor haar het veld. Deze raden hebben echter maar een zeer twijfelachtig draagvlak en dat blijkt nu in de discussie met de wethouders. Privatiseren is duidelijk geen oplossing als je alleen maar een Haagse ambtenaar inruilt voor een gemeentelijke of een die in een kunstmatig orgaan zit zoals de VO-Raad. Onbegrijpelijk is het om steeds opnieuw vast te moeten stellen dat er dus geen outputnormen bestaan voor individuele scholen en dat een ministerie daar gewoon naar zit te kijken alsof het haar probleem niet is want ja je hebt het gedelegeerd.

Reacties zijn gesloten.