Kranten over de commissie Dijsselbloem: 28 november

Dit is wat de kranten schreven over de verhoren door de commissie Dijsselbloem van 28 november.

Deze dag ging over de basisvorming en gehoord werden:

  • Van de Heuvel, Van Dieten (slash21)
  • Kraakman (OMO)
  • Limper, Van Katwijk, Houben (ouderorganisaties)
  • Roovers, De Rooij, De Jong (vakbonden)

Trouw
Nieuwe tijd vraagt nieuwe vormen van leren, en die boeken resultaat

Ontevreden zijn ze zeker niet, oud-directeur Van de Heuvel van onderwijsadviesbureau KPC en oud-schoolleider Van Dieten van de ‘vernieuwingsschool Slash21’. Veel leerlingen die deze onderwijsmethode gevolgd hebben, zijn hoger doorgestroomd dan het aanvankelijke schooladvies van de basisschool. Er zijn minder zittenblijvers. Alle havisten waren in één keer geslaagd, ook is het slagingspercentage onder vmbo’ers hoger dan op gewone scholen. “Opvallende resultaten”, meende Van Dieten.

Slash 21 is een initiatief van onderwijsadviesbureau KPC Groep en wordt sinds vier jaar toegepast op het Marianum, een brede scholengemeenschap voor vmbo, havo en vwo met locaties in Groenlo en Lichtenvoorde (Gelderland). Leerlingen zitten niet in klassen, werken niet in klassieke lokalen, maar doen veel aan groepsgesprekken en beschikken over veel computers. Praktijkgestuurd onderwijs, heet dat. Docenten zijn veelal begeleider of coach en staan minder vaak voor de klas.

“Een leerling komt geen natuurkunde of economie tegen, maar loopt tegen verschijnselen aan waarop een docent kan inspelen”, vertelde Van de Heuvel gisteren de commissie onder leiding van PvdA’er Dijsselbloem. Uiteraard is er ook nog steeds sprake van gewoon leren, bijvoorbeeld Engels. Volgens Van de Heuvel en Van Dieten zijn leerlingen van deze tijd minder goed te stimuleren met klassieke onderwijsmethoden. De komst van nieuwe media en nieuwe psychologische inzichten leidden tot Slash21.

Beide vernieuwers gaven wel toe dat de resultaten van school- en landelijkse examens ‘niet parallel’ liepen. Trouw bracht eerder het bericht dat leerlingen vorig jaar klassikaal bijgespijkerd moesten worden, omdat ze op diverse vakken te weinig kennis hadden. De Groningse hoogleraar Van der Werf maakte dinsdag gehakt van het nieuwe leren, dat volgens haar schadelijk is voor leerlingen. Maar Van de Heuvel en Van Dieten menen dat het probleem vooral zit in de omslag die de docent moet maken naar begeleider en coach.

Volgens bestuursvoorzitter Kraakman van de grootste scholenorganisatie voor voortgezet onderwijs in Nederland, ‘Ons Middelbaar Onderwijs’ in Brabant, valt het wel mee met het verpesten van leerlingen. “Hoe eigenaardig het ook klinkt, je moet als docent nogal wat ondernemen om een leerling blijvende schade toe te brengen”, zei hij tegenover de commissie. “Door zijn professionaliteit weet een docent een leerling altijd onderwijs te geven, wat de overheid ook bedenkt. Ik ben er van overtuigd dat leerlingen niet de dupe zijn”, zei hij geruststellend. Hij betreurde het dat de mavo mocht blijven bestaan, volgens hem één van de redenen dat het vmbo geen succes werd.


Martin Sommer in de Volkskrant
Toren van PISA

Meten is weten, zeker. Je moet wel weten wát je meet. Zo mocht staatssecretaris Sharon Dijksma van Onderwijs donderdag in de Haagse gemeentebibliotheek het leesvaardigheidsonderzoek Pirls in ontvangst nemen. Onze lezende negen- en tienjarigen komen internationaal aardig mee, vlak na de Russische en Hongkongse toppers. Tien jaar terug stond Nederland op een beschamende 22ste plaats. Dat was alarmerend, en na een fikse beleidsscheut zijn de kinderen naar de subtop geklommen.

In tien jaar van plaats 22 naar de subtop – dat prikkelt de argwanende ziel. Hoe kan dat? Temeer omdat ik net de ‘kwaliteitsagenda’ van collega-staatssecretaris Van Bijsterveldt had gelezen. Daarin staat dat het Nederlandse onderwijs tóp is, op grond van het fameuze internationale PISA-onderzoek. Drie regels verder lees je dat 40 procent van de vmbo-leerlingen de schoolboeken niet begrijpt, en 20 procent van havo en vwo ook niet. Hoe rijmen we dat?

Tsja, zei onderzoeker Ludo Verhoeven in de Haagse bieb. Die 22ste plaats leesvaardigheid, dat kwam doordat Nederlandse kinderen op school alleen fictie lazen. De vragen in de toets kwamen uit de krant. Daarmee werd later rekening gehouden, en hop, de leesvaardigheid ging met sprongen omhoog. Heel mooi, maar waarom begrijpen die vmbo’ers hun boeken dan niet? Alles is relatief, erkende Verhoeven. Misschien begrijpen ze er in andere landen nóg minder van. Dat is niet onderzocht.

Hou de statistiek in de gaten. Voor de commissie-Dijsselbloem verwijst menig onderwijsvernieuwer naar het PISA-onderzoek: Nederland is goed in wiskunde-onderwijs. Ergo: al dat geklaag over het onderwijs gaat over de klagers. Maar waar gaan die PISA-sommen over? Daarover vertelde onderzoeker Jaap Dronkers, dinsdag door de commissie gehoord. PISA is zo beschrijvend en algemeen (‘Jan heeft tien knikkers’) dat niet wordt gemeten wat er op school is geleerd, maar wat de algemene ontwikkeling van een scholier is. En de algemene ontwikkeling is in Nederland (nog) heel behoorlijk. PISA zegt dus niet veel over het onderwijs.

Woensdag zaten er tegenover Dijsselbloem twee heren namens de meest uitgesproken variant van het nieuwe leren, de experimentele school Slash 21. Hoe waren de eindexamenresultaten, wilde de commissie weten. Heel goed. Van de 36 havo-leerlingen was er maar één gezakt en de ‘onvertraagde doorstroming’ was hoger dan gemiddeld. De Slash-directeur keek er vergenoegd bij. Van Jaap Dronkers hadden we geleerd dat je bij schoolexperimenten rekening moet houden met het zogenaamde culturele kapitaal van ouders en leraren. Wat voor soort ouders sturen hun kinderen naar de Slash 21? Geen Marokkanen van drie hoog achter. Die ouders zijn zeer gemotiveerd, hoog opgeleid en voorzien van een mooi inkomen. Die kinderen zouden ook zonder leraar nog een heel eind komen. De waarde van eindcijfers is dus reuze betrekkelijk. De commissie liet het lopen. Jammer. Doorvragen jongens, doorvragen.