Een lans voor het Praktijkonderwijs

Er is veel te vinden over het voortgezet onderwijs. Moet een kind naar Gymnasium, Atheneum, de HAVO, of de schrik des onderwijs, het VMBO?

Maar er zijn ook andere VO-scholen te vinden. Één ervan is het Praktijkonderwijs. Een type onderwijs dat nog veel vragen oproept, weinig bekend is bij het primair onderwijs en helaas soms te laat wordt gezien als mogelijkheid om kinderen te helpen zich te ontwikkelen tot volwaardige burgers in onze haastige maatschappij.

Ik ben nu bijna een jaar werkzaam op een praktijkschool die het goed doet. De aanmeldingen zijn prima voor wat betreft aantallen, war betekent dat we in de luxe positie zitten waarin we kunnen filteren bij de deur. Organisatorisch is er sprake van een platte structuur; een directeur, twee adjuncten en verder onderwijsgevend en onderwijsondersteunend personeel. 

Wij hebben enkele malen per jaar ontwikkelmiddagen. We zijn van mening dat ons onderwijs niet stil staat. Dit geldt voor ons als docent maar ook onze methodes en ook de omgeving. Op deze middagen krijgen we tijd en middelen om ons lesmateriaal en methodieken aan te passen aan de problemen die we in de dagelijkse les tegenkomen. Helaas is er voor het praktijkonderwijs nogal weinig keuze voor wat betreft methodes, dus worden die door ons gemaakt. Gelukkig heeft onze school een oud-inspecteur van onderwijs in de kennissenkring die ons materiaal kritisch in de gaten houdt en adviseert welke delen aangepakt moeten worden.

Binnen ons team is er weinig tot geen onderscheid tussen de AVO- en vak-docent. Een praktijkschool werkt vaak op basis van sectoren waarin kinderen zichzelf kunnen bekwamen; horeca, techniek of zorg en welzijn. Binnen zo'n sector werken vaak gedreven mensen die hun kennis en vaardigheden over willen brengen op hun leerlingen. Wat een probleem kan zijn, is dat deze vakmensen veelal uit hun eigen praktijksituatie in het onderwijs zijn gerold en dus niet op de traditionele wijze 'bevoegd' zijn. Die discussie is erg lastig, want ze zijn wel degelijk bekwaam. Daar zit ook een heel lastige keuze als het gaat om bijvoorbeeld het leraren register dat onze grote baas in 2017 wil opleggen. De beste mensen bij OC&W weten niet waar ze over spreken.

Passend onderwijs wordt voor ons een lastig probleem. zoals u weet, vallen alle scholen binnenkort binnen een samenwerkingsverband. Bij ons zitten in dat verband meerdere praktijkscholen. Tja, dan krijg je dus een probleem en met name onze concurrent ziet de makkelijke leerlingen naar ons toe gaan en moet dus genoegen nemen met de zwaardere gevallen. Maar wat veel erger is, is het probleem van de regio begrenzing. Onze directeur heeft de bedenker van dit plan al mogen bedanken. We hebben door deze belemmering namelijk al twee prosessen aan de broek. Want toevallig willen twee kinderen toch echt op onze school, maar wonen ze net buiten de regiogrens. En laten deze ouders, beide jurist, nu toevallig wel weten wat artikel 26 inhoudt. De OC&W meneer wimplede dit weg met 'och, is maar een startprobleempje '. De beste man van OC&W weet niet waar hij over spreekt. Of had ik dat al gezegd?

Onze leerlingen hebben problemen. Maar die lopen uiteen. Zo hebben we kinderen die een laag IQ hebben, maar ook een hoog IQ. Deze hebben bijvoorbeeld een andere belemmerende factor. Ik ken inmiddels schrijnende gevallen waarbij ik, als ik er aan denk, nu op dit moment een brok in mijn keel krijg. De wereld is zo veel harder dan je kan bedenken als je achter je mooie bureau met een pennenstreek de boel weer eens een andere kant op stuurt. We hebben kinderen die met behulp van een kaart met afbeeldingen moeten doorkrijgen hoe je tanden moet poetsen. Of een kop thee kan zetten als je visite krijgt. Dat krijgen ze niet van thuis mee. Als ze nog een thuis hebben. Een jong familielid, die tot haar 18-de in een veilige, beschermde omgeving haar gymnasium afrondde en momenteel een medische opleiding volgt in België, schrok zich wild toen ze pas toen ontdekte dat er een veel grotere groep mensen is, die het niet zo goed hebben als zij. 

Op mijn school krijgen we die grote groep mensen wel te zien. Wij nemen hun kinderen op, helpen deze zichzelf staande te houden in de wereld en ondertussen een vak te leren. Meestal een vak waarin ze zorgen voor anderen, als schoonmaker, stratenmaker, kok of winkelbediende. Kijk de volgende keer eens goed naar dat meisje bij de Kruidvat, die jonge jongen bij de C&A. Die jongen die de winterbanden van je wagen verwisselt. Deze gasten zorgen er dagelijks voor dat alles blijft draaien. Sommige van hen hebben praktijkonderwijs gevolgd. Misschien wel bij ons. En potdomme, wat ben ik trots op ze. Vele malen trotser dan die oud-leerling die met een hautaine blik zijn viool laat klinken en die met twee vingers in de neus zijn HAVO heeft afgerond (een zesjes-cultuur-kind) om van zijn ouders een leuk vangnet in de vorm van een baantje te hebben gekregen.

En waar valt PRO onder? qua lesstof op primair onderwijs. Volgens de regeltjes bij het VO. Maar beide kwam ik zo niet tegen dus zet ik dit stukje maar bij algemeen…

 

Mocht je vragen hebben over het PRO, stel ze maar.

4 Reacties

  1. Dat is inderdaad een

    Dat is inderdaad een belangrijk probleem: vakmensen die les geven in hun vak zonder bevoegdheid. Daar moet voor het register een oplossing voor komen. Hoe zorg je ervoor dat die een lesbevoegdheid houden en geregistreerd kunnen worden en dat onbekwamen daar niet in terecht komen? Een belangrijke opdracht voor de Onderwijscooperatie, want aan de Raden kunnen we dat niet overlaten.

  2. Hartverwarmend, zo’n school.

    Hartverwarmend, zo'n school.

    En dat ontbreekt dus vaak  bij die onderwijsmanagers: een warm hart voor de leerling en het onderwijs.

    Ze hebben structuren voor ogen, eigen carrieres, droombeelden van nieuwe mensen en natuurlijk droombeelden van bijgestorte salarissen.

     

  3. Volgens mij is

    Volgens mij is Praktijkonderwijs speciaal onderwijs. Het is geen open keuze, maar je moet een beperking qua leren hebben om erheen te worden verwezen. Vaak heel fijne scholen voor als je noodgedwongen je ambities moet laten varen, zeer betrokken docenten, kleine organisatie. Een volledige beroepsopleiding met een erkend diploma krijg je er, volgens mij, niet. Sterker nog: toelating tot erkende beroepsopleidingen is lastig met praktijkschool als achtergrond. Rekenen en taal zijn/worden eindexamenvakken daar; en terecht! 

  4. Hinke,

    Hinke,

     

    Het paktijkonderwijs valt niet onder speciaal onderwijs, maar is een reguliere vorm van voortgezet onderwijs. Wel moeten leerlingen een beschikking hebben om op onze school te komen. Dit houdt dus in dat we meestal kinderen hebben met een leerbeperking, maar we hebben ook kinderen met een andere vorm van belemmering. Denk aan een verstoord sociaal milieu, kinderen uit andere landen enzovoort. Wel moet er bij onze leerlingen sprake zijn van het vermoeden dat ze het reguliere VMBO niet aankunnen. Na onderzoek (al in het primair onderwijs) kan er worden gekeken of een kind naar LWOO of praktijkschool mag.

    Qua ambities hebben sommige kinderen inderdaad hele hoge (verkeerde) verwachtingen. Maar evenzogoed krijgen we leerlingen met een verkeerd zelfbeeld die geen flauw idee hebben wat ze later kunnen of willen.

    Onze uitstroom bestaat uit 2/3 varianten; arbeid, begeleide arbed of doorleren. In het eerste geval gaan onze leerlingen na de vijde direct aan de slag bij een bedrijf, vaak het bedrijf waar ze stage hebben glopen. Bij begeleide arbeid hebben we het over de zorgboerderij kinderen. Deze kinderen zijn niet voldoende in staat zelfstandig te functioneren in de maatschappij en hebben altijd hulp nodig.  Wij hebben daarbij ook een stagebureau dat tot 2 jaar na het behalen van een 'diploma' (eigenlijk een getuigschrift) contact onderhoudt met de schoolverlaters.

    Maar er is dus ook een groep die doorstroomt naar een vervolgopleiding, namelijk een AKA of BOL-opleiding bij een ROC. Dat zijn onze echte toppers!

     

    Moby,  ik heb ook op een reguliere PO school gezeten, een een-pitter. Zelfde structuur, en ook daar waren de resultaten erg goed. Wars van vernieuwing werd daar gewoon frontaal klassikaal les gegeven wat zijn vruchten af bleef werpen.

     

    Phillipsen, enkele collega's werken momenteel aan een opleiding tot 'leermeester', waar ik op dit moment nog niet alles van weet. Wellicht dat dit een nieuwe vorm van bevoegdheid zou kunnen worden, mits de opleiding er naartoe gedegen is. Vakinhoudelijk hoeven onze meesters niets bij te leren. De nadruk ligt dus op didactiek en pedagogiek. Daar valt inderdaad nog wel een boom over op te zetten bij de Onderwijscooperatie. Ik vermoed dat praktijkonderwijs voor de VO-raad 'beneden hun stand' is en eerder bij de MBO-raad zou moeten worden geschaard. Maar ook daar zullen wel argumenten zijn om het praktijkonderwijs niet toe te laten.

Reacties zijn gesloten.