Het neo-conservatisme van BON

Laat ik voorop stellen dat conservatisme niet staat tegenover vernieuwing, maar tegenover revolutionair. Conservatieve vooruitgang staat voor een geleidelijke (organische) vooruitgang met behoud van de goede. (Revolutionair voor vooruitgang die gepaard gaat met bloedvergieten.)
Het neo-conservatisme heeft geen eenduidige oorsprong. De grondlegger van het neo-conservatisme is volgens sommigen (Wikipedia) Leo Strauss (1899-1973), een in Duitsland geboren ideeënhistoricus uit de Verenigde Staten die in het liberalisme het morele verval van de westerse samenleving zag. Het neo-conservatisme wordt vaak als rechts geafficheerd.
‘Conservatieve vooruitgang’ is de titel van een boek, dat werd samengesteld door de aankomende jurist Thierry Baudet. Daarin formuleerde hij het neo-conservatisme als ‘vrolijk progressief’. Daarmee kreeg het begrip wel een andere lading dan voorheen. BON-aanhangers (niet allemaal) sympathiseren over het algemeen met de SP. Dat is in feite onlogisch, omdat de SP, voortgekomen uit een maoïstische beweging uit de jaren zeventig, in feite zijn communistische veren nog niet achter zich heeft gelaten.
Mijn idee is dat BON qua gedachtegoed beter past bij deze nieuwe formulering van het neo-conservatisme.
Wie meer wil weten over het neo-conservatisme van Baudet moet zijn boek ‘Conservatieve vooruitgang’ maar lezen of anders zijn (samen met Michiel Visser) nieuwe bloemlezing ‘Revolutionair verval en de conservatieve vooruitgang in de achttiende en negentiende eeuw’, dat zo net bij Bert Bakker is verschenen.

36 Reacties

  1. Stelling van de dag
    De stelling van de dag is van Hals: “BON-aanhangers (niet allemaal) sympathiseren over het algemeen met de SP.

    Zou u deze stelling eens willen onderbouwen, waarde Hals?

  2. BON past vooral bij goed onderwijs
    Ik ken PvdA-ers, VVD-ers, SP-ers, PVV-ers, groenlinksers en misschien zelfs een verdwaalde CDA-er binnen de groep BONners. Verdeeld over hun politiek/maatschappelijke ideeën, maar verenigd in hun pleidooi voor goed onderwijs dat er in de praktijk verrassend eenduidig lijkt uit te zien: gestructureerd, klassikaal onderwijs met hoog opgeleide docenten. Maar ik begrijp dat een relevant deel van onze achterban zich vreselijk vergist en de verkeerde keuze maakt 😉

    Ik denk dat iedereen zeer goed in staat is zelf te bepalen welke politiek/maatschappelijke stroming het beste bij hem past.

    Ooit, toen ik nog een jonge god was en alles wist, heb ik Christenen die niet links stemden voor sukkels uitgemaakt (Jesus was toch volslagen duidelijk, wist ik toen). Eerlijk gezegd ben ik een stukkie dommer geworden en weet het allemaal niet meer zo zeker.

    • Gedachtegoed…
      Het gaat er niet om wie op wat stemt, maar om de formulering van het gedachtegoed, in welk kader dat gezien moet worden en tot welke maatschappelijke groepering(en) dat behoort. Vervolgens wordt duidelijk welke positie we innemen, wie onze medestanders zijn en wat de stroming is waar we deel van uitmaken (en tot wie we ons zouden kunnen wenden).
      Mijns inziens is dat het neo-conservatisme, omdat het gedachtegoed van BON daar alle tekenen van draagt.

      • Neo-conservatief
        Wat is neo-conservatief. Als je het woord noemt dan komt gelijk het beeld van George W. Bush boven. Is George W. Bush de patroon van BON? Lijkt me niet….

        • @ Mark… nieuwe interpretatie van
          Jij leest op wikipedia, dan kom je inderdaad uit bij Reagan en Bush.
          Maar ik schrijf over de nieuwe formulering van het neo-consevatisme van o.a. Thierry Baudet & Michiel Visser, maar ook anderen.
          Zie bovenvermelde boeken als ‘Conservatieve vooruitgang’ met schrijvers als Irving Babbitt, Christopher Dawson, Leo Strauss en anderen.
          Niet te snel oordelen dus voor je je huiswerk hebt gedaan.

          • Nationaal Socialisme
            “Jij leest op wikipedia, dan kom je inderdaad uit bij Hitler. Maar ik schrijf over de nieuwe formulering van het nationaal socialisme van o.a. Pietje Puk & Puk van de Petteflet, maar ook anderen. Niet te snel oordelen dus voor je je huiswerk hebt gedaan.”

            Sommige woorden zijn door hun geschiedenis gewoon niet meer bruikbaar….

      • Hals,
        wat wil je nou, een soort theorie voor hoe je bij BON past? BON is voor kwaliteit en goed onderwijs, en tegen de georganiseerde onderwijsmisdaad. Hoezo gedachtegoed? Zullen we het simpel houden? Fatsoenlijke en geinformeerde mensen zijn voor ons. Aan de rest moet gewerkt worden.

        • @FriendlyFoe…
          Het gedachtegoed van BON past binnen een groter kader.
          Om dat te kunnen overzien en te weten waar je mee bezig bent, is het verstandig en goed om dat kader te onderzoeken.
          Zo kom je te weten wat je plaats is in de discussie.

  3. Moreel conservatief? Moreel progressief?
    Ik hoorde ooit een cabaretier zeggen dat de Engelse progressieven moe werden van alle veranderingen die de conservatieve regering van Thatcher wilde doorvoeren. Die progressieven wilden nu juist veel behouden.
    Liberalisme gaat over markt versus overheid en wil een beperkte rol van overheden op economisch vlak.
    Maar binnen dat verband kunnen er conservatieven in moreel opzicht bestaan (Thatcher b.v.): zij zijn als het om morele waarden gaat vooral conservatief.
    Andere liberalen zijn als het om morele waarden gaat vooral progressief (vrijheid blijheid en voor het homohuwelijk b.v.).
    BON heeft m.i. geen opinie over dergelijke normen en waarden.
    Kan daarom niet zomaar neo-conservatief genoemd worden.
    Einde discussie.

    • Ik citeer de schrijvers…
      ‘Conservatisme heeft allereerst betrekking op een bepaalde opvatting over verandering. Daarin staat conservatief niet tegenover progressief, maar tegenover revolutionair. Het conservatisme is een keuze voor een bepaalde methode: niet met grote sprongen, maar stapje voor stapje.
      Conservatief is evengoed een inhoudelijke als procedurele kwalificatie enz.’

      Ik herhaal ook richting moby dat het in deze om het kader gaat waarbinnen de ‘beweging BON’ opereert. Van welke stroming BON deel uitmaakt.
      Dat is een belangrijke discussie.

      • progresieven kunnen dus conservatief zijn
        Want zij kunnen wensen dat bepaalde verworven sociale rechten behouden blijven.
        Waar de conservatief die rechten binnen korte termijn zou willen afschaffen: relatief snel dus.
        Sorry Hals, maar ik vind de zaak die je wilt opvoeren niet relevant m.b.t. beter onderwijs.

      • Thatcher
        Thatcher was toch echt een revolutie in Engeland hoor Hals. Ook de huidige ‘conservatieve’ regering voert nooit eerder zelfs maar voorstelbare revoluties door (privatisering van onderwijs en gezondheidszorg bijvoorbeeld).

      • Of reactionair
        Stapje voor stapje in plaats van revolutionair is niet in de eerste plaats het verschil tussen conservatief en revolutionair, maar veeleer tussen socialistisch en communistisch. Niet voor niets beschouwden de communisten de socialisten als “renegaten”. Verandering is allesbehalve typerend voor conservatisme, integendeel. Conservatisme in in de eerste plaats behoudend, en inderdaad, als, als er veranderingen komen dan liefst zo weinig mogelijk, dus niet revolutionair.

        “Conservatieven” die allerlei verworvenheden van de beschaving van de laatste eeuwen willen terugdraaien zijn niet echt conservatief maar reactionair. Bijvoorbeeld de neo-liberalen. Wie, zoals bijvoorbeeld de SP, die verworvenheden wil behouden, heeft meer recht op de betiteling “conservatief”. Daarom is het helemaal niet vreemd dat de SP in BON-kringen veel sympathie geniet. Temeer daar een andere partij die, althans op onderwijsgebied, in BON-richting dacht, het steeds meer laat afweten. Zie hier.

        Of BON conservatief dan wel reactionair zou zijn, is afhankelijk geworden van hoever de verloedering in het onderwijs is voortgeschreden, en daarom is de betiteling conservatief in dit verband weinigzeggend.

  4. ‘De nieuwe conservatieven komen eraan…’ (1)
    Tot mijn verbazing zie ik op de cover van HP/De Tijd de slogan ‘De nieuwe conservatieven komen eraan…’ met een verwijzing naar een artikel over Arie Boomsma en Thierry Baudet: contrarevolutie, liefde en de menselijke maat, het is een manier van kijken. Blijkbaar sta ik niet alleen.
    Ik blader het even door en citeer:

    Therry Baudet is een ‘coming young man’ in de Nederlandse intelligentia. Hij is universitair docent en promovendus aan de rechtenfaculteit van de Universiteit Leiden en columnist voor NRC/Handelsblad. En hij is verklaard conservatief.

    Baudet:’Arie werkt op zijn eigen manier de dingen uit die je in het conservatieve gedachtegoed tegenkomt. Zoals de rol van de religie in de samenleving, de verhouding tussen liefde en sex, normen en waarden. Oude instituten, zoals de kerken, hebben niet meer de aantrekkingskracht die ze vroeger hadden. Maar het is wel belangrijk dat bepaalde waarden overeind blijven. Zonder de dogmatiek van vroeger.’

    Boomsma:’We gaan weer nadenken over grote thema’s die je al snel conservatieve thema’s noemt: liefde, trouw, maar ook de politieke koers van een land.’

  5. ‘De nieuwe conservatieven komen eraan…’ (2)
    Baudet:’Je kunt je alleen organisch ontwikkelen als je voortbouwt op wat er al is.
    Er wordt bijvoorbeeld al veel te lang vastgehouden aan de mythe van schaalvergroting. Het idee dat als je maar groter wordt, je automatisch daar voordeel van ondervindt. Dat klopt gewoon niet. Op de universiteit hebben ze nu het krankzinnige plan opgevat om Leiden, Delft en Rotterdam te laten fuseren: schaalvergroting leidt tot efficiëntie. en we zouden hoger op de Shanghai Ranking of Universities terechtkomen. Maar docenten verliezen daardoor hun gevoel voor het geheel. Een docent komt eraan, draait een les en gaat weer weg. Ruimt zijn boel niet op. De hele synergie is weg. De logica van schaalvergroting klopt economisch niet en mensen worden er ongelukkiger van. Ga nou uit van de menselijke maat. Dat is conservatisme zonder dogmatiek.’

    • Verstandig
      Er zitten veel verstandige gedachten bij deze Baudet, maar daarom wil IK mezelf nog geen neo-conservatief noemen. Bovendien heb ik er in het geheel geen behoefte aan een stroming te kiezen. Laten we maar bij de uitwassen in het onderwijs blijven, met hier en daar een onvermijdelijk uitstapje naar beleid (en dus politiek)

    • Schaalvergroting heeft 2 gezichten
      Een dirigerende overheid kan menen dat schaalvergroting voor de overheid kosten bespaart. Waarbij tevens de te besturen eenheden overzichtelijker worden.
      Maar de liberale ondernemer kan eveneens menen dat schaalvergroting de kosten reduceert waardoor zijn winsten zullen stijgen.
      Schaalvergroting an sich valt dus ook al niet zonder meer te plaatsen in een ideologisch model.

      • middeleeuwsch onderwijsland
        Voordat er in een gebied een adelijke families en een priesterkaste ontstaan moet het mogelijk geworden zijn dat de direct producerenden meer produceren dan minimaal noodzakelijk is. Dat bovenminimale kan dan door een aantal slimmerikken worden ingepikt. Er komen 2 nieuwe standen bij, die van de leiders (adel) en die van de priesters
        (kerk). Dat proces heeft zich in onderwijsland voorgedaan. Je hebt de adel, verdeeld in schoolbestuurders, managers en schooldirecteuren. Je hebt de geestelijkheid met een heilige leer en een heilige inquisitie, zoals bv het FI en de onderwijsinspectie. En er zijn theologen om oneffenheden en tegenstrijdigheden in de leer glad te strijken, in onderwijsland heten zij onderwijskundigen. Adel en geestelijkheid helpen zoals altijd elkaar om aan de macht te blijven. Er is een bijna perfecte 1 op 1 projectie mogelijk van onze middeleeuwen naar onderwijsland.Bedenk dat de middeleeuwen vaak de dark ages worden genoemd.
        Seger Weehuizen

      • schaalvergroting – de vergissing -2-
        Zodra het om praktische toepassing gaat, of het nu technische installaties zijn (engineering, fabrieken, aardappelmeel, bankbiljetten productie) of wetenschap, of alledaagse zaken : het antwoord is omgeven door een marge van onzekerheid. De “wetenschap” “weet” dat en verantwoordt het meestal in “voorzichtige” termen. In engineering applications en process – ofproduction-technology wordt de onzekerheid routinematig meegerekend. In social sciences ook wel, in simpele redeneringen niet.

        Elders in dit forum betoogde Mark79 dat een collegezaal met tweemaal zoveel studenten een evenredige besparing oplevert van de kosten voor de professor. Theoretisch, ja ; praktisch nee. De redenering gaat alleen op door secondaire kostenfactoren uit te sluiten. Toegegeven : de toerekening van secundaire effecten doet je in een moeras van onzekerheden belanden ; wat niettemin realistische aspecten heeft, en dus niet uit de equations mag verdwijn en.
        Uit studies van bijvoorbeeld de Wereldbank weten we allang, welke soort secundaire effecten het resultaat van schaalvergroting aantasten en dat het effect non-lineair is. In extreme gevallen komt het voor dat het resultaat tegengesteld is.

        Dat is bijvoorbeeld het geval in sommige onderwijs situaties : klein is goedkoper, en ook de [i]unit cost [/i] is geringer. De OESO (en Pisa) zijn daar nog niet achter ; anderen, die het niet willen horen, evenmin – ons eigen MvO bijvoorbeeld.

        maarten

      • schaalvergroting : de vergissing -1-
        ref : Schaalvergroting heeft 2 gezichten
        Ingediend door moby op Do, 08/12/2011 – 22:46.
        [quote]
        Een dirigerende overheid kan menen dat schaalvergroting voor de overheid kosten bespaart. Waarbij tevens de te besturen eenheden overzichtelijker worden.
        Maar de liberale ondernemer kan eveneens menen dat schaalvergroting de kosten reduceert waardoor zijn winsten zullen stijgen.
        Schaalvergroting an sich valt dus ook al niet zonder meer te plaatsen in een ideologisch model.
        [unquote]

        Precies hier zit de vergissing : dat schaalvergroting kosten zou besparen (“de dirigerende overheid”), en-of-en dat schaalvergroting “de kosten reduceert waardoor de winsten stijgen”.

        Oef oef, dat is een giga-misvatting. Om dat in te zien, is een ideologisch model niet eens nodig, zelfs ongewenst. Gewoon alle kosten en alle baten quantificeren en optellen en onder de streep de uitkomst uitrekenen.
        Wel is waar : dat vereist meer dan “eenvoudig rekenen”, maar “het nieuwe rekenen” is daarbij niet nodig (ik zeg dit ironisch) ; zelfs ongewenst – de oude reken-methoden voldoen geheel (weer ironisich gezegd).

        Het principe van schaalvergroting [i]kan[/i] een nagenoeg zuivere weergave geven van “winst multiplicatie” (of ook van besparing). Dat is het geval in zuiver technische omstandigheden waar geen abberaties optreden. Abberaties, echter, treden altijd op, en wel door secundaire factoren. Secundaire invloeden “vervuilen” het lineaire resultaat van schaalvergroting. Interventies zijn onvermijdbaar,en ze tasten de multiplyer aan waarmee schaalvergroting werkt. Alleen theoretisch is 1+1 = 2. Praktisch geldt dat 1+1 = ~2, wat betekent dat het net zo goed = 1.6 als = 2.4 kan zijn – overdreven gezegd.

  6. Neo-conservatieve tuinkabouters
    Ad Verbrugge, de oprichter van BON is, meen ik, ook een soort van neo-conservatief. Toch houdt hij in “Wat heet Beschaving”(2011) een mooi, vurig pleidooi voor de popmuziek in een polemiek met de neo-consevatieve paus Roger Scruton. Hij (Ad) schijnt zelf in een band te spelen. Zelf mag ik graag popmuziek draaien als ik de plee en zo schoonmaak. In ieder geval laat ik mij op muziekgebied door niemand de wet voorschrijven, hoewel ik er eigenlijk niet zo goed voor uit durf te komen dat ik af en toe graag een plaatje van Cliff Richard draai. Gelukkig komt neo-conservatieve liberaal Gerry van der List in zijn boek “Altijd november”er ook gewoon voor uit dat hij van tuinkabouters houdt.
    Ad Verbrugge heeft intussen toch maar BON opgericht dus leve het neo-conservatisme

    • Zo komt de aap uit de mouw….
      Uit bovenstaande reacties blijkt wel dat velen het begrip neo-conservatisme onvoldoende kennen, waardoor sommige reacties kant noch wal raken.

      • Antwoord Hals
        Ad Verbrugge, bemerkte ik, speelt niet zo maar in een band maar is een heuse singer- songwriter met een eigen muzieksite. Ik heb vanmorgen in de discotheek een paar nummers gehoord van zijn eerste CD “Night plane”. Helemaal niet verkeerd, klonk goed. Verdiend het om serieus beluisterd te worden. Staat natuurlijk verder los van BON.

        In relatie tot het thema “neo-conservatisme”, Hals, dat jij hebt aangesneden, viel me de polemiek met Scruton op over de betekenis van de popmuziek in de discussie over hoge cultuur versus populaire cultuur. Daarin hanteert Verbrugge naar mijn mening een meer sociologisch ( hé bah) cultuurbegrip tegenover het puur burgerlijk-esthetisch cultuurideaal van Scruton en komt zo tot een geheel andere waardering van de popmuziek.
        Het begrip “neo-conservatisme” is naar mijn idee te diffuus om bruikbaar te zijn als ideologisch referentiekader voor BON. Maar ik ben het met Hinke eens, dat er zeer interessante publicaties zijn van schrijvers, die zich neo-conservatief noemen.

        • Roger Scruton, traditioneel conservatisme…
          Scruton is een typische vertegenwoordiger van het traditionele conservatisme; zo is hij gekant tegen het thatcheriaanse conservatisme, dat vooral in economische zaken geïnteresseerd is en geen aandacht meer zou besteden aan de traditionele aandachtspunten van het conservatisme, meer bepaald: cultuur, gezin, het historisch gegroeide en decentralisatie. (wiki)
          Komt al heel dicht bij BON.

          (lesje voor mark…)

      • Geef dan een toelichting
        Als je merkt dat “velen het begrip neo-conservatisme onvoldoende kennen” is het aan jou om aan te geven hoe jij dat begrip hier gebruikt c.q. wat jij erover uit jouw bronnen hebt gehaald.

        • 2 boeken…
          Ik heb al twee boeken voorgesteld (zie boven), maar helaas reageren de meesten met de kennis die ze op wikipedia hebben gelezen.
          Het zou te ver gaan om ook die boeken nog weer te gaan bespreken.
          Sommige reageerders onderschatten bovendien het belang van de samenhang der dingen en houden zich liever bezig met geneuzel op de kleine maat. Dat valt mij dus ook tegen bij docenten van wie ik een groter perspectief verwacht.

          • Neo-cons zijn geen nieuwe conservatieven
            maar neo-liberalen, u weet wel, die ons de crisis bezorgd hebben met hun graaigedrag en het laat-maar-waaien-beleid van de terugtredende overheid dat ons overgeleverd heeft aan het maatschappelijk middenveld van Sjoerd Slagter en consorten.
            Op dat neo-conservatisme kunnen we ons dus beter niet inlaten.
            Nieuwe conservatieven, zoals Ad Verbrugge, zijn gewoon conservatieven van een jongere generatie, die het goede van het conservatisme in een nieuw jasje steken. Ik vind het beledigend om ze aan te duiden als neoconservatieven.

  7. BON: vooral pragmatisch?
    Als ik een politieke stroming herken, Hals, herken ik ook waarden en normen die bij die stroming als uitgangspunt dienen.
    Ik kom bij BON niet tegen dat men hartstochtelijk allerlei waarden en normen propageert.
    Men ontmoet er vooral het pragmatisme: die en deze zaken zullen het onderwijs hier en daar verbeteren, waarbij de nadruk ligt op de inhoudelijke kennis.
    Ik zie dat zowel SP-ers als SGP-ers kunnen pleiten voor inhoudelijk degelijk onderwijs.
    Ik zie niet hoe die partijen onder eenzelfde politieke noemer geschaard zouden moeten kunnen worden als het om het inhoudelijk onderwijs gaat.

    • Van het socialisme en liberalisme moet je het niet hebben…
      …want die vergeten de mens.

      Baudet en Visser verwoorden het als volgt:
      ‘Liberalisme en socialisme zijn oplossingsfilosofieën gericht op de samenleving en niet op de mens zelf. Daarin verschillen zij fundamenteel van de conservatieven. Conservatief is het gedachtegoed van denkers die de nadruk leggen op het innerlijke leven als ultieme test voor een gezonde maatschappij. Hoewel we het tegenwoordig op materieel gebied over het algemeen beter hebben, betekent dat niet dat de immateriële situatie fundamenteel beter is dan vroeger. Het dilemma van de staat tegenover de markt, zoals gepresenteerd door liberalisme en socialisme, blijkt te eenzijdig. De staat die gelijkheid moet brengen en de markt die vrijheid moet brengen, willen de conservatieven aanvullen met nadruk op het verantwoordelijke, gevormde individu. Met cultuur, en dat omvat ook zorg voor de naaste omgeving, behoud van de menselijke maat in de geïndustrialiseerde samenleving, de sociale voorwaarden voor rechtstatelijkheid, en de bescherming van het milieu. Het conservatisme, dat alom in de samenleving aanwezig is, kijkt vanuit het heden en verleden naar de dingen die voor de samenleving van belang zijn.’

      Ook een partij als het CDA, die altijd een middenpositie innam, heeft haar veren verloren. En de christelijke partijen zijn te zeer verblind door het vergrootglas van de Bijbel.

      • Vreemd
        Wat me opvalt in dit citaat is dat ‘conservatisme’ afwijkend wordt geformuleerd van het gebruikelijke. Het past nu op het radicalisme van GroenLinks, de evangelische kant van de christen-democratie en grote delen van de sociaal-democratie en liberalisme. Middenstromingen dus.
        De definitie is dus wel erg breed. Maar het woord ‘conservatisme” als ik kijk naar de traditie van het denken van deze stroming, zou ik hier toch niet gebruiken.
        Zoals het er nu staat kan ik me er prima in vinden, maar het zou verwarrend zijn als ik me met dat etiket conservatisme of neoconservatisme zou tooien. Die stromingen hebben in het verleden voor veel ellende gezorgd. Ze hadden juist weinig op met de rechtsstaat en het milieu zoals we dat nu zien. En het stond bepaald niet open voor andere culturen.

        • Irving Babbitt…
          ….met wie het boek van Baudet en Visser opent (an American academic and literary critic, noted for his founding role in a movement that became known as the New Humanism, a significant influence on literary discussion and conservative thought in the period between 1910 to 1930. He was a cultural critic in the tradition of Matthew Arnold, and a consistent opponent of romanticism, as represented by the writings of Jean-Jacques Rousseau. Politically he can, without serious distortion, be called a follower of Aristotle and Edmund Burke. He was an advocate of classical humanism but also offered an ecumenical defense of religion. His humanism implied a broad knowledge of various moral and religious traditions) (ik citeer) ‘stelde zich ten doel zoveel mogelijk zaken kritisch te bevragen en geen dogma voor lief te nemen. Precies daaruit kwam zijn conservatisme voort: zijn analyse van de verlichting en de romantiek bracht hem tot de conclusie dat het mensbeeld van deze stromingen eenzijdig is en dat ze geen goed antwoord geven op de belangrijkste levensvraag, de vraag naar een gelukkig leven. Babbit was docent aan Harvard en nam met zijn neo-humanistsche beweging actief deel aan het publieke debat. Vanuit zijn kritiek op de verlichting en de romantiek wist hij een omvangrijke kunstkritiek te koppelen aan een pleidooi voor excellentie in het onderwijs, en beide weer in verband te brengen met een scherpe politieke positionering en een nadruk op maatschappelijke verantwoordelijkheid. Veel latere twintigste-eeuwse conservatieven sluiten al dan niet bewust aan op Babbitts analyses of werken gedachtes uit die op hem kunnen worden teruggevoerd.’

        • Groen Links
          Dat was ook mijn eerste gedachte toen ik de door Hals geciteerde beschrijving van conservatisme las. Waar het gaat om de aandacht voor het milieu en andere zaken die het materiële overstijgen klopt dat vast wel. Maar verder denk ik dat een definitie van conservatisme die bijna automatisch op Groen Links uitkomt meer zegt over de definitie dan over Groen Links. Kennelijk is conservatisme een vaag begrip waarmee je alle kanten uit kunt.

        • Wat betreft de christelijke partijen…
          …gelooft Babbitt dat, nu het geloof in God is gaan wankelen, (hij spreekt van de tijd waarin hij leefde, 1865-1933) er geen ander concept van het hogere voor in de plaats is gekomen. De stroming die de moraal terug kan brengen zou volgens hem het humanisme zijn. Zoals Babbitt dat bedoelt, is het humanisme de stroming die de nadruk legt op het innerlijke leven van de mens, dat uitgebalanceerd moet worden. Babbitt benadrukt de voortdurende, en in beginsel onbeperkte neiging van de mens naar sensatie, macht en geld. Het humanisme is er oog voor hebben dat zulke losbandigheid een samenleving zeer onaangenaam maakt. (We leven nu bijna honderd jaar verder en het is er niet beter op geworden.) Babbitt geeft een rol aan opvoeding en onderwijs om een en ander in goede banen te leiden.

          (ik citeerde Thierry Baudet)

  8. Er is eerder een kritisch
    Er is eerder een kritisch boek uitgebracht door een organisatie die zich verzette tegen de onderwijshervormingen. Het boek heette “Steeds minder leren” en de organisatie heette “Vrienden van het Gymnasium”. Daarin staan veel zienswijzen en standpunten van BONners die wij op dit forum tegenkomen al uitvoerig besproken. Het boek is het nog steeds waard om gelezen te worden. Ik pik er het advies van Wim Riedijk aan de over de onderwijsverontrusten uit:
    0) Het heeft geen zin om ‘in gesprek’ te blijven met hervormers. Die worden immers niet geleid door argumenten
    1) Praat niet meer over details en praktische kwalen in het onderwijs, zoals geld, klasse-grootte, bureaukratische uitwassen etc.
    2) Concentreer je kritiek op slechts één volkomen nieuw punt: de gehele onderwijs-’vernieuwing’ is een RADICAAL RECHTS-CONSERVATIEF GEESTESPRODUCT dat zich –nu indirect- keert tegen de consequente doorvoering van de verlichting en tegen de verhoging van de intellectuele kwaliteit en innerlijke onafhankelijkheid van het individu die daarbij passen. Leg uit dat de MINDLESSNESS, het oppervlakkige conformisme en consumptiegerichtheid van het Amerikaanse HIGH-SCHOOL-klimaat precies datgene vormen wat de vernieuwers ook hier bewerken, in het belang van de gevestigde machten. En verder i.h.b.v. managers en ‘deskundigen’ die voortdurend (onoplosbare) problemen zien of scheppen om werk en competentie te creëren, zoals het bereiken van meer gelijkheid van UITKOMSTEN (‘gelijke kansen’, ‘emancipatie’ ,’wegwerken van achterstandssituaties’.

    Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.