Het universitaire onderwijsklimaat en waarom ik er weg wil
De buurman bezorgt ons wekelijks een bulletin met updates en upgrades over zijn en onze tuin, met een pleidooi gericht aan mijn moeder om géén eigen parkeerplaats te maken, een verhuisbericht van de taxus of een oproep om de sprietjes onkruid uit het grind weg te halen. Een week of wat terug zat er een artikel bij uit het NRC, want ´Renée was toch zo druk met de zesjescultuur?´ Helemaal waar.
Het artikel (12 en 13 november) is van cum laude afgestudeerden Anouk van Kampen en Jan Truijens Martinez, getiteld Ruim voldoende. Ze beargumenteren dat we te druk zijn met presteren en eens wat minder ons best mogen doen. Ik heb er uiteraard weer wat op aan te merken.
Ik ben het ermee eens dat de media extremen opzoekt in beide richtingen, zowel heel goed als heel slecht, heel intelligent als heel dom, heel chic en heel plat. Ik ben het er ook mee eens dat de tendens in de commercie en media is om alsmaar meer, groter en beter te willen. In de talentenjachten op tv wordt alsmaar benadrukt hoe hard werken het is voor de deelnemers en men krijgt inderdaad opdrachten voorgeschoteld waar je gemakkelijk een burn-out van zou krijgen.
Wat betreft de talentenjachten op tv in dans, zang, koken e.d., is ook in de echte wereld de concurrentie moordend. De danswereld is een harde wereld waar enorm veel mensen proberen door te breken. Deze mensen zijn intrinsiek gemotiveerd, willen dansen om het dansen, want zonder intrinsieke motivatie kom je er niet eens doorheen. De tv doet er een schepje bovenop en vergroot het concurrentiegebeuren uit.
Ik zie alleen niet hoe dat vertaald naar het onderwijs. In het artikel, springt men domweg over van Who´s the chef naar de universiteit, met als argumentatie de uitspraak van de voorzitter van de universiteitenkoepel VSNU: ¨De toenemende internationale concurrentie vereist een cultuuromslag.¨ Volgens de auteurs verklaren de docenten aan het begin van het jaar direct de oorlog aan de matige student.
Quoi? Toen ik het eerste jaar (psychologie, Universiteit Twente) binnenkwam was de boodschap: ¨Njah, ik weet dat jullie graag feestjes vieren, maar probeer toch elke dag wat te doen¨. Ik vind dat weinig motiverend overkomen. Hoe vaak heb ik, ambitieuze student, niet te horen gekregen: ´Ach, dan haal je toch geen negen´ en ´Je bent hier om een beetje te oefenen´. Steek je boven het gemiddelde uit, dan ben je een lastpak voor de docent, die simpelweg geen tijd heeft om je vragen te beantwoorden, geen zin heeft om je inleiding na te kijken, want ´het is toch al goed´. Zit je weer eens in een groepje met studenten die op hun luie reet zitten en geen flikker uitvoeren en je vraagt of je alsjeblieft in een gemotiveerd groepje mag of desnoods individueel je opdracht mag doen: ´Ach, dat zijn de communicatieproblemen die nu eenmaal in groepswerk spelen´ en ´misschien moet je maar wat minder je best doen´. Of desnoods ´doe je het vak volgend jaar opnieuw!´ Zowel studenten als docenten zijn in tegenstelling tot aspirant-dansers gemiddeld genomen weinig intrinsiek gemotiveerd.
De universiteit is ingericht op de gemiddelde student. De colleges zijn niet bedoeld om de student iets extra´s te leren, maar om een samenvatting te geven van het boek en voor te bereiden op het tentamen. Voor de mensen die slecht presteren zijn er altijd nog voorzieningen en methodes om je omhoog te trekken en toch de centjes binnen te halen: bijles, vijftig herkansingen, verplichte aanwezigheid, mentors en studieadviseurs. Uiteraard heb je voor de bovengemiddelde student het Honours programma, maar in tegenstelling tot de mentor en de herkansingen wordt je op het bestaan daarvan niet gewezen, blijkt het programma propvol studenten te zitten en verandert het niets aan het verplichte curriculum.
Het klopt dat er ook in het universitaire onderwijs geluiden opgaan over internationale concurrentie en gebrek aan motivatie bij studenten. Er worden inmiddels maatregelen getroffen in de vorm van geldboetes, minder herkansingen en verplichte aanwezigheid, zogenaamd om de student te motiveren en om te concurreren met Azië. Er is dus wel sprake van prestatiedrang maar meer opgelegd van hoger af, dan vanuit de student en docent zelf.
Helaas ben ik het met een dergelijke prestatiedrang totaal niet eens. Ik studeer niet om een hoog cijfer te halen, om beter te zijn dan François of Xi Wang, om iets op mijn CV te kunnen zetten; ik studeer omdat ik iets wil leren, om mijzelf te ontwikkelen. Ik heb helemaal geen behoefte aan medestudenten en docenten die voor ´de prestatie´ bezig zijn. Een aantal van die maatregelen zoals minder herkansingen vind ik alleszins redelijk, maar ik ben bang dat het daarbij blijft. Er wordt alleen gedacht aan extrinsieke middelen, worteltjes om achteraan te rennen. Nu wil men de mentaliteit veranderen van de luie student naar de gemotiveerde student, maar om de verkeerde redenen. Niemand heeft het nog over de inhoud, het onderwijs, leren, ontwikkeling, studeren om de studie zelf.
Onderhand wil ik zo snel mogelijk afstuderen, om dit onderwijsklimaat te ontvluchten. Hoe ziek is dat?
Bron: reneedamstra.blogspot.com/2011/12/het-universitaire-onderwijsklimaat-en.html
Voorlichting Universiteit
Ga maar eens naar een voorlichting van de Universiteit. Kom naar Maastricht, Leiden, Groningen of Utrecht, want:
– er zijn veel café’s
– er is vreselijk veel te doen
– er is een groot cultureel aanbod
– er zijn zúlke leuke studentenverenigingen
– het bier is er niet duur!
Dat zijn de argumenten waarmee studenten worden overgehaald voor een bepaalde studentenstad te kiezen. Het is dieptreurig.
Universiteiten moeten helaas
Universiteiten moeten helaas zoveel mogelijk studenten aantrekken aangezien ze anders te weinig geld krijgen van de overheid, kleinschalige studierichtingen zijn voor onze samenleving blijkbaar taboe.
Dus ja, dan speel je als universiteit in op wat de student wil.
Ofdat het nu om de faciliteiten omheen het studeren gaat of de studie-inhoud zelf (bij technische studierichtingen aan de TU’s durven ze het eerste semester bijv. geen Laplacetransformaties te behandelen aangezien teveel studenten dat niet aankunnen). Ik vind het ook niet fraai maar je oogst als samenleving wat je zaait.
We moeten onszelf eens bezinnen en weer durven te investeren in kwalitatief goed en sterk selectief onderwijs.
Maar wat ik me dan afvraag:
Maar wat ik me dan afvraag: op HBO is het al kleinschaliger, op middelbare school ook, op kunstacademies en conservatoria ook, op liberal arts, op university colleges (iets duurder maar ook niet belachelijk veel duurder)…
Hoezo kan het dan niet op de gewone universiteit?
Grootschalig
Grootschalig is goedkoper. Honderden studenten in een collegezaal is een erg goedkope manier van onderwijs geven. Dan blijft er meer geld over voor de belangrijke dingen: een auto met chauffeur voor de voorzitter van het college van bestuur, een hele rits beleidsmedewerkers en PR-mensen en onderzoek (wat aan een universiteit altijd belangrijker is dan onderwijs).
Ik heb altijd de indruk
Ik heb altijd de indruk gehad dat zelfs bij hoorcolleges de kwaliteit daalt naarmate het aantal studenten stijgt en dit al bij een relatief laag aantal studenten (rond de 100). Hoe meer studenten er zijn hoe meer geroezemoes er is in die sterk acoustische auditoria. Die onrust versterkt de onrust bij anderen en mensen voelen zich in een grotere groep anoniemer waardoor die onrust ook weer versterkt. Het verschil tussen hoorcollege hebben met 50 man of met 150 man vind ik zeer groot, om nog maar te zwijgen over hoorcolleges met +500 studenten. Ik steek meer op bij kleinschaligere hoorcolleges en ik merk dat de sfeer ook beter is: de docent lijkt bij kleinschaligere hoorcolleges heel wat relaxter te zijn, meer controle te hebben en beter te doceren.
Ik ben benieuwd hoe de docenten hier tegen aankijken.
Een detail wat op mij ook invloed heeft maar waar ik misschien wat gevoeliger voor ben: het is in veel auditoria verschrikkelijk warm de eerste 1-2 lesuren van een dag wanneer daar meer studenten zitten (allemaal kacheltjes van ongeveer 34 graden Celcius), die airco’s hebben tijd nodig om de temperatuur aan te passen maar dit is m.i. meer te wijten aan ontwerpfouten (wat raampjes met mogelijkheid om te verduisteren of de airco wat eerder laten starten lost veel op) dan aan de massale hoorcolleges.
Ook bij werkcolleges heb ik sterk de indruk dat studenten heel wat produktiever zijn in groepen van 20-30 studenten dan in groepen van 40-60 studenten. Ook de invloed van de ruimte waarin gewerkt moet worden moet m.i. niet worden onderschat: een klaslokaal met relatief comfortabele (lees: niet oncomfortabele) tafels en stoelen vs. een veel lawaaieriger auditorium met collegebankjes. Auditoria zijn noodzakelijk voor hoorcolleges maar je moet daar geen werkcolleges houden of examens afnemen, al helemaal niet als je met een laptop moet werken (lastig schrijven met een laptop op zo’n plankje).
Kosten
Een hoorcollege met 50 studenten is 3 keer zo duur als een hoorcollege met 150 studenten en 10 keer zo duur als een hoorcollege met 500 studenten. Dat is vooral wat uitmaakt voor universiteitsbestuurders.
In aanvulling op Hinke,
Moet
In aanvulling op Hinke,
Moet je dit filmpje eens zien over psychologie studeren in Enschede en probeer eens te kijken wanneer er gestudeerd wordt. Nu is het geen officieel filmpje van de UT, dat moet ik er bij zeggen, maar hoe dan ook tekenend:
www.youtube.com/watch?v=zh61103ATfs
Dat voor veel
Dat voor veel studierichtingen niet ijverig gewerkt hoeft te worden geloof ik zonder meer, ik weet bijvoorbeeld van verschillende mensen hoe de studie psychologie in Nijmegen is (10 contacturen per week, inclusief hoorcolleges, werklast van hooguit 20-30 uur per week) en ik ken het verschil in studielast tussen bijv. technische bedrijfskunde of een technische studie aan dezelfde TU.
Ik vind het meer dan terecht wanneer mensen het bekritiseren dat voor veel studierichtingen de werklast zo laag is.
Ik vind het echter eveneens belangrijk om er op te wijzen dat er eveneens nog steeds studierichtingen bestaan waarbij je +30 contacturen per week hebt (inclusief pauzes daadwerelijk uren en geen lesuren!) en waarvoor de werklast +40 uur is wanneer je nominaal wil afstuderen en niet over een, gerelateerd aan de studierichting, uitzonderlijk talent beschikt. Zelfs bij gemakkelijkere studierichtingen zijn er studenten die wel hard werken, zij vergroten hun werklast door extra vakken te volgen.
Deze studenten mogen niet het slachtoffer worden van het verpeste imago van ons WO-onderwijs. Ook deze mensen worden nu hard aangepakt door de overheid (Zijlstraboete) terwijl dit een heel ander type studenten is dan het type student waar jullie naar verwijzen. Dat de hardwerkende studenten over 1 kam worden gescheerd met dat type student is naar mijn gevoel zeer onrechtvaardig.