Scholen mogen volgens de minister ouders aanspreken op hun verantwoordelijkheden

‘Ouders moeten naast hun werk meer tijd vrijmaken om hun schoolgaande kinderen te begeleiden. Opvoeding en overdracht van normen en waarden moeten de prioriteit krijgen, desnoods ten koste van werk en andere activiteiten.’
Het oude katholieke plaatje met ‘moeder achter het aanrecht’ lijkt weer terug. Maar hoe moet dat dan met het overheidsbeleid om iedereen te laten werken, hoewel de kosten van de kinderopvang nu ook onbetaalbaar zijn geworden? Of hoe zit dat met de brede scholen, een zachte manier van het oud-communistische principe om de ouders het recht van opvoeding te ontnemen, omdat de overheid dat toch beter kan? Of met de financiële noodzaak voor ouders om te gaan werken, omdat de vaste lasten zo torenhoog gestegen zijn, dat pa of ma dat niet meer alleen kunnen opbrengen?

De minister bedoelt natuurlijk: geen scheidingen meer en allebei de ouders een beetje gas terug. Maar ze neemt niet haar verantwoordelijkheid om het principe van de huishoudschool weer in ere te herstellen door vakken als opvoedkunde, gezondheidsleer en koken en strijken weer in te voeren. Daar hebben ouders en kinderen meer aan dan eenvoudig roepen dat ouders weer op hun verantwoordelijkheden aangesproken moeten worden.

Lees verder in Elsevier

36 Reacties

  1. Discussiëren, zegt de minister, over maatschappelijke thema’s…
    Discussiëren over maatschappelijke thema’s, zegt de minister.
    Alles goed en wel. Dat gebeurt misschien toch wel. Maar dan wel onder het strijken en koken.

      • Kijk eens vaker in de spiegel, Marjo
        Als grijsaard leef ik in een wereld die steeds minder levende mensen gekend hebben, Voor mij is het NIET NODIG dat ouders zich met de school bemoeien. Op een school dragen vooral in hun discipline (leervak, vak waarvoor de onderwijsbevoegdheid geldt) hoogopgeleide leraren kennis en inzicht over aan de leerlingen. Hun hoofdtaak is om er voor te zorgen dat zo veel mogelijk leerlingen in de daarvoor bestemde tijd voor het afsluitend, door de staat gecontroleerde examen slagen. Als ik me toch met de school waar mijn kinderen ingeschreven staan wil bemoeien zou dat zijn omdat de scholen het vekeerd doen. Kinderen die aan die kennisoverdacht niet meewerkten en niet door hun ouders geredresseerd werden vlogen van school af en moesten naar de fabriek of een instelling voor particulier onderwijs. Ordeproblemen kwamen daarom weinig voor. Ik ben me met de schollen waarop mij kinderen zaten gaan bemoeien omdat die het steeds slechter gingen doen. En nu wil Van Bijsterveldt dat ik mij met de school ga bemoeien omdat er wel iets met mijn kinderen niet in orde zou kunnen zijn. Laat die kletstante er eerst voor zorgen dat haar scholen goed onderwijs (kunnen) geven!
        (een eerdere versie is een minuutje eerder plotseling van mijn ipad weggevlogen!!!???)
        Seger Weehuizen

    • Citaat uit de brief aan de Tweede Kamer….
      ‘Maar ook voor ouders die door andere factoren een beperking ervaren in
      de relatie met de school, bijvoorbeeld omdat zij door een taalachterstand een
      barrière ervaren in het contact met de school van hun kinderen.’
      Dat is wollig taalgebruik om een punt te maken:’…dat allochtone ouders over het algemeen te weinig doen. Ze komen zelfs vaak niet op ouderavonden.

      Daarop volgt een berisping aan de ouders:’De verantwoordelijkheid voor een goede schoolontwikkeling van het kind mag en kan niet alleen bij het onderwijs worden neergelegd. Ook ouders hebben daarin een cruciale rol. Door de keuze voor een school worden ouders medeverantwoordelijk voor het onderwijs en voor de schoolgemeenschap.’
      Maar ook dat moet vriendelijk neutraal ingekleed worden:’Deze
      medeverantwoordelijkheid vraagt om betrokkenheid en openheid van twee
      kanten, zowel van ouders als van school.’

      ‘Voor de school komt met de ouders een sociaal kapitaal van onschatbare waarde
      de school binnen.’
      Welk kapitaal de minister bedoelt, mag joost weten. Wellicht de taalachterstand.

  2. zucht…
    Ik begrijp dat een minister graag daadkrachtig wil overkomen, maar je kunt ook overdrijven. Er is inmiddels al zo veel geregeld dat een minister zich eerder druk zou moeten maken over minder regels dan over meer regels.
    We hebben toch een medezeggeschapsraad? Die was toch ingesteld om ouders ‘inspraak’ te geven? Moet ik nu concluderen dat het hele MZR/GMR-gebeuren niet werkt? Hoewel ik dit al heel lang vermoedde, is het toch pijnlijk te moeten vaststellen dat al die vergaderavonden die ik als verloren beschouwde, achteraf dus inderdaad verloren waren.
    De minister vergeet dat ouders een andere school kunnen kiezen als een school hen niet bevalt.
    De schoolmeester zit niet te wachten op 30 opinies van ouders. Want hij heeft het maar al te vaak meegemaakt: bespreek een kwestie met alle ouders en de kwestie begint steeds grotesker vormen aan te nemen en gaat een heel eigen leven leiden dat met goed onderwijs nauwelijks meer verband houdt.
    Ouders kiezen een school naar hun wens, maar bemoeien zich vervolgens niet te veel met het werk van de bekwame leerkracht. Net zoals die leerkracht zich niet al te veel bemoeit met de ouders en hun gezinnen.
    School doet aan opleiding en laat aan de ouders vooral de persoonlijke opvoeding. Uiteraard voedt de school ook op, maar die opvoeding heeft dan vooral te maken met gewenst schoolgedrag.
    Maar je hoort op de radio al een trotse directeur vertellen over al dat geweldige overleg met de ouders dat op zijn school zou plaatsvinden.
    Als zowel ouders als leerkrachten het niet meer weten, schijnen ze te denken dat ze samen wel gaan weten hoe het zou moeten. Een dwaalweg.
    Voor ouders geldt: zoveel mensen zoveel wensen. Het is ondoenlijk met al die wensen rekening te moeten houden. De school heeft zijn eigen autoriteit en als het de ouder niet bevalt, dat vertrekt die ouder maar om elders zijn heil te vinden.

    • Probleem
      Een probleem is dat in een heleboel steden er nog maar 1 schoolbestuur is (dat vaak een bepaalde didactiek oplegt aan alle scholen), dus “kiezen voor een andere school” is soms niet echt mogelijk. Deed de minister daar maar wat aan…. Maar ook deze brief aan de 2e kamer staat vol met overleg met de PO-raad en VO-raad over van alles en nog wat.

      • Daarom pleit ik voor pluriform onderwijs
        Want zo langzamerhand is elke leraar onderdeel geworden van een of ander groots politiek streven. Steeds meer past hij zich aan, aan dit, kennelijk algemeen aanvaarde, grootse streven, hoewel zijn hart er niet ligt.
        De integratie tussen buurt, ouders en school maakt deel uit van dit zogenaamde grootse streven, hoewel men vele vraagtekens zou kunnen zetten bij zo’n ideaal.
        De minister volgt hier de platgetreden paden die in de hippie-tijd al werden voorbereid. School en buurt, dat zou een integraal geheel moeten zijn; net als op Cuba b.v.
        Terwijl ik heb geleefd in buurten die helemaal niets begrepen vann een christelijk gezin b.v.
        Nou en?
        Dat hele idee, dat er een integratie zou moeten zijn tussen buurt, ouders en school, vind ik zeer, zeer verwerpelijk. Ik denk dan onvermijdelijk aan de buurtmoeders die onder Mao zogenaamd nuttig controlerend werk deden.
        Ik heb te veel gelezen over landen die zuchtten onder het communisme, dat ik (misschien te snel) bij de huidige ontwikkelingen (EU) helaas soortgelijke tendensen zie.
        Gelijkschakeling is NIET een goed ideaal.
        Laar ouders scholen oprichten naar eigen overtuigingen (zoals nog kan). Juist DAT bespaart de minister een hoop getob over de relatie tussen ouders en leerkrachten.
        Maar het is intussen een traditie geworden: met allerlei wensen toch steeds maar weer de bewezen mislukte weg blijvend te willen volgen.
        Desnoods wordt de taal wat aangepast om Jan Publiek te laten volgen.

        • Maak je geen zorgen over communisme, Moby,
          het kapitalisme woekert als nooit tevoren.
          Ook al staat het hier en daar op instorten.

  3. Het gezag van de leraar…
    Citaat:’Het herstel van het gezag van de leraar is voor mij een belangrijk onderdeel van de waarden en normen op de school. Ik heb met de sectororganisaties en de
    vakbonden overleg gehad over wat hiervoor nodig is. Mede op basis van dit
    gesprek kom ik tot de volgende acties:
    – Scholen wil ik stimuleren dat ze in de school-ouderovereenkomsten expliciet
    aandacht besteden aan de waarden en normen binnen de school, het gezag
    van de leraar, en aan de omgangsvormen tussen leraar, leerling en ouder.
    – In samenwerking met de minister van Veiligheid en Justitie en Binnenlandse
    Zaken ga ik, in aanvulling op het programma VPT, in kaart brengen waarom
    de aangiftebereidheid op scholen laag is, en wat gedaan kan worden om dit
    te verbeteren. Op basis hiervan wil ik afspraken maken met de
    schoolbesturen om de aangiftebereidheid te verhogen.’

    Zo bouw je geen gezag op én helaas is de school bij ‘een moment van aangifte’ al een brug te ver.
    Verder word je niet vrolijk van de brief aan de Kamer.
    Ouders (die geen tijd hebben, want ze moeten van een andere minister werken) moeten meer bij de school betrokken worden. Daarom gaat de minister met héél veel instanties praten en een rondje doen door het land.
    Hebt u als leraar daar al eens resultaten van gezien? Ik dus niet.
    En zo dendert het treintje voort in het oerwoud van de bureaucratie.

    • de meester/juf tutoyeren
      Soms denk je in een nationale klucht te zijn beland. ’s Lands vergaderzaal meent te moeten overleggen over de kwestie van het ’tutoyeren’ van leraren. Ze vervelen zich er waarschijnlijk stierlijk.
      Men heeft de burger kennelijk dermate betutteld dat men is gaan denken dat de burger een volslagen hulpeloze zielepoot is.
      Zo’n kwestie als het tutoyeren van leerkrachten, dat kan elke school toch helemaal zelf wel regelen?!
      Ik was zelf de enige leerkracht die met -U- werd aangesproken, en niet bij de voornaam. Omdat ik dit zo wenste, ondanks verzoeken om, net als de rest, populair te doen. Voor zo’n houding heb ik geen Tweede Kamer nodig, jongens en meisjes!

      Ik geloof namelijk sterk in de rechten van een ambt; een ambt geeft een persoon rechten die Jan Burger niet heeft. Dat erkennen van de speciale status van een ambt gaat gepaard met aanspreektitels. Die aanspreektitels gelden dus vooral het ambt; NIET de persoon zelve.
      Maar als scholen zowel kinderen als leerkrachten beschouwen als elkaars’ kameraden: ze doen maar. Zolang ik niet gedwongen hetzelfde te doen.
      En al helemaal niet zit ik hier te wachten op richtlijnen vanuit Den Haag.

      • Dat is een hele goeie, moby…
        ‘Ik geloof namelijk sterk in de rechten van een ambt; een ambt geeft een persoon rechten die Jan Burger niet heeft. Dat erkennen van de speciale status van een ambt gaat gepaard met aanspreektitels. Die aanspreektitels gelden dus vooral het ambt; NIET de persoon zelve.’

        Je staat er inderdaad niet onder je eigen naam, maar in de functie als docent en opvoeder (impliciet).
        Ik heb het je al eerder gezegd: je verwoordt het goed.

    • De minister wil ouders inzetten als stagebegeleider en coach…
      ..en de ouders en school verplichten tot een ‘schoolcontract’ (juridisering van de verhoudingen).

      Citaat uit de brief aan de Kamer: ‘In het kader van de school als waardengemeenschap wil ik stimuleren dat scholen en ouders aan de voorkant goede afspraken maken over de wederzijdse verwachtingen, en over de waarden en normen die op de school gelden. Het gaat daarbij om het maken van niet-vrijblijvende afspraken, die vastgelegd worden in overeenkomsten tussen ouders en scholen waar beide voor tekenen. Bij de afspraken horen ook afspraken over het omgaan met conflicten.’

    • doel en middelen
      Een leraar Natuurkunde moet zijn leerlingen efficient en niet te onaangenaam kennis, inzicht en vaardighersn in de natuurkunde bijbrengen. “Het herstel van het gezag van de leraar” is daarvoor een noodzakelijke voorwaarde. Acht slaan op normen en waarden helpt daarbij. Maar we moetenvan het middel geen doel op zichzel maken. Het kriterion moet zijn “hoe kan een leraar het beste lesgeven” en ook “hoe kan een BEPAALDE leraar het beste lesgeven. Want elke leraar moet een kans Krijgen “om zijn weRk goed te doen overeenkomstig zijn aanleg en de samenstelling van de klas.
      Seger Weehuizen

  4. Opvoeding
    Ouders zijn hartstikke belangrijk: zij moeten OPVOEDEN. Daarbij hoort ook dat zij hun kinderen steunen bij hun opleiding. Als ieder zijn eigen taken nou eens eerst goed gaat doen alvorens zich te bemoeien met de taken en verantwoordelijkheden van anderen.

    Het vervelende is dat opvoeden op de een of andere manier nergens een thema meer lijkt te zijn. Bijsterveldt heeft natuurlijk groot gelijk erop te wijzen dat ouders tijd voor hun kinderen vrij moeten maken.

    Volgens mij moet er een landelijke campagne gestart worden: Opvoeden is cool!
    – stel thuis regels en handhaaf ze
    – lees uw kinderen minstens tot hun tiende elke dag voor
    – geef kinderen drie maaltijden per dag
    – leer uw kinderen goede manieren
    – leer uw kinderen respect voor volwassenen
    – laat uw kinderen niet overal zelf in kiezen
    – handhaaf een duidelijk dagritme met vaste eet- en slaaptijden
    – creëer tijd voor gezelligheid en creativiteit
    – beperk het aantal uren voor TV en internet
    – help uw middelbare scholier met het tijd inruimen voor huiswerk

    etc. etc. etc.

  5. Op EenVandaag was veel kritiek op…
    …het schoolcontract dat de minister van de ouders wil.
    Volgens een juriste zijn veel zaken daarin tegen de regels van de wet.
    Veel ouders zijn verbolgen over de ouderverantwoordelijkheden die aan de ouders ontnomen wordt. Bovendien kan een school je niet verplichten tot zaken, waaraan je niet kunt voldoen, omdat je van een andere minister moet werken of dat geld gewoon nodig hebt.
    Sommige scholen hebben dat schoolcontract al. Daarin worden ouders tot allerlei zaken verplicht die tegen de wet indruisen, zoals de vrijwillige ouderbijdrage die op sommige scholen verplicht wordt gesteld.

    Mijn indruk was dat het hier vooral ging om het basisonderwijs.
    De minister wil dat echter ook voor het voortgezet onderwijs, waar met name de leerlingen en leraren helemaal niet op inmenging van de ouders zitten te wachten.
    Want de leraren, die hebben het al druk genoeg en de leerlingen zeggen:’Mijn ouders? Waar bemoeien die zich mee!’

  6. De pot verwijt de ketel….
    Het mooie is dat de minister toegegeven heeft, dat ze zich als ouder ook niet met de school van haar kinderen bemoeide, omdat ze het gewoon te druk had met andere dingen.

  7. Nieuwsuur: De minister gaat…
    …het uitleggen in het land, terwijl de hele onderwijswereld over haar heenvalt.
    Nog koppig ook.

  8. P & W: Mirjam Sterk (CDA)…
    …beoogd opvolger van Verhagen, maar al weer opzij gezet, verdedigt haar partijgenoot:’Docenten kunnen op z’n minst aan het begin van het jaar op huisbezoek om de achterstanden in de gezinssituaties op te sporen.’
    Daarmee geeft ze in feite aan, wat iedereen al vermoedde, wat voor de minister de beoogde doelgroep is.
    Maar Mirjam is evenals haar minister een beetje wereldvreemd en wil meepraten over zaken waar ze geen verstand van heeft.
    De gemiddelde leraar heeft een paar honderd leerlingen. Dat betekent dus een paar honderd avonden per jaar op huisbezoek. U begrijpt het al.
    Misschien bedoelt ze dat de mentor dat dan maar moet doen. Dat is dertig of drieëndertig avonden van huis, mits de mentor maar één klas heeft waarvan hij of zij mentor is.
    Of bedoelt Mirjam nog wat anders? Ik zou niet weten wat.

  9. verantwoordelijkheden
    Gaan de ouders zich daar dan net zoveel van aantrekken als de minister doet wanneer zij wordt aangesproken op haar verantwoordelijkheden? 😉

  10. Column Marc Chavannes
    Marc Chavannes gaat in zijn column in de NRC in op de oproep van Marja van Bijsterveldt.

    • Zoals ik al zei…
      …zegt ook Marc Chavannes:’Richtte de minister zich eigenlijk tot achterstandsouders, maar durfde zij dat niet te zeggen?’
      Uit bepaalde zinsnedes blijkt dat wel.

      • de minister en haar achterstandsouders
        Allicht, overduidelijk. En het is ook zeker zo : in sommige ‘sectoren’ zijn er nul of geen, of veel te weinig ouders die zich meer dan minimaal bekommeren om hun kinderen.

        Maar ook dit.
        In plaats van wat ze zei, had de minister met evenveel overtuiging kunnen reppen van scholen, waar het gebruikelijk is, gestimuleerd of zelfs voorwaardelijk wordt gesteld, dat ouders present zijn op ouderavonden, in hulptaken of commissies, projecten of bestuur of anderszine ondersteuning.
        Dat zijn dan niet die mega-besturen waar knappe bestuursmanagers of -malloten worden overbetaald ; nota bene van geld dat wij (‘de ouders’) aan de staat ‘geven’ en dat de minister fourneert voor onderwijs in scholen. Montessori, Dalton en Vrije Scholen scholen zijn evenzovele voorbeelden van ouderparticipatie.

        Ergo, deze minister, net als de haar in dat ambt voor-gegane politici, verzuimt om de bestuurlijke zooi (lief gezegd : over-organisatie) in onderwijsland op te ruimen of zelfs maar te reduceren.
        Dáár ligt de kern-oorzaak van haar incompetentie. Met kleine scholen en kleine organisaties lost het probleem zich vanzelf op. Daar is voor geld-gierige ‘manasjers’ niets te halen ; des te beter voor het school-klimaat : de school als educatief, sociaal bindend element op buurt-nivo. Dat kan alleen klein-schalig.
        Dat concept heeft tienmaal betere kansen dan, bijvoorbeeld, het uitbouwen van het repressieve politie-apparaat, waar Opstelten en Teeven, en de Kamer, zo dol op zijn ; en het kost ook nog eens tienmaal minder.

        Het wordt tijd voor een ‘Onderwijs Authoriteit’ organisatie-structuur. Hoe dat moet of kan, weten we al van andere ‘Autoriteiten’, zoals de financien-A, mededingings-A of de voedsel-en-waren-A.
        Dat geeft dan tevens de mogelijkheid om het ministeriele onderwijskasteel af te breken, d.w.z. te reduceren tot essentiele taken van sturing – 500 ambtenaren of zo is dan wel genoeg.
        Zocht dit kabinet niet naar bezuinigingen ? Welnu, hier is er eentje.

        maarten

        • Welnee
          Alsjeblieft niet nóg een autoriteit erbij. Van al dat nabootsen van de markt worden alleen de reclamebureaus en de bestuurders beter.

          De overheid moet gewoon verantwoordelijk zijn en (via het parlement) randvoorwaarden stellen en deze goed controleren. Weg met de ravissante bestuurdersbeloningen, fusies, ingewikkelde managementlagen enz. Onderwijs en gezondheidszorg zijn door het neoliberale beleid alleen duurder én slechter geworden. Stoppen daarmee!

          • wel ja !
            Hinke toch ! Je zou gelijk hebben als dat (de ‘OnderwijsAutoriteit’, of hoe je het maar noemen wilt) additief is : ministerie plus O-A.

            Maar het gaat om het onttronen van het ministerievanonderwijsmonopolie, en daarvoor in de plaats een summiere organisatie, die de scholen vrij laat in hun kerntaak : behoorlijk onderwijs.

            maarten

          • Belangen en politiek
            Beste Maarten,
            Geloof jij nog steeds dat bestuurderen, toezichthouders en autoriteiten hun toezicht objectief uitoefenen. Welnee, daar komt macht en politiek belang bij kijken. Vergelijk het bijvoorbeeld met het ‘wetenschappelijke’ Freudenthalinstituut.

            Bestuurders hebben belang bij het opfluffen van hun persoonlijke CV (nog meer winstgevende bijbanen) en zodra ze zich verbonden hebben met een ideologie, zoals CGO, willen ze ook macht.
            Autoriteiten hebben de neiging zich te verbinden aan de verkeerde ideologieën, namelijk die gepaard gaan met geld, publiciteit en macht. Alles draait om persoonlijk gewin in welke vorm dan ook.

          • Voorstel
            Wat is dan jouw voorstel Hinke? Je schrijft hierboven:

            De overheid moet gewoon verantwoordelijk zijn en (via het parlement) randvoorwaarden stellen en deze goed controleren.

            Wie moet die controle dan uitvoeren?

          • Wie?… Ambtenaren!
            Als de overheid weer gaat bepalen
            – hoeveel kinderen er in een klas maximaal zitten
            – hoeveel leidinggevenden op scholen maximaal verdienen
            – welke (controleerbare) onderwijsdoelen gehaald moeten worden
            dan zijn we van veel problemen af.

            Je zou (heel creatief) een onderwijsinspectie kunnen instellen die intensief een vinger aan de pols houdt, scholen helpt met verbeteren (ervaren leraren die daar werken), maar ook in actie komen als het niet goed blijft gaan.

            Als je het zo aanpakt hebben commerciële onderwijsbureaus het nakijken en is er veel minder kans op geldverspilling en hobbyistisch gezweef.

          • Hinke – ongeloof : wel nee, wel ja,
            @ Belangen en politiek – door Hinke Douma op Zo 04/12 – 12:59 :

            Tuurlijk geloof ik dat niet ; zelfs ook niet van deze CDA minister-voor-onderwijs, ze is per definitie partijdig.
            De bobo’s die haar keizerrijkelijke monopolie helpen besturen : same thing. Bovendien derailleren dat soort individuen naarmate ze langer verwijderd zijn van hun ‘erstmalige’ mogelijk honeste bedoelingen ‘om het beter te doen’. Zo werkt dat.

            Om van abstract naar concreet te gaan : daarom juist dient het ministeriele imperium ontkoppeld te worden van dagelijkse en langere-termijn zaken in onderwijs.
            En maar weer opnieuw : wijd verstrooide, daarom kleinschalige scholen zijn antiidotum tegen manasjerieke/bestuurlijke ontsporing, en tevens garantie tegen graaiende tussenlagen.
            Voor die opzet is een institutie nodig (hier genoemd ‘Autoriteit’) die op armlengte van de politiek (het ministerie) en de school-inrichting staat ; een faculteit die niet voorschrijft maar ondersteunt. Bedenk een beter woord voor ‘Autoriteit’, als dat woord je tegen staat.
            Het gaat erom, de scholen te bevrijden van centraal-bestuurlijke dwang. ‘Vrijheid van onderwijs’is een dode letter, die mooi staat in de rhetoriek over onderwijs maar niets betekent.

            In de sector neutraal bijzonder onderwijs worden bestuurders niet (of nauwelijks) gehohoneerd voor hun inzet – en zo hoort het. Als uitgangspunt kan dienen dat elke school, waar meer dan ~10/12 tot 14/16 procent van het jaarlijks budget wordt besteed aan supervisie/overhead, en minder dan 80 procent “in de klas” terrecht komt, doorgelicht wordt op zijn financieel beleid.

            Betaalde manasjers en bestuurders hebben niks te zoeken in kleine scholen, daar is geen geldelijk gewin. Kleine scholen, werkzaam op buurt nivo, moet de leidraad zijn bij organisatorische hervorming van onderwijs. Wie oppert dat kleine scholen geen multidivers aanbod van lessen kunnen realiseren, vergeet dat dat in associatief verband heel makkelijk kan.

            maarten

          • cetervm censeo
            het beste randvoorwaardensysteem is bij de huidige chaos:
            minimale slagingspercentages bij afsluitende staatsexamina als basis voor overheidssubsidiering. verder NIETS regelen!!!!!
            (eventueel kan een beginnende school een contract met de overheid sluiten dat zij of de leerlingen NADAT de school bewezen heeft aan die simpele randvoorwaarde voldaan te hebben haar/hun geinvesteerde geld terug). Ik ben er zeker van dat er onmiddellijk een par exellent blijkende scholen zullen worden gesticht. Ook zal het lukken om het risicokapitaal bijeen te krijgen. Het ” schoolgeld” dat de ouders betalen kan ook als een aandeel in het risicokapitaal gezien worden. Natuurlijk heb ik zelf ook bezwaren tegen zo’n constructe maar praktische overwegingen, namelijk het kunnen starten zonder eerst oude constructies te moeten ontmantelen winnen het hier van principiele overwegingen.
            Seger Weehuizen

          • Schooldirecteuren en rectoren zijn het beu…
            Dat bleek al uit de tweeënhalve pagina aan reacties in NRC van dit weekeinde.
            Rectoren houden zich bij hun zaak en zijn het ‘blaten’ van de minister moe.
            ‘Alles komt op ons af: passend onderwijs tegelijk met verzwaarde exameneisen, docenten die steen en been klagen over wat hen overkomt, basisscholen die al vijfentwintig jaar te weinig geld voor schoonmaakkosten krijgen.’
            En de minister blaat maar wat om af te leiden van ernstiger zaken.

          • prestatiescholen alleen bij ouderwetse eisen mogelijk
            Een oplossing waarbij de scholen enkel afgerekend worden op de prestaties harer leerlingen op een staatsexamen is natuurlijk alleen mogelijk als als leeronderwerpen zoals “leren plannen”, “leren samenweken” en “competentiegericht leren” geen verplicht onderdeel van het curricukum vormen. De resultaten daarvan vallen immers niet (schriftelijk) of niet goed (mondeling) op een staatsexamen te toetsen. Blijkbaar worden zulke uitwassen ook niet echt serieus genomen want een meerderjarige die een staatsexamen (bij voorbeeld HAVO) aflegt wordt daarrover niet aan de tand gevoeld. Meerderjarigen mogen wel naar eeen universiteit zonder ooit te hebben leren samenweken of zelfstandig studeren. Als universiteten tevreden zouden zijn met een staatsexamen van het karakter van de vroeger bestaande HBS lijkt mij elke oppositie tegen gesubsidieeerde prestatiescholen futiel.

            Seger Weehuizen

          • belangrijke deelstudien
            Herhaaldelijk is er in dit forum op gewezen dat “verbeteringen” in het onderwijs meestal in de eerste plaats gecamoufleerde bezuinigingen zijn. Om de regering over te halen een experiment met een prestatie(meting)school toe te staan komt men er niet omheen een forse besparing in het vooruitzicht te stellen. Ik hoop daarom da het mogelijk zal zijn om voor een degelijke financiele onderbouwing te zorgen. Deskundigen gevraagd!
            De vervolgopleidingen zullen staatsexamengediplpmeerden op hun minst als gelijkwaardig aan geslaagde schoolabiturienten moeten stellen. Ik verwacht dat universiteiten daar eerder toe bereid zijn dan HBO-instellingen. De eerste prestatieschool waarmee geexperimenteerd wordt kan daarom het beste een vijfjarig Atheneum worden.
            Een belangrijke voorwaarde voor succes van een categorale prestatieschool is een betrouwbare selectie in groep 8 vande basisschool. Omdat daar nog gevist moet worden uit een vijver met vissen van zeer verschillende snelheid kan misschien gebruik gemaakt worden van de deskundigheid van voorstanders van voortgezet inhomogeenklassig onderwijs. Selectiedeskundigen gevraagd!
            Seger Weehuizen

  11. een hondsbrutale ministerin
    Ik heb herhaaldelijk de scholen waarop mijn kinderen zaten gewezen op HUN verantwoordelijkheid. Al lang v’o’or BON werd opgericht. Ik heb de scholen gevraagd om de rampspoed van de basisvorming voor goede VWO-leerlingen te verminderen. O.a. door hun (ook) ECHTE wiskunde te onderwijzen. Ik heb aan de lagere scholen gevraagd om mijn kinderen een klas te laten overslaan. Ik zag namelijk niet in waarom zij 6 jaar moesten doen over een hoeveelheid leerstof die vroeger in 5 jaar door de meeste leerlingen opgenomen werd. Ik heb mij verzet tegen het gedwongen in groepjes werken in het secundair onderwijs. De opvoeding van mijn dochter werd ondermijnd door een kennismakingsweekend via heterogene groepen. Een deelneemster zei ” stop jij dat maar in je kut” en dat in geen uitdrukking die in mijn gezin gebruikt werd. Mijn eigen opvoeding werd dus gewoon ondergraven. Ik snap niet waar Van Bijsterveld het vandaan haalt om mij te vragen om fde scholen waar mijn kinderen ingeschreven staan te ondersteunen.
    Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.