1. Het welzijn van leerling en docent een eerste voorwaarde is.
2. Er voldoende onderwijsgeld is, mits deze voor het primaire proces wordt aangewend.
3. De managers teruggedrongen moeten worden, inclusief hun riante salarissen.
4. De macht aan de leraren moet zijn en de school door democratische besluitvorming bestuurd moet worden.
5. De menselijke maat voor de ideale schoolgrootte maatgevend moet zijn, met 200 leerlingen voor het basisonderwijs en 800 leerlingen voor het voortgezet onderwijs .
6. Het schrijfonderwijs een prominentere plaats moet krijgen in het basisonderwijs.
7. Naast het taal- en rekenonderwijs ook vakken als vaderlandse geschiedenis, biologie, aardrijkskunde, muziek en kunst een belangrijke plaats moeten innemen in het basisonderwijs.
8. De speciale scholen in ere hersteld moeten worden.
9. Het beroepsonderwijs een gedegen opleiding moet worden, geschoeid op het oude gildeprincipe van leerling, gezel en meester.
10. Het vmbo ingewisseld moet worden voor de mavo met een soepele aansluiting op de havo.
11. De overheidsbemoeienis beperkt moet blijven tot het verstrekken van de financiële middelen, het opstellen van de exameneisen en controle op naleving van de wet.
12. De landelijke Cito-toets afgeschaft moet worden en ingewisseld voor een schoolexamen.
13. Het traditionele rekenen (m) en het realistisch rekenen (vr) beide componenten zijn van goed rekenonderwijs.
14. Discipline, goed gedrag en netheid terug moeten komen in het onderwijs.
15. Oefening en kennisoverdracht de belangrijkste aspecten zijn van goed onderwijs.
16. Klassikaal onderwijs de meest efficiënte methode is.
17. De pabo’s gereorganiseerd moeten worden ten gunste van bovenstaande.
18. Prestatiebeloning uit den boze is en de leraar betaald moet worden op basis van behaalde bevoegdheden.
19. De leraren moeten streven naar een zo hoog mogelijke graad en dat de beloning navenant moet zijn.
20. De eindexameneisen van het middelbaar onderwijs en de toelatingseisen voor het hoger onderwijs verhoogd moeten worden.
Reacties zijn gesloten.
21.
Dat de aanpak/oplossing van de toenemende segregatie binnen het basisonderwijs eigenlijk nummer 5a zou moeten zijn.
Wie geeft…
Dank Leo.
Wie geeft…22?
eis 22
22. De onderbouw-programma’s en -didaktiek voor elk schooltype van het secundair onderwijs moeten in overeenstemming zijn met het karakter van het betreffende schooltype en mogen niet aan andere typen aangepast worden om op- en af-stroimng te vergemakkelijken.
Seger Weehuizen
Mooi idee Hals!
Ik zou nog
Mooi idee Hals!
Ik zou nog wat punten willen toevoegen.
– Dat we het weer aandurven om exacte vakken op een hoog niveau en op abstracte wijze te doceren.
– Dat we het weer aandurven om in het algemeen veel hogere eisen te stellen: bijvoorbeeld meer feitjes van buiten leren voor geschiedenis zodat we ons geheugen wat trainen. *
– Dat de technische opleidingen (informatica, HTS) voor minstens 70-80% moeten bestaan uit wiskunde en (toegepaste) wetenschappen (ik denk hierbij aan een HTS waarover gesproken is in een andere forum-draad (Den Bosch?).
– Dat alle ouders weer de vrijheid moeten krijgen om de school van hun kind uit te kiezen. Geen postcodebeleid zoals in Amsterdam en geen “gemeente plaatst je”-beleid zoals in Nijmegen.
– Dat voor de bovenbouw van de havo en het VWO weer enkel eerstegraads ULO-leraren mogen lesgeven.
– Dat de basisscholen vroeger en meer huiswerk meegeven aan de leerlingen, dit voorzien van een kaart die door ouders ondertekend moet worden. De ouders zien zo precies waar de leerling mee bezig is en veel ouders kunnen hun kind prima begeleiden bij het maken van dat huiswerk.
Grote voordelen zijn dat de leerlingen die wat minder talent hebben dit kunnen compenseren door harder te werken, dat leerlingen die 1 zwak vak hebben dit gemakkelijker kunnen ophalen en dat alle leerlingen meer vooruitgang maken.
*De hippocampus is belangrijk voor het geheugen. Net als spieren kan ook de hippocampus sterk in volume toenemen en afnemen naargelang het gebruik er van.
Dit is o.a. bewezen door de groote van de hippocampus te meten bij Londense taxi-chyauffeurs die enorm goed de straten moesten leren alvorens een vergunning te krijgen (Amsterdam kan hier een voorbeeld aan nemen).
Wie nog meer…?
Dank Bart!
Wie nog meer?
@Moderator…
Volgens mij kan de samenvatting wel op de openingspagina…?
Het lijkt mij een prima idee
Het lijkt mij een prima idee nadat er nog wat verder aan geschaafd is, voor zo ver dat nog nodig zou zijn.
Sterker nog: het zou een interessant initiatief kunnen zijn om dit op te sturen naar kranten en politieke partijen.
Het wijst de kranten en partijen op een laagdrempelige wijze op de talrijke grote tekortkomingen in ons onderwijs, wat die tekortkomingen zijn en het versturen van zo’n ‘pamflet’ kan een prima middel zijn om een goede inhoudelijke discussie te starten en/of al gevoerde discussies naar een hoger inhoudelijk niveau te tillen.
Over speerpunten enzo
Ik ben er niet voor om dit persé op de voorpagina te zetten. De reden is eigenlijk eenvoudig: BON heeft zijn speerpunten en binnenkort het Deltaplan. Een lijst van vergelijkbare punten, hoe dicht ze ook tegen het officiële standpunt van BON aanliggen, brengt alleen verwarring.
Ik noem wat voorbeelden: BON heeft geen mening over realistisch rekenen of traditioneel rekenen. Niet voor niets staat de Stichting Goed Rekenonderwijs los van BON. Ik denk wel te weten dat de BONners die ik ken, voor zover ze een mening hebben over rekenonderwijs, het traditionele rekenen prefereren, maar daarmee vindt BON niet dat andere docenten daar niet een andere mening over mogen hebben. Wat mij betreft gaat dat bijvoorbeeld ook op voor CGO of zelfs het nieuwe leren. Ik ken geen BONner die er blij mee is, maar eigenlijk ken ik ook geen BONner die het anderen zou willen verbieden. Als docenten op scholen tot die didactiek besluiten, als de resultaten worden gemonitord, als ouders een keuze hebben voor een andere school etc… het is niet aan BON (vind ik) om de ene of de andere didactiek voor te schrijven of te vindenden dat ze gelijkwaardig zouden zijn.
Aan de andere kant is BON wel voor zeggenschap van de hoogopgeleide leraar en dat standpunt verdraagt zich moeizaam met het voorschrijven door BON van didactische voorkeuren.
Als je op die manier naar de speerpunten van BON kijkt en dit lijstje, dan lijkt me duidelijk dat er verwantschap is, maar dat er ook verschillen zijn. Uitstekend dat forumleden (dat zijn niet noodzakelijk allemaal BONleden overigens) daarover discussieren, maar naar buiten toe is helderheid over onze officiele standpunten en uitgangspunten essentieel.
Maar zijn ook verschillen….
Noem ze op 89 en ga de discussie aan.
En zo je het met alle punten eens bent, des te beter en maken we er een pamflet van.
Maar wel voor op de voorpagina!:-)
Zelfverheerlijking
Het is niet netjes om je eigen stukjes zo naar voren te duwen Hals.
Het gaat niet om mij, maar om het doel, mark….
Af en toe is een zetje in de goede richting nodig.
Merkwaardige reactie.
’n Overtuigende lijst van verbeterpunten. ’n Lijst die door heel veel onderwijzers en leraren onderschreven zal worden. Zelfverheerlijking? Leg eens uit Mark?
Dit geeft BON ’n duidelijk gezicht. Geen achterkamertjes politiek, geen wollige taal van politici. Precies waar BON voor staat. Toch?
Waarom zijn er nog geen reacties van het bestuur van BON?
Kom op, mark…
Je hebt wat goed te maken…….:-)
reactie
Zoals 1989 hierboven al schreef; dit verhaal is de mening van Hals. Natuurlijk mag Hals zijn mening hebben, Hals moet alleen niet proberen die mening iedereen door de strot te duwen. En met zijn verzoek om zijn mening op de voorpagina te zetten doet Hals dat mijns inziens wel enigzins.
@mark…
Er staan wel onnozeler stukjes op de voorpagina.
Bovendien mis je mijn insteek, namelijk om collectief een stevige lijst met verbeterpunten neer te zetten.
Lijkt mij ook.
Duidelijk, verfrissend en vanuit/af de werkvloer.
Nog een punt wat ik zou
Nog een punt wat ik zou toevoegen: dat het financieringsstelsel voor het hoger onderwijsmoet worden gewijzigd. Niet scholen belonen naargelang het percentage geslaagde eerstejaars zonder externe examinering EN externe correctie van deze examens.
Als de overheid al de financiering wil laten afhangen van de ‘geleverde kwaliteit’, laat dan een groep van onafhankelijke deskundigen uitmaken wat de geleverde kwaliteit is of voer zware eindexamens in voor het hoger onderwijs die breed alles toetsen wat de studenten aan het einde van hun opleiding zouden moeten kennen en begrijpen.
MBO
En hetzelfde voor het MBO! Ook daar zijn landelijke examens noodzakelijk om het eindniveau van alle MBO-opleidingen te waarborgen.
toevoegen aan samenvattend
De salarissen moeten uit de lumpsum worden gehaald en weer rechtstreeks door het ministerie betaald worden.
(dit is een noodzakelijke voorwaarde voor punt 19)
Leraren geven binnen een volledige baan maximaal 20 uur les, klassen tellen maximaal 24 leerlingen.
(Dit laatste punt is in feite een voorwaarde voor punt 1. Tot grote vreugde van LIA heeft de AOB het maximum van 24 leerlingen per klas van ons overgenomen.)
annotationes
ad 4: Bij de demokratische besluitvorming hoort m.i. ook dat ouders mogen meebeslissen en leerlingenvertegenwoordigers zich mogen laten horen. Hoe machtig de ouders moeten zijn en of de graad van hun medezeggenschap (veto, medebeslissen of adviseren) onderwerpafhankelijk moet zijn is iets waar ik nog niet helemaal uit ben. De mogelijkheid voor ouders in een grote stad om een school te kiezen uit vele kan een reden zijn om daar voor ouders de mogelijkheden om een school te veranderen te beperken. Leraren kunnen wat moeilijker naar een andere school toe.
ad 7: Eén van de redenen waarom aan de traditionele vakken op de lagere school te weinig aandacht wordt besteed is de tijd die de lagere scholen tegenwoordig aan een lange rij van actuele problemen moeten besteden. (b.v. pesten, Lambarene, racisme, wegverkeer, milieu)
Ad 11: naleving van de wet: Ik denk dat in het aantal voorschriften flink het mes gezet moet worden. De mate waarin de leerlingen aan de exameneisen voldoen moet het belangrijkste kriterion worden waarmee de kwaliteit van de school vastgesteld wordt.
Ad 12: De afsluitende CITOtoets voor groep 8: Toelating tot het VWO moet geschieden aan de hand van de volgende 3 kriteria:
I. Uitslag bovengenoemde CITO-toets geeft aan wat de leerling op de basisschool heeft opgestoken. een maat voor het leervermogen
II. Uitslag intelligentie-toets is een maat voor het begripsvermogen
III. Uitslag toelatingsexamen op grond van geschikte extra leerstof: geeft intelligentie, leervermogen, belangstelling voor leren of inzet aan.
Seger Weehuizen
@malmaison, ad 4, 7, enz…
Ad 4. Een ouderraad bestaat nu ook al. De invloed moet zich m.i. beperken tot zaken die hun belangen rechtstreeks betreffen. Om dan te zeggen dat dit het gehele onderwijs betreft, is natuurlijk wel juist. Maar laten de docenten daar maar over beslissen, in overleg met de door de overheid gestelde eindtermen. De laatsten moeten vanzelfsprekend weer met de docenten gecommuniceerd worden.
Ad 7. De actuele problemen die je noemt en het onderwijs verstoren verdwijnen als sneeuw voor de zon op het moment dat vakinhoud weer de boventoon gaan voeren. En dan natuurlijk de vakken als vermeld.
Ad 11 en 12. Wat betreft je commentaar op 11 en 12 ben ik het volledig met je eens.
Ad 4
REACTIE I:
Als ouder heb ik lang het idee gehad dat ik me niet met het onderwijs aan mijn kinderen hoefde te bemoeien. Tot ik bemerkte dat dat onderwijs steeds verder in een verkeerde richting ging afwijken van het onderwijs dat ik zelf genoten heb en dat ik nog steeds goed acht. Ik voelde mij zoals iemand die nooit is gaan stemmen en dan merkt dat het parlement vol zit met politici die verkeerde dingen willen. Ik ben wakker geworden en wil niet meer in slaap vallen.. Schoolbesturen en schoolleidingen kunnen verkeerd bezig zijn en daar moet ik me tegen kunnen verzetten. De meeste leraren zijn van goede wille maar voorlopig hebben we toch nog te maken met een groot aantal onbevoegde en BIO-leraren die wij als ouders goed in de gaten moeten houden.
REACTIE II (aan de hand van een voorbeeld)
Bij het leren uitvoeren van een synthetische deling zijn er 3 belangrijke aspecten:
inzicht
algorithme
volgorde van inzichtverwerving en het leren toepassen van het algorithme (als beide gewenst zijn)
Als school B besluit om school A na te volgen ben ik als ouder een keuzemogelijkheid armer geworden. Ouders moeten zich daarom kunnen verzetten tegen de uniformering.
Ouders hebben via de OR en de MR nooit invloed kunnen uitoefenen op zaken die er echt toe deden.
Seger Weehuizen
@Malmaison: Maar nu als advocaat van de duivel….
Wat denk je ervan als iedere ouder zich maar met het schoolgebeuren gaat bemoeien, ook de ouders met minder goede bedoelingen….?
En dan misschien ook nog met de vakinhoud en de wijze waarop er door de verschillende docenten les gegeven wordt.
Ik moet er niet aan denken.
ik moet er niet aan denken
ofwel: wat haal je je op je Hals? 🙂
Praktijkervaring
Om hier even op in te haken: wij hebben recent een studiedag gehad, waar ouders én leerlingen bij aanwezig waren. Het werkte zo: een plenaire bijeenkomst met een introductie namens de directie, vervolgens in groepjes uiteen, waarbij OP en OOP door elkaar zat, bij elk groepje ook een ouder en twee leerlingen. De discussie ging over de pedagogische visie van de school, waarbij we een door de directie opgesteld stuk kregen om op te reageren. Een belangrijk discussiepunt was gelijkwaardigheid. Zijn docenten en leerlingen gelijkwaardig? Daar kwamen we al niet uit. Vervolgens in nog kleinere groepjes uiteen om over een casus te discussieren. Voorbeeld: je hebt als regel dat leerlingen in de klas niet eten. Nu heb je zelf geen pauze gehad. Eet je zelf wel een boterham of doe je dat niet? Dat niveau dus. Aan het einde de vraag of er voldoende draagvlak was voor het document dat door de directie was opgesteld.
Begrijp me niet verkeerd, ik vind contact met ouders belangrijk en ik neem ouders serieus. Maar bij deze opzet voelde ik een belemmering om open en eerlijk te praten over hoe ouders (en leerlingen) soms kunnen doen. Ik ben er daarom niet zo enthousiast over. Ik heb dan zoiets van: wij als docenten zijn de professionals. Wij zijn prima in staat om goed onderwijs vorm te geven. Ouders kunnen zich uitspreken via de MR.
Zijn docenten en leerlingen gelijkwaardig?
Hoe is het mogelijk zo een discussie.
Als mens natuurlijk wel, maar vanuit de functie natuurlijk niet.
Daarom klopt het woordje ‘gelijkwaardig ‘ ook niet.
Met zo’n vraagstelling is het ook om moeilijkheden vragen.
Inz. gelijkwaardigheid
Ik sluit me aan bij Hals en citeer uit het stukje van de Admiraal ..dat niveau dus.
Daar heb je dan voor gestudeerd, moeilijke stof doorgeworsteld: om een dag met volwassenen en kinderen over gelijkwaardigheid en eten in de les te praten. Dit soort schijngelijkwaardigheid, de houding dat alles voor discussie vatbaar is, leidt tot het niet opvoeden van kinderen, het niet geven van les, het niet leren van allerlei deugden (zoals daar zijn het houden van de mond en het op tijd komen) en het verspillen van overheidsgeld aan geleuter op het moment dat het over de subjonctif of de de eenparig versnelde beweging zou moeten gaan. Bij mij leidt het tot een bijna onbedwingbare neiging tot het uitdelen van stokslagen; eerst slaag voor de volwassenen en daarna voor hun kroost. Daarna zal ik zelf wel ontslagen worden.
Ontslagen…?
Geslagen worden…, denk ik:)
Doet me goed…
Bedankt voor de reacties. Ik ben gelukkig niet de enige die dus moeite heeft met zulke discussies. Men bleef maar over die gelijkwaardigheid doorgaan. ‘Maar gelijkwaardigheid is niet hetzelfde als gelijkheid’. Nee, echt?! Ik heb nog opgemerkt dat leerlingen en docenten als mens natuurlijk gelijkwaardig zijn en dat dat niet ter discussie staat. Echter dat er van gelijkwaardigheid in de rol docent-leerling nooit sprake kan zijn, omdat het dan onmogelijk wordt om goed onderwijs te geven. Helaas waren weinigen het met me eens.
lafheid
Zo langzamerhand denk ik dat het pure lafheid is, dat geljkwaardigheidsverhaal. Als je kinderen in de relatie leraar-leerling als gelijkwaardig ziet, dan ben je als leraar van alle verantwoordelijkheden verlost. Lekker makkerlijk … of laf en je durft je verantwoordelijkheid niet te nemen of het conflict niet aan te gaan.
Het is een typisch Nederlandse polderoplossingn
professioneel handelen
Als mens natuurlijk gelijkwaardig, maar vanuit beroep is er een “erkende ongelijkheid” als je professioneel handelt. Als zo niet wordt gehandeld dan doe je leerlingen erg tekort, als leerling en als mens!
Paar kanttekeningen bij annotationes
Waarom zou je het recht van de ouders om van school te veranderen willen inperken? Het begint hiermee, voordat we het weten gaan we in heel Nederland, net als in Amsterdam en Nijmegen, niet meer de beste school voor ons kind mogen uitkiezen.
@Ad 12
Dan kan je toch net zo goed die CITO-toets afschaffen aangezien het toelatingsexamen voor de middelbare school hetzelfde toetst?
Ik ben overigens voorstander van zulke toelatingsexamens indien ze volledig transparant zijn en indien voor alle leerlingen een boek beschikbaar komt waar alle benodigde ’theorie’ (taal en rekenen, hopelijk ooit een begin van wiskunde) in staat en waar een groot aantal oefenvragen met uitwerkingen in staat (uitwerkingen achteraan in het boek). Op deze manier kan elke leerling zich optimaal voorbereiden en is de leerling niet afhankelijk van het ouderlijk milieu of de kwaliteit van zijn school. Het is precies om dezelfde reden dat ik WO niet zou toetsen.
Ik ben een groot tegenstander van de CITO-toets. Er is voor de leerlingen helemaal niets van officiëel oefenmateriaal beschikbaar (uitgezonderd misschien zo’n 100 vraagjes en jubileumtoetsen van langer geleden die nogal prijzig zijn) waardoor die leerlingen zich niet kunnen voorbereiden op deze toets. Ook worden de leerlingen nog eens voor de gek gehouden met de mededeling dat ze niet kunnen slagen of zakken en dat het helemaal niet uitmaakt wat ze scoren terwijl de realiteit is dat je toch echt een minimumscore moet halen om toelating te krijgen tot de havo en het VWO.
Ook op intelligentietesten kan je je overigens goed voorbereiden, getallenrijen zijn hier een uitstekend voorbeeld van. Verder is het minstens zo belangrijk wat je met je intelligentie kan doen, menig hoogbegaafde is een matige student en veel middelmatig intelligente studenten behalen uitstekende resultaten.
Uitvoering en principe
Ik deel je kritiek op de uitvoering van de CITO toets Bart. Maar zoals je schrijft is een toelatingsexamen voor het VO (en dat is in zekere zin het principe van de CITO toets) wel belangrijk.
Dat is de opzet van het
Dat is de opzet van het gebruik van de CITO-toets. Ik weet niet ofdat het ook de opzet is van CITO zelf, dat laat ik nu maar eventjes in het midden. 😉
Mijn grootste kritiek op CITO is de intransparantie.
Ik ben het met Malmaison eens dat zelfs een boek met alle theorie en een zeer ruim aantal oefenvragen niet garandeert dat elk kind evenveel kans heeft, al is het maar omdat het ene kind in een heel ander milieu leeft dan het andere (luxe en hoogopgeleide ouders die je bewust maken van het belang van goede scholing vs. de “Tokkies”).
Aangezien het wel een forse stap in de goede richting is en aangezien het CITO al decennialang kinderen alleen maar heeft afgeraden om zich voor te bereiden (eigenbelang en politiek correct gedrag?) voel ik er veel voor dat scholen zelf maar eens toelatingsexamens gaan invoeren. Uiteraard hoeft niet iedere school dit op eigen houtje te doen.
Laten we niet vergeten dat CITO een commerciëel bedrijf is, het is bepaald geen ‘heilig’ instituut.
Ik twijfel er niet aan dat met een goede voorbereiding de uitslag van zo’n toets veel betrouwbaarder wordt. Een kind wat door omstandigheden wat minder goed heeft kunnen leren tijdens die 8 jaren (slechte leraar die hem voor dom aanzag en het kind wat verwaarloosde*, nooit veel geleerd omdat er geen toetsen waren, een kind wat thuis beter leert dan op school tijdens het zelfstandig werken, autisme enz.) kan zodoende alsnog die achterstand inhalen.
Bovendien kunnen kinderen zo wennen aan de vragen.
Het enige ‘nadeel’ is dat de vragen dan wat moeilijker zullen moeten worden gemaakt om het kaf van de koren te scheiden en wellicht is dat een reden waarom de CITO zo huiverig is voor het laten oefenen van kinderen? Te veel traantjes bij leerlingen die een lage score halen i.p.v. dat de meesten 80-100% van de vragen goed beantwoorden?
Wellicht is CITO bang om leraren te beledigen wanneer ze ruimschoots oefenmateriaal zou voorzien?
* Ik suggereer niet dat dit veel voorkomt.
duidelijke en rechtvaardige 12+ stratificatie
Ik heb wat betreft VWO twee strevingen.
1. Leerlingen die geschikt zijn voor VWO-onderwijs moeten al vanaf de eerste klas van de vervolgschool echt voorbereidend wetenschappelijk onderwijs volgen dat in overeenstemming is met hun intelligentie en leeftijd. Afstroomfaciliteiten mogen daar geen afbreuk aan doen.
2. In groep 8 moet bepaald worden naar welk type onderwijs een leerling het beste kan doorstromen. Zijn inspanningsbereidheid moet daarbij gebrek aan talent in enige mate kunnen compenseren en het demaskeren van milieufactoren moet bij de bepaalprocedures een grote rol spelen.
Seger Weehuizen
Met deze 2 punten ben ik het
Met deze 2 punten ben ik het volledig eens, ik zou er graag een derde punt aan toevoegen.
3. Het horizontaal doorstromen binnen het VO moet maximaal worden bevorderd zonder enige afbreuk te doen aan het hogere niveau waarnaar doorgestroomd wordt. Dit inclusief het categoriaal gymnasium.
toelatingsonderzoeken
Ik denk dat je het zo moet formuleren: je moet het leervermogen van een leerling trachten vast te stellen, te weten intelligentie, ruime belangstelling en doorzettingsvermogen. De laatste twee kun je ook zien als intrinsieke resp. exintrieke motivatie. De CITO-toets geeft natuurlijk wel aan wat je bij klassikaal onderwijs hebt opgestoken maar niet of dat je eigen verdienste is of die van je leraren. Als aanvullend beoordelingsmateriaal lijkt mij de CITO-toets wel geschikt maar je zou daarbij leerlingen van dezelfde school moeten vergelijken. De CITOtoets was trouwens bedoeld als een soort zelftest voor de scholen.
Het probleem bij een toelatingsexamen is de fairness bij de voorbereiding. Een boek waarin alle theorie met oefeningen en antwoorden voor een toelatingsexamen staan is daarvoor nog geen garantie indien niet iedere leerling even veel hulp kan krijgen bij het doorwerken van dat boek. Het is wel een stap in de goede richting.
Seger Weehuizen
toetsing
Ik denk dat veel basisschoolleerkrachten niet een goed besef hebben van de eisen van het middelbaar onderwijs. Ze hebben alleen de CITO standaard en de methoden.
Vroeger kregen kinderen op de lagere school een IQ-test, werden de kinderen voor de HBS en hoger extra bijgespijkerd (tijdens de les) en moesten die kinderen ook nog eens toelatingsexamen doen.
Dat was een stevige selectieprocedure.
Maar als ik als schoolmeester hoorde dat leerlingen die ik middelmatig vond, toch naar het gymnasium gingen, dan had ik het gevoel dat ik dat VWO blijkbaar verkeerd had ingeschat.
re Paar kanttekeningen ….
Beste Bart
Schoolvorderingentoetsen en schooltoetsen bestrijken leerstof die is behandeld. Het domein dat wordt getoetst heeft de omvang van om en de nabij een of twee leerboeken/werkboeken/….. IQ tests bestrijken veel ruimere domeinen, juist om te voorkomen dat leerlingen zich erop kunnen voorbereiden. Eigenlijk, misschien, is dit het enige verschil tussen beide tests. De Cito-toets is dus een IQ test, over schoolse leerstofdomeinen, dat wel.
Om evt. onbekendheid met vraagvormen weg te nemen begint elke IQ-test met een paar oefenvragen, die niet meetellen. Uiteraard kun je dit oefenen noemen maar dat is niet juist. Dit “oefenen” kun je ook op school doen, men gelooft dat het helpt, nou ja … op scholen wordt zoveel geloofd. Het Cito heeft gelijk als het aanraadt niet te oefenen.
Willem Smit
Oneens
Op IQ-testen kan je je wel degelijk voorbereiden, het maximum is afhankelijk van de persoon maar met training zal je wel degelijk veel sneller en gemakkelijker zaken herkennen en dus hoger scoren.
Neem nu bijvoorbeeld die getallenrijen waarin slechts een paar truucjes worden toegepast: de rij van Fibonacci, steeds hetzelfde getal optellen/aftrekken of met hetzelfde getal vermenigvuldigen/delen, om en om met een ander getal optellen/aftellen/vermenigvuldigen/delen (deze vragen kan je oplossen door de helft van de getallen te negeren) en verder stoppen ze er nog een enkel vraagje tussen waarvoor je moet machtsverheffen, eventueel i.c.m. een andere arithmetische bewerking.
Allemaal schoolse vaardigheden die prima zijn aan te leren.
Idem voor analogieën en andere logica (Sommige A zijn B, Alle B zijn C, wat is een juiste uitspraak?).
Iemands vocabulaire is sterk trainbaar en voor testen op ruimtelijk inzicht kan je ver komen met wat foefjes.
Het is overigens aangetoond dat je met oefenen je IQ-score (daarom nog niet je intelligentie) kan verhogen en het is niet voor niets dat psychologen hun IQ niet betrouwbaar getoetst kan worden.
Ik snap niet waarom je die toets van de CITO beschouwt als een soort van IQ-test. De opzet van de CITO-toets is om te toesten wat de leerlingen wel en niet hebben geleerd in die 6 jaar op de lagere school (de kleuterklassen tel ik nu dus niet mee).
Ik zie enkel positieve elementen aan het voorbereiden op zo’n toets. Je zal er waarschijnlijk beter door presteren op die toets en de oefening op zichzelf is al nuttig.
Het programma “de school van Prem” wijst er op (de steekproef is nog te klein om te stellen dat het is bewezen) dat je met de juiste begeleiding zo’n CITO-score fors kan verhogen wanneer het kind onder zijn/haar potentie presteert.
In het ergste geval komen er wat meer leerlingen in 1havo/VWO die op het VMBO thuishoren. Dat is toch ook geen ramp, na het eerste jaar kunnen die altijd nog afzakken naar het VMBO.
re Oneens
Beste Bart.
Een paar opmerkingen. Je voorbeeld van de getallenrijen (voor je andere voorbeelden geldt het zelfde) gaat niet op als de verzameling mogelijke “truucjes” oneindig is. Bovendien gaat het niet om truucjes. De kandidaat wordt vantevoren met een paar voorbeeldvragen plus oplossing over het inductieve principe van de oplossingen ingelicht. De score ten slotte wordt bepaald door het aantal goed opgeloste opgaven in de beschikbare tijd. Die snelheid wordt amper door oefenen beinvloed als de test maar lang genoeg is.
Een goede test is gestandaardiseerd, genormeerd en de betrouwbaarheid is berekend. Dus zijn de score-verdeling, het gemiddelde en de spreiding bekend. Een malafide samengestelde respondenten(sub)groep verraadt zichzelf psychometrisch. Tests die hiertegen niet bestand zijn worden in Nederland door de Commissie testaangelegenheden van het NIP (COTAN) van een slechte beoordeling voorzien. Dit heeft commerciele gevolgen.
De psychologen die je noemt zijn moeilijk te testen omdat ze –voor studiedoeleinden, ahum- nu eenmaal gemakkelijk toegang hebben tot de tests. Ze oefenen daar niet mee maar nemen vlak voor de assessment de test die hen zal worden afgenomen een paar keer door. Of ze kopieren hem voor vriendjes. Zo komt de klad in een test en deze wordt daarom voortdurend bijgesteld, als het een goede test is.
Of de Cito-toets een kennistoets is of een geschiktheids- of een IQ-test is een heikel onderwerp. Daarover moeten we het een andere keer maar eens hebben. De club zelf doet er geheimzinnig over. Als het een kennistoets is is hun advies er niet voor te oefenen onbegrijpelijk.
Willem Smit
Niet overtuigd: getallenrijen, deel 1
Aangezien ik maar 2000 karakters tot mijn beschikking heb beperk ik me nu even tot dit.
Er zijn in essentie 4 rekenkundige bewerkingen: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen (waarbij optellen ook nog eens het omgekeerde is van aftrekken en delen het omgekeerde is van vermenigvuldigen).
Getallenrijen worden gebruikt in IQ-testen om te meten hoe snel iemand een patroon ontdekt in die getallenrijen: met andere woorden, hoe snel iemand ontdekt welke rekenkundige handeling steeds wordt toegepast met welk getal en het verband zien tussen deze rekenkundige handelingen.
De meest voorkomende vormen zijn deze, sommigen hieronder zijn al een combinatie van 1 of 2 anderen:
1-3-5-7-9
1-3-6-10-15
1-20-4-23-7-26
1-20-4-22-7-24-10-26
2-4-8-16-32
2-3-4-6-8-12-16-24-32
1-2-4-9-16-25
0-1-3-8-15-24
1-2-4-8-16-32
1-2-3-5-8-13-21 (rij van Fibonacci)
Andere rijen zijn niets meer dan een combinatie van het voorgaande, wanneer je het voorgaande goed bestudeert dan hangt het enkel nog af van je rekenvaardigheid en het kunnen herkennen van het bestudeerde patroon. Iemand die dit zelf niet kan kan hiervoor hulp inroepen.
Ofdat je bij die eerste nu optelt of aftrekt doet er weinig toe.
Ofdat je bij die 2de en de 4de steeds de optelling met X verhoogt of met X verlaagt doet er niet toe, wat de waarde van X is doet er ook weinig toe.
Ofdat je bij die 5de vermenigvuldigt of deelt doet er weinig toe.
Ofdat je nu steeds de macht van een volgende neemt, al dan niet met X minder of meer, of een macht overslaat, doet er niet toe.
Ofdat je bij die laatste de macht van 2 of 3 neemt doet er niet toe.
Het komt steeds neer op dezelfde truucjes.
Wanneer je oefent dan herken
Wanneer je oefent dan herken je dit soort truucjes. Zo zal je met oefenen sneller herkennen dat je bij die 4de het best de helft van de getallen negeert, dan hoef je niet het patroon te ontdekken dat het optellen en aftrekken steeds met 1 vermindert.
Je zal snel doorhebben dat je bij die op 2 na laatste steeds kan optellen of aftrekken maar dat je ook simpelweg de macht kan identificeren.
enz.
Bovendien zal iemand die goede rekenles en wiskundeles heeft gehad heel wat gemakkelijker dit soort rijen analyseren dan iemand die slecht onderwijs heeft gehad (hell, reeksen vormen een onderdeel van de wiskundestof).
Reeksen vormen zelfs een prominent onderdeel van de basisstof van wiskunde. Daar leren mensen toch ook steeds sneller dezelfde handelingen te verrichten zonder dat hun intelligentie toeneemt?
Voor andere testonderdelen kan ik een soortgelijke analyse houden.
De kunst voor de testontwerpers is om steeds weer nieuwe truucjes te vinden, zogauw die truucjes weer bekend zijn bij de rest van het volk kan het volk die truucjes weer analyseren en moeten er weer nieuwe testen ontworpen worden. Een ratrace dus.
De testontwerpers hebben hierbij de handicap dat zo’n iq-test zo gestructureerd mogelijk moet zijn: de vragen mogen niet voor meer dan 1 interpretatie vatbaar zijn of de test wordt onbetrouwbaar.
Natuurlijk zal het gemiddelde steeds bijgesteld worden naargelang de populatie de truucjes beter kent maar dat verandert niets aan het feit dat mensen die meer middelen hebben om te oefenen hoger zullen scoren t.o.v. het gemiddelde dan wat verklaard kan worden door hun intelligentie.
Natuurlijk is er voor iedereen een limiet aan zijn handelingssnelheid en iemand die een gemiddelde intelligentie heeft zal dan ook niet met veel oefenen +130 scoren maar hij zal bijvoorbeeld mogelijk wel 115 kunnen scoren.
Laatste aanvulling (voor nu)
Ik heb eens een officiële iq-test gemaakt op de computer waarbij je moet gokken wat verschillende symbolen betekenen en vervolgens op basis van de feedback moet afleiden wat die symbolen betekenen.
Op zich een hele goede test aangezien je je hier maar zeer beperkt op kan voorbereiden maar hierbij heb je dan weer het nadeel dat het louter een kwestie van toeval is ofdat je iets vaker of iets minder vaak moet gokken alvorens je de feedback krijgt waarmee het voor een intelligent persoon mogelijk is om de juiste antwoorden af te leiden.
Ik wil met dit alles 2 stellingen van mij onderbouwen:
– Je kan d.m.v. oefenen je score substantieel gunstig beïnvloeden, genoeg om bijvoorbeeld havo/vwo-advies te krijgen i.p.v. mavo-advies.
– Zo’n uitslag is altijd een ruwe indicator van iemands intelligentie
Bovendien zijn er nog kinderen die niet testbaar zijn: kinderen die een aan autisme verwante stoornis hebben.
Ik weet dit uit ervaring. Het gevolg was dan ook dat mijn zogenaamde iq-score met met 30 punten steeg in 3-4 jaar tijd (zonder te overdrijven, wel werd in de ene test het ruimtelijk inzicht getest en in de andere niet) terwijl ik in de tussentijd geen andere oefening had gehad dan gewone lessen op school en het hierbij behorende huiswerk.
Het meest betrouwbare is m.i. dan ook een toelatingsexamen van de school zelf. Die scholen kunnen hiervoor samenwerken en desnoods zelf een stichting oprichten die deze toetsen ontwerpt. Indien verschillende scholen verschillende toelatingsexamens gebruiken dan is dat ook ok zolang de scholen die een moeilijker toelatingsexamen hanteren ook maar een moeilijkere opleiding aanbieden.
Het gaat er niet alleen om hoe intelligent je bent, het gaat er om wat je met je intelligentie kan doen en juist dat kan je het best testen met een toelatingsexamen.
oefenen voor CITO
Ik ben het met Bart eens dat oefenen voor de toets gunstig is.
Zelf heb ik eens met een klas een eindscore van percentiel 99 gehaald, bij de alledrie de onderdelen taal, rekenen/wiskunde en wereldorientatie (mag een eenvoudige onderwijzer ook zijn trofee hebben), en dat was vermoedelijk toch echt aan het trainen te danken.
Uiteraard wordt iemands intelligentie wel beproefd, want een leerling moet wel in staat zijn het geleerde toe te passen in volstrekt nieuwe situaties. Ik denk wel dat CITO een beroep doet op iemands werkelijke inzicht . In die zin wordt de intelligentie ook wel getest.
Wat ik altijd jammer vond bij de CITO-toetsen voor alle leerjaren, was dat CITO werkt met gemiddelden om een score te bepalen. Dat betekent dat, hoe hard alle scholen ook hun best gaan doen, er dus ALTIJD leerlingen onder het gemiddelde zullen scoren.
Liever had ik duidelijke normen.
Bart plus 1, 2, 3, 4 en X.
Prachtig Bart, je inzet dan.
Ik moet helaas achter de pannen, maar je krijgt een dezer dagen een reactie. Ik zal eens uitzoeken of er onderzoek is gedaan naar het effect van oefenen met wat je trucjes blijft noemen. Het zijn geen trucjes, maar daarover dan ook meer.
Hoewel, ik bedenk me dat ik al m’n sinterklaasgedichten nog moet schrijven en een discussie over de trucjes van Spinoza moet voorbereiden, het kan dus even duren.
Willem Smit
Ik wacht nog steeds in
Ik wacht nog steeds in spanning je antwoord af.
uren, dagen, maanden, jaren
Sorry Bart maar het gaat nog even duren. Die feestdagen hakken er in.
Het duurt vooral langer omdat ik al jaren ruzie heb met de CITO-toets. Ik komt er niet achter in welke mate deze een capaciteiten-, geschiktheids- (~iq) dan wel een prestatietoets (schoolvorderingentoets) is. Hiervan hangt de uitkomst van onze discussie over het effect van oefenen af.
Willem Smit
vervolg op uren, dagen enz.
Beste Bart e.a.
Wegens de lengte heb ik m’n reactie op m’n blog geplaatst:
HIER
Willem Smit
Knappe prestatie van jou en jouw klas!
“Ik denk wel dat CITO een beroep doet op iemands werkelijke inzicht.”
Enigzins maar volgens mij zouden de meesten die een IQ van 100 of meer hebben met gedegen oefening (bijna) de maximale score moeten kunnen halen (je mag dan bijna 10 vragen fout beantwoorden). Jij hebt dat blijkbaar al ondervonden al zal het vast ook hebben geholpen dat je een goede leraar bent. 😉
Af en toe moet je eens wat aan begrijpend lezen doen bij zo’n verhaaltje (maar ook dat is prima aan te leren), af en toe moet je eens eventjes je verstand gebruiken en beseffen dat de werelddelen niet in de ‘Europese’ volgorde worden getoond bij het aanwijzen van de Oceanen (ook prima aan te leren).
Voor spelling of rekenen heb je minder inzicht nodig, enkel gedrilde vaardigheden.
Nogmaals, mijn grootste bezwaren tegen de CITO-toets zijn:
– het niet geven van veel oefenmateriaal waarmee kinderen zich voor kunnen bereiden
– het advies om je NIET voor te bereiden terwijl de harde realiteit is dat die CITO-toets in sterke mate bepaalt naar welk VO-onderwijs je gaat.
Dit moet je dan ook nog eens in het licht bezien dat kinderen vaak slecht tot matig onderwijs hebben gehad en dat ze nooit huiswerk hebben gemaakt (nu ja, misschien heel af en toe) en soms zelfs een verbod hebben gekregen om huiswerk te maken (ze mogen de boeken niet meenemen naar huis).
Ik vind dat je kinderen dit niet kan aandoen. Wanneer je kinderen afrekent op 1 toets, met wat voor intenties dan ook, dan moet je dit ook eerlijk vertellen aan die kinderen en elk kind de kans geven om zich optimaal voor te bereiden op die ene toets. Dit begint met huiswerk maken vanaf groep 3 (beginnende met 2 keer per week 5-10 minuten) en het moet eindigen met de laatste 2 jaar veel oefenopgaven te maken en alle getoetste theorie te studeren uit 1 of 2 boeken.
We weten allemaal wat voor achterstand je oploopt wanneer je op VMBOT moet beginnen terwijl je eigenlijk een VWO-kind bent.
19 (en 11)
Er moeten harde eisen gesteld worden aan het (bevoegdheids)niveau van de leraren. Eerstegraads in bovenbouw VWO en HAVO, misschien ook in klas 2 en 3 VWO.
De inspectie moet hier streng op toezien. Alleen in uitzonderlijke gevallen na dispensatie vooraf mag hier voor een beperkte duur (max. 1 schooljaar, daarna opnieuw toetsing) van afgeweken worden.
Eerste graders óók voor de brugklas,….
…de openingsklas van de middelbare school.
Er is niets mooiers dan een hooggeleerde heer (of mevrouw) voor je te krijgen, uit wie je inspiratie kan putten voor de rest van de (school)carrière.
Dikwijls worden kinderen die dat meegemaakt hebben zelf ook leraar of lerares.
ja
Ja Hals zo werkte dat bij mij………….alleen wist ik toen niet wat ik kiezen zou wiskunde of frans……..Maar het waren de vakken die gegeven werden door gedreven mensen die konden vertellen en uitdagen……..
Goed (basis)onderwijs
is al lang een voldongen feit en heeft velen grote voordelen gebracht.
Gelijkschakeling
Inderdaad, door het laten zakken van de eisen konden velen meer dan vroeger een diploma halen. Zoals men louter door het tekenen van de presentielijst een certificaat mocht ontvangen dat dan weer als aanbeveling gold bij een sollicitatie.
BON is niet politiek, maar de onerwijsvernieuwing heeft m.i. wel een politieke agenda.
Misschien is het daarom wel belangrijk,
dat het bestuur van BON reageert op het voorstel van Hals?