Sinds enige jaren kennen wij in Nederland op middelbare scholen het vak ‘ontwerpen’. Op sommige scholen is dit zelfs een eindexamenvak.
Met dit artikel wil ik aantonen dat dat ‘ontwerpen’ helemaal geen schoolvak is, dat het ook helemaal geen vak is, dat het op school niets voorstelt en dat het een uiting is van de moderne oplichting waar het managementgilde zich zo graag van bedient.
Deze week ging mijn printer kapot en ik heb geprobeerd hem te herstellen. Maak je zo’n ding open, dan valt tegelijkertijd ook je mond open. Van verbazing en van eerbied voor al het verzamelde vernuft wat je daar voor je ogen uitgestald ziet. Die ongelooflijke hoeveelheid techniek en slimmigheid is voor iedereen voor honderd euro te koop.
Mijn printer is een zogenaamde bubble-jet printer, eentje die met 64 ministraaltjes inkt afkomstig uit een cassette een wonderbaarlijk mooie afdruk kan maken. Wat moet je kunnen om zo’n printer te ontwerpen?
Je moet veel van inkt en zijn fysische eigenschappen weten, scheikunde en natuurkunde dus.
Je moet alles begrijpen van drukverschijnselen, zowel in vloeistof als in lucht. Je moet goed thuis zijn in de vloeistofdynamica (stromingsverschijnselen). Je moet veel begrijpen van mechanica en fijnmechanische techniek: krachten, koppels, tandwielen, overbrengingssystemen (versnellingsbak) en diverse sensorsystemen. De inkt wordt lokaal verwarmd, dus je moet elementaire warmteleer snappen.
Voor het electrische gedeelte moet je verstand van electromotoren hebben, een stappenmotor begrijpen, de voeding snappen, een idee van chiptechniek en digitale systemen hebben. Je moet verstand van embedded programmeren hebben, verstand van de gebruikte papiersoorten (bv. fotopapier) en op de hoogte zijn van materiaalkunde voor alle te ontwerpen onderdelen.
Waarschijnlijk vergeet ik nog de helft van alle terreinen waarvan je enigzins verstand moet hebben. En dan, eindelijk dán kan je met enig succes zo’n printer ontwerpen. Natuurlijk doe je dat niet in je eentje maar met een hele groep mensen. Om echter zo’n club te leiden moet je op al die terreinen behoorlijk thuis zijn. Zou zo’n printer ontworpen worden door een manager zonder enige vakkennis, zo eentje die zo lekker alles delegeert en alleen maar kan roepen dat hij niet meer dan zestien euro mag kosten, dan zou die printer nooit verder komen dan het eerste idee erover. Het bundelen van al die vakkennis tot een printer in spe, dat noem je het ontwerpen van een printer. Voor iemand met die vakkennis is het een fascinerende baan.
En nu wordt op school een ‘vak’ ‘ontwerpen’ onderwezen dat uitsluitend wat algemene richtlijnen behelst voor het goed bundelen van deze vakkennis: maak een pakket van eisen. bedenk deeluitwerkingen, formuleer een ontwerpvoorstel en ‘realiseer’ je ontwerp. Maar hoe dan? Hoe moet een nitwit zonder enig verstand van al die dingen die ik hierboven heb opgesomd ook maar een begin van een pakket van eisen voor een printer formuleren, laat staan het realiseren? ‘Hij mot kleure kenne printe!’ Fijn, dank u wel, daar waren we anders nóóit op gekomen.
In de realiteit is dat ontwerpen het sluitstuk van een reusachtige bundeling van kennis en ervaring. Om je die kennis en ervaring eigen te maken ben je duizenden malen zo lang bezig als met het eigenlijke ontwerp.
De sukkels die op scholen dat ‘ontwerpen’ propageren zetten de wereld op zijn kop: die doen net alsof dat ontwerpen zo moeilijk is, en de voorafgaande kennis en ervaring een peuleschil. Waarschijnlijk hebben die mensen niet het geringste idee van wat zich bij een reëel industrieel ontwerpproces afspeelt en vooral niet het minste idee van het vakmanschap wat daarvoor vereist is.
Ontwerpen is geen losstaand proces maar is altijd gerelateerd aan een bepaald vakgebied. Suggereer je iets anders, dan doe je aan bewuste misleiding. En dat is precies waar de ‘ontwerp’ propagandisten mee bezig zijn. Verwonderlijk is het niet: het past helemaal in het hedendaagse managementsdenken waarin men denkt leiding te kunnen geven zonder verstand van zaken. Op de scholen waar dat ontwerpen tot eindexamenvak is gepromoveerd zal je zien dat de gewone ß-vakken, de vakken dus waarmee je je wél verstand van zaken kunt verwerven, er zeer bekaaid afkomen. De scholier die eindexamen doet in dit nepvak is lichtjaren van de praktijk verwijderd en is van nul en generlei waarde voor welk ontwerpproces dan ook. Men doet aan de genoemde bewuste misleiding om de suggestie te wekken dat men reclame maakt voor de ß-vakken. In feite echter leidt men op tot nitwit in de veronderstelling dat die later leiding mogen geven aan mensen die echt iets kunnen en echt ergens verstand van hebben. Men vergeet daarbij één ding: die gang van zaken leidt niet tot werkende auto’s, printers of DVD-spelers. Nederland is dan ook geen industriële natie maar zal altijd een makelaarsland blijven. Toch is het ook voor makelaars (althans die in onroerend goed) nuttig om de eerste beginselen van de bouwfysica te kennen.
Re: ontwerpen
Ik wist niet eens dat “ontwerpen” tegenwoordig een schoolvak was, maar je hebt me meteen helemaal bijgepraat.
Zelf loop ik op mijn school af en toe te hoop tegen de projecten “onderzoek doen” in de onderbouw. Ik vind het echt te vroeg om er dan al mee te beginnen; de lesboeken die ik gebruik zijn er deels ook mee vervuild (maar ik sla die onderdelen natuurlijk over en leg mijn leerlingen ook uit waarom ik dit doe – ik heb daarvoor zelfs een keer sterke bijval van een ouder van één van mijn leerlingen gekregen).
Op de website van het Erasmiaans gymnasium las ik pas het volgende:
“Ook creativiteit gedijt volgens de school beter naarmate er sprake is van een grotere basiskennis”
De spijker op z’n kop.
Eérst kennis, dán pas waarneming,
Eerst kennis, dán pas onderzoek,
Eerst kennis, dán pas meningsvorming,
Eerst kennis, dán pas creativiteit,
En eerst kennis, dán pas ontwerp.
Stop je ondermijnende resultaten, Em70
Volgens het nieuwe leren verwarren jij en het Erasmianum nu de kip met het ei, b.v. het ei van Columbus. De leerlingen worden immers geacht door waarneming, onderzoek meninsvorming en creativiteit hun (subjectieve maar daardoor extra waardevolle) kennis te verwerven. De wereld is zo plat als een pannenkoek! Wat een geluk!
Seger Weehuizen
de postmoderne variant
Eerst kennissen, dan heb je geen kennis meer nodig: Do it the Doekle way!
Ontwerpen is projectonderwijs en vooral geschikt voor meisjes!
Het vak ontwerpen is eigenlijk een typische vorm van projectonderwijs zoals dat veel toegepast wordt in het hbo en is dus geen vak. De problemen die je daar ziet zijn o.a. dat de individuele prestaties niet meer meetbaar zijn. Iedereen krijgt hetzelfde cijfer. Een tweede belangrijk verschijnsel is dat een project gemakkelijk te sturen is naar je sterke punten. Verder is het cijfer een compromis tussen heel veel disciplines waarbij sommige disciplines er wel heel bekaaid afkomen door allerlei compensatiemogelijkheden. Hierbij is een weging van de disciplines in de praktijk nauwelijks bespreekbaar. Een mooie presentatie compenseert dan zomaar het ontbreken van een cijfermatige onderbouwing.
Veel gebruikte argumenten voor dit type onderwijs zijn dat de student zichzelf en zijn of haar sterke en zwakke kanten en interesses beter leert kennen. Het suggereert hiermee feitelijk een autonoom individu terwijl je nooit verder kunt komen dan een relatieve autonomie. Het bedrijf zal er straks ook zorg voor dragen dat de groepsleden allemaal aan bepaalde minimum eisen voldoen qua kennis, sociale vaardigheden en doelgerichtheid. In het onderwijs gaat veel van de potentiële prestatie verloren door te grote verschillen tussen de leerlingen op deze onderwerpen. Het idee dat het vooral de creativiteit in de toepassing stimuleert blijkt in de praktijk, door de cijfergerichtheid van de leerling, sterk tegen te vallen. Rest het aspekt samenwerken wat wel wezelijk is voor dit type “vakken”. Ik waag mij daarom aan de uitspraak dat meisjes het straks weer beter zullen doen dan jongens
Heel goed niets kunnen
Er is inderdaad grote overeenkomst met projectonderwijs. Ik kan echter niet genoeg benadrukken dat waar projectonderwijs soms misschien nog ergens over gaat, ‘ontwerpen’ HELEMAAL GEEN eigen onderwijsinhoud heeft. Over samenwerken en presenteren moet je dan niet eens nadenken. Samenwerken aan WAT? Presenteren van WAT?
flow cart maker
je kunt, denk ik, op lager niveau je voorstellen dat een bedrijf een MBO-er in dienst neemt die stroom- en beslissings-schemata moet maken om regels en voorschriften van ALLERLEI soort toegankelijker te maken voor het overige personeel. Om die voorschriften en regels te “vertalen” naar flow cart moet hij wel in staat zijn die te begrijpen. Aan het diploma flow cart maker heb je niet zo veel zonder gedegen kennis van minstens één ander andere vakgebied.
Seger Weehuizen
Inzake stroomschema’s
Dat is een leuk voorbeeld uit de praktijk. Ik kan mij herinneren dat de meeste collega’s van de bedrijven waar ik vroeger werkte nogal lacherig werden van die stroomdiagrammen, of ze nu klopten of niet. Ik produceerde zelf ook nogal eens zo’n schema maar hield er snel mee op toen ik er achter kwam dat ik zelf de enige was die die schema’s wel eens raadpleegde. Ik denk dat het een menselijk trekje is: weinig mensen vinden het aantrekkelijk om ingedeeld te worden in een schema, dat zie je ook aan de afkeer van ‘hokjesgeest’.
Daarnaast hadden de lachers waarschijnlijk beter dan ikzelf in de gaten dat de toegevoegde waarde van die dingen niet erg groot was.
Ontwerpen en techniek
Ik zie in mijn omgeving ook dat ontwerpen wordt gebruikt als manier om techniek leuk te verpakken en zo aan kinderen te verkopen. De redenering gaat ongeveer als volgt. (1) Kinderen vinden techniek moeilijk, weerbarstig en abstract, (2) techniek moet gestimuleerd worden, en dus (3) moet techniek leuk gemaakt worden. Voor dat laatste wordt dan een ontwerp-sausje gebruikt.
Mijn commentaar op deze redenering:
Ad (1): kinderen hebben gelijk dat techniek moeilijk, weerbarstig en abstract is, maar voor de begaafde kinderen geeft dat juist extra uitdaging.
Ad (2): onzin, laat kinderen die niet door de techniek zelf uitgedaagd worden alsjeblieft geen technische vakken kiezen.
Ad (3): onzin, als je techniek opleukt met een niet-technisch sausje heb je geen techniek meer. Bovendien haken de begaafde kinderen dan juist af.
Het vak ontwerpen ondermijnt dus het niveau, schrikt begaafde kinderen af en trekt minder begaafde aan om techniek te gaan studeren. Afgezien van de economische schade levert dat ook een puinhoop op in de levens van heel veel jonge mensen. Daarmee is het, behalve onverstandig en hypocriet, ook een immoreel vak.
Lege dop
Het is een mooi voorbeeld van de uitholling van het onderwijs. Op de basisscholen zie je dit ook terug: veel contexten en toepassingen zonder dat de onderliggende basisvaardigheden goed worden aangeleerd en ingeoefend. Het ei blijkt slechts een lege dop te zijn, evenals de hoofdjes van de leerlingen in groep 8.