In bepaalde kringen van weldenkend Nederland is het bon ton meewarig te doen over de kloof tussen politiek en samenleving. Dat zou maar populistische kletspraat zijn. Onze representatieve democratie veronderstelt nu eenmaal afstand tussen bestuurders en burgerij. Er moeten leidinggevende elites zijn die onbegrepen en ongedragen beslissingen nemen in dienst van het algemeen belang. Al dat geklaag over de Haagse kaasstolp, de ons-kent-ons-wereld van beleidsmakend Nederland stinkt naar Rita Verdonk, Geert Wilders en Pim Fortuyn. Vuig populisme, gevaarlijke volksmennerij.
Toen was er de meteorietinslag van het rapport-Dijsselbloem. Wat een snoeiharde beschuldiging van politiek Den Haag aan het eigen adres. De politiek verantwoordelijken rest weinig anders dan wekenlang in boerka over straat te gaan, de jaren zeventig-generatie van de PvdA voorop, helaas.
Het rapport ‘Tijd voor onderwijs’ is een aanklacht tegen de kloof tussen de Haagse beleidswerkelijkheid en de door mensen aan den lijve ervaren werkelijkheid.
Goedbedoelde(?) tekentafelpolitiek kan in het alledaagse leven totaal averechts uitpakken. Het had allemaal nog erger gekund, wanneer scholen en leraren (in tegenstelling hetgeen Van Haperen beweert) geen stil verzet hadden gepleegd tegen de onderwijsvernieuwingen. Als ‘burgemeester in oorlogstijd’ liet men Zoetermeer in zijn sop gaar koken en bleef men ouderwets-degelijk onderwijs geven.
De hamvraag is: staat het drama van de onderwijspolitiek op zichzelf of zit Dijsselbloem bovenop een ijsberg? Hoeveel schade hebben goede bedoelingen elders aangericht? (Bos verklaarde deze week dat dit topje van de ijsberg ook wel op de andere sectoren van de samenleving van toepassing zou zijn.) Is op andere beleidsterreinen wel sprake van zelfreinigend vermogen? Bestaat daar minder laf conformisme? Of geldt ook daar dat ‘niemand zich bemoeit met andermans onderwerp’, waardoor inteeltkennis van experts en ingewijden nooit ontregelt raakt door gezond verstand van ‘leken’?
We zijn met het rapport Dijsselbloem op de sturingscrisis van de moderne netwerksamenleving gestuit. Op de ‘mission impossible’ om vanuit de Haagse cockpit complexe beleidssystemen te besturen. Maak de borst maar nat voor veel nieuwe commissies-Dijsselbloem. Te beginnen met de mensvijandige veranderingen in de thuiszorg en gezondheidszorg.
De PvdA vierde een regeringsfeestje. Graag sluit ik me bij de polonaise aan, maar pas wanneer de PvdA erin is geslaagd de fatale beleidsroutines van Den Haag op zijn kop te zetten. Nog drie jaar te gaan.
(Uit de Volkskrant)
Er is een basis
“Het had allemaal nog erger gekund, wanneer scholen en leraren (in tegenstelling hetgeen Van Haperen beweert) geen stil verzet hadden gepleegd tegen de onderwijsvernieuwingen. Als ‘burgemeester in oorlogstijd’ liet men Zoetermeer in zijn sop gaar koken en bleef men ouderwets-degelijk onderwijs geven.”
In andere postings gaat het soms over de vraag; “Wat nu?”….alles lijkt zo onverbeterbaar.
Mij dunkt dat er – in het verzet, in het werk van vele docenten die zo veel mogelijk zijn doorgegaan – een basis aanwezig is om de heropbouw mee te beginnen. En dan zijn er ook nog die prima mensen, die het niet meer wilden of konden in de waanzin of er zijn buitengegooid. Geef hen ruimte om door te gaan, waardeer hun verantwoordelijkheid en geef ze een sleutelrol: lijkt me het eerste dat direct moet gebeuren om te redden wat er te redden valt en tot een snel en betrouwbaar herstel te komen. En wie dit in de weg staat verkwist alleen maar gemeenschapsgeld: snoeien in de bureaus managerslagen en zelfstandige bovenschoolmachten dus!
Re: René Cuperus
Wie is René Cuperus? De schrijver van dit stuk?
De genoemde kloof is natuurlijk levensgroot aanwezig, is zeer schadelijk, maar tevens ook niets bijzonders. Die kloof is inherent aan de parlementaire democratie. Dat politici er naar dienen te streven om die kloof zo klein mogelijk te houden lijkt me duidelijk, net zo goed als dat de ene politicus daar beter in slaagt dan de andere.
Maar laten we niet vergeten dat de onderwijsellende niet alleen door politici is veroorzaakt. Zeer velen hebben van ganser harte gecollaboreerd, waaronder diezelfde Volkskrant die nu het podium voor Aleid Truijens is. Twaalf jaar geleden heeft die nog geweldig staan applaudiseren voor alle nieuwigheden. Er is niet alleen een enorme kloof tussen politici en leraren, maar ook tussen leraren en bestuurders, leraren en media, leraren en vakbond, leraren en ‘middenveld’ en de hemel weet waar tussen nog meer. En daar heeft u of Cuperus het helemaal niet over. Het is onzin om te doen alsof er plotseling een crisis is ontstaan. Die crisis is er wel, maar er is niets plotselings aan en hij is ook niet het gevolg van bijzondere omstandigheden. Die kloof tussen opdrachtgevers en uitvoerenden is een kloof die door de opdrachtgevers zeer bewust is gecreëerd. Beslissers en beleidsmakers moeten zich bewust zijn voor wie of wat ze eigenlijk werken. Voor zichzelf, voor hun carrière? En als het belang van het onderwijs, de zorg, de veiligheid nu niet gelijk loopt met hun carrière? En wanneer de eerlijkheid gebiedt dat ze tegen de tijdgeest in moeten gaan? Ja, dan moet er worden gekozen.
Ik denk dat er altijd vergadertijgers, beleidsrukkers en ellebogenwerkers zullen zijn; in alle sectoren van de maatschappij. Het onderwijs heeft er op dit moment alleen veel meer dan een gezond systeem kan verdragen. Een bona fide minister of staatssecretaris probeert die te identificeren en ze vervolgens van hun macht te ontdoen. Dat heeft niets te maken met ‘fatale beleidsroutines’ maar alles met mensen.
René Cuperus (1960)
Publicist, wekelijks in de Volkskrant en werkt voor de WBS.
Aanvulling op Cuperus
Als aanvulling op mijn post hierboven nog het volgende.
Wat misschien wél een funeste rol speelt bij dit alles, is de korte doorlooptijd van leden van de 2e Kamer. Stel dat een Kamerlid het in zich heeft om te leren van ervaring, dan zal dat niets helpen wanneer hij of zij na 5 jaar alweer een ander baantje heeft. Het grootste deel van de huidige Tweede Kamer was nog helemaal geen Kamerlid toen al die humbug door de Kamer werd gejaagd. Voordeel voor hun is, dat zij zich van schuld kunnen vrijpleiten; nadeel is, dat ze grosso modo wel weer de fouten van hun voorgangers zullen herhalen. En overigens, stel dat iemand als Marleen Barth nu nog in de Kamer zat. Zou ons dat veel verder helpen? Maar er moeten toch ook anderen zijn, die wél door ervaring wijs worden.
Het drama van de gezondheidszorg
Gister in het nieuws: de vernieuwingen in de gezondheidszorg (marktwerking en de hele rest) hebben niet geleid tot verbeteringen én niet geleid tot bezuinigingen. Ik had het ze van tevoren al wel kunnen vertellen.
Ik zie een hoop overeenkomsten met de malaise in het onderwijs.
Wat mij betreft is alle ellende begonnen met bezuinigingen, het geloof in de markt en de enorme neiging van leidinggevende om hun beroepskrachten tot in het oneindige te willen controleren. We gaan er kapot aan als maatschappij.
De enigen die hiervan beter zijn geworden zijn de marketingjongens en de adviseurs van van alles en nog wat.
Het dubbelzinnige is, dat
Het dubbelzinnige is, dat juist wanneer de overheid of een andere werkgever zegt, dat het personeel zelfstandiger mag werken, men dit dan wel heel precies wilt controleren. Dus is men overal bezig met formulieren invullen: bij de politie, bij de vele vormen van jeugdzorg, in de gezondheidszorg. En dadelijk ook bij onze leerlingen, die “zelfstandig” met hun competenties bezig zijn. En het treurige is, dat men nooit de kwaliteit controleert, maar de juiste procedure.
Het gaat er om wat er wordt gecontroleerd
Het probleem is niet of er te veel of te weinig wordt gecontroleerd, maar wat er wordt gecontroleerd.
De onderwijsinspectie controleert zowel teveel (aantallen lesuren; of een school wel vernieuwend bezig is) als te weinig (on- of onderbevoegd gegeven lessen). Kwestie van (verkeerde) prioriteiten.
En vervolgens worden er op basis hiervan al dan niet de juiste maatregelen genomen: scholen met prima resultaten maar “te weinig” lesuren worden beboet, scholen met grote verschillen tussen schoolexamens en centrale examens, en scholen met veel onbevoegd gegeven lessen blijven ongemoeid.
“staat het drama van de onderwijspolitiek op zichzelf?”
Ik vrees dat zulke drama’s zich in veel meer zaken afspelen. Denk bijvoorbeeld aan de stemcomputers. Ook daar heeft de overheid alles uitbesteed aan bedrijven en verzuimd om zelf kennis van zaken te krijgen. Zoals ze smalen over “de lesboer met zijn krijtje in deze multimediatijd”, smaalden ze over het stemmen met het rode potlood in deze computertijd. Zoals hier betrokken burgers nodig waren zoals Ad Verbrugge, gebeurde er voor stemcomputers ook pas wat toen burgers (met name Rop Gonggrijp) zich ermee gingen bemoeien, en krachtig tegen de stroom in zijn gaan roeien.
Ander voorbeeld is de vermindering van het toezicht op bouwwerken en woningbouw. Pas als er bewoners door CO-vergifitiging overlijden of dat er parkeergarages inzakken doet de overheid iets.
Allemaal gevallen waarin de overheid doet wat John van Dongen aanbeveelt: zich vooral eens minder bemoeien met zaken waarvan ze absoluut geen verstand hebben. Inplaats van er zelf kennis over te krijgen, of ervoor te zorgen dat bestaande kennis behouden blijft, delegeert de overheid de zaken aan de eerste de beste die er zich voor aanbiedt.
Groet,
Paul Huygen
Inzake uitbesteding (oudsorssen)
U slaat de spijker op de kop. Allerwegen wordt daar héél deftig over gedaan: uitbesteden (spreek uit: oudsorssen), anderen zijn daarin gespecialiseerd, kosten drukken en meer van dergelijke bedrijf-achtige argumenten. Zodra iets een beetje moeilijk dreigt te worden, geeft onze overheid het uit handen. Een zwaktebod dus.
Waar gaat dat eindigen? Misschien gaan we nog meemaken dat een Vietnamese leraar (in een soort Engels) onze leerlingen over Gijsbert Karel van Hogendorp en Thorbecke moet vertellen.
Bedankt Paul
Dank, Paul, je maakt ons weer scherper op een belangrijk punt m.b.t. uitbesteden, dat ik in elk geval – bedwelmd door de atmosfeer van verzelfstandiging die al zo’n 20 jaar bestaat? – enigszins uit het oog begon te verliezen. Een overheid die alles maar uitbesteedt verliest op den duur haar legitimatie. De dooddoener van ‘outsorssing’ (juist gespeld, Bernard;-)?) is gevaarlijk; eerder merkte Paul al raak op dat als de overheid ergens geen verstand van heeft, ze maar moet zorgen er verstand van te krijgen.
Het is toch wel in-triest dat burgers het initiatief moeten nemen om de gevolgen van laksheid van de overheid te beteugelen. En wee die burger die dat durft: Die kan nog stuiten op kribbige tegenwerking ook (bijvoorbeeld mijn plan van verhandelbare kilometerrechten).