Plannen voor scholen voor hoogbegaafde kinderen in 22 steden

Gisteren in De Gelderlander (ik kan helaas zo gauw geen link vinden): er zijn plannen om aparte basisscholen voor hoogbegaafde kinderen op te richten in 22 steden. Het schijnt dat een vergelijkbaar initiatief in Venlo goed werkt.
In het artikel kwamen de bekende argumenten naar voren: voor moeilijk lerende kinderen bestaat er ook speciaal onderwijs, waarom voor heel slimme kinderen dan niet? Hoogbegaafde kinderen hebben het vaak moeilijk in het regulier onderwijs, voelen zich onbegrepen, vervelen zich, worden niet genoeg uitgedaagd, gaan onderpresteren, worden depressief.

Er zou veel vraag naar zijn, want er zijn best veel kinderen met een IQ boven 130.

Ik ben sceptisch. Op de (middelbare) school waar ik werk zitten veel kinderen uit welgestelde, ambitieuze gezinnen. Als een kind het op school niet zo goed doet als zijn ambitieuze ouders zouden wensen, vinden ze altijd wel een duur psychologenbureautje dat het kind tot hoogbegaafd verklaart. Er zijn zoveel soorten IQ-tests dat vermoedelijk elke VWO-leerling er wel een keer op eentje boven de 130 kan scoren.

De vraag is dus ten eerste of er op zo’n schooltje wel zulke enorm hoogintelligente kinderen terecht gaan komen, en of het niet veel meer een verzamelplaats wordt voor gemiddeld slimme kinderen met persoonlijke problemen.

Ten tweede zie je op elke school voorbeelden van heel intelligente kinderen, die zich fantastisch weten te ontwikkelen: ze halen de ene tien na de andere, spelen daarnaast de hoofdrol in de schoolmusical, sporten op hoog niveau, spelen een instrument op hoog niveau, en zitten uitstekend in hun vel. Volgens mij komen de problemen van hoogbegaafde kinderen niet zozeer door hun hoogbegaafdheid, als wel door hun persoonlijkheid. En zouden die kinderen net zo goed problemen hebben gehad als ze wat minder slim waren.

Misschien dat het erger wordt, als je al niet zo lekker in je vel zit, en je verveelt je ook nog op school, maar is een aparte school daarvoor de oplossing? Op mijn school zaten drie dochters uit hetzelfde gezin. Alledrie briljant. Twee wisten daar uitstekend mee om te gaan, de derde werd obstinaat van de voor haar veel te traag verlopende uitleg in de lessen en de in haar ogen oliedomme vragen van klasgenoten. De ouders hebben er bewust voor gekozen de dochter in de klas en op deze school te houden, omdat dat meisje later ook zal moeten functioneren in een wereld met mensen die veel trager denken dan zijzelf, en gelukkig moet leren zijn in zo’n wereld. Door kinderen op een aparte school te zetten, bloeien ze misschien inderdaad tijdelijk op, maar het leerproces van ‘gelukkig leren zijn in de bestaande wereld zoals die is’ wordt jaren uitgesteld. En misschien wel bemoeilijkt.

Hier zou je natuurlijk tegen in kunnen brengen dat een kind van acht nog niet is opgewassen tegen dat leerproces en iemand van achttien wel.

Ik vind het een lastige kwestie, want natuurlijk zie ik in mijn klassen leerlingen die eigenlijk hun tijd zitten te verdoen. Maar is het niet genoeg om die leerlingen verrijkingsprogramma’s aan te bieden, ze versneld door de stof te laten gaan, ze aan te bieden dat ze bepaalde lessen mogen overslaan en zelf wat anders doen in die tijd, enz? Dat gebeurt op mijn school, en op veel scholen (basis en middelbaar) tegenwoordig. Is het voor zo’n kind niet gewoon heel goed dat het af en toe in de les zit met, of moet samenwerken met, ‘mindere goden’?

Mijn indruk is dat aparte scholen voor hoogbegaafden tegenwoordig niet meer zo nodig zijn. Ikzelf heb me vroeger ongelooflijk zitten vervelen en had inderdaad niet de persoonlijkheid om zelf m’n uitdagingen te zoeken. Maar tegenwoordig worden kinderen zoveel uitdagingen aangeboden, in de vorm van verrijkingsprogramma’s en aparte versnelde routes, plusklassen, noem het allemaal maar op. Als een kind nu nog steeds doodongelukkig wordt in het reguliere onderwijs moet dat, is mijn theorie, toch echt aan iets anders liggen dan aan zijn hoogbegaafdheid.

28 Reacties

  1. Overigens realiseer ik me
    Overigens realiseer ik me dat ik praat vanuit mijn ervaringen als lerares in het middelbaar onderwijs. In het primair onderwijs schiet een erg slimme leerling wellicht inderdaad bar weinig op, in een klas met kinderen van alle niveau’s, met leraren die via MBO naar Pabo doorstroomden en die opleiding maar ternauwernood aankonden, en die door de hoge werkdruk ook de tijd niet hebben deze kinderen adequaat te begeleiden.

    En de plannen betreffen dus een school voor primair onderwijs. Er schijnen plannen te zijn voor scholen in 22 steden, het gaat om zgn. “Leonardoscholen”.

    • Ouderplicht
      ‘De ouders hebben er bewust voor gekozen de dochter in de klas en op deze school te houden, omdat dat meisje later ook zal moeten functioneren in een wereld met mensen die veel trager denken dan zijzelf, en gelukkig moet leren zijn in zo’n wereld.’………..vind ik een drogreden en zou ik zeker niet doen.

      ‘Is het voor zo’n kind niet gewoon heel goed dat het af en toe in de les zit met, of moet samenwerken met, ‘mindere goden’?’……………….Dat weet ik niet zo zeker.
      Zo kan je ook redeneren dat je je kinderen veel moet slaan, want dan zijn ze gehard voor de rest van hun leven.

      Nee, als ze werkelijk zo goed zijn, hebben de ouders de plicht een goede school voor hen te zoeken.

  2. Waarom gaan ze niet naar een gymnasium?
    Of zoeken ouders voor hun problematische kinderen een verontschuldiging?
    Ik hoor té vaak: hij is zo lastig, omdat hij zich verveelt. Ik geloof daar geen bliksem van.
    Intelligente kinderen vervelen zich niet snel of vinden anders wel een oplossing.
    Daarom zijn ze juist zo intelligent.
    Ik kom die ouders ook tegen hoor. Later blijken die kinderen toch niet zo slim te zijn als de ouders hadden gehoopt. Of er zat een steekje bij ze los.

    • Daarom gaan ze niet naar een gymnasium:
      omdat niet iedere stad een zelfstandig gymnasium heeft. In de loop der tijd zijn veel gymnasia verdwenen, het waren immers bolwerken van de elite.

      • In Nederland zijn 38 categoriale gymnasia….
        In Nederland zijn 38 categoriale gymnasia, een daarvan staat is Friesland, het CGBN. Deze scholen hebben een Landelijk Steunpunt Zelfstandige Gymnasia opgericht, dat o.a. tot doel heeft de positie en het imago van de zelfstandige gymnasia in Nederland te verbeteren. Het gymnasium is een gestaag groeiende schoolsoort die momenteel 24.000 leerlingen heeft.

        Zie hier (klik)

      • Zelfstandige gymnasia zijn
        Zelfstandige gymnasia zijn ook weer niet het paradijs. De leerlingen doen gewoon op normaal Nederlands VWO-niveau examen in wiskunde, nederlands, noem het allemaal maar op. De algehele daling in niveau is ook op gymnasia een feit. Gemiddeld doen gymnasiasten het bij de eindexamens VWO wel beter dan atheneumleerlingen, maar ook op het gymnasium kun je lanterfanten, je werkstukken bij elkaar copy-pasten, en je examen halen. Voor intelligente leerlingen die meer willen zijn er op zelfstandige gymnasia vaak wel meer mogelijkheden in de vorm van verrijkingstrajecten, dat is waar, de leraren zijn er vaak beter opgeleid, en het nieuwe leren is slechts in beperkte mate toegepast. Al met al geeft een zelfstandig gymnasium wel de beste kansen op kwaliteitsonderwijs, en dat hebben ouders inderdaad en masse door.

        De zusjes waarover ik sprak zaten overigens op een gymnasiumafdeling van een scholengemeenschap.

        Maar goed, het gaat hier om primair onderwijs. Daar zie ik inderdaad meer de noodzaak voor aparte scholen voor hoogbegaafde leerlingen. Op middelbare scholen, ook op scholengemeenschappen, zijn tegenwoordig de mogelijkheden om je te verrijken/verbreden/verdiepen legio. Je zou dat kunnen zien als een van de positieve effecten van de invoering van het nieuwe leren: het niveau is daardoor zo gedaald en het onderwijs is zo oppervlakkig geworden, dat er steeds meer vraag kwam naar ‘plusklassen’ en ‘plustrajecten’, om kinderen toch de kans te bieden zich te ontwikkelen. Die kansen zijn er in het middelbaar onderwijs nu volop. En in het hoger onderwijs net zo (talentenprogramma’s, topmasters, summer schools). Nu het primair onderwijs nog.

  3. Leonardo-scholen
    Een paar jaar geleden keek ik een hedendaags Latijns leerboek in en verbaasde mij erover dat aan de hand van “De mooie zangeres zingt” en “De zangeres zingt mooi” uitgelegd moest worden wat het verschil tussen een bijvoeglijk naamwoord en een bijwoord is. Toe ikzelf jaren geleden tot de eerste klas Gymnasium was toegelaten werd zinsontleding als bekend beschouwd en kon men haar meteen gebruiken voor het leren van Latijn. Bij wiskunde begonnen we meteen met algebra want in rekenen werden de leerlingen geacht genoeg getrained te zijn. Eigenlijk was wat toen de lagere school heette een echte basisschool want het legde de basis voor het leren van talen en het ”rekenen” met letters. Wat nu “basisschool”heet zou t.o.v. de de facto basisschool van vroeger terecht lagere school genoemd mogen worden. Een duidelijk voorbeeld van de huidige naamsinflatie waarbij ook nog eens de onderwijsgevende van de huidige basisschool zich leraar magt noemen en de leraar van de vroegere echte basisschool alleen maar een “onderwijzer” was. Op de BON-site zijn verscheidene voorbeelden van het huidige gebrekkige rekenonderwijs bij het primair onderwijs gegeven. Leerlingen moeten daar het rekenen via ontdekken en inzicht verkrijgen leren van mensen die dat inzicht zelf vaak niet hebben. Aan deze mensen wil je je kinderen niet toevertrouwen en al helemaal niet als ze hoogbegaafd zijn. Leonardo-scholen zijn meer dan een gat in de markt. Zij vormen een veilige haven om hoogbegaafde kinderen te beschermen tegen beunhazerij. Seger Weehuizen

    • Re:Seger
      Ik zag mijzelf onlangs op een foto van de eerste klas van de lagere school, een broederschool, keurig netjes in het gelid, een hele foto vol met 38 kindertjes van zes.
      Sommigen hadden zelfs een stropdasje aan. Daar heerste rust, reinheid en regelmaat.
      Maar de tijden zijn veranderd, Seger.
      De kinderen buitelen over elkaar en zijn niet meer stil te krijgen.
      Leer ze dan maar eens het rekenen, lezen en schrijven van toen. Arme juffen, arme meesters!
      Het handschrift van heden? Er is geen touw aan vast te knopen.
      Lezen, rekenen en schrijven zijn uitdrukking geworden van deze turbulente tijd: chaotisch en ongedisciplineerd.
      En sommigen noemen dat realistisch.
      Ik geef aan mijn vierdejaars HBO(!)…..jaarlijks nog een lesje Nederlandse taal met de d’tjes en de t’tjes.
      Van ’t kofschip hebben ze nog nooit gehoord.

  4. Hoogbegaafd gaat niet alleen over leren
    Hoogbegaafd gaat niet alleen over sneller of beter leren, het gaat over anders kijken, anders denken, anders beleven dan anderen. Meer begaafde kinderen kunnen zich daardoor héél erg eenzaam en daarom erg ongelukkig gaan voelen. Voor mij is dat een groter probleem dan het leerprobleem (te weinig passende stof aangeboden krijgen). Bekend is bijvoorbeeld dat een verschil van meer dan 15 IQ-punten de communicatie behoorlijk bemoeilijkt. Als je ervan uit gaat dat een gemiddelde schoolmeester/juf een IQ van pakweg 110 heeft, dan begrijpt hij/zij een leerling met een IQ van 135 vaak niet.

    Ook zijn er grote verschillen tussen hoogbegaafde jongens en meisjes. Jongens die geen uitdaging krijgen worden lastig en op 12-jarige leeftijd is het allergrootste deel van de hoogbegaafde jongens al bekend. Bij hoogbegaafde meisjes is het anders. Zij worden niet lastig, maar de meesten worden dromerig en traag, maken met weerzin hun sommen en houden hun aandacht niet bij de voor hen overbodige uitleg. Ze worden zelfs vaak als een beetje dom gezien. Gevolg is dat slechts de helft van het aantal hoogbegaafde meisjes op 12-jarige leeftijd bekend is.

    Hiermee wil ik vooral aantonen dat de problemen rond hoogbegaafdheid wat mij betreft vooral in het sociaal-emotionele vlak en pas in tweede instantie in het prestatievlak zitten.

    • Re:Hinke
      Citaat:’Hiermee wil ik vooral aantonen dat de problemen rond hoogbegaafdheid wat mij betreft vooral in het sociaal-emotionele vlak en pas in tweede instantie in het prestatievlak zitten.’

      ‘…in het sociaal-emotionele vlak…’, zo redeneren de dames.
      ‘…in het prestatievlak……………….’, zo redeneren de heren.

      • Hals, je maakt je
        Hals, je maakt je waarschijnlijk niet echt populair met die uitspraak, maar wat mij betreft heb je helemaal gelijk. Ook met je eerdere reactie ‘Ouderplicht’ ben ik het 100% eens.

        Dit is precies de discussie die ik met enige regelmaat met een goede vriendin van mij heb, en het zijn ook precies onze respectievelijke standpunten :-).

      • Leerprobleem hoogbegaafden oplosbaar
        Als hoogbegaafde kinderen zijn gediagnostiseerd kun je het leerprobleem vaak oplossen met andere opdrachten en moeilijker werk. Ze kunnen eventueel ook een klas overslaan, of desnoods meerdere klassen.

        De sociale vervreemding tussen het kind en de klasgenoten en -vooral- tussen het kind en zijn leerkracht is veel moeilijker oplosbaar. Juist in dat kader kan het van belang zijn dat een hoogbegaafd kind regelmatig ‘soortgenoten’ tegenkomt. Dat kan in de plusklas, of in een clubje. Als er in het basisonderwijs onbegrip is voor het kind, kan ik me heel goed voorstellen dat ouders in hun wanhoop dan maar een school apart voor hoogbegaafden willen starten.

        Mijn persoonlijke voorkeur zou het zijn dat er in het normale basisonderwijs meer kennis komt over hoogbegaafdheid (zo bijzonder is het nou ook weer niet, elke klas heeft er wel één of meerdere). Als je als ouder het gevoel hebt dat je kind gezien wordt zoals hij/zij is, dan hoeft deze echt niet naar een aparte slimmekinderenschool. Helaas ontbreekt er (althans in de tijd dat mijn kinderen in het basisonderwijs zaten) veel begrip en kennis rond het verschijnsel. Dan bestaan leerkrachten het om te zeggen dat het kind er ook wel om vraagt gepest te worden, omdat hij zich nooit eens aanpast aan de anderen.

        • Welke problemen zijn het grootste?
          Het is natuurlijk geen wedstrijdje welke problemen zijn het grootste: de cognitieve of de sociale. Ik kan me bij beide aspecten heel veel voorstellen. Ik heb ook geen oplossing. Wel een oorzaak. De cultuur van compromissen, van polderen, van doe maar gewoon, dan doe je ek genoeg, die cultuur maakt het voor mensen met buitengemiddelde eigenschappen soms erg moeilijk.

          Ik denk dat de oplossing alleen kan liggen in het erkennen van de verschillen. In het accepteren dat kinderen met buitengemiddelde kenmerken het recht hebben om om te gaan met gelijken. Om te leren in een omgeving waar ze niet een vreemde onbegrepen uitzonderiing zijn. Zij zullen altijd moeilijk aansluiting vinden bij Jan Modaal, zij zullen altijd moeilijkheden hebben met sociale contacten met mensen die niet zo snel denken als zijzelf doen. In een tijd van integratie en gemiddelde lijkt dat een vreselijk vooruitzicht, maar waarom accepteren we niet gewoon dat er sociale, cognitieve, religieuze, ethnische, sportieve verschillen zijn. En dat mensen zicht het prettigst voelen in een omgeving die bij ze aansluit?

        • Echter
          Geachte Hinke,
          In jouw verhaal staan veel verstandige dingen. Echter:
          Om de tijd die een hoogbegaafd kind gebruikt voor ander werk en moeilijkere opgaven te maximaliseren moet van de onderwijzer worden gevraagd zijn normale lessen zo te geven dat die hoogbegaafde leerling zich niet langer dan noodzakelijk is bezig hoeft te houden met de gewone leerstof. Ik denk dat dan van een onderwijzer in een WSNS-klas dan te veel gevraagd wordt.
          Klassen overslaan wordt zelden aangedragen door de onderwijzer van het hoogbegaafde kind. Daarin verbetering aan te brengen is een goed streven maar dat gaat te lang duren. Verder hebben hoogbegaafden weliswaar een verstandelijke leeftijd die hoger is dan hun werkelijke leeftijd maar wat betreft het intreden van de pubertijd lopen hoogbegaafden vaker achter dan voor. Op de middelbare school kan dat een probleem worden.
          Hoobegaafd wordt meestal zo gedefinieerd: Een kind is hoogbegaafd als voor zijn IQ-variabele x geldt:
          x > μ + 2σ. Uit de tabel voor de waarden van de cumulatieve normale verdelingsfunktie F(X) lezen wij af F(μ+2σ)= 0,9772. Dus P(x≤μ+2σ) = 0,9772 , dus P(x>μ+2σ) = 0,0228 dus 1 op elke 45 leerlingen is hoogbegaafd. In een klas van 22 à 23 leerlingen zit gemiddeld dus maar een halve hoogbegaafde
          Seger Weehuizen

    • Absoluut
      Hoe kom je aan die getallen Hinke: de gemiddelde juf heeft een iq van 110? Bovendien ga je op veel te absolute wijze om met het IQ. Strikt genomen blijft het IQ als absolute maat voor wat iemand kan presteren een omstreden begrip. -En wat bedoel je met de uitspraak: 15 IQ punten verschil bemoeilijkt de communicatie aanzienlijk? In welke zin? Volgens mij kan dit alleen betekenen dat de communicatie over onderwerpen die te maken hebben met taalvaardigheid en het manipuleren van figuren in de ruimte te wensen over laat: want iets anders meet het IQ niet.

      Hoe dan ook, dit zou betekenen, als je getallen kloppen, dat we objectief kunnen aantonen dat het niveau van de juffen en meneren beslist omhoog moet: laten we zeggen naar 120 IQ punten (dan kun je voorlopig uit de voeten met leerlingen die een IQ hebben van 135).

      Helaas is deze conclusie niet betrouwbaar omdat het IQ geen betrouwbare maat is. Het zou wel gemakkelijk zijn als we alle problemen in het onderwijs zouden kunnen reduceren tot een gesprek over het IQ van docenten en leerlingen. Je zou, als het IQ zo betrouwbaar is, ook kunnen overwegen om docenten voortaan te betalen naar hun IQ. Daar zou iedereen het mee eens moeten zijn: hoger IQ, betere docent, want hij kan meetbaar meer. Ach, reductionisme is altijd gemakkelijk en daarom zeer verleidelijk.

      Tenslotte: als een hoog IQ meebrengt dat iemand zich niet thuis voelt op school, met alle gedragsproblemen van dien, dan ligt het inderdaad voor de hand om, zoals Hals zegt, de oplossing te zoeken in een cognitieve oplossing: want, alweer, dat is wat het IQ meet (als het al iets meet).

      • “als het al iets meet” is onzin
        Het IQ meet iets al is het maar omdat er een positieve correlatie bestaat tussen het gemeten IQ en de subjectieve vaststelling van de prestaties waartoe iemand op cognitieve basis in staat blijkt te zijn.

        • Subjectief vaststellen wat je ‘meet’?
          Het lijkt me vreemd dat je subjectief kunt vaststellen wat je meet. Je zult het wel anders bedoelen, denk ik.

          Wat meet het IQ? Hopelijk de ‘deelcapaciteiten’ waaruit intelligentie is opgebouwd. Dat zijn er nogal wat, en eigenlijk is het niet helemaal duidelijk welke deelcapaciteiten wel en welke niet relevant zijn. Zo wordt de werking van het kortetermijn geheugen er toe gerekend en ook het vermogen om directe reacties te onderdrukken. Ook het mentale ‘afwisselen’ (shifting, dat je snel kunt overschakelen op een andere taak) hoort er bij. Ook de culturele kennis hoort hier bij en de vloeibare intelligentie (hoe goed je kunt redeneren). En tenslotte moet ook zoiets als ‘creativiteit’ objectiveerbaar worden gemaakt.

          Onderzoekers hebben vastgesteld dat alleen de werking van het kortetermijn geheugen een betrouwbare correlatie met het gemeten IQ laat zien. Al die andere vaardigheden -en dan hebben we het nog niet eens over de combinaties, vrees ik- zijn niet zo heel goed vast te spelden aan het gemeten IQ. (zie: Psychological Science, februari, 2006).

          Hoe dan ook, mensen met een hoog IQ schijnen wel heel erg goed te kunnen puzzelen: een computer is daar ook heel erg goed in (die heeft geen last van geheugen beperking). Nu de triomftocht van de AI uitblijft, vallen de verschillen tussen mens en machine weer extra goed op: vandaar dat je mag verwachten dat wij de ‘echte’ menselijke cognitieve vaardigheden in de toekomst hoger gaan waarderen. Je ziet dat nu al enigszins: iedereen hamert maar op ‘creativiteit’ (wat dat ook moge zijn: uit de doos denken…). Computers zijn niet creatief, mensen wel- men heeft tegenwoordig hooggespannen verwachtingen van creativitieve denkers.

          De waarheid zal wel ergens in het midden liggen: IQ meting is geen onzin, maar het is al evenmin zeer betrouwbaar.

          • Het IQ kan
            objectief gemeten worden. Dit op zichzelf zegt niets. Zoals wij allen weten is ook hier de discussie nature versus nurture nog niet uitgewoed en zal naar ik hoop nog een tijdje duren. Uiteindelijk wil dit zeggen dat het hebben van een hoog IQ op zichzelf geen enkele voorspellende waarde heeft ( predictieve validiteit). Een veel grotere rol speelt de omgeving en de karaktereigenschappen van de persoon in kwestie. Blijft als een paal boven water staan dat “een ezel nooit een renpaard wordt en een renpaard snel een ezel kan worden”.

          • achterhoedgevecht
            Statistisch gesproken heeft het gemeten/bepaalde IQ wel degelijk voorspellende waarde. Wat er dan ook bij een IQ meting bepaald wordt. (En niet omdat iemand op grond van een hoge IQ van zichzelf hogere verwachtingen krijgt en de mensen waarmee hij te maken krijgt ook. Het gaat hier niet om een self fullfilling profecy).
            Als ik goed ben ingelicht gaat de discussie tussen de genetici over de nature en nurture van intelligentie alleen nog maar over verschuiving van de percentages en zijn zij het met elkaar eens dat nature meer dan 50 % bedraagt. Bij nature wordt hier niet alleen gedacht aan genetische aanleg maar- dat is vanzelfsprekend- vooral aan genetische overerving.
            Seger Weehuizen

          • In feitelijke zin
            Heb je gelijk beste Seger. Niet voor niets is de eerste Binet test ontworpen om de schoolcarriere te kunnen voorspellen. Vandaar de predictieve validiteit. Echter niet alleen de mate van intelligente is een (goede) voorspeller, ook de -laten we voor het gemak- nurturevoorspeller speelt een rol. Hierbij hebben we echter te maken met moeilijker te meten eigenschappen en een te groot aantal variabelen. De theoretische 50% aanname is een compromis. Waar ik op doel is het volgende. Wanneer aparte scholen worden opgericht voor de hoogbegaafden, zullen alleen leerlingen met het hoog gemeten “nature”-IQ deze scholen bevolken. Het is dan ook de plicht van de school om de meest optimale omstandigheden te creeren voor het welslagen van deze leerlingen wat zeker inhoudt dat leerlingen die niet voldoen of kunnen voldoen aan zowel de intelligente als de sociale opdracht zo snel mogelijk hun heil moeten zoeken in het reguliere onderwijs. Ik weet het discriminatie avant-la lettre, en dat is een probleem, terwijl het woord “discriminatie” een normaal wetenschappelijk begrip is.

  5. Nederlandse hokjesgeest
    laten wij na alle vormen van onderwijs van openbaar tot Katholiek en Islam en van Dalton tot en met de Vrije School en alles wat daar tussen zit nog maar eens een type school oprichten.

    De ouders kunnen op het laatst helemaal niet meer kiezen, kiezen tussen openbaar en openbaar is geen keuze, maar kiezen uit tientallen soorten onderwijs is ook geen keuze meer.

    De Basisscholen hebben voldoende materiaal en leerkrachten in huis om ook hoogbegaafde leerlingen een goede maar ook fijne basisschooltijd te bieden…………..

    Joao

  6. gymnasia en kwaliteit?
    Een school in Waalwijk zoekt een classicus ter vervulling van een vacature. Bevoegdheid: geen voorkeur/n.v.t. (www.onderwijsvacaturebank.nl). Sic transit gloria mundi!

    • Ut desint vires tamen est laudanda voluntas
      Het gaat hier om een TIJDELIJKE vacature. Ik denk dat er geen eisen gesteld zijn omdat dat zinloos is. Bij het grote tekort aan classici zal op deze vacature nooit een bevoegde docent solliciteren. Mensen die op grond van deze vacature de conclusie trekken dat die school in Waalwijk denkt dat de klassieke talen net zo goed door een onbevoegde gegeven kunnnen worden vergissen zich mijns inziens. Ik zou koude rillingen krijgen als ze wel gelijk zouden hebben. Seger Weehuizen

      • Nolle in causa est, non posse praetenditur.
        Dat betekent toch hopelijk niet dat het scholen vrij staat voor elk tekortvak bij voorbaat maar onbevoegden te werven? Juist bij een tijdelijke vacature als onderhavige heb je ruimschoots de tijd eerst te zoeken naar een bevoegde docent om vervolgens, mocht je die niet gevonden hebben, de sollicitatie open te stellen voor lieden van goede wil, wier vermogen weliswaar tekortschiet.

Reacties zijn gesloten.