Dit bericht in De Volkskrant over het niveau van het universitair onderwijs verdient mi een plaats op dit platform.
Reacties zijn gesloten.
Dit bericht in De Volkskrant over het niveau van het universitair onderwijs verdient mi een plaats op dit platform.
Reacties zijn gesloten.
Copyright & kopiëren; 2025|WordPress thema door MH Themes
Gezocht: uitsplitsing naar studierichting
Opmerkelijk citaat:
Het ligt overigens niet alleen aan de universiteiten, zegt hij. Er loopt een hele generatie studenten rond ‘met een mogelijk gebrek aan ambitie en zelfdiscipline’.
Zou dat nou net de studiehuis generatie kunnen wezen? Waar ze geleerd hebben om zelfstandig te werken en hun eigen leerwegen te bepalen.
Ik ben wel zeer benieuwd naar een uitsplitsing van deze resultaten naar studierichtingen of beter nog, naar individuele studies.
Ook verrassend: decennia lang zeggen alle bestuurders en alle onderzoekers dat het NL onderwijs werkelijk top is. Iedereen die zag dat dat niet waar kon zijn werd om de oren geslagen met van imposante stempels voorziene dure onderzoeksrapporten. Maria heeft dat ook altijd gezegd. Nu, na anderhalf jaar BON blijkt dat elk van die onderzoeken op zijn minst onvolledig is. Blijkt dat het Cito (Paul van Dam) al jaren op de hoogte is. Dat kan toch allemaal geen toeval zijn.
Tijd voor wat schouderklopjes voor ons zelf. Goed gedaan wij!
Was ‘vroeger’ het bacheloronderwijs soms beter? Dachtet niet.
Toen ik in ’82 ging studeren, leerde ik meteen dat wetenschappers het onderwijs met minachting, als noodzakelijk kwaad beschouwden, en zich liever & langer bezighielden met hun onderzoek. Toch promoveerden de meesten pas ver na hun 40e, soms vlak voor hun 65e, of helemaal niet. Er zaten goede docenten tussen, maar de armetierigen, die hun aantekeningen kwamen voorlezen, overheersten. Ik had wekelijks 8 a 10 uur college; de rest was ‘zelfstudie’. Afhankelijk van je studierichting en je studievaardigheid kon je met een dagje in de week met je neus in de boeken klaar zijn. Voor sommigen was zelfs dat teveel: er waren zevende-, achtste-, negende- en tiendejaars, en een paar verdwaalde 17ejaars. Persoonlijk contact tussen studenten en docenten was zeldzaam, tot een eindscriptie geschreven moest worden. Dan moest je opeens een ‘begeleider’ hebben, met wie je dan een paar keer mocht praten. Bij het afstuderen een plichtmatig toespraakje, vaak met meer studenten tegelijk, waarbij je bofte als de spreker zich iets van jou kon herinneren, zodat de familie niet helemaal voor niks was gekomen..
Dus ‘leve’ het universitair onderwijs van ‘vroeger’, toen alles nog zoveel beter was. Maar niet heus.
De eerste 2 a 3 jaar van een studie zijn altijd al een ondergeschoven kindje geweest. Ik ken twee hoogleraren die er een eer in scheppen dit onderwijs te geven – toen en nu – maar dat zijn witte raven.
Sinds 20 jaar worden studenten onder druk gezet met tempobeurzen, rentedragende studieleningen, selectieve masteropleidingen en voortgangsbesprekingen. Je kunt niveau en rendement tussen 2007 en ‘vroeger’ slecht vergelijken, omdat de onderwijsorganisatie sterk is veranderd (grotere instroom, tweefasenstructuur, minor-maior, BaMa). Het zou me niks verbazen als de bulk van de studenten nu harder studeert dan vroeger.
Ook wetenschappers moeten sterker dan vroeger presteren (promoveren en publiceren). Dat alles heeft voors en tegens, en kan niet los van elkaar worden gezien.
Toen in ik ’75 ging studeren…
Wiskunde en natuurkunde in Utrecht heb ik iha zeer capabele docenten gehad, Duistermaat, van der Blij, Oort, van Dalen en Barendregt en veel anderen. Allemaal met hun eigenheid, maar allemaal bevlogen en geinteresseerd. Op een enkele statistiek docent na bij niemand ooit gemerkt dat men doceerde omdat het nu eenmaal moest, als een soort corvee.
Eigenlijk heb ik dat ook in het VO bij docenten voor exacte vakken nooit gemerkt.
Hier kan maar één conclusie zijn: van exacte vakken doceren word je blij en gelukkig, als je het al niet van nature bent.
(maar dan moeten “ze” wel met hun poten van je vak afblijven natuurlijk)
[ En zo komt de discussie weer op het oude thema, ‘onderwijs was vroeger beter/slechter dan nu’, en alweer alleen op basis van argumenten uit eigen ervaring. Nu weer terug naar de vraag hoe we het onderwijs nu moeten vormgeven. En verhaaltjes over wat we vroeger allemaal hebben meegemaakt vormen een slechte basis voor beleid, dus laten we de argumenten objectief houden. :: MAP ]
Jawel, ha ha, 1945
dat hebben jullie inderdaad goed gedaan! En dus, als jij jezelf op de linkerschouder slaat, krijg je van mij er wat klopjes bij op de rechterschouder (en dan functioneer jij -het is bijne religie- als de incarnatie van bon).
Inderdaad, goed gedaan!
Niveau universitair onderwijs
Ik heb net even de huidige studieprogramma’s van mijn oude (Nederlandse) en huidige (Californische) universiteit voor mijn vak (wiskunde) vergeleken. Ook heb ik mijn eigen studieprogramma (10 jaar geleden begonnen) hiernaast gelegd.
Het Californische bachelorprogramma duurt 4 jaar. Hiervan is tenminste 2 jaar wiskunde (en door allerlei ‘general education requirements’ is dit ook zo ongeveer ten hoogste). Het Nederlandse bachelorprogramma is 3 jaar. Hier zit een vrije minor in van een half jaar, er zit een ethiekcursus in, er zitten natuurkunde en scheikunde vakken in (die in California allemaal onder ‘general education’ vallen) en er zit een bachelorscriptie in (waarvan ze hier in California beseffen dat dit zinloos is). Ook op deze Nederlandse universiteit kom je zo op ongeveer 2 jaar wiskunde uit.
De vakken kun je goed naast elkaar leggen (er worden in Nederland vrijwel uitsluitend Amerikaanse boeken gebruikt). Er zijn slechts kleine verschillen.
In de uitvoering kan het natuurlijk anders uitpakken, maar het wiskundeprogramma is aan deze Nederlandse en deze Californische universiteit dus vrijwel identiek.
In ‘mijn tijd’ was er nog geen vrije minor, geen bachelorscriptie, er zat geen scheikunde in het programma en minder natuurkunde. Wel informatica, dat vreemd genoeg nu uit het programma is gehaald… De eerste 2 wiskundevakken (Calculus 1 en 2) werden bekend voorondersteld (en pre studiehuis was dat ook bekend). Dit levert ongeveer een jaar extra wiskunde op. In mijn derde jaar volgde ik dan ook vrijwel uitsluitend vakken die hier in California als ‘graduate courses’ gelden.
Conclusie voor de wiskunde bachelorstudie: het niveau is tegenwoordig hetzelfde als dat aan de University of California. Nog maar 10 jaar geleden liepen Nederlandse studenten ongeveer een jaar voor op hun Californische tegenvoeters. Waarschuwing: dit is het geprogrammeerde niveau, niet noodzakelijk het gerealiseerde niveau.