Nep-vertegenwoordigers van een beroepsgroep

Dit is een aanklacht tegen luie journalistiek.

Al enkele jaren wind ik mij op over de staat van het onderwijs. Als je zo bent, dan volg je meestal met meer dan gemiddelde aandacht de TV- en radio-uitzendingen die dat als onderwerp hebben. Wat mij nu gigantisch frustreert en intrigeert is het volgende.
Bijna al die uitzendingen hebben ‘deskundigen’ of ‘vertegenwoordigers’ van de sector of de beroepsgroep waarover het gaat, en steevast zijn dat bobo’s als Sjoerd Slagter, Doekle Terpstra, Marleen Barth, Margo Vliegenthart, Walter Dresscher, Kete Kervezee, ministers of staatssecretarissen. Deze mensen praten, de leek luistert en denkt: Hier Spreekt Het Onderwijs. Dat hij niet naar een leraar, onderwijzer of hoogleraar luistert, maar naar een hoge carrièrebureaucraat, wordt de luisteraar niet duidelijk gemaakt. Dat zo iemand praktisch even ver van de realiteit af staat als hijzelf, dat wordt evenmin duidelijk. En zo komt de kletskoek in de wereld.
Ik ben nu zo bang dat dit op tal van andere terreinen ook zo gaat. Zie ik op TV een pratende directeur van een ziekenhuis, dan spreekt die beslist niet voor de artsen of de verpleging. Zie ik een hoofdcommissaris, dan heeft zo’n verhaal misschien wel niets te maken met de agent op straat. Pratende bureaucraten, maar de sector zelf komt niet aan het woord.
Waarom zoeken journalisten zo weinig contact met de werkvloer?

12 Reacties

  1. Betere Borrels Bij Bobo’s
    Omdat…
    De lunch/koffie/borrel bij de bobo beter is?
    Je van te voren weet wat de bobo gaat zeggen en je dus niet in conflict komt met de (politieke) voorkeursrichting van de krant
    Je veel gemakkelijker toegang hebt tot bobo’s dan tot leraren want deze laatsten krijgen problemen als ze iets zeggen (alle contacten lopen via onze afdeling communicatie)
    Omdat de journalist denkt dat de lezer liever een bobo hoort dan de leerkracht van groep 5/6 van de basisschool de Regenboog.
    Omdat ook de journalisten de laatste jaren veel slechter onderwijs hebben gehad dan 20 jaar geleden en wellicht niet eens op het idee komen om het anders te doen
    Omdat alle werk “geprofessionaliseerd” is en in zomaar een loslopende leraar pakken niet in het de al jaren vastliggende projectplanning is voorzien
    Etc.

  2. Weet je wel hoe moeilijk het is
    om zittende leraren voor de camera of microfoon te krijgen? Zelfs de meest verstokte BON’ers laten het afweten. Het bestuur moet bijna altijd “neen geven” aan programmamakers. Steeds weer stuit het bestuur op de angst bij collega’s om zich publiekelijk te uiten. Waarom dat zo is, weten we allemaal.

    • Daar heeft u een groot punt
      …en dat had ik me helemaal niet gerealiseerd. Zelf zou ik ook niet vrijuit durven te spreken. Aan de andere kant van het TV-toestel ziet dat er allemaal veel simpeler uit.
      Zou dat nu ook voor verpleegsters, artsen en politieagenten gelden? Intimidatie?

      Overigens worden er in sommige programma’s ook wel mensen onherkenbaar in beeld gebracht.

    • oh, dat wist ik niet;
      maar ik ben dan ook nog nooit gevraagd. Ik zou overigens geen ‘nee’ zeggen en er zijn vast wel meer mensen die op een oproep positief zouden reageren

      • herkenbaar
        Ik ben een keer redelijk herkenbaar in de krant geweest met een kritisch stuk over het ministerie. Ik kreeg prompt de inspectie op bezoek. Dat liep heel plezierig af (inspecteur was het ook niet eens met de minister), maar ik ben toen wel op zoek geweest naar wat mag en wat niet mag.
        Als je je in het openbaar kritisch uitlaat over je werkgever, kan dat reden zijn voor een disciplinaire maatregel. Wel mee uitkijken dus. Wat wel kan is in zo’n geval een hypothetische school opvoeren (die in vele opzichten verdacht veel op je eigen school lijkt).

        • Hoe (vogel)vrij is een leraar?
          Ook ik ben heel benieuwd welke vrijheid je als docent hebt om je opinie over je vak naar buiten toe te uiten. Ik heb het dan niet over je eigen school, maar je opinie over de ontwikkelingen in de sector. Wie weet daar meer van?

          • Op je vakgebied
            Moet je opboksen tegen de leer die verkondigd wordt door de ULO’s. Tegen die waarheden was ik niet opgewassen. Pas na uitproberen van hun recepten en evalueren van de resultaten kom je tot een eigen opvatting over de methode die je persoonlijk moet volgen om je vak, je leerlingen en jezelf zoveel mogelijk tot hun recht te laten komen. En dan is de onderwijsmode al lang weer veranderd en lopen nieuwe onderwijsprofeten hun waarheden te verkondigen. Als je enig zicht hebt op de complexe samenhangen in het onderwijs wordt je heel bescheiden in het verkondigen van je eigen mening. Omgekeerd vind ik de onderwijsprofeten uiterst onbescheiden en zeldzaam simpel.

    • Hoe moeilijk maak je het ?
      Waarom steeds op zoek naar ‘zittende’ leraren?
      Wat is er mis met docenten, die recentelijk zijn afgehaakt wegens de problemen?

      • Risico
        Het risico bestaat mijns inziens dat kritiek van een ‘afgehaakte’ docent niet serieus wordt genomen juist omdat deze is afgehaakt. Dan kan de kritiek makkelijk worden geïnterpreteerd als gezeur dan wel natrappen. Ook kan de geloofwaardigheid worden ondermijnd door te vragen “wat deze docent er aan gedaan heeft om de omstandigheden te verbeteren”. Uit die optiek is een ‘zittende’ docent dus beter.

        Groot voordeel van kritiek van een ‘afgehaakte’ docent is natuurlijk dat deze daarvoor de vrijheid heeft en niet meer hoeft te vrezen voor eventuele repercussies. Tegelijk moet ook een ex-werknemer niet zomaar van alles gaan roepen over de ex-werkgever, daar bestaan (fatsoens)normen voor.

        • daar bestaan (fatsoens)normen voor
          Natuurlijk, er bestaan overal fatsoensnormen voor. En zomaar iets gaan roepen lijkt me ook weinig steekhoudend.
          Maar in het geval dat iemand werkelijk is vertrokken omdat hij het niet met zijn geweten in overeenstemming kon brengen om door te gaan, of ingeval van intimidatie, dan is er in ieder geval wat mij betreft heel erg veel mogelijk.

          Het gaat hier wel om een soort klokkenluider in een bedrijf dat net een ietsie pietsie belangrijker is dan al die bouwondernemers die stinkend rijk werden, maar in ieder geval nog wel de huizen bouwden die waren afgesproken.

          In het onderwijs gaat het om macht en geld en het enige wat daar als tegenprestatie tegenover staat is dat onze kinderen anti onderwijk krijgen. Onderwijs dat ze dommer maakt. Zelfs geen onderwijs zou soms beter zijn.

          Wat mij betreft mag je dan als ex medewerker alle “naming and shaming” van stal halen die je kunt vinden. Mag je elke ware gebeurtenis met naam en toenaam in chocoladeletters in de media brengen.

          Enkele voorwaarde en ook enkele norm: je moet de waarheid spreken.

          En als Heertje het heeft over de maffia, dan zie ik niet in dat een klokkenluider fatsoenlijker termen zou moeten gebruiken.

          • Misverstand?
            Misstanden – zeker die met grote maatschappelijke gevolgen zoals de onderwijsvernieuwlingen – moeten zeker gemeld worden. En als het gaat om “het” onderwijs is ‘naming and shaming’ niet echt een probleem want dan richt de kritiek zich op bestuurders uit heden en verleden en dat zijn meest publieke figuren (ministers, staatssecretarissen etcetera).

            Bij vertrek wegens intimidatie en/of gewetensnood kan het buitenhangen van de vuile was naar mijn mening echter contraproductief werken. Tegelijk realiseer ik me hier weer dat mijn positie in het onderwijs – helaas – uitzonderlijk is en dat veel collega’s dagelijks met de vernieuwlingen worden geconfronteerd waar wij nou juist geen last van hebben.

            Mogelijk is ‘naming and shaming’ dus wel de enige manier om een halt toe te roepen aan de neergang van het onderwijs; een neergang die wij bij onze inkomende studenten ook ervaren. Als dat zo is, dan moet het maar op die manier. Oftewel: als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan!

    • Herkansing
      We krijgen als onderwijzers een herkansing. Het wordt een dure plicht om bij de komende onderwijsenquete als terriers onze grieven voor het voetlicht te brengen en geen onderwijsparlementarier te laten ontsnappen in een “das haben wir nicht gewusst” of een ‘das haben wir nicht gewollt”. Slijpt de messen!

Reacties zijn gesloten.