Motie van Hamer en Lambrechts (Kamerstukken II 2005/06, 30 323, nr. 28)
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de overheid gehouden is scholen zodanig te bekostigen dat zij het wettelijk
voorgeschreven aantal lesuren ook daadwerkelijk aan kunnen bieden en tegelijkertijd in
voldoende mate kunnen investeren in de gewenste scholing en ontwikkeling van leerkrachten;
verzoekt de regering een goed onderbouwde berekening aan de Kamer aan te bieden waaruit
blijkt dat het huidige niveau van bekostiging de scholen in het voortgezet onderwijs financieel
in staat stelt;
• het wettelijk voorgeschreven aantal lesuren ook daadwerkelijk aan te bieden;
• voldoende bekwame en bevoegde docenten aan te stellen;
• tegelijkertijd de noodzakelijke ruimte vrij te maken voor de scholing en ontwikkeling van leerkrachten;
• contacten met ouders over het leerproces en de vorderingen van hun kind te onderhouden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Uit het antwoord van de minister (20-12-2006 uitgebracht 1-2-2007)
Toereikendheid personele bekostiging (motie-Lambrechts en Hamer).
Ik citeer steeds uit het antwoord. Ik laat ook gedeelten weg. Het hele antwoord is eenvoudig terug te vinden. Ik heb het ergens op een onderwijssite gevonden en het zal ook wel op de site van de tweede kamer staan.
Ik citeer eerst, geef er dan commentaar op en trek tenslotte een conclusie. Daarna volgt nog een kleine waarneming.
“Rekening houdend met voorschriften voor de verschillende schooljaren die zijn gewogen op basis van de leerlingenaantallen in de verschillende schooljaren, is in deze notitie gerekend met een gemiddelde van 967 klokuren per leerling per jaar over zijn hele schoolloopbaan.”
“In het onderzoek Taakbesteding en taakbelasting van leraren hebben TNO Arbeid en BNA Groep (2001) onderzocht welk deel van de beschikbare tijd leraren gemiddeld aan een aantal verschillende taken besteden.
Voor de berekeningen wordt ervan uitgegaan dat de huidige taakbesteding niet wezenlijk anders is dan in 2001.”
“Tijd die de leraar besteedt:”
“Lesgeven : 647 uren”
“Een deel van de activiteiten die in bovenstaande tabel zijn opgenomen en die vallen onder andere taken dan ‘lesgeven’, zal ook aan de criteria voor wettelijke onderwijstijd voldoen. Het zal daarbij met name gaan om activiteiten in het kader van ‘buitenlesactiviteiten’ en ‘leerlingbegeleiding’. Als vuistregel wordt er in deze notitie van uitgegaan dat er per fte 750 tot 800 klokuren besteed worden aan het verzorgen van onderwijstijd in de zin van de wet.”
“De gemiddelde groepsgrootte die uit de berekeningen volgt is acceptabel.”
“Aangezien scholen zelf de regie hebben op het te voeren taakbeleid, is het op schoolniveau mogelijk de klassen te verkleinen door een groter aandeel van de formatieomvang van 1659 uur in te zetten om onderwijstijd in de zin van de wet te realiseren. In de praktijk van het taakbeleid worden per fte circa 850 – 900 arbeidsuren besteed aan taken die niet direct aan onderwijstijd in de zin van de wet worden besteedt. Hier zou ruimte te vinden moeten zijn als een school een kleinere gemiddelde groepsgrootte zou wensen, zonder dat andere taken, zoals deskundigheidsontwikkeling, lesgebonden taken en oudercontacten, ernstig in het gedrang hoeven te komen.”
Een aantal opmerkingen van mij (wms).
Van de 4 vragen van de motie Lambrechts/Hamer wordt alleen op de eerste vraag ingegaan.
Er wordt uitgegaan van 967 klokuur per leerling per jaar die gevuld moeten worden: Dat scheelt natuurlijk al weer met de 1040 en 1000 uur die eerder genoemd worden. Dat komt natuurlijk door de 700 uur van het examenjaar mee te berekenen. Verderop wordt vergeleken met 2001.
Toen werd nog overal gerekend of de docent het hele examenjaar lesgaf. Nu moet je dat blijkbaar niet meer doen en het examenjaar voor 70% meetellen. Als je dat doet betekent het dat diezelfde docent voor die 30% ander werk moet gaan doen. Dat betekent meer doen. Als je in een jaar 6 uur aan examenklassen lesgeeft moet dat blijkbaar maar voor 4 uur gerekend worden. Laat nu in alle CAO’s sinds die tijd staan dat de werkdruk vermindert moet worden en niet vermeerdert. Door nu boekhoudkundig die 30% in te boeken, vermeerder je de hoeveelheid werk voor de docenten. Dit staat nog helemaal los van het feit, dat in de laatste periode van het examenjaar er erg veel correctiewerk bijkomt.
Er wordt van uitgegaan dat er sinds 2001 niets verandert is. Dat is -zie ook boven- een beetje merkwaardig als je bedenkt dat er sinds die tijd in elke CAO gestaan heeft dat de werkdruk omlaag moet.
Dat de werkdruk omlaag moet, staat ook niet voor niets in de CAO. Het rapport uit 2001 : Taakbesteding en taakbelasting van leraren (ook eenvoudig te googelen) bevestigt dat leraren het te zwaar hebben. De bevindingen voor het VO:
– Docenten werken 6% meer dan de 1659 uur waarvoor ze betaald worden. Die 6% meer ontstaat doordat er in de piekweken enorm veel uren gewerkt wordt. Er zijn ook heel veel piekweken.
– De taakbelasting van leraren is veel meer dan de gemiddelde HBO+ werknemer in Nederland (59 – 49)
– De emotionele uitputting – ontstaan door hoge taakbelasting – is veel groter dan die van de gemiddelde nederlandse werknemer (36 – 19)
– Docenten komen onvoldoende toe aan deskundigheidsbevordering. De daarvoor gereserveerde tijd wordt gedeeltelijk gebruikt voor andere taken. Desondanks 6% teveel.
In 2001 werd er bij bijna alle VO scholen in de berekening voor het taakbeleid uitgegaan van 40 lesweken en dat ook in het examenjaar. Zo kwam je toen op die 647 uren. In de praktijk waren het er minder. Nu wordt er gerekend met 36 lesweken. Dat zijn ook 36 redelijk echte weken. Als je bij 647 begint en gaat delen door 36, dan kom je op een hoger aantal klokuren per week uit dan in 2001. Ook in 2001 was het reëler geweest om van 36 weken uit te gaan, maar ja dan kom je op een lager aantal uit dan die 647 uren en dat aantal moet gelden in 2007.
In die 647 uur moet je ook nog rekening houden met docenten die een andere taak erbij hebben (decanen, afdelingsleider enz) die dat gemiddelde omlaag brengen. Der modale docent besteedt daar nu al meer uren aan.
Dan volgt wel de grootste klapper: Als vuistregel hanteren we dat elke leraar (dus ook decanen-afdelingsleider enz.) wel 750 tot 800 uur per jaar onderwijstijd geeft. Die extra uren worden gevonden in de andere definitie van onderwijstijd. Maar gezien de definitie van onderwijstijd moet dat wel contacttijd voor de docent zijn. In de CAO’s van een paar jaar geleden stond als maximum genoemd 720 tot 750 uur voor contacttijd. Nu is dat voor elke docent al geworden tot 800 uur contacttijd (gemiddeld dus en niet maximaal). Begeleiding en werkweken leveren ook heel veel onderwijstijd op. Diezelfde werkweek moet dan wel weer van de 36 weken worden afgetrokken. Om dan toch weer op de 647 uit te komen moet je dus maar uitgaan van 35 weken met een per week dus een hoger aantal uren onderwijstijd. Dit klopt absoluut niet met de werkdrukverlaging.
Tenslotte het einde. Misschien is het al voldoende om het gewoon te lezen. Je kunt door middel van het taakbeleid best nog meer tijd reserveren voor onderwijstijd zonder dat andere taken (deskundigheidsbevordering, lesgebonden taken, oudercontacten) ernstig in het gedrang hoeven te komen.
Kortom : Geef wat minder tijd voor het bijhouden van het vak, het volgen van scholing en het voor- en nawerk van de lessen en besteedt die tijd aan het geven van extra lessen en het komt helemaal goed. Dat terwijl er in 2001 al te weinig tijd beschikbaar was voor deskundigheidsbevordering en lesgebonden taken.
Mijn conclusie: Met voornamelijk boekhoudkundige trucs en foutieve veronderstellingen wordt de onderwijstijd voor de docent opgehoogd van minder dan 647 klokuren tot 800 klokuren en nog wel meer. Door zo te rekenen kom je op voldoende onderwijstijd voor leerlingen uit. Door ruim 20% op te tellen bij 647 kom je op de noodzakelijke 800 uit. Andersom betekent het dus dat de normatieve vergoeding voor onderwijstijd ruim 20% te laag is.
Voor de schoolleiding bestaan er maar 3 mogelijkheden.
– sjoemel met de onderwijstijd, kijk of de inspectie er in trapt.
– verhoog de werkdruk van de docenten.
– stel erg veel – hele goedkope – onderwijsassistenten aan die je voor bijna de volle 1659 uur inzet.
In de praktijk zie je nu op diverse scholen al een mix van die drie mogelijkheden.
Docenten krijgen steeds minder tijd om als professional op te treden. Ze moeten alleen uitvoeren.
Het kwam laatst in mij op om
Het kwam laatst in mij op om de schoolleiding te vragen of ik in plaats van een fulltime baan met 26 lesuren en daarbij de verplichting om deel te nemen aan inefficiente studiemiddagen met sprekers die mijlenver af staan van de praktijk, de verplichting om politie-agentje te spelen tijdens pauzes, op werkweken en tijdens KWT-uren, de verplichting om drie dagen op cursus te gaan om de sociale vaardigheden van mijn leerlingen te kunnen bevorderen, de verplichting om op te komen draven op schoolfeesten, kerstvieringen, klassenfeesten, de verplichting om wekelijks een mentoruur lang kinderen te leren hoe ze hun huiswerk moeten plannen, enz enz, niet gewoon een fulltime baan kan hebben met 30 lesuren, of 32 lesuren, of hoeveel er dan ook nodig is om aan mijn jaartaak te komen.
Kunnen er niet gewoon twee soorten leraarsbanen komen, eentje voor mensen die het geweldig vinden om leraar te zijn met alle aspecten van het beroep daarin, en eentje voor mensen die het voornamelijk geweldig vinden om hun vak over te dragen? Begrijp me niet verkeerd, ik neem regelmatig leerlingen in mijn vrije tijd spontaan mee naar een museum, of een theatervoorstelling. Maar dat vind ik iets heel anders dan dat ik kinderen die ik helemaal niet ken loop te vertellen dat ze hun boterhammen niet op de grond mogen gooien.
Gewoon lesgeven in mijn prachtige vak, met alle aspecten DAARVAN, wat lijkt me dat mooi! Als ik kinderoppas of politieagent had willen worden had ik daar wel voor gestudeerd. Ik wil gewoon vertellen over Romulus en Remus in de lagere klassen, en Cicero lezen in de hogere klassen, en ze laten zien hoe mooi dat is. Nu ik echter steeds meer het gevoel krijg dat juist dat aspect van het beroep danig in de verdrukking komt door al die andere taken -ik raffel mijn lesvoorbereiding tegenwoordig af en denk vervolgens als ik voor die kinderen sta “jullie verdienen beter dan zo’n slecht voorbereide les”, is voor mij het moment gekomen om buiten het onderwijs te gaan solliciteren.
De fulltime louter-lesgeven baan van classica
Ja classica, wat jij wilt, dat is min of meer wat ik ook wil. Het ergste vind ik zelf nog om pauzesurveillance te moeten doen als ik net urenlang met volle overgave les heb staan geven en even moet bijkomen, en opladen voor de lessen die nog komen. Vroeger surveilleerde de schoolleiding vooral, hoor ik van oudere docenten. En op goeie scholen gebeurt dat nog steeds. Ben eigenlijk ook wel benieuwd of het wel mág: mensen laten doorwerken in pauzes. Maar wat heb je aan rechten als het opeisen daarvan je uiteindelijk je baan kan kosten?
De makkelijkste manier om bij jouw wens van “louter lesgeven” in de buurt te komen, is denk ik om twee deeltijdbanen op verschillende scholen aan te houden. Is hier overigens al eens eerder op het forum geopperd. Twee dagen op de ene, drie dagen op de andere school. Zo blijf je redelijk ongrijpbaar voor beide schoolleidingen. Ik ken mensen die de dagen precies zó gepland hebben dat ze op beide scholen het overgrote deel van de vergaderingen missen.
Doe mij ook
zo’n echt docentschap. Ik vind dat er ook een grens zou moet worden gesteld aan het aantal musicals, toneelstukken en talentenjachten. Tegenwoordig concurreren scholen met elkaar ook op dit vlak en daarbij raken de grenzen van de redelijkheid wat betreft de belasting van het team nogal eens buiten beeld.
Bellen leuker dan surveilleren
En dan wordt er minachtend over gedaan dat ik persoonlijk mijn afwezige leerlingen achterna bel. Dat heeft tenminste nog effect. Surveilleren in de pauze, dat vind ik nou een k. klus. Gelukkig is daar op mijn MBO heel goed personeel voor. Personeel die je ook kunt inroepen als er een leerling onhandelbaar is. Dat hoef je elk schooljaar maar één keer te doen en verder laten ze het wel.
Regels mbt surveilleren
zijn er wel degelijk. Dit mag alleen als je het uur er voor zelf niet hebt lesgegeven (zie de cao).
30 minuten ononderbroken pauze
De regel is iets genuanceerder. Een ieder in het onderwijs heeft recht op 30 minuten on onderbroken pauze. Dus geen gezeur van schoolleiding of leerlingen aan je hoofd, ongestoord dus.
Veel doceneten zien af van dat recht, omdat dit betekent dat je dan tussen uren hebt en dus pas later naar huis kunt. Dan moeten we niet zeuren. Overigens is de roostermaker met mij niet blij omdat ik dit recht wel afdwing en nu ben ik niet vrij inzetbaar.
HAHAHA dat is wel een hele
HAHAHA dat is wel een hele mooie ja, van die twee strategisch geplande deeltijdbanen. Het kwam laatst inderdaad ook al in mij op om twee dagen per week in een boekhandel te gaan staan, en drie voor de klas. Onmogelijk om je dan steeds op je vrije dagen op te roepen, als jij op die dagen helaas gebonden bent aan je werk in de boekhandel 😉
vreemde wending
Vanavond (dinsdag 13feb2007) heb ik de reacties op mijn verhaal gelezen. De reacties gaan m.i. helemaal niet over mijn verhaal.
Ik heb geprobeerd aan te tonen, dat de minister ruim 20% onderwijstijd via boekhoukundige trucs en via foutieve veronderstellingen er bij versiert. Naast de schandalige suggestie dat leraren wel wat meer lessen kunnen geven.
Schoolleiders/schoolbesturen/managers zijn dan wel verplicht te gaan zoeken naar trucs om toch aan het verplichte aantal lesuren te komen. Naast het gewone sjoemelen/frauderen is de enige andere oplossing om de werkdruk van docenten onder druk te zetten en/of assistenten aan te stellen. Die assistenten passen dan weer keurig in allerlei nieuwe didactische concepten. Minister tevreden en schoolleiding tevreden.
Dit verhaal is al een flink aantal jaren aan de gang. De scholen krijgen te weinig bekostiging om goed onderwijs te geven. De schoolleiding zoekt naar oplossingen voor dat probleem.
Nieuwe didactieken (verzamelnaam: Het Nieuwe Leren) brengen die oplossing.
Ik ben er van overtuigd dat heel veel schoolleiders het tot dusver geprobeerd hebben met wat gesjoemel met de uren. Nu dat niet meer mag, moet ze dus wel naar de nieuwe didactiek.
Verder denk ik dat een aantal schoolleiders al eerder voor de verleiding is bezweken om nieuwe didactieken te omhelzen (zolang ze maar goedkoper zijn). Het levert een forse bezuiniging op.
Ik neem het dus ook een beetje op voor de schoolleiders/managers. Ze hebben ook niet alle keus en hebben er, gezien de bekostigings omstandigheden vaak het beste van gemaakt.
Een aantal is bezweken voor de nieuwe didactiek/bezuiniging die opeens erg veel geld oplevert. Daar heb ik ook weinig goede woorden voor over.
Voor de volledigheid:
Ik ben docent natuurkunde in het vo, bovenbouw havo/vwo. Jarenlang MR-lid geweest. Betrokken bij het taakbeleid en daar alle mogelijke berekeningen voor gemaakt.