Onderwijsvernieuwing
Toen ik dertig jaar geleden begon te werken in het onderwijs, bereidde ik mij goed voor. Ik zette alles keurig netjes in schriftjes met de bedoeling die het volgend jaar weer te gaan gebruiken. Maar het jaar daarop begon ik dan weer opnieuw, want ik vond dat er dingen anders moesten. Het jaar daarop ging het net zo, en ik begon me een beetje te schamen dat ik dat telkens weer opnieuw zo deed. Maar als ik nu terugkijk, denk ik: het is ook elk jaar anders. Onderwijs is immers een communicatieproces. Je reageert als docent op de leerlingen. Sommige klassen hebben meer uitleg of oefeningen nodig dan andere. Er waren klassen waar je tijd overhield om extra dingen te doen, verhalen te vertellen, of andere stimulerende dingen. Als het goed is, doet iedere docent zo automatisch aan onderwijsvernieuwing. Zoiets valt niet van boven af te sturen. Integendeel, de manier waarop nu het zogenaamde nieuwe leren erdoor wordt gedrukt, ontkent de vakkennis van de docent. Het doodt de creativiteit van de docent, want de leerlingen moeten het allemaal zelf uitzoeken. De docent raakt gedemotiveerd want hij/zij kan zijn vakkennis niet meer kwijt, de leerlingen raken ook gedemotiveerd want zij krijgen geen stimulerende voorbeelden meer, en alleen leerlingen die toch al goed waren, hebben nog kans van slagen. De zwakkeren zijn de dupe in dit systeem. Ondanks alles probeer ik nog steeds nieuwe dingen te bedenken, maar het valt niet mee, want als je op zo’n school werkt waar ze ” het nieuwe leren” voorstaan, vergader je je suf over allemaal zinloze dingen, maar het gaat nooit over de communicatie met de leerlingen die zo belangrijk is.
Vernieuwing versus evolutie
Beste collega Hilde,
Ik herken volledig dat wat u schrijft. Alleen vind ik de woordkeuze ongelukkig. Elk jaar aanpassen naar aanleiding van het voorgaande jaar. Dat is geen vernieuwen, maar een evolutie. Vernieuwing wordt juist wel van bovenaf opgelegd, denk maar aan de mammoetwet, de fusies, de bavo, de tweede fase, het vmbo, allemaal vernieuwingen (of is het nu vernielingen) van het onderwijs welke van boven af (ministeries) werden opgelegd. Daarvan vind ik persoonlijk de mammoetwet nog de minst erge, maar dat is een andere discussie.
Onze natuurlijke evolutie die u en ik delen komt voort uit vakmanschap, iets dat een docent in zich heeft en dat gescherpt is op de opleiding die wij hebben gevolgd voor wij voor de klas mochten. Wij doorlopen een cylcus, een jaarlijkse cyclus. Plannen maken, uitvoeren, evalueren, bijstellen, en aangepaste plannen maken. Oh hé dat willen ze nu ook al van boven af opleggen en vooral controleren, maar dan met een mooie benaming, opgesloten in de wet BIO. Competenties noemt men dat. En dat moeten de managers gaan controleren bij ons, managers die vaak (in mijn ervaring) mislukte of gesjeesde of omhooggevallen leraren zijn. Een incompetent allegaartje. En die moeten dan onze competenties gaan controleren. Nou ik hecht veel meer waarde aan de output die ik van mijn kids krijg. Daar leer ik veel van. Mijn manager van afgelopen jaar heeft een les bijgewoond en haar woorden waren, goede les, je zag wat er gebeurde en dan stuurde je ook nog je TOA aan (ja ik geef scheikunde)
Een goede jaarcyclus leidt tot evolueren van de docent, zonder oplegging en controle van bovenaf.
Heel goed, McNeacol.
Heel goed, McNeacol.