Wat moeten pabo studenten kunnen op het gebied van rekenen (de “kennisbasis”)?

Door de discussies over de kwaliteit van het rekenonderwijs heeft de staatssecretaris enige tijd geleden aan de HBO-raad gevraagd om een kennisbasis rekenen/wiskunde op te stellen: een document waaruit blijkt wat pabostudenten aan het eind van hun opleiding moeten kunnen.
De HBO-raad heeft dat opgepikt en een groep aan het werk gezet om dat te leveren.

In een overleg tussen de stichting goed rekenonderwijs en de HBO-raad bleek dat een eerste versie van dat rapport bijna af was en is aan prof. van de Craats en prof. Tijms van de stichting Goed Rekenonderwijs gevraagd om daar hun mening over te geven.

Die eerste versie bleek onleesbaar en ook niet te voldoen aan de eisen die de staatssecretaris had gesteld (onderscheid tussen wat en hoe). Het was geen kennisbasis rekenen/wiskunde, maar een onleesbaar stuk waarin rekenen en de realistische rekendidactiek volledig verstrengeld waren. Jan van de Craats en Henk Tijms hebben toen een alternatief geschreven en aangeboden aan de HBO-raad en de staatssecretaris.

Zojuist is de definitieve versie vrijgegeven en te lezen op de website van de kennisbasis pabo.
Deze versie is in essentie niet anders dan de eerste versie die we onder ogen kregen. Opmerkelijk, maar wellicht ook niet zo opmerkelijk, is dat expliciet gesteld wordt dat deze kennisbasis is geschreven om goed geïntegreerd te kunnen worden in het competentiegericht opleiden dat volgens de inleiding van het stuk bij elke pabo wordt toegepast. Hiermee worden de rekeneisen nog verder gemixt in een hutspot van niet alleen (realistische) didactiek, maar ook voorzien van een vette jus van beroepseisen en houdingsaspecten die geheel en al volgens het competentiegericht leren zijn opgesteld.

U kunt deze “kennisbasis” hier vinden. Het alternatief dat Prof van de Craats en Prof Tijms hebben opgesteld vindt u hier.

15 Reacties

  1. Verplicht realistisch rekenen
    Als het ministerie op dit document haar stempel zet dan moeten alle PABOs zich hieraan houden. Dat betekent dat het onmogelijk wordt voor een PABO om geen realistisch rekenonderwijs te geven. Zo komen we van een hagelbui in een nog wat ergere hagelbui.

    Ook mooi:

    Dit is overeenkomstig de adviezen van de commissies Dijsselbloem over de onderwijsvernieuwingen en Meijerink over de doorlopende leerlijnen voor taal en rekenen. Daarin klinkt indringend de aanbeveling door om direct betrokkenen tot trekkers te maken van belangrijke onderwijsontwikkelingen. Het gaat dan juist om de professionals uit de onderwijsinstellingen en minder om politici, ambtenaren en externe experts.

    Dus met Dijsselbloem in de hand proberen de idioten die nu de lerarenopleidingen als docenten bevolken mensen die echt verstand van zaken hebben buiten de deur te houden.

    • vlijtige bazen
      Tot nog toe kregen instanties en staatssecretarissen die beweerden “het veld” te raadplegen voor de voeten geworpen dat ze daaronder het voorleggen van hun ideeën aan de schoolbesturen of de raden van de verschillende schooltypes bedoelden. Maar nu hebben die besturen blijkbaar de werkvloer opgeschoond zodat er alleen nog maar mensen werken die, al zou het alleen maar met de mond maar niet met het hart zijn, het geloof van hun bazen verkondigen. Op het veld beweert nu iedereen hetzelfde. Petje af voor de bazen en bovenbazen. Ze hebben hun tijd goed gebruikt.
      Seger Weehuizen

      • wiens brood men eet
        Het is de bazen in de schoot geworpen, Seger. In een niet zo lang verleden was het ondenkbaar dat een docent met een vaste aanstelling ontslagen werd om een andere reden dan sterk teruglopende leerlingaantallen danwel om uiterst extreem gedrag.
        Nu kun je de laan uit gestuurd worden omdat je het niet eens ben met het onderwijskundig keurslijf waarin je wordt gestopt. Je moet, zoals ieder andere loonslaaf, simpelweg zonder vragen uitvoeren wat de boven je gestelden hebben besloten.
        De onderwijsverzorging als bv het APS hebben consultants die de directie hierbij bijstaan. Bij het onderwijsvernieuwing programma hoort joemen riesors, zoals dat tegenwoordig heet.
        Lump sum, schaalvergroting en het handen af van de overheid hebben dat voor elkaar gekregen. Natuurlijk met actieve medewerking van de bonden. Doekle Terpstra, Ella Vogerlaar, Sjaak Tichelaar c.s. wilden toch enige carriere maken na het harde vakbondsbestaan.

        • De citruspers
          Of het machtsmiddel van ontslagrecht de besturen alleen maar in de schoot geworpen is of dat ze de overheid ook bewust in die richting gedreven hebben weet ik niet maar het laatste lijkt me waarschijnlijk. De politici zullen met een willig oor de opvatting dat besturen zonder extra macht de door de politici gewenste veranderingen niet goed zouden kunnen doorvoeren aangehoord hebben.
          In verband met het nieuwste plan tegen het tekort aan leraren en het afnemen van de kwaliteit van het onderwijs: Het is absurd dat er politici zijn die denken dat brilliante afgestudeerden zich 2 jaar in een werkkamp willen ophouden om er vervolgens nog te blijven ook. Ik spreek van “werkkamp” omdat er in de scholen niet alleen de vrijheid en eigen verantwoordelijkheid van de docent verdwenen is maar ook leraren moe gehouden worden door hen te verplichten allerhande overbodige extra werkzaamheden te verrichten.
          Seger Weehuizen

  2. Het voordeel van
    Het voordeel van dit akelige document van de HBO-Raad is dat straks niemand meer kan zeggen dat zij het niet geweten hebben. De inhoud wordt hier bewust ondergeschikt gemaakt. Het gebrek aan inhoud gaat straks domineren in de discussie. Kennis is en blijft macht. Het is ook niet de politiek die er voor verantwoordelijk is maar de bestuurders, zij maken deze keuze. Triest, heel triest.

  3. Inteelt
    Het heldere rapport van prof. vd Craats en prof. Tijms is een grote verademing in vergelijking met het onderwijskundige jargon dat door het pedagogisch/didactisch/bestuurlijk complex is geproduceerd. De opstellers en belanghebbenden van de ‘kennisbasis pabo’ hebben zoveel petten op dat een heldere probleemanalyse en een vakmatige oplossing onmogelijk wordt. Dat gedrocht onderstreept de noodzaak van voortdurende BON-actie.
    De stichting goed rekenonderwijs en haar leden verdienen grote lof en alle mogelijke steun.

  4. Vaktaal en wartaal
    Je krijgt twee documenten onder ogen. Eén ervan is kort, terzake en duidelijk. Het is geschreven door twee mensen, overduidelijk met kennis van zaken. Het andere document is geproduceerd door tientallen personen. De beste kwalificatie die me te binnen schiet is: een mengelmoes van wartaal en gewichtigdoenerij. Waar het over gaat, wat de conclusie is? Geen idee. Een docent Nederlands zou de opstellers van dit verhaal hun werk opnieuw laten doen; om te beginnen zonder al die inleidingen, herhalingen en zijsprongen en met als opdracht het met een factor tien in te korten.
    Wat kan een HBO-raad met dit tweede document doen? Het lezen lijkt mij volstrekt onmogelijk. Wordt deze apekool tot ‘kennisbasis’ verheven, haalt dan uw kinderen maar van de lagere school en vlucht naar België.

  5. Hens aan dek
    Al deed ik gym-beta met twee achten voor wiskunde-I en wiskunde-II (dit om te tonen dat ik niet van de straat ben), ik ben toch bepaald geen wiskundige en veroorloof mij dan ook geen mening over het HBO-document dan wel het alternatief dat de prof. Van de Craats en Tijms boden.

    Wel neem ik graag op gezag van anderen aan dat er reden is tot grote zorg over het HBO-stuk en dat de Stichting Beter Rekenonderwijs een met feiten verdedigbaar beter alternatief biedt.

    In dat geval staan we voor een stevige uitdaging: de Tweede Kamer er van te weerhouden het HBO-document zonder slag of stoot aan te nemen. Dat is van belang, omdat stukken als dit (die ook voor het VO geschreven zijn) de bekwaamheid van nieuwe leraren voor de klas sterk beïnvloeden, maatgevend zijn voor zowel schoolboekauteurs als toetsontwikkelaars van het CITO, en aldus een flinke invloed laten gelden op wat onze kinderen feitelijk te leren krijgen op de basisschool.

    BON wil Beter Onderwijs met meer feitelijke, vakinhoudelijke leerresultaten. Dan moeten we ons durven bemoeien met de normen voor die leerresultaten en voor die vakinhoud. Zeker als de nood aan de man is.

    Ik hoop dan ook dat de vakdeskundige betrokkenen van BON of van de Stichting het nodige in het werk stellen om de onderwijsspecialisten in de Kamer (die op fractievergaderingen de toon zetten) (en die verenigd zijn in de Vaste Kamercommissie voor Onderwijs) duidelijk te maken dat het HBO-document onacceptabel is.

    Daarvoor zal zowel op persoonlijke titel geë-maild moeten worden als de media bespeeld. Zowel de oppositiepartijen in stelling, als de coalitiepartijen met de feiten in verlegenheid worden gebracht. Zowel onweerlegbare feiten als onbeschaamde retoriek ten beste worden gegeven.

    Kwesties als deze beschouw ik als een lakmoesproef voor BON. Als er iets gedaan moet worden dat binnen mijn macht ligt, verleen ik graag mijn diensten.

    • Ik sluit me aan
      Ik sluit me aan bij Couzijn. Dit gedrocht moet gestopt worden en dat zal de 2e kamer lijkt moeten doen. Dus we moeten de 2e kamerleden van ons gelijk overtuigen. Als ik iets kan doen om daarmee te helpen: graag.

      Is het overigens toeval dat dit document uitkomt in de zomervakantie?

  6. Journalisten en politici kunnen er ook wat van …
    136 Teletekst do 23 jul
    ***************************************
    Kort nieuws buitenland
    ***************************************
    ` De Amerikaanse stad Oakland gaat op
    de verkoop van marihuana belasting
    heffen.Het gaat alleen om cannabis voor
    medicinaal gebruik;artsen zijn relatief
    soepel bij het voorschrijven ervan.
    Verkopers moeten op elke dollar omzet
    achttien dollar aan de schatkist
    afdragen. D66 vindt de belasting ook wel
    een idee voor Nederland.

    • Inmiddels gecorrigeerd
      Het blijkt 18 dollar op elke DUIZEND dollar omzet te zijn.
      Het zal wel meer een kwestie van slordigheid geweest zijn dan van (gebrek aan) rekenvaardigheid.

      • Tjee, wat laag
        Begrijp ik goed dat de verkoop van cannabis in de VS in een bijzonder laag BTW-tarief van 1,8% valt?

        Hoe verhoudt dat zich tot de BTW die Nederlandse coffeeshops moeten heffen op de verkoop van hun genotsmiddelen? Of tot de BTW die in het algemeen (in de VS of Nederland) geldt op de verkoop van geneesmiddelen? Het lijkt me een storm in een glas water.

        Behalve van het maken van een reken- of slordigheidsfoutje dunkt me dat de journalist hier ook beschuldigd moet worden van het leveren van onduidelijke en incomplete informatie, waar de lezer maar weinig wijzer van wordt.

  7. In het stuk van de HBO-raad
    In het stuk van de HBO-raad wordt verwezen naar een lopend onderzoek van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen naar het verband tussen resultaten binnen het rekenonderwijs en gebruikte methodes. Dit in verband met de aanzwellende kritiek op het realistische rekenonderwijs. Op de site van de KNAW kon ik hierover zo snel niets vinden. Weet iemand toevallig iets van dit onderzoek en wanneer we het resultaat mogen verwachten ?
    In de daarop volgende passage nemen de auteurs van de HBO-nota op een nogal merkwaardige wijze stelling tegenover de geleverde kritiek. Ik citeer.
    “Overigens lijkt nuancering hier op zijn plaats. Kritiekpunten komen soms – met name, maar niet uitsluitend, in de media – uitvergroot en contraproductief in beeld (vergelijk Siersma, 2008; Ros 2009). Hoogland (2008b) wijst erop dat in de discussie vervor – mingen optreden, die leiden tot karikaturen die het rekenonderwijs niet verder helpen.” Ik heb Siersma 2008 en Ros 2009 er niet op nagelezen en ik geloof Hoogland 2008b op zijn woord dat er in de discussie vervormingen optreden. Het stuk stikt van dergelijke verwijzingen en bevat een duizelingwekkend lange literatuurlijst. Vermoedelijk omdat de auteurs denken dat dit het wetenschappelijk gehalte bepaalt. Maar aan de gefundeerde kritiek op de methode van het realistisch rekenen wordt alleen deze stroperige passage gewijd. Uitsluitend en met name.
    B. Verkroost 2009

    • KNAW
      Die KNAW commissie kwam ik 2 maanden geleden ook opeens tegen via een aankondiging op de site van het Freudenthal Instituut. Verder kon ik niets vinden en ik vroeg hier op de BONsite of iemand er meer van wist (bijvoorbeeld de samenstelling van de commissie). Niet dus.

      Ik ben het met Verkroost eens dat de kritiek op realistisch rekenonderwijs niet voldoende aandacht krijgt in het rapport. Verder zou ik nog willen melden deze kritiek vervormd wordt in het rapport. Zo zou Van de Craats 2007 gaan over bepaalde uitwerkingen en Opmeer 2005 over bepaalde deelaspecten. Nu is zo dat Van de Craats 2007 gaat over de manier waarop de basisoperaties aangeleerd worden (kolomsgewijs versus ‘de manier van opa’) en dat Opmeer 2005 zich concentreert op het onderdeel ‘breuken’, maar in beide gevallen wordt het hele realistische rekenen bekritiseert: de bepaalde uitwerking of het bepaalde deelaspect dient voornamelijk als illustratie.

      In inspectierapporten worden Van de Craats 2007 en Opmeer 2005 als de 2 kritische artikelen ten opzichte van realistisch rekenen aangehaald, maar er was eerdere kritiek bijvoorbeeld van Raf Feys en in de afscheidsrede van Henk Visser uit 2004 (en wat wiskunde in het VWO betreft in de intreerede van Frans Keune uit 1998). Ik vraag me af of de KNAW commissie gedurende haar nu lijkt het half jarige bestaan met deze critici gesproken heeft of dat alleen de Freudenthalers hun kant mogen toelichten.

      • KNAW commissie rekenen
        De KNAW-commissie is als volgt samengesteld:

        prof.dr.ir. Hester Bijl Technische Universiteit Delft
        dr. Marjolein Kool PABO Hogeschool Domstad en Freudenthal Instituut
        prof.dr. Jan Karel Lenstra (voorzitter) Centrum Wiskunde & Informatica, Amsterdam
        drs. Anneke Noteboom Stichting Leerplanontwikkeling, Enschede
        dr. Kees van Putten Universiteit Leiden
        prof.dr. Rob Tijdeman Universiteit Leiden
        prof.dr. Lieven Verschaffel Katholieke Universiteit Leuven

        Drs. Marian Hickendorff (Universiteit Leiden) is werkzaam als onderzoeker voor de commissie. Ir. Arie Korbijn (bureau KNAW) is secretaris.

        De commissie heeft als opdracht:

        Breng in kaart wat bekend is over de relatie tussen rekendidactiek en rekenvaardigheid op grond van bestaande inhoudelijke inzichten en empirisch feitenmateriaal. Geef daarbij aan hoe ruimte kan worden geschapen voor leraren en ouders om te kiezen op basis van informatie over deze relatie tussen rekendidactiek en effect.

        De commissie hoopt uiterlijk in september haar eindrapport gereed te hebben.

Reacties zijn gesloten.