Hallo XXX,
Op de XXX is twee jaar geleden vooral in de sector Zorg Welzijn het onderwijs volgens het “nieuwe leren” radicaal ingevoerd. Dit is topdown ingevoerd voorafgegaan middels een cursus begeleid door XXX en XXX en enthousiast aangestuurd door XXX en onze afdelingsleider XXX.
Het probleem is dat de vernieuwingen van managers en externe adviseurs komen en een nogal religieus karakter hebben. Als het gaat om concrete uitvoeren van deze ideeen geven deze mensen niet thuis. Dan ben jij als docent de expert. Ze kunnen met verve de achterliggende ideeen (dogma’s) van het “nieuwe leren” omschrijven maar ze maken geen vuile handen bij de uitvoering. Alles wat daar fout gaat ligt aan de docenten. Deze hebben intussen hun handen niet vrij want doen het alleen goed als het voldoet aan de kaders van het “nieuwe leren”. Als je zoals ik als wiskundedocent vakinhoudelijke bezwaren maakt wordt er door mijn afdelingsleider gereageerd met kwalificaties in mijn richting als “ondermijnend” en “niet loyaal”. Dat gebeurt in sektes en dogmatische politieke bewegingen ook. Cursusleiders XXX en XXX konden ook niets anders dan meewarig hun hoofd schudden. Als ik een van hen uitdaagde vakinhoudelijke argumenten te gebruiken kreeg ik hooguit te horen dat er vast en zeker wiskundedocenten in Nederland waren die mij deze konden geven. Dat het materiaal zoals Winst dat zogenaamd hieraan voldoet niet deugt en hooguit in een aantal kleine onderdelen van het vak een functie kan hebben wil men niet horen. Het is vloeken in de kerk. Door vrijwel iedere wiskundedocent, de Vereniging Van Wiskundedocenten, maar ook bijvoorbeeld door de commissie Meijerink (Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Rekenen en Taal), en de commissie Dijsselbloem wordt erkend dat het vak wiskunde een inherent logisch opgebouwde leerlijn is en dat het verwerven van rekenvaardigheden bij voorkeur zonder context aangeleerd dient te worden. Ik ben het met je eens dat er houtsnijdende ideeen zitten in de filosofieen van het “nieuwe leren”. Waar mogelijk wil ik deze dan ook wel gebruiken maar iedere concessie wordt door mijn leidinggevenden, gespeend van vakinhoudelijke kennis, afgedaan als onwil. Wel weet mijn afdelingsleider te melden: “Als het mis gaat ligt het aan de uitvoering niet aan de visie” en “Ik heb een hekel aan wiskunde, dat had ik vroeger al, ik begrijp er niets van. Aan het meeste heb je later niets.” XXX, het is heel eenvoudig: Dit zijn enerzijds mensen die bezig zijn zich te profileren t.b.v. hun carriere. Ze huilen mee met de wolven in het bos. Ook is er een deel van deze mensen die na het mislukken van de socialistische droom (die ook religieus van aard was, het botste niet voor niets zo met de katholieke kerk) een nieuwe leer zoeken. Deze behoefte aan een nieuwe grote droom is voor deze mensen een bestrijding van de fantoompijn die het verliezen van een religie meebrengt. Ondertussen hebben mijn derde klassers op het VMBO nog maar een instructieuur wiskunde in de week waarin ik alle theorie kwijt moet. Geloof me, na vijftien minuten instructie ben je de aandacht kwijt. Vroeger gaf ik hooguit tien minuten klassikale instructie waarna men zelf aan het werk ging. (Van mij mochten ze indien gewenst en door mij vertrouwd ook een ander vak doen.) De andere twee uren zijn nu ondergebracht in keuzewerkuren waarin ze zelf gepland hebben wat te doen. Er bestaat geen enkele wiskundemethode die dit probleem zou ondervangen. De resultaten kelderen zienderogen. Ik bestrijd dit middels stiekeme lessen waar mijn leerlingen, vooral vierde klassers die het examen zien komen, zelf om vragen. (Een soort schuilkerk.) Ik weet zeker dat het “nieuwe leren” voor een groot aantal andere vakken zeer geschikt is en mits met ongebonden handen door docenten vormgegeven een groot goed kan zijn. Probleem is dat er geen evolutie maar revolutie (inherent verwoestend van karakter) wordt gepredikt. Cursusleiders XXX en XXX zeiden steeds dat het “nieuwe leren” alleen kon slagen als het radicaal ingevoerd zou worden. Minder stond gelijk aan mislukking. Dan kun je dus achteraf altijd zeggen dat het niet genoeg gedragen werd. Lekker makkelijk. Groet,
XXX
En de schuldige is …
De overheid heeft in al haar on-wijsheid besloten dat ook de onderwijsadviesdiensten, zoals het APS en consorten, op semi marktconforme wijze hun inkomsten moeten verwerven. Het effect: veel reclame-gebral, voortdurend nieuwe “producten” in de markt zetten; veel onderzoek naar “misstanden” en allerlei ongevraagde en ongewenste “diensten” aan de “onderwijsmarkt” proberen te slijten.
En de managers lusten er wel pap van; als het (voor hen) maar “rendeert”.
Welkom Piet Pleinen
Ik zie dat je pas kort geregistreerd bent hier op ons forum. Van harte welkom dus!
Je aangrijpende betoog is helder. De beelden zullen voor velen hier herkenbaar zijn. Ik wil je serieus waarschuwen: sektes zijn keihard tegen mensen die ze verdenken wat minder gelovig te zijn. Zeker het APS heeft bewezen de managers van de scholen van keiharde methoden te voorzien om andersdenkenden te kielhalen. Kijk uit met je schuilkerk. Niet alleen de beelden zullen worden onthoofd, maar je kunt zelf ook wel inpakken als men er achter komt.
Inhoudelijk wil ik nog wel iets verder gaan dan wat je zelf poneert. Ik heb zo langzamerhand de volledige overtuiging dat het nieuwe leren op geen enkele plaats, op geen enkel niveau en ij geen enkel vak een goede aanpak is. Inderdaad: bij wiskunde is het invoeren van die kindermishandeling het allerergste, maar zelfs bij praktische vakken is een opbouw op basis van de intrinsieke structuur van de lesstof noodzakelijk. De beroemde (APS/ALex van Emst) auto die van de sloop gehaald moet worden is een voorbeeld van uitermate slecht onderwijs. Er is namelijk geen inhoudelijke opbouw.
Dat wil allemaal niet zeggen dat je niet praktisch en aan de beroepen gerelateerd zou kunnen leren. Maar eerlijk gezegd, deed mn broer dat 40 jaar geleden op de LTS metaalbewerken ook al. Praktisch leren met aan werk gerelateerde activiteiten. Daarna gevolgd door een leerlingstelsel met een meester-gezel systeem. En 40 jaar geleden noem ik, met trots, oud leren. De enige reden dat dat nieuwe leren nog wel eens enthousiast wordt onthaald is dat het praktisch lijkt, en veel mensen vinden met mij in de praktische niveaus van het VMBO ook praktijkles gegeven moet worden.