Sinds 1 augustus van vorig jaar leven we onder de wet BIO. Dat onderwerp is in dit forum al aan de orde geweest.
Maar nu krijgt die wet op allerlei scholen vorm. Mijn school moet die ruim voor de zomervakantie vertaald hebben voor eigen gebruik. Ik neem aan dat er op veel scholen commissies en/of conrectoren gevormd zijn die zich daar nu mee bezig houden.
Omdat ik deel uitmaak van de BIO-groep van mijn school en we dat werk binnenkort afronden kan ik wat kanttekeningen maken:
1. In ons geval (een Semper Movens-school) komen we 7 competenties tegen. Op de derde en vierde plaats staan vakinhoud en didactiek en de organisatorische competentie. En dan zijn er dus nog 5 andere. Ik hoor tot de factie die de vakinhoudelijke vooraan wil zetten, daar zijn immers veel van de andere van afgeleid. Als ik een brood wil bakken, moet ik van alles van de ingrediënten weten, van ovens, van kneden. Of ik een onhandige kluns ben, en af ten toe niet kan opschieten met een rare collega, is hinderlijk maar toch duidelijk minder van belang.
2. Deze competenties zijn een richtlijn voor een docent om zijn functioneren voor zichzelf te beoordelen. Daarnaast is het natuurlijk meteen een handige kapstok voor een functioneringsgesprek (“en wat heb je gedaan met je interpersoonlijke competentie?”). En natuurlijk is het een prachtig instrument voor een vernieuwingdriftige schoolmanager om sollicitanten te screenen.
3. In mijn zoektocht naar uitwerkingen op andere scholen kwam ik het “competentieprofiel” vande inspecteur S. de Vriesschool tegen. Dat is een school voor zeer moeilijk lerende leerlingen, dus ik kan me voorstellen dat de indicatoren er daar behoorlijk anders uitzien. Die school heeft de indicatoren ook nog eens uitgesplitst op het niveau van de leraar: basisniveau, ervaren niveau en excellent niveau. Op dat laatste niveau kom ik omschrijvingen tegen als “denkt na over veranderingen in de samenleving en de gevolgen daarvan voor het onderwijs en komt met vernieuwende voorstellen” en “laat leerlingen eigen leerstrategieën ontwikkelen”. Waar laat me dit aan denken?
Reacties zijn gesloten.
Je ziet natuurlijk direct de gespiegelde competentie hierin
“Denkt na over vernieuwlingen in het onderwijs en de gevolgen daarvan voor de maatschappij”
Zo zie je maar eens hoe moeilijk het is om aan deze ultieme competentie te voldoen. Geen enkele vernieuwler geeft op zijn assessement rapport nog een voldoende weten te scoren voor deze compedinges.
Wet Bio=paard van Troje
Officieel in de wet vastgelegd: vakinhoudelijke en didactische kennis is slechts 1 van de 7 competenties van een leraar.
Deze wet zal zeker gebruikt worden om onbekwame leraren in dienst te nemen (voldoet immers aan zes van de zeven competenties) en bekwame leraren (die volgens de manager niet ‘interpersoonlijk competent’ zijn en niet competent in ‘samenwerken in een team’) te lozen.
Weer zo’n rammelend stuk
Weer zo’n rammelend stuk wetgeving. Eerder al mochten we huiveren om de volkomen scheve attributie van macht die verankerd is in de wet. Wanneer verlost iemand ons eens van die slechte wetgeving? En wie? Ronald Plasterk?
Vakinhoudelijke en
Vakinhoudelijke en didactische competentie is er slechts één van de 7 en wordt pas op de derde plaats genoemd.
Ter informatie ‘de’ 7 competenties (het hadden er evengoed zomaar 77 kunnen zijn) gekopieerd uit de brochure wet BIO:
1 Interpersoonlijke competentie: Leiding geven en zorgen voor een goede sfeer van
omgaan met en samenwerking tussen leerlingen.
2 Pedagogische competentie: Zorgen voor een veilige leeromgeving en bevorderen van
persoonlijke, sociale en morele ontwikkeling of:
bevorderen van de ontwikkeling tot een zelfstandig en
verantwoordelijk persoon.
3 Vakinhoudelijke en didactische competentie: Zorgen voor een krachtige leeromgeving en bevorderen
van het leren.
4 Organisatorische competentie: Zorgen voor een overzichtelijke, ordelijke en taakgerichte
sfeer en structuur in de leeromgeving.
5 Competent in samenwerken in een team: Zorgen dat het werk afgestemd is op dat van collega’s;
bijdragen aan het goed functioneren van de schoolorganisatie.
6 Competent in samenwerken met de omgeving: In het belang van de leerlingen een relatie onderhouden
met ouders, buurt, bedrijven en instellingen.
7 Competent in reflectie en ontwikkeling: Zorgen voor de eigen professionele ontwikkeling en de
professionele kwaliteit van de beroepsuitoefening.
Accute
pedagogenallergie, krijg ik ervan.
Pas op, dat is een indicator
Pas op, dat is een indicator voor het ontbreken van zelfreflectie. Je bent niet kritisch op je eigen leerproces!
Oeff
weer betrapt!
Ik doe de deur dicht…
…(we hebben nog deuren) en ga gewoon aan het werk.
Ze zijn toch gek geworden.
[laatste deel van het bericht was off-topic, M79]
Censuur.
Jammer…!
Immers, alles moet bespreekbaar zijn.
Maar niet altijd en op iedere plaats
Inderdaad moet alles bespreekbaar zijn, maar niet altijd en op iedere plaats. Deze pagina gaat over de wet BIO. Laten we het daar dan ook over hebben op deze pagina.