Waar moeten we beginnen?

Na lezing van het BON-manifest ben ik direct lid geworden. Vooral omdat de analyse van wat er mis is in ons onderwijs zo messcherp is.
Op het forum tref je een heleboel klachten aan die samen eigenlijk de bevestiging vormen van wat in dat manifest in zijn algemeenheid wordt gezegd.
Die problemen kan je alleen maar aanpakken als de overkoepelende omstandigheden worden verbeterd.
Het manifest zou dan ook hardnekkig onder de aandacht van kiezers, politici en bestuurders moeten worden gebracht.

Wil men daarna een eerste concrete maatregel nemen, dan zou het volgende geweldig helpen.

Er moet strak worden vastgehouden aan vakinhoudelijk en centraal bepaalde eindexamennormen. Niet de statistiek moet bepalen wie er slagen en wie niet, maar de vakvereisten. Niks normverlaging als we teveel zakkers hebben! Zijn er in een jaar ’teveel’ slagers (komt zoiets voor?), dan is dat prima.

Dit geeft ons docenten een goed houvast om alle andere maatregelen mee te kunnen rechtvaardigen.
Alle zaken ten aanzien van discipline, concentratie en werkhouding vloeien daar dan logisch uit voort en zijn ook logisch te rechtvaardigen tegenover ouders, inspectie en leerlingen.

Een school met veel zakkers kan dan staande houden dat ze hun leerlingen ‘optimaal op een razendsnel veranderende maatschappij voorbereiden’, en dat al die leerlingen hun persoonlijkheid zo geweldig hebben ontplooid, en dat die leerlingen allemaal zo lekker mondig zijn….. maar de zakkers krijgen geen diploma.

Het effect van onderwijs’hervormingen’ kan dan eindelijk eens getoetst worden aan objectieve resultaten.

Blijkt zo’n ‘Nieuwe Leren’ school dan betere resultaten te hebben: hardstikke mooi, vooral zo doorgaan!
Blijkt echter dat de resultaten slechter worden:
meteen stoppen met die onzin en terug naar af.

Blijkt zo’n 2e fase ingevoerd te zijn en kelderen daarna de resultaten: afgelopen met het feest, en niet meteen het volgende experiment.

De onderwijsinspectie en tal van andere partijen kunnen daar dus ook hun voordeel mee doen.

Voorwaarde om dit te laten slagen is dat de organisatie van de examens zo wordt gemaakt dat de examinator GEEN BELANG heeft bij de resultaten van de geëxamineerde en dat de examinator WEL BELANG heeft bij het zo goed mogelijk (vanuit vakperspectief gezien) vervullen van zijn taak.
Wat dat betreft is er nog een wereld te winnen, want de inrichting van schoolexamen en centraal examen is nu precies andersom. Iemand die grondig nakijkt en niemand bevoordeelt is veel tijd kwijt, krijgt daarvoor geen geld en moet verscheidene ruzies per jaar afhandelen. Iemand daarentegen die alles goed vindt, zijn plicht verzaakt, klunzen laat slagen en de vloer aanveegt met alles wat vakinhoudelijk verantwoord is, zo iemand is snel klaar, houdt iedereen te vriend, en krijgt precies dezelfde ‘vergoeding’ als ieder ander.

Deze wantoestand is met enkele simpele veranderingen op te heffen.
1) Hef de schoolexamens op of laat ze nakijken (ook op moeilijkheidsgraad) door een buitenschoolse partij.
2) De eerste en tweede corrector van het centraal examen komen altijd van buiten de school.
3) De inspectie controleert de examinatoren geregeld op kwaliteit van het werk.
4) De moeilijkheidsgraad van de centrale examens moet continu worden getoetst en vergeleken met oudere examens, zodat het niveau op peil blijft.
5) Normaanpassing is taboe.

Zeker is dit geen oplossing voor alle dagelijkse ellende die wij kennen, maar ZONDER dit sluitstuk zal het effect van elke andere maatregel langzamerhand weer eroderen.

Wat denkt het Forum hiervan?