Vrienden van BON in het VO

Waarom zijn er eigenlijk nog geen middelbare scholen die “vrienden van BON” zijn?
Zou het niet een idee zijn het hele netwerk van leden per e-mail te vragen of ze de directies van hun respectievelijke middelbare scholen eens zouden willen polsen? Ik heb zelf op een hele goede middelbare school gezeten die qua lesmethoden zeker de goedkeuring van BON zou wegdragen; ik zou eens erheen kunnen gaan en vragen wat ze ervan zouden vinden.

17 Reacties

  1. Modern
    Ik ben bang dat de meeste middelbare scholen van zichzelf vinden dat ze ‘modern’ moeten doen en dus op zijn minst met HNL-termen willen schermen, al is het maar om de indruk te wekken dat men serieus gestalte heeft gegeven aan de vernieuwde basisvorming. Als er middelbare scholen mee willen doen, zullen dat vermoedelijk scholen zijn die een goede beoordeling krijgen in de schoolprestatiesonderzoeken van Trouw, zoals het Vossius Gymnasium in Amsterdam of het Stedelijk Gymnasium in Leiden.

  2. Misschien even via het bestuur?
    BON heeft natuurlijk heel graag scholen die onze visie willen aanhangen en uitdragen. Momenteel is men daar binnen het bestuur druk mee bezig. Om onduidelijkheid te vermijden lijkt het me goed dat je, als je dit wilt, eerst even een mailtje aan Presley Bergen stuurt. Je begrijpt dat het een delicaat onderwerp is, wellicht vindt het bestuur deze school niet aan de voorwaarden voldoen.

    Natuurlijk kan een school ook altijd zelf contact opnemen met BON. Hoe meer scholen dat doen hoe beter, maar we moeten de waarde van de aanduiding “vrienden van BON” wel hoog houden.

    NB: zoals altijd is dit mijn privé mening, ik weet niet hoe het bestuur hier over denkt.

    • Helemaal mee eens
      Ik was ook helemaal niet van plan om op eigen houtje naar mijn oude school toe te gaan. Ik spreek natuurlijk niet namens BON en dat begrijp ik heel goed.
      Ik bedoelde het mede als suggestie aan het bestuur. Ook ben ik benieuwd wat de andere forumdeelnemers van het idee vinden.

      • Bon-school
        Jongelui,

        Het bestuur is druk bezig met het ontwikkelen van een BON-certificaat. Het is daar al behoorlijk in gevorderd. Voordat BON scholen gaat benaderen, moet toch eerst heel duidelijk zijn waar een BON-school aan moet voldoen hoewel er, zoals jullie wellicht weten, al twee belangrijke onderwijsinstellingen zijn die een voorschot hebben genomen op het certificaat. Maar dit alles doet natuurlijk niets af aan het idee hierboven geopperd. Het bestuur zal te zijner tijd dit idee zeker meenemen en contact met betrokkenen opnemen.

          • certificaat
            Het certificaat zal aangevraagd kunnen worden door onderwijsinstellingen van basisschool tot en met universiteit.

        • hoe?
          Mogen de leden van BON ook meedenken over het certificaat?
          Worden scholen voorgedragen voor een BON-certificaat of melden de scholen zich aan?
          Wie doet de toets of een school BON-certificaat-waardig is en hoe gaat dat in z’n werk?

          • goede vraag
            want bij mij ontstaat nu het gevoel dat ik in heel het onderwijs heb. Bestuur en directie bepalen en de lesboeren hebben het maar te slikken, zonder inbreng.
            Wanneer het door BON gedragen moet gaan worden, dienen de leden zich uiteindelijk uit te spreken en nog beter mee te denken.

          • Je gevoel
            begrijp ik, maar het lijkt me voor BON tactisch niet goed als we op het forum gaan discussiëren over bepaalde scholen als er onderhandelingen gaande zijn. Wat niet wegneemt dat een algemene discussie over criteria en de wijze van goedkeuring interessant zou zijn.

          • Ask not what BON can do for you
            Zijn wij slechts BON-boeren?
            Nee, want:
            1. BON is een vereniging van een wat bijzonder type. We zijn er niet voor de leden, maar met het doel onderwijs te verbeteren. Het gaat om: “ask not what BON can do for you, ask what you can do for BON”. Dat doel is wat ons samenbrengt en het is nauwkeurig vastgelegd in de uitgangspunten.
            2. Mijn ervaring is dat het bestuur zeer bereikbaar is en meedenken op prijs stelt.
            3. BON is groot. Groot in ledental, maar nog veel groter in maatschappelijk belang. Alle andere “spelers” in dit discours zijn mensen met een salaris van meer dan dat van de minister president (Plasterk uitgezonderd), met een staf die zo’n beetje de halve onderwijsbegroting opsoupeert en met een hecht netwerk met tentakels in de kleinste haarvaten van de maatschappij. Het bestuur bestaat uit vrijwilligers. Mensen met een onderwijsbaan ernaast. Je weet, dan hou je tijd zat over voor andere zaken.
            4. Ik zie het gevecht van BON tegen HNL wel degelijk in lijnen van een militaire operatie. BON moet uitermate nauwkeurig optreden. Dat kan alleen bij duidelijke sturing door het bestuur.
            5. Een jaar geleden waren wij er ook, maar deden NIETS. Die situatie is nu volledig anders. Soms realiseren we ons dat onvoldoende, lijkt het alsof het gewoon is dat we onze mening kunnen geven en dat we gehoord worden. We worden dan ongeduldig. Het moet sneller. En iedereen heeft daar zijn eigen manier voor.
            6.Het bestuur is niet feilloos. Maar anders dan bij de onderwijsbazen heb ik niet het idee dat er iets over ons wordt uitgestort. Ieder van ons hangt ten volle de uitgangspunten van BON aan. Laten we de manier van opereren ajb door het bestuur laten bepalen. Men legt daarover verantwoording af, luistert naar “onze” meningen en heeft waanzinnig veel bereikt.
            Het grootste gevaar zie ik in het overwerkt raken van de bestuursleden. Laten we hen ajb niet het vuur aan de schenen leggen, maar vragen wat we voor BON kunnen betekenen.

          • En inderdaad, dit* maakt dat de leden van deze vereniging
            veel begrip -ik zou haast willen zeggen ‘dankbaarheid’- en geduld voor het werk van hun bestuur moeten betrachten. Ik vermoed dat de opofferingen vrij groot zijn, alhoewel ik natuurlijk niet precies weet hoe groot. Maar een baan als hoogleraar naast bon? Kun je nog boeken schrijven als je je inspant voor het onderwijs? Iedere dag vanuit Amerika de website onderhouden en het nieuws volgen? Docent aan de hogeschool zijn combineren met een boordevolle agenda voor afspraken in de weekenden en in de avonden? Er een volle baan bij hebben?!

            Het heeft overigens ook weinig zin als wij ons allemaal gaan bemoeien met dergelijke zaken. Het komt de slagvaardigheid beslist niet ten goede.

            Overigens twijfel ik er niet aan, McNeacol, dat een enkel mailtje naar Ralph of Presley of Mark of Mark of Ad of enz. voldoende is om je mening kenbaar te maken.

            dit*= [Het bestuur bestaat uit vrijwilligers. Mensen met een onderwijsbaan ernaast.]

  3. interactie tussen bestuur en leden
    Dag mensen, ik lees met interesse jullie discussie. Ik ben blij met de lovende woorden van sommigen over het bestuur van BON, en ik begrijp ook de zorgen van sommige anderen. Binnen het bestuur ligt het onderwerp ‘vriend van BON/BON-certificaat’ niet bij mij maar bij Paul Bezembinder en Ad Verbrugge, dus kan ik alleen wat gedachten spuien – die twee heren zitten dichter bij het vuur, en in eerste instantie is dit their call.

    Dat gezegd hebbende, ik vind het idee van ‘veldraadpleging’ of ‘discussie met de leden’ wel iets dat bij het certificaat een plaats zou kunnen hebben. Laat ik daar iets verder over brainstormen: op dit moment is het nog geheel onduidelijk of er een school, en zo ja welke school, een dergelijk certificaat wil aanvragen, wat zo’n certificaat dan precies betekent, hoe de procedure moet lopen, en meer van dit soort dingen. Nu is het nog te vroeg om een voorstel hierover in de kring te werpen. Wanneer de structuur wat meer helder is geworden, en er kandidaten zijn, dan is het moment misschien daar om andere leden in de discussie te betrekken. (Voor jullie info: op kleine schaal wint het bestuur altijd meningen in van mensen buiten het bestuur, zeker rond dit soort issues. Maar dat is een gesloten proces, niet een open veldraadpleging). Ik heb groot vertrouwen in Paul en Ad, ook gezien hun ervaring, dus ik vermoed dat een ledenraadpleging inhoudelijk weinig nieuwe inzicht en zou opleveren – maar je weet het nooit. Ik zal dit idee in ieder geval met Paul en Ad bespreken – jullie horen er nog van.

    • De planning
      Ik ben net thuis van de eerste bijeenkomst met cololeage welke zich, net als ik, beschikbaar hebben gesteld voor de kring VO. We mogen nu stellen dat ook deze van start is gegaan. De bijeenkomst stond onder leiding van onze penningmeester Frits Wensing en ik durf te stellen dat het vruchtbaar is geweest. Overigensd hebben we het ook over het certificaat gehad en Frits meldde dat de planning is dat de volgende fase in deze rond september van start gaat en daarbij worden de leden niet vergeten. Verder onderschreef hij wat Mark hierboven ook schrijft.

      Mijn oma leerde mij twee dingen:
      haastige spoed is zelden goed en geduld is een schone zaak.
      beiden moeten wij leden nu aan de dag leggen, laat het bestuur een goed fundament leggen en ik ben er van overtuigd dat zij in hun wijsheid de juiste leden om raad en advies zullen vragen. En laten we ook niet vergeten dat wij een stevige commissie van aanbeveling hebben waar veel kennis er ervaring aanwezig is.

Reacties zijn gesloten.