Het is schandalig zoals de overheid met onze jeugd omgaat.
Als onze jongeren na de basisschool door hun aanleg en talenten als vanzelf gedwongen worden, via het VMBO, zo snel mogelijk een vak te leren, want dat is hun verlangen en zijn ze aan zichzelf verplicht, gebeurt juist het omgekeerde.
Ze leren van alles een beetje. Halen een diploma en denken dan geschikt te zijn voor het vak vermeld op dat papiertje.
En dan gaat het fout. Men ontdekt dat men veel meer moet weten of men vindt het vak niet leuk en dan is men al 17 of 18 jaar en dan weet men het niet meer, raakt de koers kwijt, gaat schoppen of helemaal de verkeerde kant op.
Ook vakinhoudelijk gaat het fout.
Is de jeugd op deze leeftijd juist ontvankelijk voor kennis en vaardigheden, ze leren veel te weinig. Een beetje wiskunde. een beetje taal, een beetje van alles.
Heeft de mens in het algemeen niet de verplichting er maximaal uit te halen wat er inzit? Zijn talenten volledig te benutten? We hebben toch ook niet een beetje leren lopen, een beetje leren eten, een beetje leren poepen?
De alom verkondigde opvatting, dat men door de “hulptroepen” niet meer zonodig hoeft te rekenen en wiskunde helemaal niet toegepast wordt bij de uitoefening van de vakman is op zijn zachtst gezegd gewoon stom.
Wiskunde is de basis voor het logisch denken. Ontwikkelt de hersenen, maakt deze rijp voor allerlei opnames, vooral op mentaal gebied. Men leert relativeren, denken in oplossingen. Verminderd zinloos geweld, gedrag e.d.
Uitvinders van het nieuwe leren die voortgaan met dit zinloos proces zijn de echte criminelen.
Zij zijn de schuldigen van de jeugd die ontspoort.
De echte criminelen zitten in de tweede kamer, bij de politiek.
Leo Willemsen, docent elektrotechniek op een ROC
prestaties
Hoe we het ook wenden of keren: het gaat in het leven om prestaties.
Wie over veel talenten beschikt, kan parallel twee academische studies tot een goed einde brengen.
Wie het echter met andere bedrading moet doen, kan tot prestaties komen door zijn aandacht te versmallen.
Zodoende kunnen zelfs verstandelijk gehandicapten fraai houten speelgoed maken of stoelen matten.
Goed onderwijs gaat van dit gegeven uit.
Hoe minder talenten, hoe eerder specialiseren.
Daarom verdient het aanbeveling veel (algemeen vormende) vakken in het VMBO facultatief te maken.
Verder dient meer de nadruk te liggen op maatschappelijk nut.
En de getalenteerden moeten beseffen, dat zij hun werk niet kunnen doen zonder de inzet van vele, vele anderen.
David:”Hoe we het ook wenden
David:”Hoe we het ook wenden of keren: het gaat in het leven om prestaties.”
Dit is een nogal simplistische samenvatting, met uw welnemen. De economie gaat misschien over prestaties (niet over goed of slecht, maar over rendement). Werk tot op zekere hoogte ook. Maar onderwijs? Gaat dat niet over ontwikkeling?
Het gevolg van de specialisatieredenatie is dat kinderen steeds jonger al in een bepaalde richting geduwd worden. Wie veel talent heeft kan tot ver na zijn 23e alles leren wat ie wil weten en maakt zich ver daarna pas druk over wat ie gaat worden (beroep).
Wie minder talent heeft wordt uitgesloten van steeds meer leerbronnen (dat kun jij toch niet) en moet op 12 jarige leeftijd al weten wat ie gaat worden (beroep). Hij weet vooral ook waar hij de rest van zijn leven de kans niet meer toe krijgt (toegang tot bepaalde opleidingen).
Ik vind het niet zo wonderbaarlijk dat juist bij deze leerlingen de scholingsmoraal achteruit holt. Welke weethonger of leerkoorts of ambitie ze ook krijgen, de route is allang voor hen bepaald. Daar hebben ze zelf geen invloed meer op.
Wat zouden ze dan nog?
Praktijkmensen
U zegt dat leerlingen ‘de rest van hun leven de kans niet meer krijgen’ tot bepaalde opleidingen, indien het keuzemoment naar voren wordt gehaald. Moet daarom de carriere van een praktijkmens zo lang mogelijk worden uitgesteld? Ik vind het een beetje pathetisch klinken. Je hebt toch eenmaal een verschil tussen praktisch ingestelde mensen en theoretisch ingestelde mensen? Waarom is de tweede tot norm verheven? Er zijn toch genoeg praktijkopleidingen in het bedrijfsleven (en prive) te vinden, waardoor vaardigheden worden verscherpt en nieuwe kennis wordt aangeleerd? Dan kan de kiem toch ook tot bloei komen? Waarom moeten deze mensen ook zo’n lang leertraject door? Ze zien het persoonlijk nut (nog) niet in en zijn dus niet gemotiveerd. Ze willen zelf dus nog niet die kansen benutten! Wat is het dan razend moeilijk hen toch een algemeen leertraject aan te bieden! (‘hebben we niets aan, is te vaag’) Sommigen krijgen wijsheid achteraf, anderen zal het een worst wezen. Voor hen is misschien alleen maar praktische leerplicht interessant (‘he, hier heb ik wat aan’, ‘dit vind ik leuk’, meester-leerling verhoudingen, rolmodellen aan wie ze zich kunnen optrekken, het ontstaan van zelfvertrouwen en trots op grond van eigen prestaties -ontwikkeling gaat helaas alleen maar via inspanning-), waarbij ze op hun talent worden aangesproken. Je hebt ook op ander niveau mensen die het roer willen omgooien en weer helemaal opnieuw met een opleiding moeten beginnen. Omdat ze achteraf de verkeerde keuze hebben gemaakt. Omdat de samenleving zo razendsnel verandert. Misschien had iemand juist wel praktisch willen kiezen, tegen de druk van docenten, ouders en maatschappij in. Hadden deze mensen achteraf een grotere keuzevrijheid? Je kunt mensen niet van het wieg tot het graf beschermen, was dat maar waar! Wat je wel verplicht bent te doen is ze goed te begeleiden, en te helpen in hun keuze, en te zorgen dat er genoeg naschoolse ontwikkelingsmogelijkheden zijn: praktische en schriftelijke (wie betaalt dat? Werkgever, prive of maatschappij hangt ervan af). Er zijn zoveel mensen die avondonderwijs volgen. Wanneer houdt ontwikkeling op? We leven in de informatiemaatschappij met een computer op ieder bureau (individuele kennisoverdracht), er zijn zelfs schriftelijke MBA’s voor de doorzetters! Wanneer heeft de school zijn taak volbracht? Inderdaad een moeilijke discussie!! De maatschappelijke druk is hoog. In ieder geval mogen mensen niet tussen de wal en het schip terecht komen, daar is de maatschappij ook voor: extra (praktijk)opleidingen aan te bieden om iemands kansen te verhogen op een zelfstandig en trots bestaan.