InHolland ligt weer onder vuur, nu door de studenten Tandheelkunde. Zij hebben GeenStijl ingschakeld om aan te tonen dat hun opleiding niet deugt, omdat er bij tentamens gefraudeerd wordt.
Aangezien GeenStijl altijd in is voor een relletje, heeft dat weblog het bericht meteen opgepikt en gepubliceerd. Je kunt zeggen van GeenStijl wat je wilt, maar er worden daar geregeld kritische noten gekraakt over het onderwijs.
www.geenstijl.nl/mt/archieven/2011/07/hbo_tandheelkunde_inholland_di.html#more
Of…
… dat ook gebeurt bij de grote toelatingsproef in Gent =>
de mening van een Nederlandse kandidaat
In het Vlaamse journaal werd gezegd dat 20% van de kandidaten uit Nederland kwam. Aan een Nederlands meisje werd gevraagd wat ze vond van die toelatingstoetsen. Twee dingen: eerlijker dan loten en een veel hoger niveau dan in Nederland.
Altijd lachen met eerlijk loten
Voetbalwedstrijd. Wie speelt welke richting in de eerste helft? Loten?
In 1976 onderzocht bij vijfdeklassers vwo: waar gaat je voorkeur naar: loten, gewogen loten, selecteren? Wat denk je: heel goede scholieren hebben vaker voorkeur voor selectie (ze denken dat ze dan een betere kans hebben), de minder goede scholieren vaker voor loten.
Midden 19e eeuw kon de Engelse elite wel instemmen met instellen van toelatingsexamens: de eigen kinderen zouden dat immers makkelijk winnen van het schorremorrie en andere upstarts.
Eind 19e eeuw: Edgeworth legt uit hoe je aan moet kijken tegen de loterij bij examens. Rond de aftestgrens is het immers fifty-fifty wat er uitkomt. Deze artikelen waren ongeveer het begin van de mathematische statistiek.
Bij een numerus fixus voor een opleiding ho, een publiek bekostigde opleiding ho, is het ook — vooral — een morele kwestie wie een schaarse plaats krijgt, en wie niet. Het idee dat je zo’n plaats kunt ‘verdienen’ is slecht begrepen meritocratie. En de kiem van veel toegevoegd leed. Eerlijkheid is geen eenvoudige kwestie. Wie een schaarse plaats voor zichzelf claimt met het argument dat dat ‘eerlijk’ zou zijn, mag dat bepleiten tegenover de deelgroep die zich door die ‘eerlijkheid’ benadeeld mag voelen.
hebben ‘benadeelden’het laatste woord?
Zodra er sprake is van selectie, zijn er ‘benadeelden’ (een misleidend woord, want het impliceert dat elke afvaller benadeeld zou zijn).
Overal waar geselecteerd wordt (sollicitaties, sportwedstrijden, ballotagecommissies enz.) vallen er mensen af.
Als je niet wilt dat er mensen afvallen, zul je dus niet moeten selecteren. Dat zou betekenen dat bij elke opleiding iedereen, ongezien, welkom is.
Ik vrees dat iedereen begrijpt dat zo’n voorstel min of meer onwerkbaar wordt. Daarom wordt er dus in allerlei situaties, ook in het onderwijs, geselecteerd. Degenen die onderworpen worden aan de selectie weten bij volle bewustzijn dat zij verliezers zouden kunnen zijn.
Vanuit hun gezichtspunt is verliezen vanwege een loterij beslist oneerlijk te noemen! Zij kunnen zich nog zo hebben ingespannen met het oog op een gewenste loopbaan, zij kunnen door het zuiver willekeurige lot worden verworpen. Ik heb daar geen goed woord voor over.
Je moet het bekijken vanuit de kandidaat die geslecteerd kan worden: als al zijn inspanning door het totaal willekeurige lot verworpen kann worden, is er sprake van oneerlijkheid; zeker als de luiwammes wel de toegang verkrijgt.
Als er een woord van de verliezer zwaar moet wegen, is het het woord van de verliezer wiens inspanningen werden overruled door het zuiver willekeurige lot.
Ik walg van loting!! Loting is in mijn ogen pervers: het beloont niet de geleverde inspanningen.
En mochten er leerlingen zijn die zich weinig hebben ingespannen maar die toch steeds hoge beoordelingen hebben gekregen, zou men dergelijke talenten met open armen moeten willen ontvangen, en beschouw ik het als immoreel dat zulke talenten dankzij de totale willekeur van het lot verworpen kunnen worden.
Loten is de totale willekeur!
Totale willekeur
Hals,
Er zijn situaties waarin die totale willekeur juist gewenst is. Maar je hebt gelijk, niet iedereen zal het daar altijd mee eens zijn.
inspanningen worden nutteloos door loting
Leerlingen kunnen al op de middelbare school weten welke richting zij daarna uit willen gaan. Hun gemotiveerdheid kan hen drijven tot inspanningen.
Als al die inspanningen zuiver door het lot helemaal voor niets blijken te zijn geweest, beschouw ik dat als examen doen met bloed, zweet en tranen, waarna geloot gaat worden of men geslaagd is. Ik vind zoiets immoreel.
Loten
Moby,
Als er echt veel minder plaatsen beschikbaar zijn, dan er kandidaten voor zijn, dan is er een moreel probleem: wie krijgt er een plaats, wie niet? Althans: wanneer het gaat om publiek bekostigd onderwijs. In andere gevallen mogelijk ook, trouwens.
Het is te simpel om een meritocratische oplossing te kiezen, zoals jij voorstelt, want de term is mooier dan de werkelijkheid waar een en ander in resulteert. Michael Young heeft de ultieme consequenties geschetst.
In het geval van geneeskunde lijkt iedereen het langzamerhand normaal te vinden dat juist de slimmere middelbare scholieren daar voorrang krijgen. Nog in de zestiger jaren was geneeskunde een studie die bepaald niet uitsluitend briljante geesten trok, en waar eigenlijk iedereen die voldoende financiële steun van thuis had, de studie kon afmaken. Of dat dan ook in mindere huisartsenzorg resulteerde dan we tegenwoordig hebben? Ik geloof daar niets van.
Enzovoort. De maatschappelijke discussie over deze problematiek, nu zo’n veertig jaar durend, is hoogst amusant en weinig minder leerzaam. Op mijn website vind je ongeveer alles wat er over geschreven is, zoal niet de hele tekst, dan toch de referentie.
re. loten
Als er een beperkt aantal plaatsen beschikbaar is, moet er een manier gezocht worden om de beste kandidaten te selecteren.
Verliezen omdat er betere kandidaten waren, is gemakkelijker te accepteren dan verliezen vanwege een domme willekeurige loterij.
Verliezen vanwege biologische factoren is gemakkelijker te aanvaarden dan verliezen omdat medemensen besloten hadden over jou te beslissen door een domme loterij die niet naar kwaliteiten en verdiensten wenst te kijken.
Waarom ‘de besten’
Moby,
Het is niet altijd vanzelfsprekend dat bij het verdelen van schaarse plaatsen de voorkeur uitgaat naar ‘de besten’. Dat mag jouw voorkeur zijn, zeker als je denkt dat je zeker tot ‘de besten’ zult horen.
Als je wel eens een klein beetje te maken hebt gehad met personeelsseelctie, dan zul je weten dat ‘de besten’ juist ‘te goed’ kunnen zijn voor de plaats die je in de aanbieding hebt. Op landelijek schaal kan datzelfde zich voordoen: wanneer we de knapste koppen van Nederland selecteren om huisarts te worden, en de minder knappe koppen blijven dan over voor de technische universiteiten, dan doet Nederland het niet goed.
De rest kun je zelf wel invullen.
“Het idee dat je zo’n
“Het idee dat je zo’n plaats kunt ‘verdienen’ is slecht begrepen meritocratie. En de kiem van veel toegevoegd leed.”
Ik ervaar toch echt veel meer leed wanneer ik machteloos aan de zijlijn moet toekijken terwijl Vrouwe Fortuna het lot van mij en anderen bepaalt. Laat mij alsjeblieft maar zelf enige invloed hebben op de uitkomst, zelfs al zou ik dermate ontalentvol zijn dat het slechts een illusie zou zijn.
Wanneer ik zak voor een toelatingsexamen dan kan ik mezelf de schuld geven, wanneer ik slaag dan kan ik trots zijn op mijn prestatie (ja, zelfs al weet ik dat het net goed of verkeerd gokken op een enkel vraagje het verschil kan maken, bovendien kan het evengoed zo zijn dat je ruim geslaagd bent (of ruim gezakt bent) en dat het toeval duidelijk geen rol speelde).
Wanneer ik arbitrair een nummer krijg toebedeeld dan kan ik niet aanvaarden dat ik om die reden niet de studierichting van mijn voorkeur kan volgen terwijl ik met een 7,9 slaagde.
Bovendien meet je met een toelatingsexamen en met selectie op cijfers (met de nodige kanttekeningen) ook indirect de motivatie. In hoeverre een hoge motivatie voor het winnen van zo’n selectie ook een hoge motivatite voor zo’n studierichting garandeert weet ik niet maar het voelt toch wel eerlijk aan dat dit element meegewogen wordt.
Je bent niet de enige
Bart,
Beschouw eens de situatie dat al die andere kandidaten voor dat te kleine aantal plaatsen even gemotiveerd zijn als jij bent. Dat is toch niet zo’n gekke veronderstelling, of wel? Stel dat je zou weten dat iedereen even gemotiveerd is. En dat iedereen dat van iedereen weet. En dat de groep mag beslissen welke vorm van loten het wordt:
– ongewogen lotng
– loting gewogen met bijvoorbeeld relevante eindexamencijfers
– een toelatingsexamen met alle toevalselementen die daaraan inherent zijn (a beschreven door Edgeworth, 1889 of zo)
– de eindexamenresultaten (natuurlijk met dezelfde toevalselementen als in het toelatingsexamen hiervoor)
Enzovoort.
O ja: ALLE KANDIDATEN ZIJN GESCHIKT VOOR DE BETREFFENDE OPLEIDING
Jij hebt er ontzettend veel voor over om aan de gewenste opleiding te mogen beginnen. Je zou het dus niet accepteren dat de een kandidaat voorrang op jou krijgt, omdat een statisticus heeft berekend dat de opleiding van jouw concurrent naar verwachting een fractie goedkoper zal uitvallen dan de jouwe. Toch? Of vind je deze meer biologische vorm van loterij wel aanvaardbaar (de mate van erfelijke bepaaldheid van verschillen in intelligentie speelt dan mede een rol)?
biologische vorm van loting
Opmerkelijk Ben. Het geeft aan op welke manier je tegen verschillen tussen leerlingen (mensen in het algemeen) aankijkt. Ik vind dat een vorm van verkeerde abstractie die op geen enkele manier nog een relatie met de werkelijkheid en gevaarlijke consequenties heeft, maar ieder zijn eigen wereldbeeld;-)
Ik begrijp dat biologische verschillen moeten worden uitgesloten, maar ook dat verschillen in status en maatschappelijke achtergrond moeten worden uitgesloten, verschillen in cultuur idem. Dan blijft alleen het zuivere dobbelen over, of een situatie waarin op geen enkele manier wordt geselecteerd. En de abstractie “maatschappij” moet daar allemaal maar op inspelen.
Grote woorden
2010
Je gebruikt grote woorden. Maar ik vermoed dat je me verkeerd hebt begrepen. Wat ik in kapitalen heb geschreven, betekent dat geen van de kandidaten (maak er vrijwel geen enkele van, als je dat beter bevalt) op voorhand kwalificeert als ongeschikt voor de studie geneeskunde.
Heb ik iets gezegd over wat moet worden buitengesloten? Je reageert associatief op woorden die ik gebruik. Waar het om gaat is dat je de aard van de schaarstesituatie analyseert, bekijkt wie op welke manier invloed heeft of kan hebben op beslissingen, wat mogelijke gevolgen van mogelijke beslissingen zijn, hoe je die gevolgen eventueel kunt kapitaliseren in geld, menselijk kapitaal, geluk, whatever. Dat is een deel van mijn vak, om dit soort dingen te doen. Het probleem dat ik daar voortdurend bij heb, niet tegenover vakgenoten, maar tegenover de partijen die betrokken zijn bij dit soort beslissingen (aanomende studenten, commissies-Veerman, staatsecretarissen, columnisten, forum-deelnemers) is dat het niet simpel blijkt om over te brengen dat het hier om een vak gaat, een discipline, iets waar je jaren in moet investeren voordat je iets verstandigs kunt zeggen. Iedereen heeft immers verstand van selectie. En van onderwijs. Nietwaar? En dat is een dilemma, want je kunt wel denken dat je er verstand van hebt, maar toch tegelijk door de bejubelde selecteurs in het pak worden genaaid.
Interessant is het altijd wel. Stof voor discussie ook. En het gáát ergens over.
Re: grote woorden
Het gaat er me niet om jouw vak af te zeiken (wellicht klopt wat je zegt over jouw vak), maar er is vaak een groot probleem met vakken die zeggen dat iedereen in het vak het met elkaar eens is, maar dat die domme buitenwereld het niet door heeft. Denk bijvoorbeeld aan de realistische rekenaars (om een voorbeeld te noemen waar je onlangs zelf uitgebreid naar gekeken hebt).
Daar is iedereen zelf bij
Mark,
Er zijn eenvoudige lakmoesproefjes. In het geval van het realistisch rekenen: kijk eens naar de hoeveelheid PR in hun publicaties, naar de drogredenen, naar het belachelijk maken van men lieden met andere opvattingen over wat goed rekenonderwijs is. Allemaal signalen dat je hier niet met een gezonde tak van wetenschap hebt te maken, maar met een particuliere onderneming met overheidsfinanciering. Iedereen heeft dat kunnen constateren, daar was echt geen vergrootglas voor nodig.
Het gekke is, trouwens, dat de meeste leden van de Freudenthal-groep toch op de een of andere manier wiskundige zijn. De strenge manier van redeneren in dat vak is kennelijk niet aan ze besteed zodra het oer het onderwijs in de wiskunde gaat (dat is immers iets anders dan wiskunde). Maar datzelfde geldt voor de wiskundigen die langs de zijlijn zijn blijven staan toekijken, al die decennia.
Verschillende motivaties
Bij geneeskunde is er nog een andere complicerende motivatie-factor. Naast een inhoudelijke motivatie voor de keuze van het vak (interessant!) is er een nobele motivatie (ik wil mensen helpen). Een niet te onderschatten motivatie is ook het kiezen voor geneeskunde vanwege de status, of een relatief baanzekere en goed betaalde functie in de toekomst.
Vier motivaties naast de inschatting van de slaagkans. Als het goed is biedt een VWO daarvoor voldoende zekerheid. De andere motivaties zijn redelijk moeilijk te wegen. Wel weet ik dat status, baanzekerheid en geldbelustheid ook vaak voorkomen.
Ik weet niet zeker ofdat
Ik weet niet zeker ofdat fraude daar mogelijk is maar ik kan wel een beetje uitleg geven over de procedure. Bij aanmelding krijg je een nummer in een rij toegewezen, hierdoor moet je al veel geluk hebben als net jouw vrienden/klasgenoten voor je zitten. Het is dus lastig om afspraken te maken voor afkijken. Een klassieker is bijv. dat je met de stand van de pen aangeeft ofdat je A, B, C, D, … invult (noord = A, oost = B, …).
Verder werken ze natuurlijk met minstens 2 exemplaren van de vragen.
Hoewel veel vragen (in een soortgelijke vorm) terugkomen is het zeker niet gemakkelijk om eventjes de antwoorden van die vragen uit je hoofd te leren, het is dan toch gemakkelijker om de theorie gewoon goed te leren. Bovendien bestaat de helft van het examen uit cognitieve testen: een soort van intelligentietest, een soort van test voor tekstverklaren en een soort van eq-test.
Fraude is vast niet uit te sluiten maar de kans dat je met fraude slaagt voor dat toelatingsexamen is zeer klein.
De waarde van een diploma is afhankelijk van de mate van garantie die het diploma geeft over iemands minimale kennis, inzicht en vaardigheden. De waarde van dit InHollanddiploma zou normaal gesproken sterk moeten afnemen, indien dit niet gebeurt dan zouden onze tandartsen er niet om geven dat zij niet weten ofdat de mondhygiëniste wel of niet haar vak verstaat wat ik als patiënt bijzonder verontrustend zou vinden. Ironisch genoeg zouden juist de leerlingen die dit aan de grote klok hebben gehangen dus wel eens de dupe kunnen worden, wat mij betreft moet InHolland de leerlingen van deze opleiding voor zo ver zij dat willen hun geld teruggeven zodat ze bij een andere HBO-school, waar ze wel goed examineren, een diploma kunnen behalen.
Gaat wel ver!
Het gaat me toch wel erg ver dat studenten klagen bij de school over de fraude van medestudenten. We kunnen er niet helemaal een politiestaat van maken op school. Wat te denken van fouilleren op alle elektrische apparaatjes voordat men de school ingaat? Immers de enige manier om dit te voorkomen. Mij gaat het echt te ver.
Déze fraude is te voorkomen
Hinke, deze fraude is mogelijk doordat:
– er enkel meerkeuzevragen worden gebruikt voor het examen (leer maar eens de antwoorden van 100 open vragen uit je hoofd)
– er steeds dezelfde vragen worden gebruikt
Werk veel meer met open vragen, voeg jaarlijks open vragen toe aan een database en selecteer random de open vragen en fraude is niet meer mogelijk of loont in ieder geval niet of nauwelijks.
Die fraude is overigens maar een van de vele problemen bij deze opleiding van InHolland, andere problemen waarover wordt geklaagd:
– veel te laag opleidingsniveau van de leraren: “Docenten die de opleiding tot mondhygiene hebben afgerond maar geen boren en vullen hebben gehad, krijgen slechts één dagje boor- en vulles. Daarmee halen ze “een certificaat” en vervolgens ”leggen ze het uit aan de studenten”.”
– gebrek aan practicumfaciliteiten, of een overschot aan leerlingen: “De school maakt het extra moeilijk bij de praktijklessen. Dit omdat er te weinig tandartsstoelen zijn.
…
Maar in Almere zijn er slechts 38 stoelen beschikbaar voor de studenten.
…
Maar helaas wordt er weinig aandacht besteed aan het begeleiden van de praktijklessen en bovendien zijn er erg weinig dagen dat we kunnen oefenen. Elke student kan één per week oefenen en soms zelfs helemaal niet.
…
“Vraag het maar aan je medestudenten”, “ik weet het niet” of “zoek het maar op in het boek”.”
Voor alle duidelijkheid, dit
Voor alle duidelijkheid, dit is niet enkel een verwijt aan de leraren van deze HBO-school, het wordt de leraren ook wel erg lastig gemaakt door de besturen van dit soort scholen en hun collega’s (die reeds gedemotiveerd en gedesillusioneerd zijn t.g.v. het wanbeleid van het bestuur).
Deze reactie op GeenStijl is veelzeggend: “Mee eens. Ik heb acht maanden op een hbo les gegeven, drie tentamens op mijn vakgebied gegeven (hoi, jij bent nieuw hier? Helaas hebben we niets meer liggen dus kan je even een nieuwe module in elkaar zetten?), en drie keer een geheel nieuw tentamen gemaakt. Andere case, andere verhouding multiple-gok en open vraag, etc.
Merendeel van de collega’s keek me aan of ik helemaal gek was geworden, zeker omdat ik ze binnen twee weken nakeek, alhoewel er ook wel collega’s zijn die het ook doen, en het veel langer volhouden. Ik werd na een paar maanden knettergek en heb ontslag genomen.”
www.geenstijl.nl/mt/archieven/2011/07/mondhygienisten_van_inholland.html
Eenvoudige oplossing
Studenten die klagen over medestudenten. Dat gaat inderdaad ver. Misschien is de situatie ook wel zeer ernstig. Zelf zie ik niet zo erg wat die “frauderende”studenten fout doen. Voor het tentamen oudere toetsen inzien en bestuderen, lijkt me onderdeel van een goede voorbereiding. Als de opleiding dat tegengaat, is dat een verloren zaak. Het echte probleem lijkt me te zitten in de te beperkte tijd die docenten krijgen om toetsen te ontwikkelen. Elk jaar 1 of 2 nieuwe toetsen moet mogelijk zijn. Maar als er geen tijd voor is, gebruik je een oude. Die tijd moet je van bestuur/directie krijgen.
De situatie op middelbare scholen begint vergelijkbaar te worden. Daar komt nog bij dat het management vindt dat alles controleerbaar “eerlijk” moet gaan. Elke zieke of anderszins afwezige leerling moet alle mogelijkheden krijgen tot inhalen, maar de inhaaltoets moet wel van hetzelfde niveau zijn als de eerste. Als je dan weinig tijd hebt, gebruik je maar dezelfde toets. Iedereen tevreden.
Klaas Wilms
Helemaal eens
Een toets ontwikkelen is echt geen kattenpis. Het is legitiem en normaal dat je een goede toets opnieuw moet kunnen gebruiken. Natuurlijk mogen studenten oude toetsen bestuderen, maar als studenten het verwijt maken dat docenten te beroerd zijn om steeds nieuwe toetsen te maken, suggereren ze daarmee dat de docenten de fraude als het ware hebben uitgelokt. Dat is echt beneden peil.
Nogmaals, het gaat hier om
Nogmaals, het gaat hier om toetsjes die voor 100% bestaan uit meerkeuzevragen. Die kan je zeer gemakkelijk van buiten leren.
Dat is hier het echte probleem: het gebruik van enkel meerkeuzevragen.
Ik heb examens gehad waarvoor je ook ´enkel` de antwoorden van 50-100 vragen van buiten hoefde te leren (soms zeer ruime open vragen waarvoor je tot zo’n 4 A4’tjes nodig hebt om goed te antwoorden). Het merendeel van die vragen kon beantwoord worden met een dictaat, de rest moest je zelf opzoeken. Geloof mij, zelfs al hadden studenten samengewerkt om alle vragen zo zorgvuldig mogelijk te beantwoorden, het leren van de antwoorden op die vragen was minstens zo lastig als het bestuderen van het dictaat zelf en behoorlijk wat studenten behaalden een onvoldoende.
Stel als docententeam gewoon een database op met vele honderden open vragen waarbij je af en toe nog eens wat nieuwe vragen toevoegt en selecteer hier willekeurig X vragen uit, eventueel ingedeeld per categorie. Wedden dat het maken van wat foto’s van vorige toetsen of het oefenen van vorige toetsen helemaal geen zin meer heeft en dat het voor de studenten of leerlingen (HBO) net zo effectief is om gewoon braaf uit het dictaat en/of het handboek te studeren?
Al dan niet door omstandigheden (schoolbestuur) gedwongen, de leraren maken het zichzelf gemakkelijk door alleen met meerkeuzevragen te werken. Tja, het is logisch dat de leerlingen dan hun uiterste best doen om deze zwakte in het systeem uit te buiten.
Nu ben ik niet anti-meerkeuzevragen maar voor mij is het nut van meerkeuzevragen vooral dat je in een korte tijd veel meerkeuzevragen kan stellen en dat je zodoende met een aanvulling van meerkeuzevragen breder kan toetsen. Ik denk dus dat meerkeuzevragen vooral als een aanvulling op een examen gebruikt zouden moeten worden en niet als voornaamste onderdeel van een examen.