Graag zou ik de mening van de forumleden willen weten over het volgende:
Mijn onderwijscarrière begon ik als tekendocent met een tweedegraad bevoegdheid. Naast mijn baan ben ik gaan studeren en behaalde ik een doctoraal kunstgeschiedenis. Als vervolg hierop deed ik een postdoctorale opleiding en behaalde ik een Master of Arts in Teaching Art History and Cultural and Artistic Education. Dit alles om mij persoonlijk te ontwikkelen maar zeker ook om mijn vak zo goed mogelijk te kunnen uitoefenen.
Ik werk 20 jaar als docent beeldende vorming en kunstgeschiedenis op een VAVO. Ik geef les aan alle niveaus, van VMBO-TL t/m 6VWO.
De school waar ik werk heb ik altijd als plezierig ervaren. De sectie tekenen is heel klein en bestaat op dit moment uit twee docenten waarvan ik er een ben. Mijn (zeer competente) collega gaat volgend voorjaar met pensioen en heeft met ingang van dit studiejaar een BAPO voorziening getroffen, waardoor zij nog maar een klein aantal uren op school aanwezig is. Haar vrijgekomen lesuren worden overgenomen door mij. Omdat het binnen het aantal lesuren dat tot mijn jaartaak behoort niet mogelijk was dit te realiseren heb ik besloten een eindexamenklas VMBO-TL te laten vallen. Hierdoor ontstond er voor deze VMBO-TL klas een vacature.
Ik heb tevergeefs verzocht de schoolleiding mij te consulteren bij de invulling van deze vacature omdat ik het van belang vind dat de goede onderwijskwaliteit, waarvoor mijn collega en ik al jaren zorg dragen, gehandhaafd zou blijven.
De schoolleiding deelde mij twee dagen voor de zomervakantie mee dat zij hadden besloten een zogenaamde ‘student-docent’ in te zetten om les te geven aan de VMBO-TL examenklas.
De betreffende ‘student-docent’ ken ik want ik heb haar nog niet zo lang geleden op de HAVO les gegeven. Na de HAVO koos zij als vervolgopleiding een HBO lerarenopleiding beeldende vorming waar ze dit afgelopen studiejaar haar propedeuse afrondde. Haar verplichte stage liep ze bij mijn collega (overigens werd ook deze collega niet geraadpleegd bij de opvolging). De schoolleiding vindt dat het aantal uren dat mijn collega het komend jaar nog moet invullen besteed dient te worden aan de begeleiding van de ‘student-docent’. Deze uren gaan echter grotendeel op aan surveilleren, intake en andere administratieve klussen waardoor er voor het coachen weinig tijd overblijft.
Mijn collega en ik zijn beide van mening dat de ‘student-docent’ op dit moment onvoldoende competenties bezit om de verantwoordelijkheid voor een examenklas te dragen. Zij zit nog aan het begin van haar opleiding, is dus zeker niet bevoegd, en heeft naar onze mening onvoldoende compenserende capaciteiten om op grond van ‘bekwaamheid’ voor een dergelijke functie in aanmerking te komen. Overigens denken wij dat zij in de toekomst wel een goede docent zal kunnen worden.
De schoolleiding beweert echter dat zij het laatste woord heeft en de verantwoordelijkheid voor deze aanstelling neemt en draagt. Onze school moet drastisch bezuinigen en dan is het natuurlijk een economisch aantrekkelijke oplossing om studenten voor de klas te zetten (het bovengeschetste gebeurt namelijk ook bij andere vakken). Ik ben echter van mening dat op deze manier de kwaliteit van het onderwijs opgeofferd dreigt te worden aan een financiële besparing. Los daarvan vraag ik me af of het werkelijk zo is dat het laatste woord bij de schoolleiding ligt. Met andere woorden; ik vraag me af of dit is toegestaan.
Graag verneem ik jullie standpunt.
Alvast mijn dank en een vriendelijke groet,
Barmus
Ja, dit mag
Ik ben geen onderwijsjurist, maar voor zover ik weet mag het bevoegd gezag (het schoolbestuur, niet de schoolleiding) dit inderdaad doen.
Vervelend voor deze leerlingen dat ze iemand voor de klas krijgen die hier waarschijnlijk (nog) niet geschikt voor is. Ook vervelend voor degene die voortijdig voor de klas komt te staan en hierdoor wellicht afknapt op lesgeven.
Niet druk…
Ik zou me er niet al te druk over maken. De schoolleiding heeft nu eenmaal haar eigen verantwoordelijkheid.
onervaren voor de examenklas
Of het een goed idee is, staat te bezien. Het mag zeker. Liever een halve oplossing dan een lege plek voor de klas. Goede begeleiding lijkt me wel van groot belang, zowel voor de examenklas als voor de nieuwe docent.
Lege plek voor de klas?
De vraag is of de schoolleiding wel goed gezocht heeft naar een bevoegde docent. Er is tegenwoordig geen enkele noodzaak meer voor een school om dat te doen.
Kleine uitweiding
Mark formuleert het kort en bondig. Enige uitweiding kan wellicht geen kwaad.
In tegenstelling van wat er vaak gedacht wordt is het lerarentekort een zegen voor veel schoolbesturen. Iedereen “weet” dat er een tekort is en daarom kan een bestuur gemakkelijk wegkomen met beter een halve oplossing dan helemaal niets. Daar komt nog bij dat de halve oplossing helemaal niet als zodanig herkenbaar is. Voor de ouders lijkt er een leuke jonge leraar gevonden te zijn. De school hoeft nergens aan te geven dat de collega onbevoegd is. Vanuit bedrijfsmatig oogpunt is het dus uitermate aantrekkelijk om onbevoegden aan te nemen. Komt bij dat het ook voor directie en bestuur plezierig is: een onbevoegde docent zal beslist volgzaam zijn en de directie kritiekloos volgen. Dat zorgt er weer voor dat in de betreffende sectie een tweedeling ontstaat en de positie van de ervaren bevoegde leraren wordt ondermijnd.
Voor de volledigheid: niet ieder schoolbestuur zal op deze manier acteren. Er zijn ongetwijfeld besturen die wel alle moeite doen om juist goede docenten te vinden. Ik schets een deel van de praktijk en de triggers van het bekostigingssysteem.
Structuur van lerarensalarissen (1)
Laten we aannemen dat er weer scholen komen waarin, net als bij alle scholen van vóór de Mammoetwet, de leraren weer volkomen vrij zijn in hun lesgeven en het beoordelen van de leerlingenprestaties. Dan is het interessant om te weten of de meeste leraren in de loop der jaren hun taak steeds beter uitvoeren. Zo ja, dan ligt het ook voor de hand dat de leraar in de loop der jaren steeds beter gaat verdienen. We zouden dan weer het honoreringssysteem van vóór de mammoetwet terughebben en daarmee een hs dat lijkt op dat van anderssoortige orgnisaties. Met als groot verschil dat de leraren nooit werden beoordeeld.
Objectieve beoordeling zou ook moeilijk zijn omdat leerlingen vaak aan het eind van het schooljaar van leraar wisselen en de res. van ║-klassen voor een bepaald vak niet over langere tijd met elkaar werden vergeleken.
De scholen hoefden voor het aannemen van een leraar niet de afweging tussen kwaliteit en salaris te maken want leraren werden vanuit Den Haag naar leeftijd en opleiding betaald. Het systeem werkte redelijk goed maar er waren ook gevallen van leraren die het nooit leerden maar wel steeds meer gingen verdienen. Aan een systeem waarbij leraren geregeld beoordeeld worden zitten echter ook grote bezwaren: een enorme belasting voor de organisatie en een inrichting van het onderwijs die het beoordelen van docenten betrouwbaarder zouden maken maar hun vrijheid voor de rest onnodig zouden beknotten.
Of we naar de oude toestand terug moeten keren hangt dus ten 1-ste af van een eventueel verband tussen de kwaliteitstoename van de leraar en zijn leservaring.
Verder moeten wij ons het gevoel van voldoening realiseren die een salarisverhoging met zich meebrengt: “je wilt net als de meeste andere mensen steed vooruitgaan”
Als een leraar vrijwel zijn gehele leven even goed zou lesgeven zou een leraar alleen maar beloond moeten worden op grond van zijn opleiding en zijn te vervullen taak. Zijn hele leven dus hetzelfde salaris verdienen.
SW
Structuur van de lerarensalarissen (2)
BON wil dat scholen in de eerste plaats instituten van kennisoverdracht zijn en mede daarom dat leraren zich hoofdzakelik met kennisoverdracht bezig houden. Verder dat elke leraar naar eigen inzicht kan lesgeven zo lang de resultaten acceptabel zijn. Dat betekent dat een promotiesysteem en een noemenswaardige hiërarchie zal ontbreken op een BON-school. Promotie met taakverandering of promotie tot leidinggevende zoals dat in andere organisaties gewoon is komen op zo’n school nauwelijks voor. Een school van vroeger en de toekomstige BON-school moe(s)ten dus wel een a-typisch honoreringssysteem hebben. Bij een geleidelijk stijgend salaris in het onderwijs kan een nieuwkomer op de arbeidsmarkt zich bij de mogelijke keuze van een baan in het onderwijs laten leiden door werkinhoudelijke overwegingen. Als het salaris van een leraar rechtstreeks door OCW betaald wordt en niet uit de lump sum ontstaan er voor een leraar geen financiéle drempels om van school te veranderen.
(Rebus: De betekenis van het symbolis-teken ║ is “parallel”)
Seger Weehuizen
toentertijd
Er is nog een belangrijke reden om het salaris van een leraar te laten stijgen met zijn leeftijd en afhankelijk te maken van zijn opleiding en het type school waaraan hij les geeft (Dat laatste was vóór de Mammoetwet niet het geval). Het maakt het gemakkelijker om oudere zij-instromers aan te nemen. (Dan moet men natuurlijk niet te moeilijk doen over didaktische scholing want een 40-jarige zij-instromer heeft er echt geen behoefte aan om naar een reflectorium gestuurd te worden om over zichzelf na te denken, althans niet om zo een lesbevoegdheid te krijgen. akademici hoefden om hun onderwijsbevoegdheid te halen vroeger nauwelijks iets aan didaktiek en puberteitspsychologie te doen).
Seger Weehuizen
Masters of camouflage
Je zou kunnen denken dat de verleiding voor een school om (potentieel) slecht functionerende leraren aan te stellen zou afnemen als voor elk vak dat t/m het eindexamenjaar gegeven wordt centraal geëxamineerd wordt met (eerste) correctoren/examinatoren van buiten de school. Voor de meeste scholen blijven er dan toch nog 2 opties over om het gebrek aan goede leerkrachten te camoufleren. Mogelijkheid 1 is om geen potentieel zwakke leerlingen tot een bepaalde opleiding toe te laten. Mogelijkheid 2 is om tijdens de opleiding te voorkomen dat een leerling op een niveau komt dat hij misschien niet aankan. Mij is reeds ter ore gekomen dat er scholengemeenschappen zijn die na de invoering van de strengere eisen voor het CSE de eisen voor leerlingen om tot een bepaald opleidingsniveau te worden toegelaten hebben verhoogd. Het is kwalijk als scholen het voordeel van de twijfel ten eigen nutte gebruiken in plaats van het aan de leerling te geven. Het adagium “de leerling staat centraal” kan blijkbaar op vele manieren worden uitgelegd.
Seger Weehuizen
klopt, Mark,…
…dat schoolleidingen soms niet lang genoeg doorzoeken. Ik denk dat ze neigen tot nog snellere beslissingen wanneer de nieuwbenoemde jong is en DUS goedkoop. Helaas speelt dat financiële argument ook maar al te vaak mee. Een schoolleiding die echt gehecht is aan kwaliteit zal langer doorzoeken.
Ach, we werken allemaal wel…
…met zwakkere collega’s in de sectie. Dat is op zich geen ramp.
Je probeert een beetje te corrigeren hier en daar, helpt meestal niet echt veel, maar je leert ermee te leven.
Zelfs aan een zwakke schoolleiding wen je op den duur.
Lekker goedkoop
deze oplossing. Helaas werken zeer veel scholen op deze manier en dit draagt er mede toe bij dat het niveau van het onderwijs blijft dalen.
Wat me echter opvalt is dat de reacties over het algemeen een beetje “gelaten” overkomen. Volgens mij vechten wij, BONners er toch voor om dit soort misstanden aan de kaak te stellen. Het is gewoon schandalig dat dit kan en mag. En er zijn voldoende, te veel voorbeelden op te noemen van scholen waarbij dit gebeurt. Het is schandalig dat een schoolleiding (nog steeds) kan bepalen wie zij bekwaam achten.
Uw/jouw schoolleiding, Barmus, doet niet anders dan vele andere scholen doen en ze kunnen er ook nog eens mee wegkomen ook, want scholen zijn helaas niet (meer) verplicht het aantal onbevoegde docenten te melden. Dit is korte tijd wel het geval geweest, maar waarschijnlijk heeft de lobby van de VO-raad heeft hier weer een stokje voor weten te steken.
Fijn dat u/jij je wel zorgen maakt over het niveau van het onderwijs. Misschien moet je dit ook eens melden bij de nieuwe vakbond LIA. Net als BON vechten zij ervoor dat het niveau v.h. onderwijs niet nog verder daalt. En LIA wil dat scholen weer verplicht worden om het aantal onbevoegde docenten te vermelden.
Hoe dan ook: mocht het niet goed gaan met de nieuwe collega, dan kan de school er volgend jaar weer gemakkelijk vanaf en heeft het niet al te veel gekost.
Standpunt
Beste Barmus,
Je vroeg om een standpunt. Dat is iets heel anders dan een juridisch toetsing.
Ik vind het een enorme belediging van je vak en van datgene wat jij en je collega in de afgelopen jaren aan onderwijskwaliteit hebben opgebouwd. Ik kan me voorstellen dat je de keuze van de schoolleiding verschrikkelijk vindt en ik ben het helemaal met je eens. Het is een laffe en luie keuze met enorm gunstige financiële neveneffecten. Het geeft precies aan hoe belangrijk onderwijskwaliteit gevonden wordt op jouw school. Het is om zeer treurig van te worden!
Helaas hebben leraren, zelfs die van de vaksectie, geen invloed meer op onderwijsbeleid sinds de invloed van het nieuwe flinke marktgerichte leidinggeven. Het is treurig, maar waar.
Het is goed als je je ertegen verzet, maar houd er rekening mee dat het feitelijk niets zal opleveren. We kunnen voor jou hopen dat de betreffende leerling die nu verantwoordelijkheid krijgt voor een eindexamenklas flink gaat mislukken. De hierop volgende klachten van ouders (als ze de moeite willen nemen) zijn de enige mogelijkheid waardoor de schoolleiding nog van gedachten kan veranderen. MIsschien troost het je nog te weten dat in het MBO een betreffende vakbevoegdheid zo langzamerhand uiterst zeldzaam is.
Zo verschrikkelijk is het niet
Barmus geeft aan dat deze student-docent de betreffende lerarenopleiding volgt, de propedeuse daarvan gehaald heeft, al op deze school stage heeft gelopen, slechts 1 klas les zal geven (?) en begeleid zal worden door een ervaren leraar. In principe is hier dus niet zo verschrikkelijk veel mis mee. En vergeet niet: dit is een situatie die enkele decennia geleden ook al voorkwam (bijvoorbeeld studenten wiskunde of natuurkunde die enkele uren per week les gaven). Veel ergere dingen komen tegenwoordig in het onderwijs voor…..
bedankt!
Ik wil Anneke, Mark, Hals, 1-1-2010, Seger, Marlie en Hinke heel hartelijk bedanken voor het meedenken en het reageren op mijn bericht.
Het is overigens niet zo dat de schoolleiding niet de moeite wilde nemen om te zoeken naar een bevoegde kracht. Die was namelijk voorhanden. Het was iemand die eerder bij ons op school als invalkracht werkte en ik had haar graag als nieuwe collega willen hebben. Dat heb ik aangegeven maar daar is niet naar geluisterd. Bevoegd…dus… duur.
Door jullie reacties weet ik nu dat ik er verder niets aan kan doen en me bij de situatie zal moeten neerleggen. Toch voel ik me gesteund door jullie respons en dat is ook veel waard. Met name uit de reacties van Marlie en Hinke blijkt empathie.
De vakbond ‘Leraren In Actie’ vind ik een aantrekkelijk optie en ik zal zeker overwegen daar lid van te worden.
Een vriendelijke groet,
Barmus
onbevoegde collega
LIA heet je graag welkom als lid, Barmus. LIA wil dat leraren bevoegd zijn, zoals ook tandarts, buschauffeur en advocaat over de juiste diploma’s dienen te beschikken. Je zou bijna wensen dat als er een leerling uit die klas zakt op (o.a.) dit vak, de ouders de school hiervoor aansprakelijk stellen.
De regels voor benoembaarheid zijn opgerekt omdat (voor sommige vakken) geen leraren te krijgen zijn, en scholen maken daar misbruik van, ook als er wel bevoegde (maar dus duurdere) mensen te krijgen zijn. En: LIA wil dat het (financieel en anderszins) aantrekkelijker wordt om in het onderwijs te (blijven) werken.
LIA (en ook LAKS) heeft er bij de V.O. raad op aangedrongen om op de site www.venstersvoorverantwoording.nl de bevoegdheden van leraren op te nemen. Scholen zou verboden moeten worden onbevoegde collega’s aan te nemen in vakken waarvoor bevoegde leraren beschikbaar zijn en zouden verplicht moeten worden de onbevoegde collega’s te stimuleren en faciliteren als de wiedeweerga hun bevoegdheid te halen.
mag ouderwets bevoegd ook?
Het onbevoegd zijn van een leraar kan op 2 hoofdaspecten betrekking hebben: onvoldoende kennis van het te doceren vak en zich onvoldoende met paedagogiek en didaktiek hebben bezig gehouden. In de tijd dat een doctorandus weinig aan didaktiek en paedagogiek hoefde te doen om bevoegd te worden voldeden de meeste doctorandussen goed in het onderwijs. Het lijkt me daarom onverstandig om in deze tijd van tekort aan bevoegde leraren de bezitters van een mastergraad van het onderwijs af te schrikken door van hen te eisen dat zij een lange via dolorosa van didaktiek en paedagogiek doorlopen voordat zij kunnen worden opgenomen in in de adelphotès van bevoegde docenten.
Seger Weehuizen
Als een school een
Als een school een onbevoegde docent laat lesgeven, moet de Onderwijsinspectie daarvoor een ontheffing afgeven.
De vraag is hoe de aanvraag voor zo’n ontheffing gemotiveerd wordt.
Als de school beweert dat een ontheffing noodzakelijk is omdat de school geen bevoegde docenten kan aantrekken, dan is die bewering in dit geval aantoonbaar onjuist.
Waarschijnlijk speelt de OwInsp het spelletje gewoon mee, en slikt de bewering voor zoete koek.
Ik las hierboven dat het lerarentekort een zegen voor een schoolbestuur is. Vandaar!
Overigens is er helemaal geen lerarentekort in Nederland. Er zijn genoeg bevoegde docenten. Maar te weinig kiest ervoor om voor de klas te gaan staan. Daar zit het probleem: het beroep is te onaantrekkelijk.
niet helemaal mee eens Jan
Er zijn inderdaad genoeg bevoegde docenten maar het merendeel is ouder dan 50 ( lees duur) dus minimaal schaal 10 eindperiodiek. Velen van hen, de 55 plussers zijn door middel van reorganisaties wegbezuinigd zeker de laatste jaren omdat bij een groot aantal reorganisaties het last in-first out principe overboord is gezet en het afspiegelbeginsel zijn intrede heeft gedaan. Dank zij de vorming van ’teams’ werd het gemakkelijker om met het afspiegelbeginsel de oudere en duurdere en bevoegde docent aan de kant te zetten. En dan niet met een gouden handdruk maar met een kartonnen handdruk. Bij velen is een sociaal plan bedacht dat alles behalve sociaal is. Ouder dan 57 kreeg zogenaamd drie jaarlonen mee en konden daarna profiteren van de vutregeling, ik zeg zogenaamd drie jaarlonen want eigenlijk was het nog minder dan 30% van de ww-rechten waar de docent recht op had bij ontslag.
En natuurlijk heb je gelijk dat er een aanal bevoegde docneten zijn die niet meer in het onderwijs willen. Ze willen wel nog voor de klas, want daar zijn ze heel goed in, maar willen met het onderwijs zoals de dag van vandaag dat georganiserd is, nog weinig te maken hebben.