Rondom 10 over het groeiend aantal ‘labelkinderen’

Vanavond bij Rondom 10 een uitzending over het groeiend aantal ‘labelkinderen’. Leerkrachten in het PO geven hun zorgen hieromtrent aan. Klik hier voor informatie.

9 Reacties

  1. Het onderwijs zelf
    Er wordt jammer genoeg niet geschreven dat de problemen met ‘labelkinderen’ ook te maken hebben met de organisatie van het onderwijs: de bewust gecreeerde chaos in de klas (‘rijke leeromgeving’).

    • rijke leeromgeving
      Klopt. Misschien komt het in de uitzending zelf wel aan bod. Net als die andere mogelijke deelverklaring die ik op Twitter las: de feminisering van het basisonderwijs.

      • Klopt niet.
        WSNS en ’t komende passend onderwijs doen de klus. De feminisering van de laatste jaren is ’n gevolg van WSNS. Maar maak je geen zorgen, de praktijk haalt de theorie vanzelf in. Is gelukkig/helaas (naar keuze) al aan het gebeuren…

  2. Cijfer voor zelfvertrouwen
    Een juf die aanwezig was vertelde dat zij een leerling, voor wie zij te weinig aandacht zou hebben gehad t.g.v. de labelkinderen, een 5 had gegeven voor zelfvertrouwen.
    Wat vinden jullie er van dat er in Nederland cijfers worden gegeven voor gedrag?
    Ik kan me voorstellen dat je op de lagere school via het rapport feedback wil geven over de inzet maar zelfvertrouwen…

    Zoiets is amper door een ander te beoordelen, al helemaal niet door een leek (een juf is geen psychiater of gespecialiseerd psycholoog).
    Er is een fijne lijn tussen zelfvertrouwen en zelfoverschatting.
    Is het aan de school om zich verder met de opvoeding te bemoeien dan dat deel wat noodzakelijk is om de leerling en zijn klasgenootjes goed de les te laten volgen (wat niet wegneemt dat een leraar na de les of tijdens de pauze hier niet eens mee bezig kan zijn zoals het een verantwoord burger betaamt)?
    Tenslotte lijkt het mij nu niet bevordelijk voor het zelfvertrouwen om…een laag cijfer te krijgen voor zelfvertrouwen.

  3. Iemand in de uitzending zei
    Iemand in de uitzending zei over het speciaal onderwijs dat wel 2/3de van de scholen een onvoldoende kreeg van de onderwijsinspectie en dat slechts 5% van de leerlingen een diploma zou behalen.

    • veel reacties op de Trouw-website
      Op Twitter beweert iemand dat Stellinga haar feiten niet kent en verwijst naar een Parool-artikel dat vermeldt dat driekwart van de scholen in het speciaal onderwijs aan de eisen voldoet.

      Het onderwerp leeft kennelijk nogal, getuige de reacties op de Trouw-opiniepagina.

      Een van de twee moeders gaf terloops aan dat het meespeelt hoeveel structuur er in de omgeving is. Bij haar zoon was de ADD pas op de middelbare school aan het licht gekomen “omdat daar minder structuur is”. De presentatrice ging daar niet verder op in. Wel gaf de in de uitzending aanwezige onderwijskundige herhaaldelijk aan dat het zaak was de omgeving van de kinderen te veranderen in plaats van te besluiten dat het kind een probleem heeft. Het was voor het eerst dat ik een onderwijskundige verstandige dingen hoorde zeggen.

      Marike Stellinga van Elsevier zei in de uitzending zinniger dingen dan ik van haar stukjes gewend ben. Van haar bewering, dat onervaren leerkrachten veel vaker leerlingen een etiketje bezorgen, vraag ik me af of ie waar is. Als het klopt, is dat bijzonder frappant.

      • onervaren leerkracht
        Bij een onervaren leerkracht kunnen zaken gemakkelijker uit de hand lopen, omdat deze de ervaring mist de eerste signalen van ontsporen op te vangen. Ik heb hier mijzelf als voorbeeld: met schaamte denk ik terug aan het eerste jaar voor de klas. Ik becijferde veel te strict b.v. Daardoor leken er problemen te ontstaan die er, door de ervaring wijzer geworden, helemaal niet waren. Ook ving ik signalen die de orde zouden kunnen gaan verstoren, niet, of veel te laat op, waardoor zaken uit de hand liepen, en er ‘gedragsproblemen’ leken te ontstaan waar ze niet hoefden te zijn. Als ervaren leraar zie je snel aan een gezicht, de ogen, een kleine handeling, dat een leerling wil gaan zitten ‘klieren’, en grijp je op tijd in, waardoor het niet uit de hand loopt, en die leerling geen ‘probleemgeval’ wordt.
        Het opvangen van al die kleine signalen, en het direct daarop inspelen, is een gecompliceerd intermenselijk proces dat nauwelijks volledig beschreven kan worden. Het beheersingsproces wordt ‘fingerspitzengefuhl’. Er komt zelfs een moment dat je het beheersen los moet gaan laten! Omdat er te veel beklemming komt: hoe meer je de leerling losliet, hoe beter het het kind verging.
        Het is de ervaring waardoor je dit inzicht krijgt. Uiteindelijk kon ik een kwartier uit de klas zijn, zonder dat een klas begon te ‘klieren’, en als het mis dreigde te gaan, loste een grapje al snel veel op. Bemoeide ik me steeds minder met de kinderen, zonder dat het tot problemen leidde; sterker, het werkte beter.
        Bovendien weten we allemaal hoe een leerling bij de ene leerkracht een ‘probleemgeval’ kan zijn, maar bij een andere niet. Ook per school kan het verschillen: moeilijk op de ene school, weinig problemen op een andere school.
        Geen theoreticus kan dit soort menselijke zwakheden verhelpen. Voorzichtig zijn een label: inderdaad!

        • kudde koeien
          Ik vergelijk het vaak met een boer die zijn koeien naar een andere weide dirigeert. Voor een buitenstaander lijkt het allemaal buitengewoon eenvoudig en gemakkelijk: we zien een kudde koeien die braaf voor de boer uitloopt, en de boer lijkt ze met het grootste gemak te sturen.
          Vraag echter een onervaren stadsbewoner voor de klus, en zowel de koeien als de stedeling rennen alle kanten uit, er wordt geschreeuwd, gejaagd, gescholden, en uiteindelijk is iedereen van uitgeput, zonder resultaat.
          Zo gaat het ook in een klas: de ervaren leraar weet hoe hij de kudde bijeen houdt en kan leiden. De onervaren stadsbewoner kan natuurlijk roepen dat die koeien onmogelijk zijn en zelfs agressief, de ervaren boer weet wel beter.

          Om te voorkomen dat het een pastorale wordt, moet ik erkennen dat de boer wel grote moeite zou hebben met een stel stieren.
          In het onderwijs blijken meisjes gemakkelijker te sturen dan jongens. Maar, mag je dit heden ten dage eigenlijk wel zeggen?

          • In het onderwijs blijken
            In het onderwijs blijken meisjes gemakkelijker te sturen dan jongens. Maar, mag je dit heden ten dage eigenlijk wel zeggen?
            Betekent dat dat het feit dat de jongens het slechter zijn gaan doen een indicator is dat de kwaliteit (ervaring kan een onderdeel zijn van die kwaliteit) van de leraren is gedaald?

Reacties zijn gesloten.