Probleem gestuurd Onderijs (PGO)

Ik zou wel eens willen weten hoe HBO – collega’s – maar ook anderen – tegen de waarde van het Probleemgestuurd Onderwijs (PGO) aan kijken. Het is een methode van onderwijs waaraan het ver doorgeschoten Nieuwe Leren toch wel enigszins schatplichtig is.
Ik werk zelf aan de CHN in Leeuwarden en heb sinds 1987 met deze methode gewerkt. Mijn houding ertegenover is voorzichtig positief. Ik heb er veel goede dingen mee kunnen bereiken. Maar ik merk wel dat PGO een methode is die eigenlijk alleen voor de hogere onderwijsvormen geschikt is. Ik zou hem nooit willen gebruiken in het MBO of in het havo. Misschien in de bovenbouw voor het VWO voor ‘erbij’.
Ook begin ik in het HBO te merken dat de toenemende instroom vanuit het MBO het werken met PGO steeds moeilijker maakt. De methode vraagt om een zekere intrinsieke motivatie, een zekere nieuwsgierigheid en ook een mate van abstractievermogen die bij mensen met een MBO-achtergrond niet direct aanwezig is. Een dergelijke motivatie en inzicht komt vaak wel gedurende de stage, maar daar heb je dan voor PGO niks meer aan.
Tenslotte: in mijn hogeschool ziet men PGO – dat gevoel heb ik tenminste – wel eens een beetje als Haarlemmerolie: overal goed voor. Ik ben deze 20 jaar toch wel heel wat situaties tegengekomen waarbij een hoorcollege of een werkcollege met een groepje van 25 studenten wèl zo effectief zou zijn. PGO gebruiken als dominante methode is voor mij vergelijkbaar met timmeren met alleen maar een zaag: spijker inslaan: neem de zaag. Spijker uittrekken: neem de zaag. Kortom: een op zichzelf positieve aanpak vanuit het nieuwe leren verliest zijn kracht. Vandaar misschien toch: gebruik een breder spectrum aan methoden, in de lijn die deze vereniging Beter Onderwijs voorstelt.

60 Reacties

  1. Voorbeeld
    Zou je aan de hand van een voorbeeld toe kunnen lichten wat probleem gestuurd onderwijs inhoudt?
    In de hulpverlening hebben we inmiddels (ook) de vraaggerichte zorg.
    Bij voorbaat bedankt.

    • Mooi stukje elders
      Willem Smit heeft op
      deze plaats op de website een mooi stukje gezet over probleem gestuurd onderwijs (kijk vooral naar de file die hij onderaan het stukje gehangen heeft).

  2. PGO: voorzichtig positief
    Ook ik heb enige (beperkte) ervaring met PGO en ook ik ben voorzichtig positief, zelfs voor (de hoge niveaus van) het MBO. Het goede van PGO is dat het een echte methode is. Er is tevoren over nagedacht en alle kennis, houding en vaardigheden is opgenomen in een periodeboek. Ook over de manier van werken is nagedacht (tutorgroepjes, taken enz.) Er is bovendien veel tijd voor begeleiding. Als alles goed en degelijk wordt georganiseerd en serieus beoordeeld is het absoluut leerzaam en ook nog motiverend.
    De nadelen: door het opnemen van alle onderwijsonderdelen in conteksten gaat de soms noodzakelijke opbouw verloren. Je kunt mensen niet leren een Engelse instructietekst te schrijven als de elementaire grammatica en woordkennis ontbreekt. Iets vergelijkbaars geldt voor natuurkundige principes. Dat zou verbeterd kunnen worden, maar het beste zou zijn om naast het PGO ook gewoon nog theorielessen te geven, met een eigen opbouw en een eigen inhoud.
    Een ander nadeel is toch dat er erg veel (m.i. méér dan nodig is voor het beroep) gevraagd wordt van taalvaardigheden, zowel schriftelijk als mondeling. Ik heb het hier dan over technische beroepen.
    Voor de lage niveaus heb ik mijn grote twijfels, om niet te zeggen scepsis. Behalve dat de gevraagde taalvaardigheden écht teveel zijn, bereiden deze leerlingen zich ook voor op beroepen waarbij eigen initiatief, kritische inslag en dat soort mooie zaken meer, in het geheel niet op prijs gesteld worden. Op tijd komen, je houden aan de regels, doen wat je gezegd wordt, je vak kennen, zuinig omgaan met materiaal en érg hard werken. Dat zijn vaardigheden die gevraagd worden bij de lage niveaus.

    • climax?
      Ik begrijp niet wat het woord scepsis toevoegt aan grote twijfel, volgeens mij zwakt het dat eerder af. Het griekse woord skeptikos betekent tot beschouwen geneigd, onderzoekend. Omdat het verwant is aan het woord skopein (zien) zou je kunnen zeggen “het nog wel eens willen bekijken” De rest van je verhaal is geheel helder en ik ben het er helemaal mee eens

      • scepsis
        Voor de niet-begrijpende Seger: het woord scepsis heeft naar mijn redelijk ontwikkelde gevoel als moedertaalspreker de betekenis van ‘er niet echt in geloven’.

        • Over de relatieve plaats van
          Over de relatieve plaats van scepsis t.o.v. grote twijfel in de climax van lichte twijfel tot volledig ongeloof doen de woordenboeken geen uitspraak.

    • PGO naast of na degelijke gestructureerde lessen
      Je zegt dat er naast PGO ook theorie gegeven moet worden. Als je daarmee bedoelt dat het in de tijd parallel gegeven moet worden, dan ben ik dat niet met je eens. Je zegt zelf dat er eerst woordkennis en grammatica (theorielessen dus) gegeven moet worden voordat iemand een Engelse instructietekst kan schrijven (een PGO-achtige opdracht).
      Het lijkt er op dat je net als ikzelf van mening bent dat de basis theorie en -vaardigheden vooraf moeten gaan aan PGO activiteiten. Maar dan heb je het niet over PGO, maar over het oefenen met theorie in een toepassingsgebied. Dát is uitermate zinnig, maar is gewoon een klassieke curriculum opbouw. Juist PGO onderscheidt zich door de verandering van volgorde: eerst praktijk en dat zou dan het vehikel (actief leren) moeten zijn waardoor vaardigheid en verdieping zou kunnen plaatsvinden. Ik denk dan ook dat PGO enkel zinnig is als het zich NIET onderscheidt van klassiek onderwijs. Dan is het enkel taalvervuiling, ten diensten van geld en aanzien voor de verzinners ervan.
      Voor de volledigheid: natuurlijk zijn er allerlei introductie activiteiten te bedenken die voor de theoretische behandeling het nut van die theorie laten zien (Kijk Kees: dit gebeurt er als je een brug bouwt zonder dat je iets weet van het verschijnsel eigenfrequentie en dit gebeurt er als je het goed doet, daarom gaan we ons nu met eigenfrequenties bezighouden).
      De fundamentele vraag is of PGO in staat is om een diepgaand fundament te leggen voor de practische werkzaamheden die later in de beroepspraktijk of het vervolgonderwijs moeten worden uitgevoerd. Omdat theoretische vorming in zuiver PGO alleen binnen een probleem of project voorkomt, worden de randvoorwaarden voor het eigen maken van die theorie bepaald door de practische uitvoering van het project of het probleem. Dát is verregaande kul. Het probleem of project is niet het doel van het onderwijs, het doel is de kennis en vaardigheden die er geleerd moeten worden.

      • en toch
        Ik begrijp je redenering. Die is ook logisch. Toch denk ik dat juist de combinatie van de twee werkwijzen goed kan werken. Je zou kunnen zeggen dat de stof van twee kanten benaderd wordt: vanuit de theorie en vanuit de toepassing. De één wil alles weten voordat hij het gaat toepassen, de ander wil eerst wel eens zien dat de theorie echt nodig is. Ik heb zelf twee dochters: de oudste wil alles éérst weten, voordat ze iets gaat doen. De jongste wil direct doen en is dan bij obstakels vaak zo gemotiveerd dat ze inderdaad veel theorie opdiept en overal weg kan halen.
        Dat neemt niet weg dat het van het grootste belang is dat de PGO opdrachten voor zoveel mogelijk vakken een logische opbouw bieden. Op dat punt kan met de bestaande materialen nog veel winst behaald worden.

  3. PGO
    Beste Jan,
    PGO is zgn. pullonderwijs terwijl traditioneel pushonderwijs gehanteerd werd. Beide geredeneerd vanuit de beleving van de student. Bij pushonderwijs breng je eerst op onderdelen een basis aan, b.v. taal en rekenen, daarna breng je middels b.v. projecten een synthese aan in al die onderdelen. Je leert de student b.v. een financieel verslag schrijven{taal plus rekenen} a.h.v. een casus. Bij pullonderwijs confronteer je de nog niets wetende student met diezelfde casus. Het wordt deze student dan duidelijk dat hij kennis etc. tekort komt. Dit zet hij of zij dan om in leervragen waarna hij of zij zich eerst die kennis gaat verwerven en dan, goed gemotiveerd, het verslag gaat schrijven.
    In mijn onderwijservaring kom ik echter altijd het volgende probleem tegen bij de PGO-systematiek.
    De student wordt geconfronteerd met een casus en legt dat uit als een probleem wat opgelost moet worden om aan een voldoende te komen. Hij vergelijkt dit probleem, het financieel verslag, met andere verslagen die hij op internet kan vinden en gaat dan imiteren. Bij de rest stond de kas debet dus dat heb ik ook gedaan. Hij weet dus niet waarom maar wel dat het zo moet. De nakijkende docent beoordeelt tot op heden bijna altijd de competentie a.h.v. het product dus dit is een goede student want het is een goed product of beter gezegd een goede imitatie. De docent zet er dan een acht onder en iedereen is tevreden. !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
    Corgi

    • PGO
      Mijn collega aan de CHN, Jan A.Schulp, heeft een belangrijke vraag opgeworpen, n.l die naar de zin of onzin van PGO (op de PABO van de CHN PGL (probleem gestuurd leren) genoemd). Hij noemt het in zijn eerste bijdrage ‘Haarlemmerolie ‘ – en dat vind ik een aardige kwalificatie.
      PGO veronderstelt nogal wat: minimaal een leergierige of nieuwsgierige student (in ons geval). In ieder geval een student die zelf het belang inziet van kennisvermeerdering, om zodoende een praktijprobleem (de casus) op te lossen. Op papier is PGO (of PGL) daartoe een adequaat middel. Immers: hij/zij wordt aangezet zich in de theoretische achtergronden te verdiepen en daarvan verslag te doen in de plenaire zitting van de PGO-groep. Anderen hebben andere bronnen nageslagen, komen met aanvullende informatie etc etc. prachtig -alleen: het werkt niet!! De vooronderstelling (interesse in achtergronden, in hoe ‘het in elkaar steekt’ om vandaaruit weer naar de praktijk te gaan) klopt niet – in ieder geval niet in mijn werkkring. PGL genereert geen theoretische kennis of verdieping, geen vaardigheden in het adequaat en kritisch naslaan van bronnen, noch van het schrijven van samenvattingen van het geleerde.
      De ruimte ontbreekt om hier dieper op in te gaan. Ik zou ervoor pleiten de volgorde om te draaien: bied eerst kennis aan, theorie etc – zoveel dat een student een kader heeft opgebouwd; dan pas valt eventueel de d.m.v PGO zelf uit te breiden theoretische kennis op zijn plek.
      De ervaring die ik heb met 3e jaars-studenten (die 2 jaar PGL hebben gehad) zijn niet positief. Wat je zou mogen verwachten
      aan vaardigheden en kennis (zie boven) is niet of te weinig aanwezig.
      Het PGO behoeft dan ook mijns inziens een drastische herbezinning op doel, wijze van aanbieding en toetsen en plek in een opleiding.
      Overigens: ik heb zeer positieve geluiden gehoord van universitaire studenten over PGO – maar die hebben waarschijnlijk de vereiste attitude (het echt willen studeren!).

      • wil is geen voldoende voorwaarde voor efficiënt leren
        Stel, ik ben werkelijk enorm geinteresseerd in het Ajax van Michels en Cruijff, in de betekenis van E=mc^2 of in de edele kunst van de negendart. Stel ik ben een ideale student en heb geleerd op perfecte wijze zelfsturend te kiezen in de manier waarop ik wat wanneer wil leren. Ik denk dat iedereen in dergelijke situaties zou kiezen voor een middag samen met Cruijff of van Barneveld of een prachtig college door een uitstekende docent over de beroemde wet van Einstein.
        Niemand zal kiezen voor een PGO opdracht om in een samenwerkgroepje al googelend die info te achterhalen. Met de kans dat je het fout aanleert, dat je de verkeerde bronnen gebruikt. Waarom zou je van een medeleerling (zonder didactische vaardigheid en met weinig kennis) hierover willen leren als de experts je ter beschikking staan?
        Ik kan uitsluitend ongelooflijk oneigenlijke redenen bedenken.

        • nogmaals de Haarlemmer-pgo-olie.
          Korte reactie op 1933: ik ben het helemaal met u eens – ondanks sommige positieve geluiden uit bijv. de universitaire wereld (zie mijn vorige bijdrage).
          Vraag blijft: waarom wordt het PGO-systeem dan zo massaal omarmd en ingevoerd, terwijl het, lijkt me, duurder is? Immers: kleine groepen (12 personen) met 1 docent/begeleider.
          Waar vind ik harde gegevens dat PGO efficiënter is (volgens het veelgehoorde argument van voorstanders)? Is dat eigenlijk wel meetbaar? Vooral in wat efficiënt onderwijs is zit waarschijnlijk het probleem, omdat het naar mijn idee nogal waardengeladen en/of ideologisch gekleurd is; tenminste: zo ervaar ik de argumentatie pro PGO.

          • zomaar wat oneigenlijke argumenten
            1 PGO kan goed zijn voor de student met onvoldoende capaciteiten. Groepswerk verdoezelt eigen falen.
            2 PGO heeft een ideologische achtergrond. Jaren zestig: tegen de autoriteit. De (hoog)leraar was autoriteit, dus zoek je je eigen waarheden. Die babyboomers zijn nu aan de macht (de wallages zeg ik maar).
            3 De universiteit van Maastricht moest zich invechten. Dan moet je iets opmerkelijks doen, voila!Vergelijk de gemeente Almere, van achterstandssituatie naar “moderne voorloper” wat wil je nog meer?
            4 PGO haalt de docent van zijn sokkel en geeft de macht aan de bestuurders (altijd een goed idee als je wilt besturen)
            5 PGO maakt de kwaliteitscontrole van de tandpastafabriek bereikbaar voor het onderwijs. Modules worden docent onafhankelijk en docenten worden inwisselbaar.
            6 PGO was een verandering van de bestaande onderwijspraktijk. Dat in zichzelf is een drijvende reden. Veel onderwijsonderzoekers hebben er belang bij dat er steeds veranderd wordt. Als je onderwijskundige bent, geniet je met volle teugen van zo’n laboratorium. Alsof je als arts ongebreideld met proefpersonen aan de gang mag…. jammie…..
            7 Politiek links zag en ziet in het onderwijs het vehikel van maatschappelijke gelijkheid. PGO zorgt voor meer gelijkheid (beter voor de zwakkeren die het anders niet halen).
            8 Door al die verschillende oneigenlijke argumenten is er een politiek en bestuurlijk (incestueus) draagvlak ontstaan. Top down, wel te verstaan. Als je zelf hogerop wil, dan is het noodzakelijk je te conformeren aan die denkbeelden. Je komt in geen enkele organisatie hogerop als je je baas tegenspreekt. De projectgelden gaan altijd naar de nieuwe experimenten; je gooit je eigen ruiten in als je als docent daaraan niet wilt meedoen (en je weet ook op voorhand niet dat het allemaal onzin is natuurlijk, dat ontdek je geleidelijk, maar dan heb je je ziel, zaligheid en hypotheek al verkocht.

            Het lijstje kan vast langer.

          • Je baas tegenspreken
            Beste 1933,
            Van een denkbeeld moeten we echt af en dat is dat je jouw baas niet moet tegenspreken. Een competente leider is blij als hij betrouwbaar competent personeel heeft die de gaten dichten die de leider laat vallen en vooral om een synergie-effect te bereiken. Hiervoor moeten ze “zegsvrij”kunnen zijn wat niet altijd gemakkelijk en leuk is. Elke baas is echter tevens alert op ondergeschikte die op zijn stoel azen, dan is hij er wel op tegen want nu wordt zijn autoriteit aangetast. Als je, als baas, altijd van het tweede uitgaat zullen de ondergeschikte het eerste niet meer doen en zullen er dus onnodige gaten vallen en kom je, als baas, niet verder dan je eigen denkwereld. Als ik dan weer de baas van deze baas zou zijn gaat hij er meteen uit wegens incompetentie. Er zijn nu immers gaten gevallen en hij veroorzaakt dat er personeel op de loonlijst staat waar je feitelijk toch niets aan hebt doordat ze niet durven te doen waar ze feitelijk voor aangenomen zijn.
            Onzekere bazen hebben de neiging om jaknikkers om zich heen te verzamelen waardoor de resultaten hoe langer hoe slechter zullen worden terwijl de baas zelf de laatste is die dat zal ontdekken..
            Corgi

          • lieve 1933
            Ik vind dat je doordraaft. Het is niet realistisch om overal een complot achter te zoeken, laat staan een complot van ‘links’ (altijd zo verdeeld als wat).
            De belangrijkste reden voor PGO is de hoop dat men de opleiding met meer plezier doet en de motivatie hiermee verbetert. Voor (reeds gemotiveerde) studenten werkt dat ook zo. Zelfs mijn ‘klassieke’ dochter, die nu in een PGO-traject zit, geeft toe dat ze over de opdrachten beter nadenkt dan ze zou hebben gedaan als de informatie haar kant en klaar zou zijn aangereikt. Daar zitten wel voorwaarden aan vast:
            – studenten/leerlingen die echt iets willen leren
            – studenten/leerlingen die hun weg goed kunnen vinden in de beschikbare informatiebronnen
            – een ZEER goed gestructureerd curriculum, waarbij de opdrachten een goede opbouw van moeilijkheid hebben, de opdrachten sluitend geformuleerd zijn en er een duidelijke verwijzing naar bronnen is. Daarnaast een erg goede, vaak te raadplegen, begeleider.
            Kortom: allemaal voorwaarden waaraan mijn MBO 1/2 leerlingen niet echt voldoen.

          • bloos
            Mn dag is weer goed:-)
            Ik weet niet of ik doordraaf. Ik zoek niet overal een complot achter. Een complot vooronderstelt samenspanning en vooraf afspraken enzo. Dat denk ik niet. Ik denk alleen dat mensen, bewust of onbewust, denken vanuit de positie die men heeft. Dan kan een (hoog)leraar een autoriteit zijn (lijken) en kun je, bijna vanzelfsprekend, proberen daar onder uit te komen. Je kiest die argumenten die passen in je straatje. Totdat dat straatje echt vreselijk doodloopt en je niet anders kunt. Dat is een natuurlijke reactie. Je probeert de nieuwe ervaringen die je opdoet in te passen in het impliciete model dat je in je hoofd hebt.
            Zo herinner ik me nog een discussie van vele jaren geleden met mijn vader. De politiek wilde het woonland beginsel invoeren. In het buitenland wonende kinderen van in Nederland verblijvende mensen zouden kinderbijslag moeten opleveren, gerelateerd aan de kosten van levensonderhoud in dat buitenland en niet aan de kosten hier. Mijn vader vond dat een zinnig idee: een brood voor je kind in Marokko kostte misschien een dubbeltje, en hier een gulden. Dus ook kinderbijslag voor een dubbeltje. Ik (links en student) vond dat woonland beginsel maar niks (want rechts). Dus bedacht ik een antwoord op dit van mn vader. Ik zei dat je toch moeilijk die kinderen de dupe kon laten worden van het feit dat men het daar (Marokko) zo arm had. En was tevreden over mn argument. Geloofde er zelf in, als ik me niet vergis. In ieder geval wilde ik er graag in geloven. Ik was goed gebekt en won de discussie.
            Maar voor mij is het altijd een belangrijk voorbeeld geweest van hoe je naar je eigen gelijk toe kunt praten. Ik denk dat veel van dergelijke processen ook een rol spelen bij mensen die met onderwijsvernieuwing bezig zijn. Je sociale en professionele omgeving “denkt” op een bepaalde manier en het is in jouw belang om binnen die kaders te blijven. Geen complot dus, maar een door het systeem opgelegde manier van denken.

          • 1933 klonk te somber
            Na al het sombere gepraat op verschillende plekken dat “we” weinig invloed zouden hebben leek me een positievere alias passender.

            tpfka1933

          • D-Day 🙂
            D-Day niet waar? Inderdaad een stuk opgewekter dan 1933. Jaar van crises en ellende. Toch stierven er op die ene 6 juni meer mensen dan in heel 1933 aan misère en honger.

            Historia vitae magistra

          • blauwtje
            Nou ja, doe ik eens aardig (lieve ….) en prompt verandert de aangesprokene zijn naam. Inmiddels vermoed ik dat 1944 nog zal veranderen in 1955 etc. Ben ik benieuwd wanneer hij in 2006 landt 🙂

          • Lieve Hinke
            Jouw mailtje bracht me in opperbeste stemming natuurlijk. Vandaar de positieve draai aan mn alias.
            Kortom: flauwigheid natuurlijk, maar ik kon niet nalaten deze thermometer van optimisme te gaan gebruiken. Wie weet wat er na komt?

      • PGO op de PABO (B.Slaa, 22 – 9 – 2006)
        Beste collega Slaa,

        Hoewel we aan de zelfde hogeschool werken, kennen we elkaar geloof ik niet persoonlijk. Kan het zijn dat u in Emmen of in Groningen werkt?
        Voor veel activiteiten opde PABO zou ook PGO niet mijn eerste keus zijn. Ik kan het weten – ik heb van 1972 – 1989 aan De Him gewerkt – de Sneker PABO die in 1986/87 in de CHN is opgegaan. Ik zou PGO WEL willen gebruiken voor onderwerpen als leer- en ontwikkelingsstoornissen, algemene organisatie van een basisschool, omgang met ouders, juridische aspecten en dergelijke. Misschien is PGO daar zelfs wel eerste keus voor mij. Ik zou er als vakdidacticus, zeker voor de zaakvakken niet gelukkig mee zijn – en als vakdidacticus voor lichamelijke opvoeding, beeldende vakken en muziek al helemaal niet. Je moet inderdaad zoveel doen aan kennis en vaardigheden, en daar past PGO slecht bij. Waar ik weer wel heel goede ervaringen mee heb: de systematische voorbereiding op de stage zoals we die op de Him van 1982 af gehad hebben: die had zowaar PGO -achtige trekjes. Dan hingen we namelijk het vakinhoudelijke onderwijs op aan wat er in de aankomende stageweek op de stagescholen moest gebeuren, en dan merkte je dat de studenten wel twee keer zo hard werkten en twee keer zo geïnteresseerd waren als anders: nu kwam het namelijk op het echte werk aan. Ik blijf bij mijn bezwaar tegen PGO: het wordt misbruikt als Haarlemmerolie, en je moet in het echt voor iedere onderwijs- en stagesituatie gewoon de optimale aanpak zien te vinden. Dat is de creativiteit en het vakmanschap van de docent, juist in het bereoepsonderwijs.
        Misschien kunnen we straks op de Nieuwjaarsreceptie in Leeuwarden eens verder praten.

        Groet,

        Jan A. Schulp (V&A / SGS)

    • PGO als pull -onderwijs
      Beste Corgi,

      Bij ons aan de CHN moet de student ook nog een keer bij een toets met zijn water voor de dokter. Mooie extra gelegenheid om te bekijken of de zaken begrepen zijn. Vaak valt dat mee. Niet altijd, helaas.

      Jan A.Schulp

      • Toets bij PGO als pull- onderwijs.
        Beste Jan,
        Wat moet ik mij voorstellen bij zo’n toets. Is deze schriftelijk of mondeling? Hoe lang duurt de toets? Wie stellen deze toets op en wie beoordeelt wat?
        Corgi

    • onderzoek
      Dan kom ik toch weer terug op mijn behoefte aan het laten doen van onderzoek.
      Hoe ervaren leerlingen die ervaring hebben met PGO en Comp. ger. leren hun onderwijs?
      – Hebben ze het gevoel voldoende te leren?
      – Merken ze dat ook tijdens hun stages?
      – Vinden ze het leuk?
      – Hoe beoordelen ze hun onderwijs in vergelijking met het ‘klassieke onderwijs’?

      Van ouders en leerlingen die geen ervaring hebben zou ik graag willen weten hoe zij er tegen aan kijken.
      En tenslotte zou ik heel graag leerlingen (en docenten) onderzocht willen hebben die hier op afgeknapt zijn.

      Wat ik me bijvoorbeeld sterk afvraag: Autisme en autisme-verwante contactstoornissen stijgen enorm. Hoe handhaven deze leerlingen zich? Wat leren zij er? Hoe voelen zzij zich? Bijna hetzelfde geldt voor ADHD-ers, concentratiestoornissen enz.

      • PGO en Comp.ger. leren
        IK studeer Civiele Techniek op de haagse hogenschool. Mijn erveringen met het probleem gericht onderwijs zijn zeer negatief.

        In het eerste jaar viel alles wel mee. Als je een (deel)opdracht niet snapte dan werd je nog min of meer geholpen. Het was de bedoeling dat je elke soort opdracht een keer zou doen. Natuurlijk is daar niks van terrecht gekomen en heeft iedereen in mijn jaar maar 1 of 2 soorten ten opdrachten gemaakt.

        Nu in jaar twee moeten we alles vrijwel zelfstandig doen. Niks bronnen waar je je informatie vandaan kan halen. En als je met vragen naar de begeleidende docent komt noemt hij weer nieuwe termen op die je zelf mag gaan zoeken. Het enige wat we hebben zijn de vakinhoudelijke lessen, die overigs gelijk lopen met het project, waardoor veel informatie te laat komt.

        Ik ben nu al 8 weken bezig met een projectplanning, maar omdat ik niet weet wat daar allemaal in moet (zoals alle vergunningen, waarvan ik de helft niet eens ken), kan ik nog steeds niet verder. De docent wil mij gewoon niet verder helpen, vanwege het feit dat ik dit zelfstandig zou moeten kunnen. En de docent management, die mij eventueel wel zou kunnen en willen helpen, is maar een middag per week op school aanwezig. En op dat moment hebben we les. Daarna is hij weer weg.

        De bedoeling van dit soort onderwijs is dat je beter onthoud wat je tijdens de projecten leert, maarja dat moet je wel eerst iets leren. Sommige mensen kunnen in zulke omstandigheden leren, die hebben er dan ook veel aan. Maar andere mensen zijn niet in staat om deze opdrachten goed uit te voeren, die leren er niks van en zijn ook nog eens zwaar gefrustreerd. (zie vervolg)

        • vervolg
          En de elende is nog niet afgelopen. We zijn ook nog eens proefkonijn van het voor het eerst op deze school ingevoerde competentiegericht leren. In de projecten moeten we nu niet met als doel de opdrachten goed af te ronden, maar om een competetie te leren. Natuurlijk moet je alsnog een voldoende halen voor die opdrachten. Maar helaas sluiten de competenties niet goed aan op de te leren competenties. En aantonen dat je een competentie beheerst is in mijn ogen ook onmogenlijk. Ik heb liever gewoon vakkenis in plaats van de competentie ‘planning opstellen’. Vakkennis is lastiger op te doen in het bedrijsleven of stage dan het leren van een competentie. Competenties komen lijkt mij vanzelf als je de benodigde vakkennis hebt, en onder die vakkenis valt ook hoe een planning eruit moet zien. In elk geval denk ik dat een ‘planning opstellen’ beter gaat als je dit klassikaal al een keer gedaan hebt.

          En als je een handicap hebt. dan wordt het nog eens extra moeilijk. Ik heb een lichte variant van NF, een van de leerstoornissen die dat als gevolg heeft is het feit dat je alleen een duidelijke opdracht via een duidelijk stappenplan goed kan maken. Natuurlijk heb ik niet helemaal hulpeloos, maar in het probleemgerichtonderwijs zijn de opdrachten zo onduidelijk en ontbreekt teveel kennis, dat ik hiermee niet meer uit de voeten kan. Ik ga met tegenzin naar school, kom met koppijn terug en zie het niet meer zitten. Geef mij maar gewoon het ouderwetse klassikale onderwijs.

          • studenten hebben macht
            Als jullie met velen in opstand komen. Liefst met de pers erbij, dan heeft dat vast invloed.
            Dus activeer je medestudenten en protesteer
            Ik verwacht dat in ieder geval een deel van de docente het ook met jullie eens is, maar dat niet durft toe te geven (dreiging van ontslag).
            Het kan verstandig zijn er achter te proberen te komen welke docenten dat zijn.

            Alleen kunnen deze iets doen, maar samen met studenten ligt dat anders

      • PGO
        Een schone taak voor BON. Doe een onderzoek naar de tevredenheid onder HBO- en MBO-studenten die te maken hebben (of hebben gehad want op een aantal scholen wordt het deels weer teruggedraaid) met PGO/CGO. Laat het onderzoek niet lopen via directies maar blijf zelf de opdrachtgever. Vraag ook de mening van ouders maar vooral ook van werknemers in bedrijven die te maken hebben met PGO/CGO-stagiaires en –afgestudeerden. Het is mogelijk niet representatief maar van een niet gering aantal studenten, ouders en werkgevers weet ik welke ervaring men hiermee heeft. De uitslag van een eventueel groot onderzoek zal leiden tot een parlementair onderzoek. Dat verzeker ik u.

  4. Problemen van Probleem Gestuurde Opleidingsmethoden
    De inzet van PGO als en soort Haarlemmer olie in fasen en vakken die zich daartoe slecht lenen is inderdaad een pijnlijk probleem. Hiervoor dank aan onze hype-crazy bestuurders. Maar aan de andere kant mag van intellectueel gecertificeerde docenten, die ook nog eens in het groepsverband van een naar verwachting goed gecoördineerde studierichting opereren, toch ook wel enig tegengas verwacht worden indien de oekazes van bovenaf te gek worden.

    Het “not-invented-here” syndroom speelt zeker een rol. Onbekend maakt onbemind, zowel bij studenten als bij docenten. Doch wanneer men samen gaat zitten zuchten en kankeren op de baas, vindt er in feite passieve sabotage plaats terwijl deze verloren tijd niet ingehaald kan worden.

    Natuurlijk moet men eraan wennen. Met een brede, nauwelijks gecoachte, case study kan men beter niet beginnen. Klein geleerd groot gedaan, geldt hier. Indien in de eerste jaren het klassikale onderwijs opgeleukt wordt met mini case’jes, dan worden zware case studies in het vierde jaar een stuk gemakkelijker te verteren. Dit betekent wel dat minstens een dagdeel per vak gereserveerd moet worden om de combinatie van klassikale inleidingen in de stof met PGO mogelijk te maken… en dit houdt weer in dat men zich per periode moet beperken in het aantal vakken. Ik zie niet in waarom dit zo moeilijk is. Nou ja, ik zie het wel, maar durf het hier niet te zeggen.

    Ook zie ik niet in waarom bij PGO docenten zo nodig in groepjes moeten optreden. Komt dat voort uit angst voor het vreemde? Is het angst om zich middenin de groep te moeten manifesteren? Zijn er dan geen bijscholingscursussen voor aankomende PGO-artiesten? Of zien sommige docenten PGO als een methode om hun collega’s te laten waarnemen?

    Probleem Gestuurd Onderwijs is een contradictie in zichzelf trouwens. De PGO-methode is er juist voor om onderwijs te transcenderen, vandaar de afwijkende titel in de kop.

    • OpgeLEGD maakt onbeMIND
      Een algemeen probleem van elke a priori onderwijsfilosofie is dat deze onderwijzenden wordt opgelegd, terwijl die zelfstandig en naar eigen inzicht hun werk in willen richten. Dit laatste geldt vooral voor universitair geschoolde onderwijzenden. Een ander algemeen probleem van elke a priori onderwijsfilosofilosofie is dat deze te weinig rekening houdt met verscheidenheid in schooltypen, typen leerlingen, de bijzonderheden van elk schoolvak, en niet te vergeten de persoonlijkheid van de docent. Deze makkes komen we ook tegen bij het PGO als onderwijsfilosofie. Mijn voorstel is dan ook: Laten we uitgaan van de professionaliteit van de docent, vertrouwen hebben in diens aanpak en ophouden onderwijzenden te betuttelen met modieuze organisatie-theoretische grillen. Dan wordt het beroep van onderwijzende misschien weer eens LEUK.

      • LEGO MIND
        “… elke a priori onderwijsfilosofilosofie is dat deze te weinig rekening houdt met verscheidenheid in … de persoonlijkheid van de docent.”

        Een docent die het leuk vindt om met zijn rug naar de zaal op het bord staan te krassen, moet zich eens achter zijn oor krabben.

        Je kan kennis er niet ingieten. Kennis moet geabsorbeerd worden.

        • Dirk weet niet wat krijten is
          Dirk, hoe kun je je nu achter je oren krabben terwijl je op een bord aan het schrijven bent met krijt. Dat heb jij dus nooit gedaan, merk ik wel. -Let op: het schrijven met krijt vergt een hand om te schrijven, en een hand om je lichtelijk mee tegen het bord af te zetten. Geen mogelijkheid om je dus achter het oor te krabben, zie je wel?

          Geen dank, tot je dienst.

        • Dit is toch interessant gekrijt
          Dit is toch interessant gekrijt. Zie ook de bron, het gaat om lecture #25, maar de andere zijn ook de moeite waard. Interessant is de studenten te observeren, heel verschillende gedragingen.

    • Problemen van Probleem Gestuurde Opleidingsmethoden
      Beste Dirk,

      Zou het feit dat veel docenten iets hebben tegen PGO niet ook gewoon kunnen komen omdat het een wetenschappelijk bewezen inferieure manier van opleiden is? Kijk bijvoorbeeld eens naar de uitkomsten van Project Follow Through, het duurste onderwijsexperiment aller tijden. Alle projectonderwijs-achtige methoden deden het slecht en de klassikale methode deed het erg goed.

      • Wetenschappelijk Bewijs???
        Hahahaha! Wat hebben we hier, de wetenschap van appels en peren vergelijken?

        We hebben het over PGO in het HBO maar als we toch aan het vergelijken zijn – waarom wordt PGO door de beste universiteiten in de Angelsaksiche landen en Amerika wel warm omarmd en zie je daar de studenten groeien en bloeien bij het opdoen van practisch relevante kennis en kunde?

        . . . omdat, uhhh. . . .

        Psst, kan je hier gekruisigd worden?

        • Welke beste universiteiten in Amerika?
          Welke beste universiteiten in Amerika heb je het over Dirk? Ik werk toevallig bij 1 van die topuniversiteiten en ik kan je verzekeren dat er hier geen PGO wordt gegeven. Idem dito bij de collega topuniversiteiten.

          Met je opmerking over appels en peren vergelijken bedoel je dat PGO en ‘gewoon onderwijs’ fundamenteel niet te vergelijken zijn? Met dit verhaaltje kwamen de onderwijskundigen na Project Follow Through inderdaad ook. Dat is het ‘argument’ van de verliezer. PGO en HNL kunnen de competitie gewoon niet aan en ontlopen deze daarom.

        • uitdagen of kruisigen
          Beste Dirk,

          Ik weet niet of je het weet, maar de webbased Romeinse Legionair is nog niet uitgevonden.
          Wat is dat voor flauwigheid om je serieuze opmerkingen te larderen met iets als “lekker puh.. pak me dan als je kan…..”?

          • De Uitdaging
            [Tekst verwijderd. Niet inhoudelijk en provocerend. Auteur is op de hoogte gesteld :: Ralph]

          • Glimlach
            NU de tekst van Dirk is verwijderd, verwijder ik ook mijn eigen reactie hierop [1_1_1944]

          • Wat?
            Is dit geheimtaal? Wat moet ik, als lid van een vereniging van gelijkgestemden met zoiets?

          • pakken hoeft niet
            Pakken hoeft niet eens als je nu al laat blijken dat je niet met goede onderbouwde argumenten kunt ingaan op de bijdrage van Mark79. Daar hoeven we niemand voor te kruisigen en de term ‘rooie rakker’ is al helemaal beneden niveau.

          • Correctie!
            Het Follow Through Project betrof lager onderwijs. We hebben het hier over de hoofdfase van het hoger onderwijs. Appels en peren vergelijken is zeer onwetenschappelijk volgens mijn opa, die onderwijzer was.

            Als jij geen blijk had gegeven dat je niet kan lezen, had ik nu niet opnieuw uit hoeven leggen dat PGO niet als Haarlemmer Olie (deze goede aanduiding van het probleem is van een andere poster) gebruikt moet worden maar aan het eind van een opleiding voor volwassenen.

            PGO is een uitstekende methode om de aangeleerde kennis en kundigheden in een geïntegreerd leerproject toe te passen en geeft de deelnemende studenten de gelegenheid om zich eindelijk eens op eigen kracht te kunnen ontplooien. Maar het vereist wel een welhaast virtuoze docent; die zijn stof kent; die geen angst heeft om zijn lessenaar aan de kant te schuiven; die zijn studenten uitdaagt om buiten de doos te denken; en, die niet bang is om de discussie aan te gaan met zijn eventuele meerdere in het begrip van het vakgebied.

            Bij jongeren werkt het niet, is mijn ervaring, maar ik heb zeer goede ervaringen met PGO in hogere en universitaire opleidingen. Dan heb ik het over echt PGO, op basis van goed gedocumenteerd lesmateriaal, niet over de fröbel workshops die in het MBO en HBO voor PGO doorgaan. Dat lijken doorgaans meer op voortzettingen kringgesprekken met de juf.

          • Lager en hoger onderwijs
            Dat Project Follow Through over het basisonderwijs ging klopt. Helaas hebben de onderwijskundigen uit de uitkomsten van dit project geconcludeerd dat HNL in een vergelijking niet opkan tegen docent-gestuurd onderwijs. In de keuze tussen de feiten en hun geloof hebben ze voor hun geloof gekozen. Dus is een dergelijk goed opgezet onderzoek nooit herhaald voor het voortgezet of hoger onderwijs.

            Dirk schrijft dat PGO een uitstekende methode is en onderbouwd dat met zijn eigen ervaringen. Mag natuurlijk, maar voordat dit verplicht overal ingevoerd wordt wil ik toch bewijs zien. De ervaringen van Dirk zijn niet genoeg bewijs.

            Overigens zijn MBO en HBO ook eindopleidingen voor volwassenen, dus volgens de criteria van Dirk zou PGO hier ook moeten werken. Het tegenargument van Dirk (fröbel workshops) lijkt te zijn dat PGO daar alleen maar niet goed ingevoerd is. Tja…

          • Zie andere posting
            Op dit forum stond een zeer goed gedocumenteerd artikel van Paul Gobée. Hij betrok daarbij ook zijn eigen ervaringen met PGO aan de Universiteit van Maastricht, toch waarlijk niet de eerste de beste. Hij was uiterst ontevreden. Lees het artikel zelf!

          • Correctie op correctie
            Dirk,
            Wegens een paar dagen weg heb ik me helaas niet in deze discussie kunnen mengen.
            Misschien heb je nog wat aan dit artikel dat ook bij Mythe 4 is te vinden
            Willem Smit

  5. Je reinste onzin, dat PGO
    In 1989 begon ik met een universitaire opleiding waar een of ander onzalig type verzonnen had dat PGO de toekomst was (geinspireerd door de RUL). Dat PGO kwam zo ongeveer neer op “hier is de lantaarnpaal, los het maar op”. Bedoeling was dat je zelf uitvogelde wat het probleem met de lantaarnpaal zou kunnen zijn (nul leads!) en vervolgens een oplossing daarvoor verzon. Eea uiteraard naast de andere 15 vakken die je ook nog elke week moest doen, en waar ze dezelfde fratsen uithaalden. Ik heb die onzin snel achter me gelaten en ben naar ’t HEAO gegaan, waar nog gewoon normaal les gegeven werd. Na de HEAO heb ik alsnog universiteit gedaan, en gelukkig werd me toen al die PGO-ellende bespaard.

    Het doet me denken aan de PLON-methode bij natuurkunde, een misselijkmakend experiment waar ik in de jaren 80 ook al ’t slachtoffer van ben geworden, en die me belemmerd heeft om natuurkunde te gaan studeren (hoogleraar zei: “heb jij PLON gedaan? Vergeet ’t maar, jij haalt de propedeuse nooit, je loopt veel te ver achter” (!))

    Al die “onderwijsdeskundigen” moeten eens stoppen met te experimenteren ten koste van de jongeren: vooral niet vergeten dat een mislukt experimentje met jongeren die jongeren dus gewoon wel x jaren kost…

    Gewoon normale hoor- en werkcolleges; in hoorcolleges leg je theorie uit, in werkcolleges laat je cases doen. Als dit naar de smaak van de dames en heren docenten niet tot de gewenste resultaten leidt, dan komt dat in de eerste plaats door alle incompetente docenten die er zijn (en dat zijn er veel, heel veel; in mijn hele schoolcarriere heb ik op de honderden docenten misschien 5 goede gezien (!), de rest blinkt uit in communicatief incapabel, pedagogisch onbekwaam, en een ernstig gebrek aan gestructureerd denken), natuurlijk op de voet gevolgd door studenten die niet gemotiveerd of intellectueel incapabel zijn.

    Laat die jeugd nou eens gewoon met rust en stop met al die walgelijke experimentjes.

    • PLON
      Tijdens didactiek Natuurkunde in 1982 werden we doodgegooid met PLON.
      De grootst mogelijke onzin moesten we aanhoren.
      Natuurkunde was vrouw-onvriendelijk; bewijs: sommetjes over auto’s (een auto botst met een snelheid van ….; een student grapte nog: vervang dan auto door kinderwagen).
      Men wees erop dat op die scholen waar PLON ingevoerd werd, meer meisjes dan jongens kiezen voor natuurkunde. Men zag dat als een heel groot succes.
      PLON, dat is veel proefjes en daarna een beetje aandacht voor triviale alledaagse theorie.
      Één docent beweerde: jullie hebben geen natuurkunde gestudeerd op de universiteit, jullie hebben wiskunde gestudeerd; natuurkunde, dat is buiten. Ik vraag me af hoe deze persoon zijn diploma’s heeft kunnen behalen.

      Met PLON kun je inderdaad niet naar de universiteit gaan voor een natuurkunde-studie; je kunt er niet eens mee naar de HTS gaan. MTS wordt nog moeilijk.

      • In 1961
        In 1961 zei Prof. Freudenthal tegen ons op het eerste wiskundecollege: “Jullie waren allemaal goed in wiskunde op de middelbare school. Nou, vergeet alles, want we beginnen weer opnieuw”. En dat gold ook voor de natuurkunde. Je kunt best natuurkunde studeren zonder enige natuurkunde gehad te hebben. Alleen hoe weet je zelf dat het je ligt ? Dus daarom moet je het wel krijgen. Liefst op een uitdagende manier, en dat hangt erg van je docent af, dat was vroeger zo en dat is nog steeds zo. Volgens mij heeft dat niet zoveel met de methode te maken. Middelink (jawel van “het natuurkundeboek”) gebruikte nauwelijks zijn boek, maar liet zijn leerlingen veel experimenteren, het boek was naslagwerk. Veel docenten, die geen prakticum deden, maar wel het boek gebruikten vonden het een goed boek, omdat “alles” er in stond, lekker veilig, maar uitdagend ? Ikzelf heb “Natuurkunde … doen!” gebruikt, tot ergenis van veel ouders, ook natuurkundigen, want hun kinderen kwamen thuis met vragen waar zij geen antwoord op wisten. Het boek kreeg de schuld, maar de goede leerlingen leerden steeds meer. In het boek van Zweers en Vianen stonden ook vragen, maar het antwoord stond twee bladzijden verder, dat motiveert natuurlijk niet erg.

        • Freudenthal had het toen ook al mis
          Freudenthal kletste in dat eerste college natuurlijk uit zijn nek (zonder voorkennis zouden zijn colleges absoluut niet te volgen zijn). Zijn navolgers op het Freudenthal Instituut hebben er inmiddels voor gezorgd dat universiteiten nu inderdaad helemaal opnieuw moeten beginnen met de wiskunde (het optellen van twee positieve gehele getallen kunnen studenten niet meer…).

          Wiskunde leren kost tijd. Als studenten eerst bijgebracht moet worden hoe je twee getallen optelt, dan kom je aan het eind van de 3-jarige Bachelorstudie niet verder dan het niveau van de oude HBS. Zo simpel is het.

          • Dan heb je zijn colleges nooit gevolgd
            Je had alleen maar last van je voorkennis bij Algebra. Ik heb het niet over Analyse, door Van der Blij gegeven. Die gaf zo goed college, dat je dacht dat je het snapte, tot het eerste tentamen kwam.
            Freudenthal “lulde” dus niet, overigens vind ik zulk taalgebruik ongepast.

          • Freudenthal
            Ik heb het gewraakte woord veranderd in ‘kletste’.

            Overigens vreemd dat Freudenthal geen gebruik wenste te maken van de voorkennis van zijn studenten. Niet echt practice what you preach. In zijn didactische verhaaltjes heeft hij het de hele tijd over aansluiten bij de belevingswereld van het kind en dergelijke ongein.

            Overigens: is het waar dat Freudenthal een uitermate beroerde docent was? Dit heb ik ooit ergens gelezen.

          • We hebben het hier over 1961
            Ik behoorde tot de eerste lichting, die onderhevig was aan multiple choice tentamens. Had Freudenthal meegenomen uit de VS, 4-keuze vragen; het jaar daarop 6 of meer: meerdere uitspraken zijn goed, geen van de uitspraken is goed, je kent het wel. Ik had een 9 gemiddeld voor de wiskundige vakken op de HBS, en dan het eerste jaar Wis- en Natuur- en Sterrenkunde over moeten doen, omdat je je wiskunde niet gehaald hebt, dat zijn niet echt leuke herinneringen, maar ik heb dat nooit aan mijn leermeesters (Freudenthal en Van der Blij) geweten!
            Overigens gaat het hier over Probleem gestuurd Onderwijs. Toen ging over zeer abstracte wiskunde, en de hoogleraren theoretische natuurkunde konden er ook wat van (“sommigen schrijven hier 1/4*pi*epsilonnul”).

          • Proefschrift over Freudenthal
            Elke positieve actie begint met critiek” : Hans Freudenthal en de didactiek van de wiskunde, Bastide-van Gemert, Sacha la
            Hans Freudenthal (1905 – 1990) was hoogleraar wiskunde, wetenschapper en literator. Maar bovenal was hij onlosmakelijk verbonden met de omwentelingen in wiskundeonderwijs en –didactiek in de tweede helft van de vorige eeuw. In een discussie over wiskundeonderwijs kan niemand om hem heen: ‘wiskundeonderwijs volgens Freudenthal’ dient ofwel als inspiratie ofwel om andere invalshoeken tegen af te zetten. Zijn naam wordt geassocieerd met het in de jaren zeventig in Nederland ontwikkelde ‘realistische wiskundeonderwijs’, dat internationale bekendheid geniet. Lees verder…


            Bespreking in Volkskrant

        • Freudenthal’s opmerking …
          … moet je niet letterlijk opvatten, maar zien als een gewiekste didactische truc.

          Dat zit zo: schoolwiskunde is altijd al anders geweest dan universitaire wiskunde. Bij de universitaire wiskunde moet je veel subtieler omgaan met je bestaande kennis en intuitie dan op school ooit gevraagd wordt. Voorbeelden: complexe getallen versus reele getallen, of de niet-commuterende matrices versus commuterende scalars, en zo zijn er vele. Daarnaast wordt bij universitaire wiskunde ook meer nadruk gelegd op weten waarom, in plaats van weten wat: je moet dus veel kritischer worden op je eigen uitspraken.

          De opmerking van Freudenthal moet je daarom vooral zien als een enkele zet in het lange schaakspel tussen docent en leerling/student. Deze zet heeft daarom niet zozeer geisoleerde betekenis, maar is vooral van belang in de context van dat schaakspel: met deze zet wordt de student op het verkeerde been gezet, en zal sneller zelf gaan nadenken, in plaats van de woorden van de docent voor zoete koek te slikken.

    • De Crux
      “… in mijn hele schoolcarrière heb ik op de honderden docenten misschien 5 goede gezien (!), de rest blinkt uit in communicatief incapabel, pedagogisch onbekwaam, en een ernstig gebrek aan gestructureerd denken), natuurlijk op de voet gevolgd door studenten die niet gemotiveerd of intellectueel incapabel zijn.”

      Ziedaar de twee hoofdoorzaken van de mislukking van PGO in het Nederlandse HBO.

      Dit is nu wat ik hierboven niet durfde te zeggen, 1944, maar dat wist je zelf ook al, denk ik. Alleen jij zit waarschijnlijk nog in het onderwijs en kan het niet hardop zeggen; anders hangen ze je aan een rubberen kruis tot de volgende reorganisatieronde.

      De conclusie is dus: beter geen PGO in het Nederlandse HBO (al waren mijn studierichtingen er erg goed vanwege internationale samenwerkingsverbanden).

      Er mag niet over de ruggen van de student heen worden geëxperimenteerd door hype-crazy directies, besturen en departementen. Helaas is dat al decennia lang wel zo en dit is een enorme schande.

      Zowel het experimenteren met hen die geen kant op kunnen, als het lage niveau van de gemiddelde HBO-docent, zijn hemelschreiend. Dit schandaal moet mijns inziens in een Parlementaire Enquêtecommissie aan de kaak gesteld worden want hiermee is ondertussen de toekomst van het hele land in het gedrang gekomen en de vele afgesturdeerden met wrok kunnen zodoende wellicht nog enige genoegdoening krijgen, zij het voor hun opvolgers.

Reacties zijn gesloten.