Pleij was het niet met hem eens, want Prem zou wel even laten zien dat de lagere scholen grenzeloos te kort schoten.
Hij had een groepje van tien kinderen onder zijn hoede genomen en zou wel even laten zien dat die in maart de Cito-toets wel konden halen. Het was toch belachelijk dat niet iedere leerling voor die toets gewoon positief scoorde. Iedere leerling had toch minstens 80 IQ. Nee, die scholen schoten heel erg te kort, vond Prem.
Pleij was het niet met hem eens.
Prem vergat dat de klassen in het basisonderwijs gevuld zijn met groepen van 40 leerlingen of meer, dat daar kinderen met rugzakjes in zitten en ratjes die goed lesgeven gewoon onmogelijk maken, of van wie de ouders niet zo bij school betrokken zijn, of gewoon ook kinderen met een minder IQ. En dan spreken we nog niet over realistisch rekenen, of taal en spelling, en al helemaal niet over aardrijkskunde en geschiedenis, want die vakken lijken helemaal niet meer te bestaan.
Ja, met tien kinderen zou Pleij het ook wel kunnen, maar dat is geen afspiegeling van de werkelijkheid.
Het zal in maart moeten blijken, want dan heeft Prem het voor mekaar.
En zo niet, dan komt hij Pauw & Witteman op z’n knieën om vergiffenis vragen.
(…wordt vervolgd op een van de Nederlandse zenders morgen omstreeks de klok van tien)
Prem is een geval apart … maar toch …
Toch, los van de gedeeltelijk terechte kritiek die je op hem hebt, zijn er wel een paar dingen waar ik hem gelijk in wil geven.
Hij noemde een voorbeeld van een meisje dat haar hele schoolperiode een goed/voldoende voor rekenen op haar rapport had, maar waarbij de rekenresultaten in het volgsysteem negatief waren. Het is niet de eerste keer dat ik dergelijke geluiden hoor. Ouders die er na 7 jaar geruststellende berichten in groep 7 of 8 mee geconfronteerd worden dat hun kind toch echt een VMBO advies krijgt want dat het een achterstand heeft.
Hij noemde dat 20% van de kinderen aan het einde van de basisschool niet kunnen lezen/schrijven/rekenen. En helaas heeft hij daar gelijk in. Terwijl wel degelijk is aangetoond dat ook intellectueel zeer zwakke kinderen wel degelijk kunnen leren lezen en schrijven en rekenen. Op de rekenconferentie was daar een uitnemend voorbeeld van. Dat gegeven werd verward met de lage cito score. Dat maakte het verhaal niet duidelijk.
Ook zijn er verschillende onderzoeken die aangeven dat mn bij allochtone kinderen het verwachtingspatroon van de school/leerkracht laag is. Wat mij betreft benoemde hij wel degelijk een aantal serieuze problemen. Wat het niet erg sterk maakt is dat hij met een groepje van 10 gaat werken in een ideale setting. Dat heeft niets met de werkelijkheid te maken.
Overigens ken ik geen enkele school waar er 40 kinderen in de klas zitten. Juist kinderen uit achterstands situaties tellen bijna dubbel. In het verleden was dat automatisch: allochtone kinderen telden voor 1,9. Nu is er een ander toewijzingsbeleid, maar hoe meer moeilijke kinderen, hoe meer geld de school krijgt en hoe kleiner de klassen kunnen zijn. Dus gaat het veelal om klassen van 20 in plaats van de door jou genoemde 40.
Tenslotte denk ik dat Prem niet perse wil aantonen dat de huidige basisschoolleerkrachten het allemaal zo slecht doen. Hij wil aantonen dat het bij veel zwakke kinderen beter kan. Dat daarvoor de situatie anders moet zijn dan nu, is wat mij betreft evident. Maar ik zou het wel eens willen uitrekenen wat puur financieel/economisch aantrekkelijker is. De ‘dure’ aanpak van Prem met klasjes van 10, of de huidige aanpak met klasjes van 20-22, met kinderen die functioneel analfabeet blijken aan het einde van groep 8.
Ja, ca.24 leerlingen….
@1989:’Dus gaat het veelal om klassen van 20 in plaats van de door jou genoemde 40′.
Je hebt gelijk, ik heb zeker even niet opgelet.
Waar klagen die juffen nog over?
Mijn klassen in het VO zijn rond de dertig en dikwijls nog een beetje meer!
Dan kan het toch niet echt moeilijk zijn om ze in acht jaar te leren lezen en schrijven?
Open deuren
allemaal.
Wat dient er te gebeuren?
Cito-coach Prem…
…in geluid en beeld? Klik hier!
Huiltelevisie…:-(
Prem, gaat dit misschien over jezelf, merkte een van de toehoorders op.
Misschien wel.
Prem noemt zichzelf televisiemaker en wil waarschijnlijk hele droevige huiltelevisie maken,..maar wel over de rug van een ander, een paar kinderen in dit geval.
Ongeremd maakt onbemind
Ik word meestal héél snel moe als deze presentator aan ’t woord is; ik kijk en luister niet lang genoeg en daarom kan ik niet helemaal zeker van mijn zaak zijn. Maar toch: ik heb het gevoel dat deze man (met de wel zeer toepasselijke initialen P.R.) thuishoort in het genre WIllibrord Frequin en Pieter Storms: nobele onrechtbestrijders die als dollen tekeergaan in een paar individuele gevallen, maar geen interesse hebben in de structuren die het onrecht veroorzaken.
Presentator P. wil voor tien kinderen wel iets betekenen, maar een structurele verbetering van het basisonderwijs ligt buiten zijn gezichtsveld en bovenal: er is niet mee te scoren.
Dat is het bezwaar dat ik tegen deze circusachtige acties heb: in plaats van aandacht te vragen voor het probleem wordt de aandacht er juist van afgeleid. Alle aandacht gaat naar de presentator en zijn missie en de oorzaken van de ellende komen niet aan bod.
Aandacht voor structuren of aandacht voor individuuele gevallen
Ik denk dat we niet allemaal het probleem vanuit dezelfde kant behoeven aan te pakken. Als PR laat zien dat 10 ‘afgeschreven’ kinderen wel degelijk beter kunnen scoren dan in het huidige basisonderwijs dan is dat voor mij uitermate waardevol. Als het hem werkelijk zou lukken, met die 10 kinderen in een periode van maar 3 maanden, dan is dat bijzonder. Ik denk dat veel docenten dergelijke ervaringen hebben. Persoonlijk heb ik bijlesleerlingen soms in hele korte tijd een flink stuk verder gebracht, maar ook grote groepen (50-100) aankomend studenten in korte tijd wiskunde vaardigheden bijgebracht. Er kan vaak zovel meer dan er in eerste instantie is bereikt. Overeenkomst n al die gevallen is aandacht en gestructureerd onderwijs. Prem zou het misschien zomaar eens op dezelfde manier kunnen proberen. Hij blijft daarbij zichzelf en niet iedereen vind dat prettig om naatr te luisteren. Maar ik ben wel zeer benieuwd wat hij tot stand brengt. Als het met 10 kinderen in 3 maanden lukt, dan lukt het met 30 kinderen in een jaar. En dat is toch ongeveer de normale setting op school.
Dat hij daarbij de structuren, de bobos, de besturen en de goeroes links laat liggen, niet noemt, wellicht zelfs mee meewerkt kan misschien wezen. De geluiden daartegen worden door anderen voldoende verwoord. Ieder toetert zoals hij gebekt is, maar samen toeteren we van alle kanten.
Niet de oorzaak, wel de ellende
Misschien komt de oorzaak van de ellende niet aan bod, maar dan toch wel de ellende.
Als het P.R. lukt om te laten zien dat “afgeschreven” leerlingen toch een redelijke Cito-toets kunnen maken lijkt me dat winst.
Signaleren dat (sommige? veel?) kinderen in het basisonderwijs beneden hun capaciteiten leren is voor ons misschien niet zo origineel. Maar beleidsmakers worden hiermee nogmaals met hun neus op de feiten gedrukt.
Wat mij betreft kan dat niet vaak genoeg gebeuren.
En laten we verder hopen dat in de uitzendingen het probleem belangrijker is dan de presentator.
Het gevaarlijke experiment van Prem
Als ik de discussie over de afsluitende CITO-toets van de basisschool goed begrepen heb zijn voor haar 3 doelstellingen bedacht:
1. De Groot wilde dat leerlingen objectief beoordeeld zouden gaan worden. Eerlijke vijven en zessen
2. De minister van onderwijs wil de prestaties van de school en haar onderwijzers kunnen vaststellen. Een zaak van μ’s en σ’s . Selecteren van leerlingen was ongewenst.
3. Het vervolgonderwijs wil kunnen bepalen in welk schooltype een bepaalde leerling het beste zou passen. Ergens in de rij van Gymnasium t/m leerwegondersteunend onderwijs.
De afsluitende CITO-toets bepaalt in principe wat de leerlingen van de lessen hebben opgestoken. Ze zijn nooit voor doelstelling 3 bedoeld geweest. Dat neemt niet weg dat er vast wel een positieve correlatie zal bestaan tussen wat een leerling in 8 jaar van het basisonderwijs heeft opgestoken en wat hij kan presteren in het vervolgonderwijs.
Als Prem slaagt zijn daar vele conclusies uit te trekken. B.v. dat veel kinderen op een te laag schooltype terecht komen. Of dat de CITO-toets unfair is omdat ouders middels bijlessen kunnen zorgen dat hun kinderen een score halen waarmee ze op een hoog type secundair onderwijs kunnen worden toegelaten. In elk geval zou de CITO-toets helemaal afgeserveerd worden als selectie-examen voor het secundair onderwijs. . Mijn vrees is dat de voorstanders van de middenschool dan weer wind in de zeilen krijgen en Plasterk hen de haven laat binnenvaren. Hij heeft immers recentelijk de opvatting geventileerd dat scholieren langer bij elkaar in de klas hetzelfde programma moeten volgen. Het is jammer dat BON geen geld van de overheid krijgt waarmee het deskundigen kan laten zoeken naar een betrouwbaardere schoolgeschiktheidstest. Al het onderwijsgeld gaat naar haar tegenstanders.
Seger Weehuizen