Een paginagroot artikel in de Volkskrant doet een boekje open over de cultuur op het ministerie van onderwijs en is een aanrader voor de leden van de parlementaire onderzoekscommissie onderwijs.
Primair onderwijs (PO), voortgezet onderwijs (VO) en hoger onderwijs (HO) zaten gescheiden in het spinachtige gebouw van OCW, de politieke top zat in het grijze middenstuk.
Er hing een sfeer van: als jij van mij afblijft, blijf ik van jou af.
De ambtenaren leken in niets op elkaar. Werkte je in blauw, de basisschoolvleugel, dan droeg je een trui. Deed je voortgezet onderwijs, in geel, dan liep je in een jasje. Hoger onderwijs, in de rode vleugel, zat strak in het pak. De salarisschalen waren navenant.
Of toch, één overeenkomst: ze stemden vrijwel allemaal PvdA – een overblijfsel uit de Van Kemenadetijd (eind jaren zeventig, begin jaren tachtig), toen het ministerie razendsnel groeide.
De poging om alles van bovenaf aan te sturen, en via circulaires bij de scholen te droppen, werd breed gedeeld.
In de winter van 1991 lag de basisvorming klaar om ingevoerd te worden.
Het was de tijd dat praten met de scholen taboe was; de politiek wist hoe het moest. Het werd dan wel niet de middenschool van Van Kemenade, maar het nobele ideaal was hetzelfde: goed onderwijs zou iedereen gelijk maken. Gelijke kansen, ongeacht je afkomst.
Het was de tijd van stevige bewindslieden, die je als eenvoudig beleidsambtenaar met schaal 11 niet even opzij duwde. ’Met Ritzen had je niet vaak een echt gesprek’, zegt een ambtenaar uit die tijd. ‘Als je het niet met hem eens was, legde hij je het nog één keer uit’.
Ook Wallage en Netelenbos waren mannetjesputters, die je als ambtenaar liever niet voor de voeten liep. De dadendrang was enorm. ‘Nieuwe bewindslieden kwamen binnen met grootscheepse veranderplannen. De druk van het partijprogramma, het vooruitzicht van maximaal vier jaar bewind. Zeker bij OCW wilden ze niet de geschiedenis ingaan als bewindslieden die alles bij het oude lieten.’
De ambtelijke top zat dicht tegen de politiek aan. Politieke benoemingen waren meer regel dan uitzondering. De grote vernieuwingen – van basisvorming tot vmbo – waren politieke beslissingen. Maar de ambtelijke top werkte gretig mee. Het was een netwerkproces tussen de politiek en de onderwijskundigen, met een grote rol voor de wetenschap.
‘Plannen werden ontworpen vanachter de tekentafel, zonder deugdelijke toetsing of ze ook echt konden worden uitgevoerd.’
Nieuwe ambtenaren werden bij OCW geselecteerd op hun ijver om aan de ingezette koers mee te werken, zegt een topambtenaar van een aanpalend ministerie. ‘Wie zich bij een sollicitatie kritisch uitliet, kwam er niet in.’ ‘Alleen als je beleid maakte, was je iemand; invoering was van later zorg.’
In 2000 kapseisde de sfeer op het ministerie, toe Harm Bruins Slot door Loek Hermans werd aangesteld als nieuwe secretaris-generaal. Bruins Slot vond dat de cultuur op OCW drastisch moest veranderen. Het departement was niet goed en ook nooit goed geweest, concludeerde hij en dat bleef hij maar herhalen.
Hij gooide het roer drastisch om. Directeuren kregen coaches en externe adviseurs, en psychologen lichtten de organisatie door. Gerard Cox werd ingehuurd voor de teamgeest, er kwamen cultuurtrainingen waarbij de ene directeur kapstok moest spelen en de ander de jas – en dan goed samenwerken, zodat de jas niet van de kapstok viel. Met de reorganisaties groeide het cynisme.
De kosten van externen verdrievoudigden van 14 naar 43 miljoen euro.
‘Soms had je het gevoel dat het ministerie werd bezet door een commando-eenheid. Dan zag je ze weer binnenkomen in hun zwarte pakken. Daar gáát ons geld. Zij kregen de leukste klussen. Je werd niet meer vertrouwd. Kwaliteitsslagers, noemden we ze. Talloze collega’s belandden op een zijspoor.’
Opvallend vaak valt de naam van ‘schaduw-SG’ Pim Pollen, interimmanager van CBE Consultants. ’Hij had Bruins Slot aan een lijntje’, zegt Bert van de Geest van de Departementale Ondernemingsraad. ‘Stinkendrijk geworden’. NRC/Handelsblad rekende uit dat Pollen tussen 2001 en 2003 voor 5,5 miljoen euro aan contracten moet hebben binnengesleept. ‘Pim Pollen werd een goeroe’, zegt een anonieme oud-ambtenaar.
‘Het was 2002, het jaar van Pim Fortuyn, maar wij hadden onze eigen Pim.’
De gevolgen van onvrede bleven niet lang uit. De laatste maanden van Loek Hermans en de eerste van Maria van der Hoeven waren een aaneenschakeling van rampspoed.
Anonieme klokkenluiders gaven ruchtbaarheid aan een miljoenenfraude in het HBO. Kamerleden ontvingen brieven over wat later de ‘Jamby-affaire’ zou gaan heten.
Ambtenaren slingerden aantijgingen de wereld in over een graaicultuur aan de top.
In drie jaar tijd pakte één op de drie topambtenaren zijn biezen. De achterblijvers bekroop een gevoel van onveiligheid: niet durven zeggen wat je vindt.
‘De angst is nog steeds niet weg’, aldus voormalig PvdA staatssecretaris en adviseur Roel in ’t Veld. ‘alles wordt beoordeeld op het criterium: kan het mij schaden?’
Er ontstond een indekcultuurtje, nog erger dan voorheen. ‘als je maar een boel vergadert en een boel papier kunt laten zien, toon je dat het je aandacht heeft – zo’n sfeertje’, beschrijft een oud-ambtenaar.
Eind 2003 haalde Koos van der Steenhoven alle kranten met een beschimpende eindejaarsspeech.
De verantwoordelijkheden waren zoek, samenwerken deed men niet aan, ambtenaren ‘bedotten’ de boel en hadden geen idee van de buitenwereld.
Sindsdien gaat het beter. Hij herstelde de rust en het vertrouwen.
Of het zijn gereformeerde uitstraling is of iets anders:’Koos bedondert de zaak niet’, zegt men op het ministerie. Het ministerie wordt nu opgeleukt met bedrijfsfitness, voedselcoaching en binnenkort misschien zelfs met een crèche.
Het slechte imago blijft kleven, maar cijfers schetsen langzaam een ander beeld.
OCW verandert en Balkenende IV heeft het ministerie voorzien van drie – volgens de krant – hyperactieve bewindslieden met de nodige profileringsdrang.
Maar Plasterk is er weinig, klagen ambtenaren al – vooral bezig met de PvdA en zijn imago: lintjes doorknippen, prijzen uitreiken, festivals en musea openen.
Reacties zijn gesloten.
Tsja…..
Bobo’s aan de top, het geld voor de werkvloer is op….
Zou
er nu wat gaan veranderen..
Ander gebouw
*Zoetermeer*
*Den Haag*
*Andere minister* in *wie van de drie* ?
*Ander beleid*
*Tot slot*: beter is de vijand van het *goede*.