Openbaarmaking bevoegdheden?

Een loodgieter die zichzelf morgen uitroept tot verpleegkundige, of een verpleegkundige die zichzelf per onmiddellijk bombardeert tot internist. Ondenkbaar? Niet in het onderwijs. Daar lijken diploma’s, opleidingen en bevoegdheden er nog maar weinig toe te doen. Zodra een schoolleider een onbevoegde kan aanstellen, al of niet voor een ’tekortvak’, dan is er geen vuiltje aan de lucht. Als een schoolleider een tweedegraads bevoegd docent in dienst kan nemen of houden voor lessen in bovenbouw havo en vwo, tot examenklassen aan toe: geen kip die het hem belet. Als er een vacature is voor Duits mag de schoolleider die opvullen met een onderbetaakte docent Engels. Werknemers die een opleiding volgen om een adequate bevoegdheid te halen, krijgen van Lieve Maria maar liefst vijf jaar dispensatie (ook voor een éénjarige opleiding) en na die vijf jaar kan de schoolleider *ad infinitum* uitstel vragen.

Deze praktijk ondermijnt de kwaliteit van het onderwijs en de status van het leraarschap als beschermd beroep. Belangrijke factoren in de teruggelopen belangstelling voor de lerarenopleidingen.

Daarbij komt dan nog dat de werkgever de verpleegkundige evenveel betaalt als de internist, en de loodgieter soms nog beter (als hij met loodgieten een hoger inkomen had, wat al snel het geval is trouwens).

Het is toch te zot dat de school wél publieke verantwoording moet afleggen over het aantal leerlingtoiletten en het percentage zittenblijvers in havo-2, maar dat het aantal bevoegden in het lerarenteam in nevelen gehuld is. Als ouder van schoolgaande kinderen vind ik dat de juf of meester aan wie ik mijn kind dagelijks toevertrouw gediplomeerd moet zijn, net zoals ik dat bij mijn loodgieter wil weten, en er bij een internist blind op moet kunnen vertrouwen. Zeker in dit tijdgewricht van ‘lerarentekorten’ vind ik dat de samenleving mag weten hoe oirbaar scholen hun personeel blijven aanstellen, en op welke kwaliteit ik bij school X mag rekenen.

Kan BON er niet op aandringen dat scholen in hun schoolgids verplicht aangeven wat de onderwijsbevoegdheden van hun docenten zijn? Dat lijkt me een uitstekende manier om al te gemakzuchtig gebeunhaas tegen te gaan. Overigens is deze grief eerder tegen de schooleiding gericht dan tegen de beun zelf. Een dergelijk concreet actiepunt sluit prima aan bij het tweede punt van het BON-verlanglijstje: ‘Organiseer goed onderwijs door hoogopgeleide docenten’.

22 Reacties

  1. bevoegdheden
    Mcouzijn,

    We hebben niet lang geleden een gesprek gehad met het ministerie van OC&W. We hebben toen veel zaken besproken, en dit was er één van. Zoals te verwachten viel liep het ministerie niet over van enthousiasme – het idee dat alles het beste gaat als je maar zo min mogelijk interfereert blijkt heel vasthoudend.

    Dit is een belangrijk aanachtspunt van BON. Wie weet zullen we nog een keer de mogelijkheid hebben om het met meer kracht neer te zetten …

    • Mcouzijn,Binnen mensenwerk
      Mcouzijn,
      Binnen mensenwerk zijn er twee zaken van het grootste belang. De opleiding die iemand heeft en hoeveel contact er is bij de dienst. Over beide onderwerpen is het (dood)stil in het onderwijs. Ouders en studenten krijgen geen informatie over de opleiding van de docenten die er werken en ook geen informatie waar die docenten worden ingezet. Zo kan het management een docent Nederlands, Duits laten geven onder het motto; Dat is toch ook een taal.
      Ook over het aantal daadwerkelijke contacturen tussen docenten en studenten wordt in alle talen gezwegen. Voor BON is informatie over beide punten essentieel. Wij moeten proberen deze info op tafel te krijgen. Elk voorstel , bijvoorbeeld zoals de buraucratiemeter, is zeer welkom. Zend ideeen naar ons.

      • Goede aanvulling
        Annemarie levert goede aanvullingen. Een school kan wel een docent met bevoegdheid X in dienst hebben, maar als ze hem/haar vak Y laten doceren, zijn ze daarover publieke verantwoording verschuldigd – bv. naar de ouders. En als de school gehouden is om 850 klokuren les te verzorgen en daarvan maar 600 uur waarmaakt, moet de buitenwacht dat ook ergens kunnen waarnemen. Vrijheid is mooi, maar zonder verantwoording wordt het een zooitje.

        De minister heeft in 2005 voor elkaar gekregen dat alle tweedegraders elkaars vakken mogen geven zolang hun baas het maar goed vindt. Om inhoudelijke of opportunistische redenen; schoolleiders verantwoorden hun beslissing aan niemand. Ook een manier om het lerarentekort op te lossen… iedere tweedegrader voortaan ‘algemeen bevoegd’. Het gebruikte argument is dat ‘de school zelf het beste kan beoordelen’ of een leraar Engels voldoende kan rekenen om in de brugklas wiskunde te geven. Voor sommige leraren kan dat nog kloppen ook (ik ken een geslaagd voorbeeld). Maar moeten we uitzonderingen tot regel verheffen? Nee, want:
        – schoolleiders komen in de verleiding om onbevoegde tweedegraders al te gemakkelijk bij een tekortvak in te zetten; publieke druk – openbaarmaking dus – kan helpen dit soort verleiding te weerstaan;
        – voor zo’n multi-getalenteerde docent met een ‘career move’ voor ogen moet het niet bezwaarlijk zijn, zelfs stimulerend, om zich degelijk te laten bijscholen en een adequate bevoegdheid te halen – hetgeen belangrijk is voor het beschermen van de onderwijskwaliteit in elk vak.

        Kortom, wie vakinhoudelijk hoogopgeleide docenten serieus neemt, kan niet heen om handhaving van de vakinhoudelijke bevoegdheidseisen. Ik betreur het dat in de door de SBL opgestelde eisen de vakinhoud en vakdidactiek zo’n marginale plaats innemen (één van de 7 ‘competenties’). Het zal de minister met een dreigend lerarentekort voor ogen wel goed uitkomen, die ‘flexibiliteit tussen vakken’, onontwarbaar opgestapeld in ‘leergebieden’.

    • Laten we niet wachten op OC&W
      Dag Mark,

      Ik zou mijn hoop in dezen ongaarne alleen in OC&W stellen. De minister doet er alles aan om zich *niet* op het opdoemend lerarentekort in het VO te laten afrekenen. Het is dus tegen haar politieke belang om duidelijkheid te geven over het percentage on- en onderbevoegden dat in het VO werkzaam is. Bovendien heeft ze als credo ‘meer ruimte voor scholen en leraren’ aangenomen, en hoewel dat leuk klinkt, komt het in de praktijk neer op het afschuiven van problemen en het ‘ruimte bieden aan’ onoirbare toestanden zoals hierboven beschreven.

      Ik denk dat alleen publieke druk deze politieke slinger in beweging kan brengen. Het CDA wil niet op vaagheden en ‘wantoestanden in het onderwijs’ worden afgerekend – en we kunnen hun Maria hier op zo’n vage wantoestand wijzen. Ouders en anderen zijn gevoelig voor analogie-argumenten, zoals ik hierboven gebruikte met mijn loodgieter- en verpleegkundige-metafoor. Ook zijn ouders gevoelig voor (prestaties en vooral) cijfers van hun kinderen, en zittenblijven of zakken op een vier voor Nederlands, uitgereikt door een gesjeesde leraar maatschappijleer, zal geen ouder tolereren.

      Die publieke druk is te bereiken door – wederom – een duidelijk stuk in de krant, gepaard aan duidelijke en dringende oproepen aan leden van de vaste Kamercommissie voor Onderwijs. Allemaal lieden die verlegen zitten om items om politiek mee te scoren. Dit lijkt me zo’n item.

        • zichtbaar maken
          De bureaucratiemeter is al een goed plan om primaire kosten zichtbaar te maken. Als er meegewerkt moet worden aan een plan om bevoegheden zichtbaar te maken kunnen jullie op mij rekenen.
          Ik doe graag mee.

        • verkeerde bevoegdheden
          We moeten bij deze discussie niet vergeten dat de vluchtroute van het het breed inzetbaar maken van een leraar ook samenhangt met het toestaan van slechte betaling aan docenten op de werkvloer. Door het gemakkelijk maken van het inzetten van onbevoegde of verkeerd bevoegde docenten kunnen de besturen de salarissen op de werkvloer lekker laag houden

          • (N.B. Dit hoort eigenlijk
            (N.B. Dit hoort eigenlijk ook thuis in de kring ‘beloningstructuren’.)

            Je kritisch commentaar gaat alleen op indien onbevoegde of verkeerd bevoegde docenten goedkoper zouden zijn dan docenten met de juiste bevoegdheid. Dat is echter lang niet altijd het geval. Sinds het platslaan van de salarissen (HOS-akkoord) kost een eerstegrader (vwo – universiteit – post-academisch onderwijs) evenveel als een tweedegrader (havo – HBO). Een tweedegrader inzetten in de bovenbouw van havo of vwo is voor een schoolleider dus niet goedkoper dan een eerstegrader.

            Wel vinden schoolleiders het fijn om een dure voor-HOS-docent te kunnen vervangen door een goedkope na-HOS-docent, met welke bevoegdheid dan ook.

            Onbevoegden zijn in het VO ook niet zomaar goedkoper, sterker nog, ik heb als (gepromoveerde) eerstegrader met een lestaak in de bovenbouw en met schaal 10 een tijdje zij-instromers begeleid die van de vakinhoud te weinig, en van lesgeven nog niets wisten, maar wel meteen een hoger salaris kregen dan ik met tien jaar ervaring, alleen omdat hun oude salaris als huisvuilambtenaar hoger was.

            Kijk, om dat soort grappen verliezen mensen hun motivatie voor het onderwijs.

          • heel kort
            Misschien denk ik ten onrechte dat dat het de schoolleiding geoorloofd is om goede docenten goed te betalen.

  2. Bevoegd-bekwaam
    Ik ken volledig bevoegden die slechte docenten zijn en onbevoegden die goed zijn. Dat is geen pleidooi voor het overboord gooien van goede vakkennis, maar wel een relativering.
    Zelf heb ik een passende bevoegdheid, maar ik vind niet dat ik daar geleerd heb om een goede docent te zijn. Naast goede vakkennis is motivatie minstens even belangrijk.
    Ik vind dat bij salariering van het docentschap niet alleen naar opleiding, maar zeker ook naar de zwaarte van het vak gekeken moet worden. Ik daag elke eerstegraads bevoegde uit om mijn bouwvakkers een serie lessen over (pakweg) lezen te komen geven.

    Mijn kinderen zitten in de periode van beroepskeuze na het VWO. Ik vind het schokkend te horen dat jongeren een bepaald vak (Geschiedenis, Frans of Duits b.v.) niet gaan studeren omdat je daarmee ‘alleen maar’ leraar kunt worden. Voreger was leraar worden aantrekkelijk, nu niet meer. Dat ligt niet alleen aan de status van het vak en ook niet aan de betaling. Misschien is het respect en de behandeling die docenten zich in de klas soms moeten laten welgevallen wel het belangrijkst. De studiekiezers, met hun verse ervaring in het onderwijs, weten als beste dat ze in die positie NIET willen komen.
    Dit lijkt trouwens weer een ander onderwerp, waarover misschien een nieuwe discussie gestart moet worden.

    • status
      Wat je aanroert is een extreem belangrijk punt: de status van de leraar, en van het leraarschap. Geld speelt daarin een rol, en zeker geen kleine, maar er is veel meer. Zoals de behandeling die docenten krijgen van de leerlingen, en ook de positie van de docent binnen de schoolorganisatie. Maar ook het feit dat er steeds minder eisen aan docenten worden gesteld in termen van opleiding. Je kunt het draaien zoals je wilt, maar hoge (lange) opleiding en strenge selectie gaan vaak samen met hoge status: zie artsen, rechters, notarissen, hoogleraren.

      • Leraar worden: aantrekkelijk?
        Beste Mark,
        Ik zal hier een nieuwe discussie over starten. Wil jij jouw commentaar daar dan ook weer in zetten?

      • titels e.d.
        Bij de VMBO-school waar ik werk mochten tot voor kort nergens titels worden gebruikt in het kader van de z.g.n. gelijkheid.
        Een academische titel is kennelijk een bedreiging voor degene die daar niet overbeschikt en zich er over gekleineerd voelt.
        Toen de school 2 jaar geleden een HAVO-onderbouw startte heb ik voorzichtig gesuggereerd dat voor het publiek dat men ging werven vermelding van titels wellicht wel funtioneel was. Nou vooruit dan maar, de schoolleiding bleek wel eerst te moeten gaan navragen wie eigenlijk een titel mocht voeren. Verder worden de titels nog steeds zorgvuldig weggelaten(correspondentie naar de ouders) want anders is de directeur zelf zo naakt zonder. Aan de top van het scholengroepmanagement wordt natuurlijk wel alles met een titel ondertekend. Behalve dan de fusie-werkgroepen waarin gewone docenten deelnemen.
        Wat mij betreft publiceer maar lekker de titels en bevoegdheden dan kan je mensen er ook op aanspreken ze waar te maken.
        Ouders mogen van mij weten dat ik les geef in vakken waar niet mijn primaire deskundigheid ligt (en de inspecteur vooral ook) Per slot van rekening zegt dit meer over het management en haar gebruik van talenten dan over mij. Het is natuurlijk ook raar dat ik ben aangeseld als leraar en niet als leraar voor een bepaald vak.
        Wat betreft beloning verschillen toch nog even dit :
        Langer studeren leidt tot meer studieschuld en een lager pensioen. Is het dan zo onredelijk dat eerstegraders daar wat tegenover verwachten?
        Belonen op dagelijks functioneren heeft het probleem dat die niet objectiveerbaar is. Bewust belonen heeft destijds al in de ambtenaarij aan getoont dat de chef de centjes dan aan zijn vriendjes toeschuift.

        • Openbaarmaking exacte bevoegdheden
          Uit een van 20 juni 2006 stammend antwoord van staatssecretaris van OC en W Mark Rutte aan o.g. is op te maken dat openbaarmaking van opleidingsgegevens tegengehouden wordt door bestaande wetgeving.

          Genoemd bewindspersoon schrijft, dat hij “in 2005 de IBG opdracht gegeven (heeft) tot het ontwikkelen en beheren van een diplomaregister Hoger Onderwijs. ( ) Het is de bedoeling dat dit register er in 2007 is. ( ) Het register is echter niet vrij toegankelijk ( ) maar alleen nadat hiervoor toestemming is verkregen. De Wet bescherming persoonsgegevens staat een vrije toegang tot een dergelijk databestand niet toe.”

          Indien dit juridisch correct is, geldt ipso facto voor het schoolmanagement, dat zij niet tot publicatie van bevoegdheden mag overgaan.

          De vreemde constructie doet zich dan echter voor, dat scholen de bevoegdheden van docenten niet mogen bekendmaken, maar wél aan kranten en verzekeringsmaatschappijen mogen meedelen wie van de leerlingen geslaagd zijn, opdat gericht levensverzekeringen enz. aan de man resp. vrouw kunnen worden gebracht. Mij dunkt dat dit toch een vorm van machtsmisbruik en willekeur in de hand werkt.

          Omdat openlijke controle op gesuggereerde bevoegdheden onmogelijk blijkt, moeten kwaliteitsgaranties in het onderwijs via andere weg verkregen worden. De wetgever – via de Kamers der Staten Generaal daartoe aangezet – zou bijv. verplicht kunnen stellen dat schoolgidsen te allen tijde moeten aanduiden of iemand voor een bepaald vak voor een bepaald leerjaar niet bevoegd is, door bij dat vak achter zijn of haar naam a.i. (ad interim/waarnemend) te zetten. De controle op de vermeldingen in de schoolgids kan men vervolgens aan een notaris of terzake kundige vertrouwenscommissie met geheimhoudingsplicht over laten. Zo’n afspraak kan m.i. overigens ook nu al gemaakt worden – maar helaas niet afgedwongen – tussen medezeggenschapsraad en schoolbestuur. Meer lijkt me niet haalbaar.

          • aggregatie
            Kan een school niet op z’n minst geaggregeerde gegevens leveren? Bijvoorbeeld zoveel tweedegraads, zoveel eerstegraads HBO, zoveel eerstegraads universitair, en zoveel gepromoveerd? Dit levert geen problemen op met de WBP.

        • langer studeren
          Kun je mij het verschil in studieduur tussen HBO en universitair even aanduiden? Volgens mij is dat allebei formeel 4 jaar tegenwoordig.
          Hoe zit dan dan met mensen die na het HBO noch langer studeren (in totaal wel 6 of 8 jaar) voor ze hun titel halen. Krijgen die dan meer?
          Studieschuld? Bij de meeste studies kun je tegenwoordig makkelijk zoveel uur werken dat een lening niet meer nodig is.

          • verschil
            Hinke, je stelt vele vragen, ik geef twee deelantwoorden:
            1. beta- en technische opleidingen aan het WO hebben een bachelor van 3 en een master van 2 jaar, samen 5.
            2. alweer in de beta-technieksector zijn de opleidingen zo vol dat vaak het hele rooster gevuld is – van ’s ochtends vroeg tot het eind van de middag. Je kunt best de nacht doorwerken in de horeca, zeker – maar ik denk dat jij bedoelt dat het aantal contacturen zo laag is, en in de beta-technieksector is dat zeker niet het geval.

          • alleen hoog salaris voor beta’s?
            Dus dan geldt een ‘academisch’ salaris alleen voor de beta’s?

          • uitleg
            je verdediging van de gewenste hoge salarissen voor eerstegraders berust op de langere studieduur (dus hogere kosten). Ik beargumenteerde dat er nauwelijks verschil bestaat tussen hbo en universitair en jij kwam met een argumentatie die alleen voor de beta’s geldt. Daarom die vraag. Schnappie?

          • salaris en openheid
            Beste Hinke,

            Ik kan in de lange discussie hierboven niet helemaal meer terugvinden waar ik heb gepleit voor hogere salarissen voor academisch geschoolde docenten – maar het is waar dat ik daar een voorstander van ben. Je hebt het over jaren van opleiding, en je stelt dat HBO en WO beide 4 jaren zijn. Met het verschil tussen de vijf jaar van HAVO en de zes van VWO is er toch nog een verschil van een jaar in opleidingsduur.

            Maar het niveau van de opleiding blijkt uit meer dan alleen de duur. Mijn eigen ervaring is in de wiskunde, en daar zie je dat veel van de docenten die een eerstegraads bevoegdheid aan een HBO hebben gehaald qua wiskundekennis moeite zouden hebben met de tentamens in het eerste jaar wiskunde. Als je perse in jaren wilt tellen, is het verschil dus vijf jaar, niet een, maar het gaat me vooral om de observatie dat er een groot gat is in inhoudelijke kennis.

            [ Je hebt gelijk dat ik alleen hands-on ervaring heb met de wiskunde. Maar een mening hoeft ook tot in de puntjes met onderzoek onderbouwd te zijn … Ik maak me sterk dat de situatie in andere vakken niet anders is, maar laat me graag corrigeren. ]

            Maar waar ik me in de discussie hierboven vooral sterk voor heb gemaakt is nog wat simpeler. Zoals Heinz moet vertellen wat er in de ketchup gegaan is, zo vind ik dat een school moet vertellen wat er in het onderwijs gaat – en aangezien de kwaliteit van een dienst voor een groot deel door de kwaliteit van de dienstverlener wordt bepaald, wil ik als klant weten wat de kwaliteit van de dienstverlener, de docent, is. Bij Heinz vinden we dat de gewoonste zaak van de wereld. In het onderwijs moet dat ook zo gewoon worden. Ouders aller scholen, verenigt u, en gaat u die discussie aan! 🙂

          • Ik geloof dat ik de eerste
            Ik geloof dat ik de eerste was die pleitte voor een verschil in opleidingdduur die moest leiden tot een verschil in beloning.
            Ik heb na VWO zowel een HBO-opleiding (3 jaar) als een volledige WO-opleiding (formeel en voor mij 5 jaar defacto voor de meeste studenten 5-10 jaar, onderwijsbevoegdheid 4mnd) gedaan in de jaren 80.
            Nu is die WO-studie ingekort tot 4 jaar (practisch 4-6 jaar) maar moet je een onderwijsbevoegdheid halen in 1 jaar i.p.v. 4 mnd. Het HBO is nu standaard 4 jaar maar vakinhoudelijk zwaarder? Voor een eerstegraadsbevoegdheid is iniedergeval een aanvullende studie nodig (zonder titel) die nu niet in een hoger salaris wordt verzilverd.
            Als je zoals ik historisch bronnenonderzoek in de doctoraalfase doet moet je de kantoortijden in bibliotheek en archief door brengen en daarnaast uiteraard ook nog tijd aan je studie besteden.
            Het verhaal dat studenten alleen maar tijd aan bijbaantjes besteden en bijna nooit studeren is een typisch broodje aap verhaal (vgl. docenten hebben altijd vakantie) dat wordt verspreid door lieden die zelf geen academische studie met succes hebben afgerond.
            Deze nog even speciaal voor Mark:
            Ik moest als domme alfa onze derde graads (natuurlijk ook schaal 10)wiskundedocent uitleggen wat discrete getallen zijn…
            Kortom kwaliteit kost geldt en verdraagt zich slecht met kinnesinne maar wel met onderscheid mag er wezen.

Reacties zijn gesloten.