Leerlingbegeleiding, counseling, vroegtijdige schoolverlaters, vormen enkele kernwoorden die duidelijk maken dat aandacht voor leerlingen met psychische / psychosociale problemen, wordt gegeven dan wel gewenst is. Het lijken logische en vanzelfsprekende activiteiten die op scholen plaats vinden.
Ik ben op zoek naar wetenschappelijk onderzoek dat deze aandacht voor deze leerlingen rechtvaardigt. In mijn vraag vormen effectiviteit van leerlingbegeleiding, counseling, sociaal medische teams e.d. de kernwoorden.
Wie kan me helpen aan literatuurgegevens?
Reacties zijn gesloten.
de betere leerling
Je claimt dat het logisch is dat scholen extra aandacht besteden aan leerlingen met problemen. Vind je het ook logisch dat scholen extra aandacht besteden aan het andere eind van het spectrum – de leerlingen die excelleren? Is het logisch om net zoveel aandacht aan de onderkant van de Gauss-kromme van talenten te besteden als aan de bovenkant?
De reden dat ik dit vraag is dat we overwelmd worden met aandacht voor de onderkant. Doorstroomcijfers, ‘uitval’, rendementen, startkwalificatie, de discussie gaat altijd weer over de onderkant. De beteren, ‘die redden zich wel’, zo hoor je telkens weer (laatst nog in de Tweede Kamer!). Dat is waar, ze redden zich. Zo goed zelfs dat ze twintig uur per week kunnen bijverdienen en toch nog hun examen halen. In mijn ogen doen we zulke leerlingen tekort – we bieden ze namelijk geen enkele uitdaging, ze hoeven zich cognitief niet in te spannen, ze rollen het onderwijs door zonder hun talenten te ontwikkelen.
Vandaar de vraag – wil je evenveel extra aandacht aan de bovenkant besteden als aan de onderkant? Ik ben benieuwd …
Iedereen komt tekort als de betere leerling wordt verwaarloosd
Ik denk dat het voor heel Nederland van uitzonderlijk belang is om de beste leerlingen ook de beste docenten te bieden. Het is een absolute voorwaarde om nog een beetje mee te kunnen als “Nederland Kennisland”. Bij Ajax gaat het ook heel erg snel mis als je de beste trainers voor de lage elftallen van de achterstandsvoetballertjes zet. Die goeie, die komen er zelf ook wel, toch?
antwoord
We zouden kunnen beginnen met Jan van der Vorst gewoon antwoord te geven. Hij heeft immers een vraag.
antwoord
Je hebt gelijk, Presley, ik ben weer te snel. Excuus, Jan! Helaas heb ik geen onderzoeken paraat …
Advies onderwijsraad
De onderwijsraad heeft in 1999 een advies geschreven over voortijdige schoolverlaters. Dat rapport is via deze link naar de website van de onderwijsraad te downloaden.
Het advies is natuurlijk een beetje gedateerd, en waarschijnlijk niet helemaal wat je zoekt, maar het geeft wel ongeveer aan hoe het onderwijsestablishment in Nederland denkt (of misschien: dacht) over deze dingen.
Wat was mijn vraag ook weer!
Bij het lezen van de verschillende reacties schrok ik aanvankelijk. Waar kom ik nu toch in terecht!? Gelukkig geef jij uiteindelijk een antwoord op mijn vraag. Je verwees me naar een interessante nota. Bedankt hiervoor.
Die nota beschrijft politieke en organisatorische perikelen, impliceert erkenning van het verschijnsel ‘risicoleerlingen’, maar geeft me inderdaad geen direct antwoord op de vraag: is er onderzoek bekend over de effectiviteit van uitgevoerde interventies bij risicoleerlingen?
Terzijde: Ik heb de indruk dat ik me in dit forum in onderwijsland bevind. Leggen de eerste antwoorden op mijn vraag een cultuur in onderwijsland bloot (ik vraag om A en krijg vervolgens B t.m. Z te horen), of laten ze me alleen maar zien hoe forumdiscussies op internet verlopen?
over forumdiscussies en de cultuur in onderwijsland
Altijd lastig om in een forumdiscussie de toon en betekenis van bijdragen op de bedoelde waarde te schatten. Zo ook hier. Maar ik zal nu toch maar even antwoord geven op wat je vraagt.
Ja, forumdiscussies op internet verlopen vaak ongericht. Je zult dit ongetwijfeld zelf al weten.
Ja, docenten hebben soms, net als veel andere mensen, de neiging om breedsprakig te zijn en andere onderwerpen aan te roeren dan gevraagd is.
In dit forum en bij deze vraag hebben de forumleden dit overigens zelf al geconstateerd en een poging gedaan om je vraag terzake te beantwoorden.
Het lijkt me derhalve een voorbeeld van hoe communicatie wel kan verlopen.
Ik ervaar je “terzijde” als een sneer na en vind dat hier niet terecht. Jij vraagt iets en mensen doen moeite om te antwoorden. Afgeven op een wellicht geconstateerde cultuur vind ik dan weinig gepast.
Maar, zoals gezegd, het blijft moeilijk om ook een toon te herkennen, dus wellicht was dit niet de bedoeling van je reactie.
Effectiviteit
Dat de nota politieke en organisatorische perikelen beschrijft en niet gaat over effectiviteit van uitgevoerde interventies bij risicoleerlingen is wat illustratief is. Wat ik heb gedaan is de trefwoorden die jij in je vraag noemde intikken in de zoekfunctie van de website van de onderwijsraad (de adviesgever van de overheid over dit soort zaken, dus dit leek mij de plaats om te zoeken). De nota waarnaar ik de link gaf is het enige dat er uit kwam. Niets over effectiviteit van interventies dus. Mijn indruk (ik ben geen expert, maar wel al enige tijd geinteresseerd in dit soort zaken) is dat dit een algemeen iets is: er wordt niet naar effectiviteit gekeken. Als het maar goed bedoeld is… Met de nadruk die de onderwijsraad momenteel op ‘evidence-based’ legt veranderd dit misschien.
Kortom mijn indruk is: er zijn heel erg veel projecten en subsidies, maar een goede analyse van de effectiviteit lijkt nooit gemaakt te zijn. Dit lijkt niet alleen zo voor de problematiek die jij aansnijdt, maar dit lijkt een algemeen probleem te zijn met onderwijsinterventies. Het is een gebied waar emotie en goede bedoelingen overheersen en nuchtere analyse gemeden en vaak zelfs verguist wordt.
Geen literatuur, wel ervaring
Beste Jan,
Om eerst rechtuit op je vraag te antwoorden: ik heb geen literatuurgegevens en ik vraag me af of die er zijn. Ik ben zelf afkomstig uit het vormingswerk voor (werkende) jongeren. Een helaas afgeschafte werksoort waar erg veel ervaring en deskundigheid was opgebouwd met jongeren die uitgevallen waren of dreigden uit te vallen. Mijn ervaring was dat je via zo’n ‘opvangfunctie’ een aanzienlijk deel van de uitvallers binnen boord houdt en vaak weer terug op het goede spoor kunt zetten. Een gevoelsmatige schatting zegt me dat we daarmee iets meer dan de helft van de jongeren konden helpen. Als je het minder positief wil benaderen zou je ook kunnen zeggen dat bijna de helft niet geholpen werd.
Er zou veel voor te zeggen zijn om het vormingswerk op de een of andere manier weer in leven te roepen. Vooral uit welbegrepen eigenbelang.
1. Elke leerling die je op het goede spoor houdt is een gelukkig mens extra
2. Elke jongere die niet het criminele pad opgaat is een kostenpost minder
3. Het wordt voor reguliere scholen makkelijker om echt storende probleemgevallen te verwijzen naar deskundige opvang.
Het is een behoorlijk dure vorm van onderwijs (max. 12 cursisten in een groep, begeleiders met 50% directe en 40 % indirecte uren -5% vergadering/team, 5% scholing-). Er moeten kleinschalige en aparte gebouwen beschikbaar zijn (allemaal verpatst door de mega-ROC’s na de fusie). Het spaart een boel trauma’s bij jongeren en bij leraren in het VMBO. Het vormingswerk bood een heroriëntatie op leven en onderwijskeuze en leidde niet alleen terug naar onderwijs, maar verzorgde soms de toeleiding naar arbeid.
Ik heb twintig jaar gewerkt bij het landelijk bureau voor dit vormingswerk. Weinigen hebben interesse in deze moeilijke en lastige doelgroep. Kwantitatief onderzoek is er bij mijn weten destijds nooit gedaan.
Gevonden onderzoek.
Eureka. Op de website van het Trimbos-instituut (Utrecht) vond ik het volgende onderzoek: Effectiviteit van preventieve interventies gericht op jeugdigen: de stand van zaken; een onderzoek naar de effectiviteit van in Nederland uitgevoerde preventieve programma’s gericht op kinderen en jeugdigen. Een 250 pagina’s tellend onderzoek! Ik heb het nog niet bestudeerd, maar het onderzoek sluit wel een beetje aan bij mijn oorspronkelijke vraag. Ik kan die informatie gebruiken om een projectbeschrijving te maken.
Misschien aardig voor mijn forumgenoten om er iets meer over te melden. Op een ROC voeren wij het project leerlingbegeleiding uit. Het houdt in dat mentoren een leerling met (ernstige) psychosociale problemen kunnen verwijzen naar een preventiewerker voor een beperkt aantal gesprekken. Na dat beperkt aantal gesprekken moet het probleem opgelost zijn, de mentor moet er mee verder kunnen of de leerling moet doorverwezen zijn naar de ‘reguliere hulpverlening’. De gesprekken vinden op school plaats; laagdrempeligheid is een kenmerk; gesprekken worden aangeboden door een preventiewerker van een ggz-instelling (geestelijke gezondheidszorgorganisatie); lijnen tussen ROC en preventiewerker zijn erg kort. Problematiek van leerlingen is erg uiteenlopend; gaat vaker in een richting van ernstige psychosociale problemen en regelmatig uitschieters naar psychiatrische problematiek. Vanuit preventie bekeken is het levert zo’n relatie met een opleidingsinstituut een prachtige kans voor open goal. Bij de opleiding, bij de ggz-instelling, met name bij de afdeling preventie en bij verwezen leerlingen is de waardering voor dit preventieproject groot.
Een minder aantrekkelijke kant van deze activiteit is dat er een projectbeschrijving aan ten grondslag
moet liggen. Op zich vind ik dat OK, maar zo’n administratieklus ligt me minder dan het uitvoeren van het project.
Rest mij om de forumgenoten te bedanken voor de prikkels.
de betere leerling..
..toch was die vraag er één die ook hééél erg speelt in ons leven. Het is echt superfrustrerend om te zien dat al die kinderen die slecht presteren zo veel mogelijk worden geholpen, maar dat er voor kinderen (onze kinderen) die erbovenuit steken en hulp nodig hebben bij het structureren van zoveel intelligentie geen geld/hulp is. (op school)
Maar dat is nogal off-topic he?
🙂
Inge
betere leerlingen hebben onvoldoende problemen
Ik herinner me een bericht van ongeveer een jaar geleden. Een groep ouders van hoger begaafde kinderen in de omgeving Groningen (als ik me niet vergis) wilde graag adequaat onderwijs omdat ze zagen dat het met hun kinderen op school niet goed ging. Men heeft toen onderzoek gedaan naar de problemen die die kinderen hadden en wat bleek: ja… ze hadden wel problemen, maar toch niet zo erg als de problemen van de kinderen uit achterstands situaties. En dáárom waren er geen extra middelen. Dat was balen zeg.. als die kids nou gewoon wat met messen hadden lopen zwaaien en een enkele lijmtube gesnoven, misschien een incidentele zelfmoord of fikse inbraak…dan was er niks aan de hand geweest en kon er een blik ondersteuning worden opengetrokken. Helaas… nu niet.
suggesties effectiviteitsonderzoek
U zou eens kunnen kijken op www.nizwjeugd.nl Onder servicepagina’s staan verwijzingen naar rapporten over onderzoek naar effectieve interventies.
Voor basisscholen is het onderzoek van de Universiteit van Utrecht (Ed Spruyt) interessant naar de effectiviteit van KIES (hulpprogramma voor kinderen in echtscheidingssituaties), te downloaden op www.klassenwerk.com