De VO-raad heeft in de afgelopen weken intensief contact gehad met het ministerie en de Kamerleden van de commissie Onderwijs om de onderwijstijd ter discussie te blijven stellen. Er is gesproken over de hoogte van de norm, de benodigde randvoorwaarden en de manier waarop kwaliteit van het onderwijs wordt beoordeeld. Dit heeft geleid tot een correctiefactor om kortere schooljaren te compenseren en tot een verruiming van de definitie: ook activiteiten waar niet alle leerlingen aan deelnemen worden nu gerekend tot onderwijstijd.
Het LAKS start op maandag 12 november landelijke acties voor verlaging van de onderwijstijd. De VO-raad ondersteunt deze acties. Daarbij sturen wij naar alle Kamerleden van de commissie Onderwijs een schriftelijk dossier waarin uiteen wordt gezet dat de nieuwe norm gebaseerd is op een foute aanname en pleiten wij voor aanpassing van de norm en betere randvoorwaarden. De VO-raad wil een haalbare norm die een echte bijdrage levert aan de kwaliteit van het onderwijs.
Daarnaast moet de vervangingsopslag voor ziekteverzuim worden aangepast aan het gemiddelde verzuim van 5 procent. Los van de vraag of er voldoende bekwaam en bevoegd personeel beschikbaar is om het verzuim op te kunnen vangen, krijgen scholen een financiële vergoeding van slechts 2 procent voor verzuimvervanging. Het gemiddelde verzuimcijfer in het onderwijs, alleen al door ziekte, bedraagt echter 5 procent. De overheid zorgt er daardoor zelf al voor dat op elke school per klas jaarlijks tientallen lessen uitvallen. Het is daarom van groot belang dat de overheid haar verantwoordelijkheid neemt om de door haar geëiste vervanging voor ziekteverzuim ook financieel haalbaar te maken.
De VO-raad vindt het onaanvaardbaar dat de overheid zestien scholen beboet in het eerste jaar van een nieuwe wet en koers. De VO-raad heeft inmiddels contact gehad met elf beboete scholen. Hieruit blijkt dat de inspectie procedureel onzorgvuldig en verschillend te werk is gegaan. Niet alle scholen hebben het definitieve spreadsheet ter inzage gekregen. Sommige scholen hebben helemaal niets ontvangen, andere scholen zijn slechts telefonisch geïnformeerd. Voor veel scholen is het niet inzichtelijk op welke manier de boete tot stand is gekomen. Ook blijkt er verschil in de wijze waarop in de school de steekproef genomen is om de onderwijstijd vast te stellen. Wij zullen de staatssecretaris hier nadrukkelijk op aanspreken.
(Bron: VO-raad)
Reacties zijn gesloten.
Verlaag norm, laat scholen uren toevoegen, neem betere docenten
Ik ondersteun het verlagen van de norm. Let wel: ik ben voor handhaving van een duidelijke norm, maar de norm moet ook reëel zijn. 1040 klokuren les per jaar is niet reëel; was dat vroeger ook nooit, ook niet op de allerbeste scholen van Nederland. Dat alleen al diskwalificeert de norm.
In Europees vergelijkend perspectief spant Nederland de kroon met z’n wettelijk verplichte onderwijstijd. Die is onder de Europese OESO-landen gemiddeld 875 (onderbouw) en 905 (bovenbouw) klokuren. Facultatief, dus wettelijk niet verplicht doen de scholen daar gemiddeld 30 (onderbouw) of 50 (bovenbouw) klokuren bovenop. Daar kiest de school zelf voor.
De Nederlandse 1040-urennorm is dus buiten proportie, bedacht door een OCW-ambtenaar en *dus* bezijden de onderwijswerkelijkheid. Alleen Griekenland en Frankrijk evenaren de Nederlandse norm.
Is het dan niet heel goed van ons dat we zo’n hoge norm hebben? Nee.
Ten eerste is er geen enkel verband tussen aantal wettelijk verplichte lesuren en geleverde onderwijskwaliteit. In landen die op onderwijsgebied goed bekend staan (Finland, België, Engeland) ligt de wettelijke norm op of zelfs ruim onder het gemiddelde.
Ten tweede kost het geven van veel verplichte lesuren heel veel geld. Als er geen duidelijke relatie is met geleverde kwaliteit en prestaties, is dat weggegooid geld, dat beter aan factoren kan worden besteed die er wél toe doen. Zoals kwaliteit van leraren.
Ten derde: Nederlandse scholen zijn gedwongen tot onzinnige constructies om de 1040-norm te halen. Dat is schadelijk voor de geloofwaardigheid van het onderwijs en devalueert de inhoudelijke norm voor wat (goed) onderwijs genoemd mag worden.
Nederland zit niet te wachten op meer slecht onderwijs, maar op Beter Onderwijs.
En voor goedkope kinderopvang zoeken ouders maar een ander.
Vragen over urennorm
Duidelijk verhaal; ik kan me hier wel in vinden.
Maar ik begrijp alleen nog een paar dingen niet.
Het eerste is een algemeen punt waar ik vaker op stuit: als je een waarde vergelijkt met een gemiddelde, dan zit die waarde zelf ook al in dat gemiddelde verwerkt. Ofwel: wij trekken het gemiddelde omhoog waar we onszelf mee vergelijken; eigenlijk ligt het gemiddelde van “de rest” nog lager. Waarom is het zo dat er altijd wordt vergeleken met het gemiddelde? Alleen maar omdat het dan makkelijker is om snel even álle waarden er snel tegen af te kunnen zetten?
Dan een ander punt, specifiek voor couzijn, over deze zin in je betoog: “Ten tweede kost het geven van veel verplichte lesuren heel veel geld.”
Maar stel, die norm wordt verlaagd naar 900 uur; ik noem maar wat. Wat betekent dat dat voor de voorraad beschikbare fte’s in het VO? Daalt dat, of blijft dat gelijk omdat het taakuren worden? Wat merk ik als docent als het aantal lesuren voor leerlingen omlaag gaat? Wordt een twee-uurs vak in een bepaald jaar ineens een één-uurs vak? Of worden het minder lesweken? Of blijft alles zoals het is, omdat we de norm bijv. nu ook al niet halen? Of hangt dit allemaal af van hoe het zou moeten worden uitgevoerd? En hoe moet het dan volgens jou worden uitgevoerd?
Gemiddeld
werkt de statistiek met de wet van de grote aantallen. Als je veel waarden gaat bewerken maakt eentje meer of minder weinig uit.
Maar voor de onderwijstijd die hier wordt vergeleken heb je eerder te maken met een wet van kleine aantallen. Je hebt volkomen gelijk Em70 als je vindt dat je daarvoor Nederland moet vergelijken met het gemiddelde van de rest.
Vraag is alleen of beleidsmakers en politici dat ook accepteren.
Urennorm omlaag..
..moet geen probleem zijn.
Omdat er straks toch leraren te kort zijn, is dit tegelijk een mogelijkheid…………….
Wat minder echte lessen en wat meer zélfstudie-uren zal het onderwijs geen kwaad doen.
een betere tweede keus
Als het echt op het VWO niet zou lukken voor een bepaald vak voldoende goede hoogopgeleide leraren te krijgen zouden facultatieve hoorcolleges, door “een lector” die helder kan uitleggen gegeven voor grote aantallen mensen, een accepabele noodoplossing kunnen zijn. Mensen die liever de stof vanuit boeken bestuderen moeten dat ook mogen doen.
Seger Weehuizen
Welnee
dat is nu toch niet zo slim gedacht van jouw, malle maison.
Zo doen we dat:
Per bestuur zoeken we een (lees: 1) goede docent (schaal LD).
Deze docent krijgt een aantal cursisten: die worden gedurende drie maanden opgeleid door de ‘goede docent’. Vervolgens kunnen deze cursisten de leerlingen begeleiden. Kun je alle scholen onder een bestuur mee bedienen. De ‘goede docent’ tenslotte reist tussen de scholen heen en weer en geeft gastlessen (daarmee neem je het bezwaar weg dat de docenten niet goed opgeleid zijn en dat er geen les gegeven wordt. Anders komt dat zeurvolk van bon op de stoep staan.)
Probleem opgelost, lerarentekort weggewerkt. (En nog goedkoop ook.)
Welnee (2)
LD? Waarom LD?
Vervult deze docent managmenttaken?
Doet deze docent aan onderwijsvernieuwing?
Nou dan.
Schaamlap eerstegrader.
Nieuwe functie: de schaamlap eerstegrader. Functioneert als schaamlap zodat de bestuurlijke keizer niet echt bloot is.
Als enige toch in LD
Vinger op de zere plek
EM70, jij en ik, wij zouden zo bij een of ander bestuur kunnen aanschuiven: we hebben hart voor de zaak, we denken mee en we zijn erg goed in het vergeten van de leraar -oeps!
Inderdaad, in mijn plan is dat hoge salaris voor de ‘goed docent’ een zwak punt en daarom een apart overleg waard.
Ik nodig je voor overleg uit in onze skybox in het Utrecht stadion. -Ik hoop dat je het nochtans geen bezwaar vindt dat ons werkoverleg dan plaats vindt tijdens een fraaie voetbalwedstrijd? (Erg he, dat wij nog werken op zondagen: moeten we het nog maar eens over onze vergoeding hebben ook, stel ik zo voor…)
Voorzetje: de ‘goede docent’ krijgt schaal LC? Of moeten we een nieuw ‘loongebouw’ ontwerpen?
De begeleiders schaal: 6?
Amice, aanstaande zondag hoop ik je puike out-of-the-box plannen te mogen horen!
LC mits
Ik stel voor: we beginnen met enkele periodieken hoger in de LB-schaal, en daarna, na het behalen van ons certificaat “lecturing in English: teaching for a new era”, bij zowel voldoende scoren op de overige competenties als bij gebleken loyaliteit aan de onderwijsvisie van onze organisatie, LC, mits deze docent blijvend in staat blijkt op afstand deelnemers te bóeien, en te motivéren om in samenwerking met mede-deelnemers de stof verder uit te diepen.
Enfin, we bespreken het verder in de skybox; wel die in Londen natuurlijk; nemen we het meteen even mee met ons overleg over het Dutch Teachers College.
Hoorcollege’s
Maar Seger, scholieren zijn geen studenten; het studiehuis is niet voor niets een nogal hopeloos model. Het is geen noodoplossing, omdat het geen oplossing is.
In een soort van kort-door-de-bocht vergelijking:
voortgezet onderwijs = contact;
boeken/hoorcollege = contactarmoede;
boeken/hoorcollege = onderwijs armoede.
Voor de overgrote meerderheid van de scholieren althans.
reflecties over de noodoplossing
Je hebt gelijk, Simon, als je de vrees uitspreekt dat het accepteren van een noodoplossing het risico in zich draagt dat zij misbruikt zal worden als goedkope permanente oplossing. En misschien kunnen we daarom beter over zo’n oplossing zwijgen. Overigens zou mijn “lector” behalve iemand die duidelijk boven de leerstof staat ook een eersteklas performer moeten zijn en ik ben er niet zeker van dat er daarvan genoeg te vinden zijn. VWO-instructeur-zijn is, nog afgezien van een eventueel lager salaris, minder leuk dan docent-zijn en wat je aan kwaliteit wint aan de bovenkant verlies ze daardoor mogelijk aan de onderkant. Tegenover dit somberen staat dat de universitaire natuurwetenschappelijke opleidingen op deze wijze vroeger in de eerste studiejaren voor acceptabele studieresultaten wisten te zorgen.
Em70 zal met “contact” communicatie in twee richtingen bedoelen waarbij de docent lijfelijk aanwezig is in een klas. De uitstraling van een docent speelt een grote rol en er wordt wel beweerd dat een sympathieke docent die objectief eigenlijk niet goed les geeft toch goede resultaten heeft omdat de leerlingen hard willen werken voor een hen sympathieke docent. Een hoorcollege is ongeschikt om zulke sympathie op te wekken. Bij een hoorcollege op de middelbare school moeten wachters aanwezig zijn die zo nodig leerlingen die hinderlijk zijn uit de gehoorzaal verwijderen. Die moeten vooral potig zijn. Als voor de instructies een aanwezigheidsplicht geldt is er tevens supervisie op het leerproces maar worden slimme leerlingen mogelijk opstandig. Een noodoplossing is zelden een goede permanente oplossing en ik denk dat Em70 en vrijwel alle BON-leden van mening zijn dat een onderwijsconstellatie waarin hoog in hun keervak opgeleide leraren grotendeels op ouderwetse wijze maar in elk geval naar eigen inzicht aan kleine homogene groepen leerlingen inzichtelijke kennis overdragen tot de beste onderwijsresultaten leidt.
Seger Weehuizen
Zelfstudie uren
Ik wou commentaar geven op de meer zelfstudie uren die leerlingen volgens u moeten hebben, maar ik ben zelf een leerling en ik heb gemerkt dat tijdens de zelfstudie uren haast niks gebeurt. Het probleem is namelijk dat er geen echte leraren bij zijn, als je bijvoorbeeld niet verder kan met een vak, weten de toezichtshouders het ook niet. Bovendien zitten de meeste leerlingen maar een beetje te praten dus stil is het ook niet. Meer van dat soort uren zou dus alleen maar erg vervelend zijn en je schiet er weinig tot niks mee op.
Mee eens Alessandra!
De meeste mensen in de BON zijn het helemaal met je eens. Zelfstudie-uren op school is meestal geen goed idee. Het is onrustig en er zijn teveel mensen. De meesten van jullie kunnen thuis veel beter leren.
Toch zijn er mensen (die meestal zelf geen les geven) die bedacht hebben dat dit geweldig leerzaam voor jullie zou zijn.
Ik ben het niet met je eens dat je om te leren altijd een leraar nodig hebt. Als je tijdens een les een beetje oplet, moet je het huiswerk echt kunnen maken. Als je het niet uitstelt tot het allerlaatst en je begrijpt het niet, heb je altijd nog tijd om het aan een klasgenoot of aan één van je ouders te vragen. Ook via internet kun je vaak je vragen kwijt.
Verlaging onzinnorm impliceert niet verlaging reële lesuren
Wat je eerste punt betreft: wees gerust. Ik schreef het niet duidelijk op, maar de gemiddeldes die ik noemde betreffen de *overige* Europese OESO-landen, dus exclusief Nederland; wij hebben de genoemde gemiddeldes dus niet ‘omhoog getrokken’. Ik heb e.e.a. zelf uitgerekend op basis van de tabellen in ‘Education at a Glance 2006’.
De reden dat ik Nederland uit de groep haalde waarvan ik het gemiddelde betrekende, was precies het bezwaar dat jij noemde. Het zou een rare vergelijking zijn: Nederland vergeleken met ‘Nederland, België en Luxemburg’, zeg maar.
Je tweede punt: als scholen die 950 klokuren lesgeven niet langer gedwongen worden om geld te steken in onzinoplossingen om maar die 1040 uur te halen, zijn er twee mogelijkheden. Ofwel de overheid verlaagt de lumpsum (want, zo kunnen ze redeneren, als scholen minder lessen hoeven geven kunnen ze met minder geld toe). Ofwel de overheid handhaaft de huidige lumpsum, rekent met een bedrag per leerling en laat het aan de scholen over hoeveel leraren ze voor hun budget inhuren. Het laatste geval is voor scholen het gunstigst, want dan kunnen ze het geld dat ze nu aan gammel onderwijs en onzinoplossingen besteden, weer aan Beter Onderwijs besteden.
Ik neem aan dat je wilde vragen wat verlaging van de norm zou betekenen voor het aantal *vereiste* fte’s (niet: beschikbare). Dat wordt dus lager. Leerlingen hebben theoretisch ofwel een kortere lesweek dan bij 1040 uur, ofwel in minder weken les. Echter, als je bedenkt dat veel scholen die 1040-urennorm vooral door lapmiddeltjes halen (werkweken voor 24 uur per dag meetellen; huiswerk maken in bibliotheek meetellen, boekenophaaldagen voor zes lesuren tellen etc.). dan zal verlaging van de norm tot 950 uur vooral het schrappen van dit soort onzinadministratie betekenen en pas in tweede instantie, of helemaal niet, verkleinen van het aantal lesuren.
Bedenk: ik bepleit een realistische norm, dus een norm die aansluit bij wat nu gangbaar en verantwoord is.
verantwoord ?
“Bedenk: ik bepleit een realistische norm, dus een norm die aansluit bij wat nu gangbaar en verantwoord is.
Wat nu gangbaar is, is niet meer verantwoord.
1040 is een realistische norm en die moet gehaald (en betaald) worden
Aan standpunten geen gebrek, aan argumenten wel
Wil je a.j.b. argumenten noemen voor je standpunten? Dat maakt de discussie effectiever en interessanter. Ik zou graag willen weten op grond waarvan jij:
a) weet welk urenaantal momenteel gangbaar in het VO;
b) vindt dat dit aantal “niet meer” verantwoord is;
c) weet wanneer er “nog wel” sprake was van een verantwoord aantal;
c) vindt dat 1040 klokuren les een realistische norm is.
Wat betekent een “realistische” norm?
Hb2944 schreef: “1040 is een realistische norm”
Bij je uitleg zou ik ook graag lezen wanneer het volgens jou “realiteit” was dat de meeste Nederlandse scholen jaarlijks 40 volle lesweken op het rooster hadden met gemiddeld 31,2 lessen van 50 minuten. Dat wil zeggen: na aftrek van alle vakantieweken, nationale feestdagen, lesvrije proefwerkweken, rapportvergader(mid)dagen, en lesuitval wegens ziekte.
Want dat is wat de minister vraagt. Die norm van 1040 klokuren lesgeven, die moet natuurlijk wel over Echt En Goed Lesgeven gaan. Niet over schoolboekenophaal- en -inleverdagen, en ook niet over een lesvrij Suikerfeest of het nachtelijke keten op een Texelse werkweek.
Criteria voor ‘onderwijstijd’: duidelijk? goed?
De Onderwijsinspectie hanteert duidelijke criteria voor onderwijstijd die mag meetellen voor de norm:
“Onderwijstijd moet voldoen aan de volgende criteria:
1. het moet gaan om begeleid onderwijs, d.w.z. dat de leerlingen afdwingbaar aanspraak kunnen maken op begeleiding;
2. het onderwijs moet deel uitmaken van het door de school geplande en voor alle leerlingen van een bepaalde stroom verplichte onderwijsprogramma;
3. het onderwijs moet onder verantwoordelijkheid van een leraar worden verzorgd die op grond van de wet met die werkzaamheden mag worden belast.”
“Daarnaast moet een school aan leerlingen en ouders kunnen verantwoorden dat de geboden onderwijsactiviteiten van voldoende kwaliteit zijn. Deze voorwaarden gelden voor de lesuren, maar ook voor bijzondere activiteiten, zoals (thema)feesten en excursies. Ook dan gelden vaak beperkende voorwaarden, die verband houden met de hierboven geschetste criteria.”
“Een Kerstviering kan in het kader van de godsdienstles meetellen; bij een meerdaagse excursie wordt in beginsel per dag maximaal acht uur geteld als onderwijstijd. Pauzes tellen niet mee, onderwijsactiviteiten zijn immers per definitie geen pauze.” (Brief Plasterk aan TK, 22 okt 2007)
Valkuilen:
1. wat is dat, ‘afdwingbaar aanspraak maken op begeleiding’? Moet de begeleidend docent zich in dezelfde ruimte bevinden, met 120 leerlingen? Mag hij/zij ook uit de docentenkamer worden opgehaald, bijvoorbeeld als leerlingen in de mediatheek zitten ‘huiswerk te maken’?
2. wat is dat, ‘door de school gepland’? Als de school de regel hanteert dat bij lesuitval leerlingen naar de mediatheek moeten en zich bij de balie moeten melden, is dit dan een ‘geplande en verplichte’ activiteit?
3. wat houdt de kwalificatie ‘mag door de wet worden belast’ nog in als de wet-BIO toelaat dat in de onderbouw alle docenten elk vak mogen geven en rectoren mogen besluiten over de inzetbaarheid van onbevoegden?
norm voor onderwijstijd
In het verleden (ca 10 jaar geleden) was onderwijstijd in het VO puur een cijfermatige exercitie. 52 weken in een jaar – 60 dagen (12 weken) vakantie is 40 weken. 40 weken van 32 lessen van 50 minuten levert de vroegere norm op van 1067 uur per jaar. Deze rekenarij gaat uitstekend als je hem gebruikt om aan te geven hoeveel dat per gewone lesweek wordt. 32 lessen per week ingeroosterd door een bevoegd docent. Dat er van alles uitvalt (2e paasdag, 1 januari, enz) is dan niet belangrijk. Ook vroeger vielen er dagen uit en als een school erg z’n best doet, kom je op maximaal 37 volledige lesweken. Meer is ook niet haalbaar. Niemand die daar om maalde. Iedereen tevreden.
Toen kwam de ellende. Lumpsum werd ingevoerd. Leuke plannetjes bedacht, vage projectjes, een zieke leraar niet vervangen maar als inval/oppasles afdoen, eindeloze lesvrije repetitie weken, pas op de 4e dag na de zomervakantie beginnen met lessen, 2 tot 2 1/2 week voor de zomervakantie al stoppen met de lessen en ga zo maar door. Ik schat in dat er heel veel VO-scholen waren/zijn waar ze met moeite op 32 weken les komen. Oplossing: noem alles maar onderwijstijd. Daar is de politiek terecht tegen opgetreden. Maar wel met de verkeerde middelen. Een niet haalbare norm van 1040 uren stellen (39 weken volledig les van 32 lessen van 50 minuten) en omdat het niet haalbaar is, toestaan dat je er mee sjoemelt. Als een docent de planner heeft gemaakt, telt het al als onderwijstijd mee. Het geeft niet wie er begeleidt. Zo zijn er nog meer sjoemelregels.
Het is zo eenvoudig: 32 lessen per week door bevoegde, vakbekwame docenten en er voor zorgen dat er niet teveel lessen uitvallen. Door bij ziekte onmiddellijk inval te regelen door voor het vak bevoegde docenten. Meteen na de vakantie beginnen en doorgaan tot de laatste week voor de zomervakantie. Af en toe een activiteit buiten het lesprogramma om.
36 weken van 32 lessen a 50 minuten, s.v.p.
Ik kan me geheel en al vinden in je commentaar, met dit ene verschil: ik vind dat vo-scholen 36 weken onderwijs moeten verzorgen door bevoegde vakdocenten, geen 32 weken. Twintig weken vakantie of onvolkomen onderwijs per jaar vindt ik teveel van het ‘goede’. 36 lesweken van 32 lesuren van 50 minuten komt neer op 960 klokuren per jaar en dat vind ik als *streven* niet verkeerd. Het betekent dat nogal wat scholen toch al alle zeilen moeten bijzetten om deze norm te halen.
Maar 1040 uur (laat staan 1067 uur) slaat dus werkelijk nergens op. De enige reden waarom sommige ouders zich zo druk maken over (het niet halen van) deze norm is dat ze opzien tegen de zorg voor hun kinderen. Maar school is geen kinderopvang. School mag, moet en kan niet het maatschappelijke of persoonlijke probleem oplossen dat kinderen 12 tot 16 weken per jaar geen vaklessen hoeven volgen terwijl hun beide ouders krom liggen voor de hypotheek.
Normen en gezag
Het is altijd goed periodiek over normen na te denken doch nu is er vooral iets aan de hand met het gezag.
Het Rijk schrijft 1040 uren voor en de instellingen lappen dat openlijk aan hun laars. Tegelijkertijd stellen de instellingen zich bijzonder intolerant op naar docenten die een afwijkende mening hebben t.a.v HNL.
Los van de vraag of die 1040 goed is roept deze discussie wel de vraag op wie nu eigenlijk de baas is in onderwijsland?
Verder heeft het ook iets te maken met de tegenprestatie die onderwijsinstellingen zouden moeten leveren. Schijnbaar is een centraal schriftelijk examen geen voldoende garantie dat de onderwijsinstelling genoeg leerlingen op een voldoende niveau brengt en schrijft de overheid dus ook een minimale inspanning op. Uit het gecijfer bij de schoolonderzoeken blijkt feitelijk dat beide normen niet gehaald worden. Het Rijk veronderstelt nu dat het een verband houdt met het ander en dus gaat zij over tot handhaving.
Corgi
De minister en de besturen kiften en de docent zit klem.
De minister en de besturen kiften en de docent zit klem. Wat mij betreft : ik heb niets tegen 1040 uur goed onderwijs. De praktijk is anders. We moeten allerlei vreemde oppasuren vullen en zo de leerlingen in de school houden. Op mijn school zijn nu ook proefwerkuren waarbij de vakdocent de toets ontwikkelt en nakijkt en een die door een collega wordt afgenomen. De taakbelasting wordt voor de vakdocent op nul gezet!
1040 uur was kennelijk in onbruik geraakt om dat daartoe onvoldoende middelen waren / werden vrijgemaakt. Nu moeten die uren dus over de ruggen van docenten worden gemaakt. Dit is de zoveelste verzwaring van de werkdruk!
Het oppasprobleem geldt niet meer voor 12 e.o., behoudens leerlingen in het speciaal onderwijs misschien. Maar dat los je natuurlijk niet met docenten op.
1040 uur vereist meer docenten. Daar moeten middelen voor worden vijgemaakt bij de besturen of het ministerie i.p.v. onvrijwillige extra inzet van docenten.
Heeft de minister enig idee tot hoeveel onvrede en uitval dit onder docenten leidt?!
Wel voldoende uren goed onderwijs maar niet ten koste van de docenten!
Onder druk zetten van leraren de gemakkelijkste weg?
Dat is inderdaad nog een bijkomend probleem: dat scholen die onrealistische norm – waarvan het nut net zo onbewezen is als van HNL – proberen te realiseren over de ruggen van hun docenten.
Er is echter geen enkele reden waarom verhoging van de urennorm voor *leerlingen* zou moeten leiden tot een taakverzwaring van *leraren*. Iemand anders schreef al: als je de openingstijden van een winkel verruimt, moet je meer personeel inhuren. En/of je huidige personeel vragen meer uren voor je te werken (en die dus ook uitbetalen). Niet je personeel daartoe dwingen, want dan heb je kans dat ze weglopen.
Dat is nog een reden waarom het oliedom is in deze tijden van lerarentekorten zo te zeuren over *kwantiteit* in plaats van kwaliteit. Want we hebben al niet eens genoeg gekwalificeerde vakdocenten voor de gangbare praktijk van, neem ik aan, een uur of 950 aan lessen. We moeten dat probleem niet vergroten zonder het effectief op te lossen.
Toch zien we dat besturen voor de gemakkelijkste weg proberen te kiezen. En ze zien het onder druk zetten van leraren als de gemakkelijkste weg. Eerlijk gezegd: als leraren niet heel duidelijk een streep trekken, hebben die besturen hierin domweg gelijk.
1040 uren norm is breekijzer
Hiernet onze Sjoerd gehoord op de radio tijdens de demonstratie. Er zijn drie eisen. De urennorm omlaag, meer geld voor verzuim-oplossingen en de maatschappelijke stage moet meetellen met de urennorm. Over het eerste, dat wisten we al. Over het tweede, dat is nieuw maar draait weer om meer geld. Hier wil ik aan toevoegen dat mijn school het gepresteerd heeft om in het schooljaar 2005-2006 niemand, maar dan ook niemand te vervangen en hierdoor een slordige 4 miljoen euro heeft bespaard. Immers dit soort getallen wordt vastgelegd in de begroting. Wat betreft het derde, ik wist niet of heb tenminste nog nergens gehoord dat de maatschappelijke stage NIET zo meetellen, of heb ik wat gemist.
Boodschapje aan de minister en zijn staatsecretaressen. Pas op voor de verborgen agenda’s van de bestuurderen!!!
Vervangen kost teveel
Bij ons hetzelfde verhaal. Jarenlang had ik een collega die erg veel en langdurig ziek was. sommige leerlingen hadden maar liefst de helft van de tijd les van hem. Deze lessen vervielen dan eenvoudigweg. Kwestie van pech. Onze ouders halen er toch geen advocaat bij om hun rechten af te dwingen.
Domme sullen zijn we.
Domme pech voor de leerlingen was erg. Nu is dat ook domme pech voor de achterblijvende collega’s. Die moeten nu geheel gratis de lessen ovennemen en daarna nog vergaderen en vak onderhouden in hun eigen tijd.
Wie kent er een ander beroep waar het personeel zo knettergek is en dat ook nog voor een hongerloontje doet.
Nu wil de bond dat ik schouder aan schouder met de on-, en onderbevoegde collega’s op vrijdagmiddag een beetje ga protesteren.
Ze (ouders, politici) lachen ons vrolijk uit als we op deze manier te werk gaan.