Nieuwe exameneisen: VO-raad slaat alarm!

Een paniekreactie van numbercruncher Sjoerd Slagter: zeker 2 a 3x zoveel leerlingen zakken.
En inderdaad, cijfers uit schooljaar 1999/2000 toonden aan dat de nieuwe regeling voor een niet nader te noemen school zou betekenen dat van de 53 VWO-beta’s de afwijzingen stijgen van 2 naar 4 en voor de 25 HAVO-beta’s de afwijzingen stijgen van 3 naar 6.
Binnen de HAVO groep slaagden toen 2 leerlingen met ne, en en wi onvoldoende.

Slagingspercentages overall: VWO 95.5 naar 87.5% (afw. 4=>11) en HAVO 92.6 naar 83.8% (afw. van 5=>11) Wie heeft recentere getalletjes?

Een norm corrigeren wegens ingeslopen uitwassen (zie discussie elders) zorgt natuurlijk voor meer afwijzingen.
Geen nood: tegen die tijd heeft CEVO weer een nieuw setje opgaven met normen die zorgen voor een verdere stijging van het slagingspercentage.
En de Lissabondoelstellingen? Die gaan we dik halen… it ürür, kervan yürür.

8 Reacties

  1. Oneerlijke vergelijking
    Het deugt niet om voor nieuwe maatregelen slaag- en zakpercentages te berekenen voor cohorten leerlingen waarop die maatregelen niet van toepassing waren.

    Met andere woorden: als je een strengere norm oplegt aan een cohort leerlingen, gaat dat cohort harder werken dan toen nog de soepeler norm gold.

    Dat is namelijk precies de bedoeling van het invoeren van die strengere norm.

    De 7 extra gezakte vwo’ers in jouw rekenvoorbeeld zouden er misschien maar 3 of 4 geweest zijn als ze tijdig rekening hadden gehouden met een strengere norm. Dan hadden ze harder gewerkt, en dat zou dan ook de winst zijn.

    De keuze voor een of andere norm hangt dus mede af van je taxatie of leerlingen (en hun leraren) nu al hard genoeg werken voor het diploma.

    Een strengere norm kan twee doelen dienen:
    – scherper selecteren ten behoeve van vervolgopleidingen of beroepssectoren (als je daar om een of andere reden een kleinere instroom zou willen)
    – scholen en leerlingen tot hogere prestaties aanzetten (als je meent dat de uitstroom aan hogere eisen moet EN kan voldoen).

    Mij lijkt het tweede doel momenteel van groter belang dan het eerste. We moeten dus niet vrezen dat leerlingen zich handig weten aan te passen aan een strengere norm – dat is nou net de bedoeling!

    Overigens: wat is bij de ‘extra gezakten’ in jouw voorbeeld de bottleneck? Is hun CE-gemiddelde lager dan 5,5 of hebben ze meer dan een onvoldoende voor Ne, Wi, En?

    • Jelle Swaan akkoord met nieuwe exameneisen…
      …maar gelooft niet (met het hele LAKS) dat hierdoor het niveau omhoog gaat. Beluister Stand.cafe 11 september 2008. Mee eens: daar is meer voor nodig! Over een ding is men het eens: er kan harder gewerkt worden!

      Wat mij opvalt is dat bij de B-vakken van deze school nauwelijks koppen rollen. Een storm in een glas water! En dat was de kern van de berekening. Maar het kan zijn dat Van Bijsterveld landelijk iets anders waarneemt.

      Overigens hebben Ouders & COO een hele andere visie: als de urennorm omlaag gaat, dan lagere examennorm! Het verzagen van de lessenaar blijft doorgaan…

  2. Volgens mij waren
    Volgens mij waren slagingspercentages rond de 85% eind zeventiger (mijn VO-tijd) normaal. Wie heeft hier gegevens over?
    Slagingspercentages van 95% lijken nu doodnormaal, maar is het eigenlijk normaal dat je nauwelijks voor je examen kan zakken.
    Het gekke is dat ik leerlingen altijd zeer ijverig met het bromfietsexamen in de weer zie en dat ze het niet raar vinden dat ze daar voor kunnen zakken.
    Sjoerd komt hier goed op voor de mangers die het allemaal graag onderling ritselen, maar het gaat hier om een maatschappelijk belang naast het belang van het individu

    • Slagingspercentages
      Ik ben het helemaal eens met de standpunten die couzijn op het ministerie zo voortreffelijk heeft ingenomen, maar ik zit nog wel met één ding. Ja, leerlingen gaan harder werken als je de lat hoger legt, en natuurlijk is het daarom onzin om nieuwe criteria op huidige cohorten los te laten. En misschien was het ook wel zo dat vroeger het slagingspercentage structureel lager was. Tegelijkertijd hadden die leerlingen toen betere, want hoger opgeleide docenten, en waren ze nog niet opgescheept met een tweede fase waarin je cijfers alleen meetellen bij schoolexamens, en niet meer op kleinere verwachte en onverwachte overhoringen tussendoor. Je slagingskans is niet alleen afhankelijk van je eigen inzet, maar ook van de kwaliteit van je docent en van het systeem waarin die docent moet functioneren, en natuurlijk ook van de financiële armslag van je opvoeders om huiswerkbegeleiding, bijles en een stoomcursus examenvoorbereiding te kunnen betalen.

      Alleen de exameneisen aanscherpen maar de school te weinig middelen geven om leerlingen goed voor te bereiden, dat lijkt me geen gezond idee. Ja, natuurlijk kunnen en moeten veel scholen middelen overhevelen van management naar werkvloer, maar mij maak je niet wijs dat dat genoeg is als zoveel zittende docenten om uiteenlopende redenen sowieso zullen vertrekken uit het onderwijs.

      En nog iets: stel dat ondanks het hardere werken van leerlingen door een gebrekkig onderwijs alsnog meer leerlingen niet slagen. Die stromen dan niet de school uit, maar maken opnieuw een jaar aanspraak op onderwijs, en dus op schaarse docent-capaciteit. Daar is natuurlijk niks mis mee uit het oogpunt van goed onderwijs, maar het maakt het gebrek aan middelen voor het VO alleen nog maar groter.

      Vogelzang wil dat scholen beter gaan samenwerken om aan docenten te komen. Bij de slechte bereikbaarheid van huisartsen zie je hetzelfde: de huisartsen zeggen dat goede bereikbaarheid meer geld kost, maar volgens de overheid moeten ze het “gewoon beter organiseren”. Alsof de werkvloer gék is. Zonder behoorlijke financiering valt geen enkele kwaliteitsverbeteringsslag serieus te nemen.

      • Beste Em70
        Wat betreft het te winig middelen an de scholen wil ik toch enige kanttekeningen plaatsen. Al 10 jaar lang zie ik om mij heen dingen gebeuren waarbij je met de kleine teen kan aanvoelen dat het niet goed gaat. Denk aan de enorme toestroom van coaches, instructeurs, on- en onderbevoegden. Denk aan fusies die altijd als reden hebben om de overheadkosten ( tegenwoordig beheerskosten genoemd) te verminderen. Ikzelf heb de laaste drie jaar 2 reorganisatie mogen doorstaan waarbij het docentkorps met 180 Fte is gekrompen. Daarentegen steeg het aantal managers. Denk aan megalomane grote schoolgebouwen. Denk aan de invoering van 50% van de lestijd stage in het MBO. Denk aan de problemen met de ophokuren, in het leven geroepen om het primaire proces goedkoper te maken. Nu is men in het voortezet onderwijs bezig een 70 minutenrooster in te voeren, alweer een ordinaire bezuiniging op het primaire proces. Denk aan de loonsverhoging van de bestuurderen van 37% (een OMO bestuurder gaat naar de 117000 euro, zonder bonussen en onkostenvergoeding).

        Ik ga helemaal akkoord met er moet geld bij, maar dan en dan alleen als een begroting van een school volledig boven water komt, met alle cijfertjes na de komma en niet met Fte’s na de komma. Laat scholen maar eens heel duidelijk zijn waar het geld aan op gaat, met de billen bloot zou ik zo zeggen. En dan gaan we nog eens praten.

        Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat er een mechanisme in gang gezet is dat onbeheersbaar geworden is en dat alsmaar meer en meer geld verslindt. Ga voor de gein maar naar de website van onze Sjoerd, amuseer je een uurtje door alles op die website te lezen en vraag je dan af hoeveel miljoenen er gespendeerd wordt aan een clubje dat als enige taak heeft om werkgeversvertegenwoordiger te zijn. Daarna voor de gein naar d site van de MBO en HBO raad en die van de PO raad. Uiteindelijk moet het ergens van betaald worden. Alles wat daar geinvesteerd wordt komt in de min op het primaire proces.

        • Beste Jeronimoon
          Het voederbakkenmodel lijkt me nog het beste: alleen kleinschalige scholen krijgen per leerling en per bevoegdgegeven contactuur meer geld; zoveel als nodig is om te zorgen voor goed onderwijs. Zo voorkom je de ondergang van kleine, goeie scholen en gooi je tegelijkertijd geen geld in de bodemloze put van die grote, slechte scholen. Sterker nog: die kunnen meteen op dieet. Maar het voldoende vullen van de voerderbakken met alleen het elders uitgespaarde voer, dat lijkt me een illusie. Ik heb echter niet de indruk dat er op dit moment draagvlak is om dat te accepteren: nóch in de politiek, nóch bij de burgers.

  3. rekensommen
    Indien een norm aangescherpt wordt, zal dit leiden tot meer afwijzingen, daargelaten of norm wordt aangescherpt vanwege ‘ingeslopen uitwassen’ danwel om andere, minder vanuit achterdocht en wantrouwen aangestuurde, redenen.

    Op basis van het landelijke slagingspercentage (zo nu en dan 95%) zou men kunnen denken dat het nu allemaal wel erg makkelijk is, en dat het aanscherpen van normen niet op weerstand zou mogen stuiten (anders dan de weerstand die men vanuit achterdocht en wantrouwen zou verwachten).

    Wellicht is het nuttig – bij doorrekeneningen – rekening te houden met de volgende feiten:

    – leerlingen die in een examenklas zitten, worden niet altijd aangemeld voor het examen
    – leerlingen die aangemeld worden voor het examen, nemen niet altijd deel aan het examen
    – slagingspercentages verschillen per regio en – binnen regio’s – per vestiging.

    Met name het laatste feit is hier relevant. Indien deze verschillen veroorzaakt worden doordat men, in bepaalde regio’s of bij bepaalde vestigingen, het onderwijs onvoldoende effectief georganiseerd heeft, dan is het mogelijk dat het ‘opvoeren van de kwaliteitsdruk’ daar het beoogde effect heeft: men gaat het nu eindelijk toch eens goed organiseren. Indien de verschillen voortvloeien uit andere factoren die niet door de school controleerbaar zijn, dan zal het aanscherpen van de exameneisen er (zeer waarschijnlijk) toe leiden dat de verschillen in slagingspercentages groter worden.

    Men kan zich – met of zonder achterdocht of wantrouwen – afvragen of dat de kwaliteit van het onderwijs in den brede ten goede zou komen.

Reacties zijn gesloten.