Met een schoolbord en een krijtje

Tijd voor enige ontspanning:

“De wiskunde is een taal, een medium, in essentie niet anders dan het Nederlands of Hongaars of Fortran. Het maakt alleen gebruik van een groter aantal leestekens en een beperkter vocabulaire. Maar het is, tot onze verbazing, de taal van de Natuur.”
Robbert Dijkgraaf, Universitair hoogleraar theoretisch natuurkundige aan de Universiteit van Amsterdam

Als het werkelijk waar is, dat ons bestaan in diepste wezen wiskundig van aard is, betekent dat dan dat gewone taal een onbeholpen manier van communiceren is? Dat we ons er – simpelweg – bij moeten neerleggen dat de Natuur er nu eenmaal een andere logica op nahoudt dan de meesten van ons? Of andersom. Dat de taal van de wiskunde ons juist een rijkdom aan nieuwe mogelijkheden te bieden heeft.

Lees verder…

Zie ook de *promotiefilm* en *repetities*

11 Reacties

  1. Prachtig onderwerp!
    Met de uitspraak: de wiskunde is de taal van de natuur, heb ik altijd de grootste moeite gehad. Wat bedoelen ze daar precies mee?

    Ten eerste: Ze kunnen niet bedoelen dat de werkelijkheid een wiskundige structuur heeft- het is zelfs niet mogelijk dat de werkelijkheid een logische structuur heeft: immers, als dat zo was, dan zouden we deze logische structuur met een fysisch experiment moeten kunnen bewijzen; er bestaan fotonen, gravitonen, maar geen ‘logi-tonen’; er bestaan natuurkrachten, maar geen logische krachten. Hoe zouden de niet-fysische logische wetten de natuur dan hebben kunnen vormen? Dit veronderstelt een spookachtige overdracht van krachten. Of je moet zeggen: iets onbekends ligt ten grondslag aan en heeft invloed op de natuurwetten. Een hachelijke stelling in deze empirische tijd.

    Ten tweede: soms zegt wiskunde juist niet genoeg! Dan hebben we het idee dat er meer is dan alleen de wiskundige beschrijving. We hebben het idee dat het formalisme van de kwantummechanica ons niet precies zegt hoe de werkelijkheid er uit ziet. Je kunt een wiskundige beschrijving geven van een kat in superpositie. Maar niemand weet wat dat is, een kat in superpositie! Wiskunde zegt hier dus juist niet hoe de natuur er uit ziet, maar slechts in welke mate mensen de natuur kunnen begrijpen… (Zo niet, dan hadden we geen meetprobleem…)

    Ten derde: wiskunde die niet geconfirmeerd kan worden (zoals bij snaartjes), is loze wiskunde, en word door M.Veldman afgedaan als ‘knappe fantasie’. Kortom, niet de wiskunde beschrijft de werkelijkheid, maar je hebt een intermediair nodig om de gebruikte wiskunde af te beelden op de werkelijkheid: en dat afbeelden doe je niet door middel van wiskunde, maar is te danken aan iets onbekends: de creativiteit van de natuurkundige.

    Kortom: is wiskunde wel de taal van de natuur?

  2. FAS en FLS
    Ik moest meteen denken aan twee uiterst zeldzame taalproblemen, het Foreign Accent Syndrome (FAS) en het Foreign Language Syndrome (FLS). Beiden zijn geassocieerd met hersenbeschadiging, plotseling (klap op hoofd) of over langere termijn (multiple screrose).
    FAS is het plotseling spreken van de moedertaal met het accent van een andere taal en FLS is het plotseling spreken van een compleet andere taal, in beide gevallen hoeven het nieuwe accent of de taal niet door de spreker beheerst of zelfs gekend te worden.
    Ergens lijkt een vermogen te zijn in onze hersenen dat ons kennelijk in staat stelt om (helaas onder onwenselijke omstandigheden) terug te grijpen op een/de essentie van taal. Misschien is taal in essentie fractaal van oorsprong en zit er iets wiskonstigs achter?

    (Disclaimer: Ik ben geen wis, -taal of wat-dan-ook-kundige 😉

    • FAS en FLS hetzelfde?
      PP schreef: ” FLS is het plotseling spreken van een compleet andere taal, [die] niet door de spreker beheerst of zelfs gekend [hoeft] te worden.”

      Dat lijkt me sterk. Zo sterk zelfs dat ik het niet geloof. Ik heb wat rondgeGoogled, en kom bij beschrijvingen van FLS hetzelfde tegen als onder FAS: het onbewust toevoegen van een buitenlands accent aan de eigen moedertaal. Niet het spreken van ‘een compleet vreemde taal’, die de persoon in kwestie tot op dat moment niet kende.

      Ik denk niet dat ik ergens in mijn hersens een ‘knopje’ voor Grieks heb zitten, dat ik door met mijn hoofd tegen de salontafel te knallen, onverwachts kan ‘indrukken’.

      • Couzijn zijt gij niet katholiek (opgevoed) ?
        “Toen de dag van Pinksteren aanbrak, waren zij allen op één plaats bijeen. Plotseling kwam er uit de hemel een geraas alsof er een hevige wind opstak, en het vulde heel het huis waar zij waren. Er verschenen hun vurige tongen, die zich verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten. Zij raakten allen vol van heilige Geest en begonnen te spreken in vreemde talen, zoals de Geest hun ingaf” (Handelingen 2, 1-4). *Lees verder…* Of christelijk, *lees verder…*. Je hebt zelfs een *dagblad* voor die mensen.

        • Speaking in tongues
          Antwoord op je vraag: ja, maar ik blijk gespeend te zijn van talent voor goddelijke aangelegenheden.

          Overigens: een kortere route naar linguale verheffing is het vriendelijke aanbod van Robert de Niro in Cape Fear (Scorsese, 1991): “”A few minutes with me and you’ll be speaking in tongues”. In de slotscene van deze film is op onvergetelijke wijze in beeld gebracht wat hij daar onder verstaat.

  3. Recursieve mystiek
    Natuurwetten worden geschreven in wiskundige taal en getoetst aan de praktijk.
    De wiskundige taal is een zuiver Platonisch gedachtengoed met begrippen en methoden die niet in werkelijkheid bestaan. Het menselijke brein is onderdeel van de natuur.
    Hoe kan de menselijke geest zichzelf beschrijven in een taal die ze zelf moet voortbrengen?

    • Het blijft de vraag..
      .. ontdekken we een wiskundige stelling/begrip
      of construeren we dit ?

      Men zou zich een abstracte werkelijkheid kunnen voorstellen, waar wiskundigen ontdekkingen doen.

      • Constructivisme?
        We reizen met de logica als gereedschap door een wondere gedachtenwereld. á la Appel rotzooien we daar wat rond en sommigen doen wonderbaarlijke ontdekkingen die we formuleren met begrippen en stellingen.

  4. Nog wat Theater AdHoc
    Hoe Erwin Schrödinger, een van de grondleggers van de quantum mechanica, tot zijn geniale inzicht kwam “tijdens een erotische uitspatting … met een onbekende dame”. (2) Met andere woorden hoezeer óók de fysica, zoals veel in het leven, verregaand biologisch bepaald is. *Lees verder…*

    Het ultieme en meest mysterieuze doel van de ontdekkingsreis die ‘hedendaagse natuurkunde’ heet, is op dit moment Het HIGGS boson. Ook wel ‘de graal van de hedendaagse natuurkunde’ genoemd. En zelfs ‘The God particle’ (Leon Lederman). Het Higgs-deeltje vormt de ontbrekende schakel in het standaard model der elementaire deeltjes (de theorie die de eigenschappen, gedragingen en interacties van de diverse elementaire deeltjes onder een noemer brengt). Het Higgs deeltje is bovendien het enige deeltje, dat nog niet experimenteel werd aangetoond. Wie daar wél in slaagt, gaat – zo wordt beweerd – geheid een Nobelprijs in de wacht slepen.
    *Lees verder…

  5. Dat wiskunde de taal van de Natuur is
    en ons ’n rijkdom aan nieuwe mogelijkheden heeft te bieden, vond mijn vriendin, die over mijn schouder meelas ook wel logisch. Op weg naar de keuken, verduidelijkte ze dat nog met: Nu snap ik ook waarom al die blaadjes in de tuin op de grond liggen en de struiken zo kaal worden. Ik zal volgende herfst eens beter met ze communiceren, dat scheelt ’n hoop veegwerk.

  6. Nog meer Theater Adhoc
    *Een vreselijk scenario*
    De afgelopen maanden heeft deze jonge theoretisch-fysicus-in-opleiding zich, op vriendelijk verzoek van Theater Adhoc, vol overgave gestort op een uiterst intrigerende, maar tegelijkertijd ook zeer gecompliceerde kwestie, uit de recente fysica: het zogenaamde Majorana-particle. Dit ter ondersteuning van het vooronderzoek voor onze aankomende voorstelling Het mysterie van Majorana . Zie ook weblog 5 t/m 8 in de blauwe blokjes bovenaan deze pagina. *Lees verder…*

Reacties zijn gesloten.